display OPEL CORSA 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: CORSA, Model: OPEL CORSA 2016Pages: 107, PDF Size: 2.14 MB
Page 38 of 107

38Externe apparatenEen diavoorstelling bekijkenRaak t aan om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling
te bekijken.
Druk op het scherm om de diavoor‐ stelling te beëindigen.
Inzoomen op een afbeelding Druk een of meerdere keren op w om
in te zoomen op een afbeelding of om terug te keren naar het oorspronke‐
lijke formaat.
Het afbeeldingenmenu gebruiken Raak MENU aan om USB Fotomenu
te openen.Bestandenlijst foto's
Alle lijsten met afbeeldingsbestanden worden weergegeven. Zoek naar deafbeelding die u wilt zien en selecteer
deze.
Als de bestandsnaam van de afbeel‐
ding aanraakt, verschijnt er een klein
voorbeeld naast de bestandenlijst.
Als deze nogmaals aanraakt of als u
O onder de voorbeeldafbeelding se‐
lecteert, verschijnt de afbeelding op het hoofdmenu.
Sorteren op titel
Er verschijnt een lijst met alle afbeel‐
dingsbestanden in alfabetische volg‐
orde.
Sorteren op datum
Er verschijnt een lijst met alle afbeel‐
dingenbestanden gesorteerd op da‐
tum beginnend met de meest recente datum.
Tijd diavoorstelling
Stel de tijd gedurende welke een af‐
beelding in een diavoorstelling ver‐
schijnt in.
Klok/temp. display
Als u de tijd en de temperatuur in vol‐
ledige-schermmodus wilt zien, zet
Klok/temp. display dan op Aan.
Weergave-instellingen
Stel de helderheid en het contrast van het afbeeldingendisplay in.
Page 39 of 107

Externe apparaten39
Zet Helderheid op een waarde tussen
-9 en 9.
Zet Contrast op een waarde tussen
-15 en 15.
Films afspelen U kunt films bekijken via randappara‐
tuur die op de AUX-ingang aangeslo‐ ten is of vanaf een USB-apparaat dat
op de USB-poort aangesloten is.
Let op
Sluit voor het gebruiken van de film‐
functie met uw iPod/iPhone uw toe‐
stel alleen op de AUX-aansluiting
aan. Via de USB-poort is er geen
permanente verbinding mogelijk.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werkt de
filmfunctie onderweg niet.
Randapparaat
AUX-functie activeren
Als het randapparaat nog niet met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 31. Het
filmmenu AUX verschijnt en het af‐ spelen van de filmbestanden start au‐
tomatisch.
Als het randapparaat al verbonden is: Druk indien vereist op de toets ; en
selecteer de knop Galerij op het
scherm om het laatst geselecteerde
hoofdmenu afbeeldingen of films te
openen.
Selecteer indien nodig Bron om een
vervolgkeuzelijst te openen en selec‐
teer vervolgens AUX (Film) om het
betreffende hoofdmenu te openen.
Het afspelen van de filmbestanden
start automatisch.
Let op
Behalve instellingen als volume, ge‐ luid en display moeten alle functies
via de randapparatuur worden be‐
diend.
Filmmenu AUX gebruiken
Raak MENU aan om AUX Filmmenu
te openen.
Zie voor nadere informatie over de beschikbare instellingen de bijbeho‐
rende beschrijvingen voor USB-ap‐
paratuur onderstaand.
Page 41 of 107

