OPEL CORSA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: CORSA, Model: OPEL CORSA 2015.5Pages: 257, PDF Size: 7.35 MB
Page 201 of 257

Verzorging van de auto199
3. Draai de lamphouder linksom uithet lamphuis.
4. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
5. Steek de lamphouder in het lampā
huis en draai deze rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper totdat
deze vastklikt.
Binnenverlichting Interieurverlichting, leeslampjes
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.
Plafondverlichting
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de verā vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
ā linksvoor in de motorruimte,
ā bij auto's met stuurwiel links achter de lichtschakelaar, of bij auto's met
stuurwiel rechts achter het handā
schoenenkastje.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Page 202 of 257

200Verzorging van de auto
Er zitten verschillende soorten zekeā
ringen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herkenā
baar aan de gesmolten draad. Zekeā
ring pas vervangen wanneer de oorā
zaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meerā dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker In de zekeringenkast in de motorā
ruimte zit mogelijk een zekeringtrekā
ker.Zekeringtrekker van bovenaf op de
verschillende typen zekering zetten
en zekering lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Page 203 of 257

Verzorging van de auto201
Nr.Stroomkring1Interfacemodule aanhanger2Schakelaar buitenspiegel3Accusensor4Chassisregelmodule5ABS6Dagrijlicht links7ā8Transmissieregelmodule9Carrosserieregelmodule10Interfacemodule koplampverā
stelling/TPMS/aanhanger11Achterruitenwisser12Ruitverwarming13Dagrijlicht rechts14Spiegelverwarming15ā16Chassisregelmodule/pompset17Binnenspiegel18MotorregelmoduleNr.Stroomkring19Brandstofpomp20ā21Bobine22ā23Inspuitsysteem24Ruitensproeier25Verlichtingsysteem26Motorregelmodule27Afsluitklep verwarming28Motorregelmodule29Motorregelmodule30Motorregelmodule31Koplamp links32Koplamp rechts33Motorregelmodule34Claxon35Koppeling36Mistlampen
Page 204 of 257

202Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring1ABS-pomp2Ruitenwisser voor3Aanjager4Instrumentenpaneel5ā6Verwarming dieselbrandstof7Versnellingsbak8Koelventilator laag9Koelventilator hoog10Koelventilator11Startmotor
Klik na het vervangen van doorgeā
brande zekeringen het deksel van het
zekeringenkastje weer vast.
Wanneer u het deksel van het zekeā
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter de lichtā schakelaar in het instrumentenpaā
neel. Pak de handgreep vast en trek
de lichtschakelaar omlaag.
Page 205 of 257

Verzorging van de auto203
Nr.Stroomkring1ā2ā3Elektrische ruitbediening4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813ā14Achterklep15Airbagsysteem16Datalinkverbinding17Ontsteking18Airconditioning19ZonnedakNr.Stroomkring20Parkeerhulp/regensensor/frontā
camera21Remschakelaar22Audiosysteem23Display24ā25Hulpkrik26Instrumentenpaneel27Stoelverwarming, bestuurder28ā29ā30Instrumentenpaneel/stoelverā
warming/FlexDock31Claxon32Stoelverwarming, passagier33Verwarmd stuurwiel34ā35Bandenreparatieset36ā37Achterruitenwisser
Page 206 of 257

204Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring38Aansteker39Elektrisch bediende ruiten/
zonnedak/automatische
versnellingsbakdisplay40āBoordgereedschap
Gereedschap Auto's met bandenreparatieset
Het gereedschap bevindt zich bij het
sleepoog en de bandenreparatieset
onder de vloerafdekking.
Op versies met draagsysteem aan
achterzijde of dubbele laadvloer beā
vindt het gereedschap zich bij het
sleepoog en de bandenreparatieset
aan de rechterzijde in de bagageā
ruimte, achter een afdekking.
Page 207 of 257

Verzorging van de auto205
Auto's met reservewiel
De krik, wielboutsleutel en sommig
gereedschap bevinden zich aan de
rechterzijde in de bagageruimte, achā
ter een afdekking 3 71.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadiā
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Wij raden aan de voorwielen niet om te wisselen met de achterwielen en
vice versa, om de rijstabiliteit te beā
houden. Gebruik altijd minder versleā
ten banden op de achteras.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid bij temperaturen onder 7 °C en moeāten daarom op alle wielen worden geā
monteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 245.Bandenmaat 185/60 R 15 is alleen
toegestaan als winterband.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichtsā
veld van de bestuurder aanbrengen.
Aanduidingen op banden
Bijv. 195/55 R 16 95 H195=bandbreedte in mm55=hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. bandā
breedte) in %R=type koordlagen: RadiaalRF=type: RunFlat16=velgdiameter in inch95=kengetal voor draagvermogen, bijv. 95, komt overeen met
690 kgH=kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q=Maximaal 160 km/uS=Maximaal 180 km/uT=Maximaal 190 km/uH=Maximaal 210 km/uV=Maximaal 240 km/uW=Maximaal 270 km/u
Page 208 of 257

