OPEL CORSA E 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: CORSA E, Model: OPEL CORSA E 2017.5Pages: 115, PDF Size: 2.32 MB
Page 11 of 115
Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 8
● het aanraakscherm 3 14
● audioknoppen op het stuurwiel 3 8
● de spraakherkenning 3 52
Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op X. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact wordt uitgescha‐
keld, met behulp van X hebt inge‐schakeld, dan wordt het 10 minuten
na de laatste invoer automatisch
weer uitgeschakeld.
Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐ volume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 17.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 17 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.
Druk nogmaals op X om de mute‐
functie te beëindigen. Het laatst gese‐ lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 14.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Page 12 of 115
12Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 22
● Externe apparaten ( USB,
Bluetooth ) 3 30
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB- apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven.
Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 31
● Filmfuncties 3 33
Telefoon
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele
telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 53.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu van de telefoonportal weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 57.
Page 13 of 115
Inleiding13Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om specifieke apps van uw smart‐
phone op het infotainmentsysteem weer te geven.
Selecteer Weergave om de weerga‐
vefunctie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 34.
Nav
(R 4.0 IntelliLink, indien Weergave
niet beschikbaar is)
Selecteer om de navigatieapplicatie
BringGo te starten Nav.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 34.
Navigatie
(Navi 4.0 IntelliLink)
Druk op ; om het startscherm weer
te geven.Selecteer Navigatie om de navigatie‐
kaart weer te geven voor het gebied
rondom de huidige locatie.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 36.
Instellingen
Selecteer Instellingen om een menu
met de verschillende systeemgerela‐
teerde instellingen te openen, bijvoor‐ beeld om Geluidsterugmelding bij
aanraken te deactiveren.
OnStar
Select OnStar om een menu met de
OnStar Wi-Fi-instellingen te openen.
Zie de Gebruikershandleiding voor
een gedetailleerde beschrijving.
Page 14 of 115
14BasisbedieningBasisbedieningBasisbediening............................ 14
Geluidsinstellingen ......................17
Volume-instellingen .....................17
Systeeminstellingen .....................18Basisbediening
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐ tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden en dergelijke voor het aanraakscherm.
9 schermtoets
Druk bij het navigeren door de menu's
in het betreffende submenu op 9 om
terug te gaan naar het bovenliggende
menu.
Wanneer de schermtoets 9 niet
wordt getoond, bent u op het hoogste niveau van het desbetreffende menu.Druk op ; om het startscherm weer
te geven.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
Page 15 of 115
Basisbediening15De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐ toets of een menuoptie via het
aanraakscherm beschreven als
"...selecteer
Items in het startmenu
verplaatsenDruk op de items die u wilt verplaat‐
sen en houd ze ingedrukt tot de picto‐
grammen rood worden omkaderd.
Verplaats uw vinger naar de gewen‐
ste locatie en laat het element los.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Alle andere opties worden opnieuw
ingedeeld.
Druk op een van de toetsen op het
bedieningspaneel om de bewerkings‐ modus af te sluiten.
Let op
De bewerkingsmodus wordt auto‐ matisch verlaten als er 30 seconden niets wordt gedaan.Door lijsten scrollen
Als er meer items zijn dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan moet u door de lijst bladeren.
Om door een lijst met menuopties te
bladeren kunt u:
● Het scherm op een willekeurige plek aanraken en dit naar boven
of onder slepen.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Page 16 of 115
16Basisbediening●Druk op S of R aan de boven- of
onderzijde van de schuifbalk.
● Beweeg de schuifbalk omhoog en omlaag met uw vinger.
Druk op de titel van de lijst om terug
te keren naar het begin.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het blade‐
ren naar een optie uit de lijst via het
aanraakscherm beschreven als
"...blader naar
Door de pagina's bladerenLet op
U kunt alleen door pagina's bladeren als er meerdere pagina's beschik‐baar zijn.
Om van de ene pagina naar de
andere te bladeren:
● Plaats uw vinger op een willekeu‐
rige plek van het scherm en
beweeg hem naar links om naar
de vorige pagina te gaan of naar
rechts om naar de volgende
pagina te gaan.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
● Druk op q of p op het scherm.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het bladeren door
pagina's via het aanraakscherm
beschreven als "...blader
naar...pagina...".Snel naar toepassing Audio en
Navigatie gaan
Met behulp van de symbolen k of j
op de bovenste regel van sommige
menu's kunt u rechtstreeks naar een
andere toepassing gaan.
Om rechtstreeks naar het Audio-
menu te gaan, selecteert u k.
Om rechtstreeks naar het Navigatie-
menu te gaan, selecteert u j.
Let op
Het j-symbool is alleen beschik‐
baar als routebegeleiding actief is.
Page 17 of 115
Basisbediening17GeluidsinstellingenIn het geluidsinstellingenmenu
kunnen de toonkarakteristieken
worden ingesteld. Het menu is
toegankelijk vanuit elk audiohoofd‐
menu.