Externe apparaten41Lijst filmbestanden
Alle lijsten met filmbestanden worden
weergegeven. Zoek naar de film die u
wilt zien en selecteer deze. De betref‐ fende film wordt nu afgespeeld.Klok/temp. display
Als u de tijd en de temperatuur in vol‐
ledige-schermmodus wilt zien, zet
Klok/temp. display dan op Aan.Weergave-instellingen
Stel de helderheid en het contrast van het filmdisplay in.
Zet Helderheid op een waarde tussen
-9 en 9.
Zet Contrast op een waarde tussen
-15 en 15.
Geluidsinstellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 16.
Ondertiteling en audiotaal activeren
of deactiveren
Als de film ondertiteling en audiotaal
heeft, kunt u deze opties activeren of
deactiveren.
Selecteer _ aan de rechterzijde van
het scherm.
Activeer of deactiveer de taal van de
ondertiteling door de functie Q op
Aan of Uit te zetten.
Activeer of deactiveer de taal van de
audio door de functie R op Aan of
Uit te zetten.
Smartphone-applicaties gebruiken
Alvorens een goedgekeurde applica‐
tie met de bedieningsorganen en me‐
nu's van het Infotainmentsysteem
kan worden gebruikt, moet de betref‐
fende applicatie op de smartphone
worden geïnstalleerd.
Ondersteunde applicaties Druk op de toets ; en selecteer de
knop op het scherm Apps om het be‐
treffende menu te openen.
Het menu toont welke smartphone-
applicaties momenteel door het Info‐
tainmentsysteem worden onder‐
steund, zie "Pictogrammen weerge‐
ven of verbergen" onderstaand.
Page 42 of 107

42Externe apparaten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de betreffende applicatie verwij‐
zen wij u naar de website van de be‐ treffende softwarefabrikant.
Een applicatie starten
Verbind de smartphone als deze nog
niet met het Infotainmentsysteem ver‐ bonden is:
● iPod/iPhone: verbind het appa‐
raat met de USB-poort 3 31
● Android phone: breng een Blue‐
tooth-verbinding tot stand
3 45.
Download indien niet geïnstalleerd de
betreffende applicatie naar uw smart‐ phone.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop op het scherm Apps om het be‐
treffende menu te openen.
Raak de knop op het scherm van de gewenste applicatie aan. Er komt een verbinding met de betreffende appli‐
catie op de verbonden smartphone
tot stand.
Het hoofdmenu van de applicatie ver‐
schijnt op het display van het Infotain‐
mentsysteem.
Let op
Controleer bij het gebruik van een
navigatie-applicatie of de GPS-ont‐
vangst van de smartphone goed is.
Applicatiepictogrammen
weergeven of verbergen
U kunt definiëren welke van de door
het Infotainmentsysteem onder‐
steunde goedgekeurde applicaties in
het menu Apps zichtbaar en selec‐
teerbaar zijn.Selecteer 5 Instellingen op de onder‐
ste regel van het hoofdmenu Apps om
het menu App instellingen te openen.
Selecteer of deselecteer de gewenste
applicaties en selecteer vervolgens
de knop OK op het scherm.
Page 51 of 107

Telefoon51begint, selecteert u de knop ghi op
het scherm.
Alle contactpersonen die een van
de letters op deze knop bevatten,
in dit geval 'g', 'h' en 'i', verschij‐
nen.
2. Selecteer de knop met de tweede
letter van de contactpersoon
waarnaar u wilt zoeken.
3. Blijf meer letters van de contact‐ persoon die u wilt zoeken invoe‐
ren totdat de gewenste contact‐
persoon verschijnt.
4. Druk op de contactpersoon die u wilt bellen. Er verschijnt een menumet alle telefoonnummers die
voor het geselecteerde contact
zijn opgeslagen.
5. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.Het volgende display verschijnt.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop Telefoon op het scherm om het
betreffende menu weer te geven.
Selecteer Belgeschiedenis om het
betreffende menu weer te geven.Selecteer a voor uitgaande oproe‐
pen, b voor gemiste oproepen en c
voor ontvangen oproepen. De betref‐ fende bellijst wordt weergegeven.
Page 53 of 107

Telefoon53Selecteer Verbindingsinstelllingen en
dan Wijzig beltoon om het betref‐
fende menu weer te geven. Er ver‐
schijnt een lijst met beltonen.
Selecteer één van de beltonen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Beltoonvolume 3 17.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu Telefoon op
het display.
Handsfreemodus tijdelijk deactiveren
Selecteer m voor het vervolgen van
het gesprek via de mobiele telefoon.
Selecteer m weer om naar de hand‐
sfreemodus terug te keren.
Let op
Na het activeren is het bijbehorende
symbool gemarkeerd.
Microfoon tijdelijk deactiveren
Selecteer n om de microfoon uit te
schakelen.
Selecteer n om de microfoon weer in
te schakelen.
Let op
Na het activeren is het bijbehorende
symbool gemarkeerd.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer J om het gesprek te be‐
eindigen.
Mobiele telefoons enCB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).
Page 57 of 107