206Verzorging van de auto
Draairichtingsgebonden
banden
Draairichtingsgebonden banden
moeten zo worden gemonteerd dat
ze in de juiste richting draaien. De
juiste draairichting is herkenbaar aan
een symbool (bijv. een pijl) op de zijā
wand van de band.
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de 14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reserā
vewiel niet vergeten.
Dit geldt ook voor auto's met een banā
denspanningscontrolesysteem.
Draai het ventieldopje los.
Bandenspanning 3 245.
Het informatie-etiket bandenspanā ning op het portierframe rechts verā
meldt de originele bandenmaat en de bijbehorende bandenspanningsāwaarden.
De voorgeschreven bandenspanning
geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winterā
banden.
De ECO-bandenspanning dient om
een zo laag mogelijk brandstofverā
bruik te bereiken.
Een onjuiste bandenspanning beĆÆnā
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofverā
bruik negatief en verhoogt de banā
denslijtage.
De bandenspanningswaarden verā
schillen afhankelijk van de diverse
opties.
Ga voor de juiste bandenspanningsā
waarde als volgt te werk:
ā Bepaal de code van de motor-ID. Motorgegevens 3 238.
ā Bepaal de betreffende band.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke bandenā
combinaties 3 245.
Voor de voor uw auto goedgekeurde banden kunt u de EEG-conformiteitsā
verklaring die bij uw auto is geleverd, of andere landelijke registratiedocuā
menten raadplegen.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor het juist instellen van de banā
denspanning.
Page 209 of 257

Verzorging van de auto2079Waarschuwing
Een te lage bandenspanning kan
aanleiding geven tot oververhitting van de banden en interne beschaā
digingen, wat bij hoge snelheden
loslatende loopvlakken en zelfs
klapbanden kan veroorzaken.
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning moet worden verā
hoogd of verlaagd. Schakel na het
aanpassen van de bandenspanning
het contact in en selecteer de betrefā
fende instelling op de pagina
Draagvermogen band op het Driver
Information Center 3 95.
Bandenspanningscontroā
lesysteem
Het bandenspanningscontrolesysā
teem (TPMS) controleert vanaf een
bepaalde snelheid eenmaal per miā
nuut de bandenspanning van alle vier
de banden.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontroleā
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier onderhoud van de banden door de bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden moeā
ten de voorgeschreven bandenspanā
ning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspanā
ningscontrolesysteem wettelijk verā
eist is, wordt de typegoedkeuring
van het voertuig bij het gebruik van
wielen zonder druksensoren nietig.
U kunt de actuele bandenspanningsā
waarden bekijken in Automenu op het
Driver Information Center (DIC).
U selecteert het menu door indrukken van de toetsen op de richtingaanwijā
zerhendel.
Druk op de toets MENU om het menu
Auto te selecteren.
Draai aan het stelwiel om het banā
denspanningscontrolesysteem te seā lecteren.
Baselevel-display en Midlevel-disā play:
Page 210 of 257

208Verzorging van de auto
De bandenspanning voor elke band
wordt op zijn eigen pagina weergegeā
ven.
Uplevel-display:
De bandenspanning voor alle banden wordt op ƩƩn pagina weergegeven.
De systeemstatus en bandenspanā
ningswaarschuwingen herkent u aan een bericht waarbij de desbetreffende
band knippert op het DIC.
Bij het detecteren van een te lage
bandenspanning brandt het controleā
lampje w 3 93.
Als w oplicht, stop dan bij de eerstā
volgende gelegenheid en breng de
banden op de aanbevolen spanningsā
waarden 3 245.
Als w 60-90 seconden knippert en
daarna continu wordt verlicht, is er
een fout in het systeem. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Na het op spanning brengen moet u
wellicht een stukje rijden om de banā
denspanningswaarden op het DIC bij
te werken. Hierbij kan w oplichten.
Als
w bij lagere temperaturen oplicht
en na het rijden dooft, kan dit duiden
op een naderende te lage bandenā
spanning. Bandenspanning controleā
ren.
Boordinformatie 3 103.
Schakel het contact uit wanneer de bandenspanning moet worden verā
hoogd of verlaagd.
Monteer alleen wielen met druksenā
soren, anders wordt de bandenspanā
ning niet weergegeven en brandt w
voortdurend.
Een reservewiel of tijdelijk reserveā
wiel heeft geen druksensor. Het banā
denspanningscontrolesysteem werkt
niet op deze banden. De controleā
lamp w brandt. Voor de overige drie
banden blijft het systeem in werking.
Gebruik van standaard verkrijgbare
vloeibare bandenreparatiesets kan
de werking van het systeem nadelig
beĆÆnvloeden. Gebruik bij voorkeur
door de fabriek goedgekeurde repaā
ratiesets.