57Bluetooth-verbinding.................45
Koppelen ................................... 45
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 34
Telefoon .................................... 49
Bluetooth-verbinding ....................45
C Categorielijst ................................. 24
D DAB .............................................. 27
Datuminstellingen .........................10
Digital Audio Broadcasting ...........27
Display-instellingen................. 37, 39
Dynamische bereikcompressie..... 27
E EPG .............................................. 27
F
Fabrieksinstellingen radio .............10
Favoriete lijsten ............................ 24
Zenders ophalen .......................23
Zenders opslaan .......................23
Favorietenlijst ............................... 23
Filmbestanden .............................. 31
Films afspelen .............................. 39
Film via AUX activeren .................39
Film via USB activeren .................39Frequentiebereik........................... 27
Frequentiebereikmenu's ...............24
G Gebruik ............................. 10, 21, 43
AUX ........................................... 31
Bluetooth ................................... 31
iPod ........................................... 31
Menu ......................................... 13
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 49
USB ........................................... 31
Geluidsinstellingen .......................16
I
Infotainmentsysteem inschakelen 10
Intellitext ....................................... 27
iPod Algemene informatie .................31
Apparaat aansluiten ..................31
iPod-audiomenu ........................34
K Koppelen ...................................... 45
M Maximaal opstartvolume............... 17
Menubediening ............................. 13
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................53
Mute.............................................. 10N
Navigatie....................................... 41
Noodoproep .................................. 48
O
Oproepenhistorie ..........................49
Overzicht bedieningselementen .....8
R Radio Afstemmen op zender ...............21
Autostorelijsten.......................... 22
Categorielijst ............................. 24
Configureren van RDS ..............25
DAB configureren ......................27
DAB-berichten ........................... 27
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 27
Dynamische bereikcompressie. 27
EPG huidig programma............. 27
EPG zenderlijst ......................... 27
Favoriete lijsten ...................23, 24
Frequentiebereik .......................27
Frequentiebereik selecteren .....21
Frequentiebereikmenu's............ 24
Gebruik...................................... 21
Inschakelen ............................... 21
Intellitext .................................... 27
Radio Data System (RDS) ........25
Regio-instelling.......................... 25
Regionaal .................................. 25
Page 60 of 107

60InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............60
Antidiefstalfunctie ......................... 61
Overzicht bedieningselementen ..62
Gebruik ........................................ 67
Basisbediening ............................ 68
Geluidsinstellingen ......................70
Volume-instellingen .....................71Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de radiotunerfuncties kunt u
maximaal 36 zenders op zes favo‐
riete pagina's registreren.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐ mee u uw mobiele telefoon comforta‐
bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van de bedieningstoetsen op het stuur‐
wiel.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐ makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 67 of 107

Inleiding67GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU-TUNE en menu's op
het display.
Keuzen worden ingevoerd via het be‐
dieningspaneel op het Infotainment‐
systeem 3 62
Of deze kunnen via de audiobedie‐
ningselementen op het stuur worden
gemaakt 3 62.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
● het maximale inschakelvolume 3 71
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 71.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid
gecompenseerd volume 3 71 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐ gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Mutefunctie
Druk op y / @ of @ (als telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om de audiobronnen te
dempen.
Mutefunctie annuleren: draai m VOL
of druk opnieuw op y / @ of @ (indien
telefoonportaal beschikbaar: enkele
seconden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op MENU-TUNE om naar de fre‐
quentiebereikmenu's met opties voor
zenderselectie te gaan.
Zie voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de radiofuncties 3 73.
Page 68 of 107

68InleidingAudiospelers
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's te wisselen.
Druk op MENU-TUNE om naar de be‐
treffende menu's met opties voor
trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 81, AUX-
functies 3 84, USB-poortfuncties
3 85 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 88.
Telefoon
Druk kort op y / @ om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op MENU-TUNE om naar het
telefoonmenu met opties voor het in‐ voeren en selecteren van nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 90.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 68.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐
ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de lijst met Bluetooth-appara‐
ten, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Auto-instellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Basisbediening MENU-TUNE-knop De knop MENU-TUNE is het centrale
bedieningselement voor de menu's.