Open het geluidsinstellingenmenu
met Menu op de onderste regel van
het betreffende audiohoofdmenu.
Blader zo nodig door de lijst met
menuopties en selecteer Geluidsin‐
stellingen . Het betreffende menu
verschijnt.Equalizermodus
Gebruik deze instelling voor een opti‐ maal geluid voor het genre, bijv.
Rock of Klassiek .
Selecteer de gewenste geluidsstijl in
de interactieve selectiebalk onderaan het scherm. Als u Aangepast kiest,
kunt u de volgende instellingen hand‐ matig aanpassen.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge ton.
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het
menu om balance en fader in te stel‐
len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is.
Let op
De instellingen voor balance en
fader gelden voor alle audiobron‐
nen. Deze kunnen niet apart voor
elke audiobron worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Max.
inschakelvolume . Omwille van de
beveiliging en het comfort is het volu‐ mebereik beperkt.
Page 18 of 115
18BasisbedieningRaak + of - aan om de instelling aan
te passen of verplaats de schuif op de
volumebalk.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Automatisch
volume .
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Geluidsfeedbackfunctie voor
bediening activeren of
deactiveren
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio en blader in de lijst
naar Geluidsterugmelding bij
aanraken .
Druk op de schermtoets naast
Geluidsterugmelding bij aanraken om
de functie te activeren of deactiveren.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven. De desbetreffende
instelling wordt dan door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
De onderstaande instellingen hebben
betrekking op het hele systeem. Alle
andere instellingen worden op onder‐
werp in de betreffende hoofdstukken
van deze handleiding beschreven.
Tijd- en datuminstellingen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Tijd en datum om het
betreffende submenu weer te geven.
Page 19 of 115
Basisbediening19Tijdformaat instellen
Druk op de schermtoetsen 12 h of 24
h om de gewenste tijdnotatie te selec‐
teren.
Datumformaat instellen
Selecteer Datumformaat instellen en
kies een van de opties in het
submenu om de gewenste datumno‐
tatie te selecteren.
Automatisch
Selecteer Automatisch om te bepa‐
len of de tijd en datum automatisch of
handmatig moeten worden ingesteld.
Selecteer Aan - RDS om de tijd en
datum automatisch in te stellen.
Selecteer Uit - Handbediend om de
tijd en datum handmatig in te stellen. Als Automatisch is ingesteld op Uit -
Handbediend , verschijnen de opties
Tijd instellen en Datum instellen in het
submenu.
Tijd en datum instellen
Selecteer Tijd instellen of Datum
instellen om de tijd- en datuminstel‐
lingen aan te passen.Druk op + of - om de instellingen aan
te passen.
Taalinstellingen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Taal(Language) om het
betreffende menu weer te geven.
Taal voor de menuteksten wijzigen:
druk op de gewenste taal.
Bladerfunctie voor tekst
Als er lange tekst op het scherm
verschijnt, zoals bij titels van
nummers en zendernamen, kan de
tekst continu over het scherm rollen of kan deze eenmaal over het scherm
rollen en in verkorte vorm worden
weergegeven.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio.
Activeer Tekst bladeren als u wilt dat
de tekst continu doorloopt.
Deactiveer de instelling als wilt dat de
tekst bloksgewijs wordt doorlopen.
Display uitzettenAls u het display niet wilt zien, bijvoor‐
beeld in de nachtelijke uren, kunt u
het display uitzetten.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Display uitschakelen . Het display
wordt uitgeschakeld, maar de audio‐
functies blijven actief.
Page 20 of 115
20BasisbedieningRaak om het display weer in te scha‐kelen het scherm aan of druk op een
knop.
Fabrieksinstellingen (R 4.0 IntelliLink)
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstellingen .
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen terug te zetten.
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de gekoppelde Bluetooth-appara‐
ten en de opgeslagen contactenlijst
en voicemailnummers te verwijderen.
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om de geluids- en volume-
instellingen te resetten, alle favorie‐
ten te verwijderen en de gekozen
beltoon te wissen.
In elk van deze gevallen verschijnt er
een waarschuwing. Selecteer
Doorgaan om de instellingen te reset‐
ten.Fabrieksinstellingen
(Navi 4.0 IntelliLink)
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstellingen .
Voertuiginstellingen
Selecteer Boordinstellingen
terugzetten om alle persoonlijke
instellingen te herstellen.
Er verschijnt een pop-upvenster.
Bevestig het pop-upbericht.
Telefooninformatie
Selecteer Wis alle telefoongegevens
om de gekoppelde Bluetooth-appara‐ ten en de opgeslagen contactenlijst
en voicemailnummers te verwijderen.
Er verschijnt een pop-upvenster.
Bevestig het pop-upbericht.
Radio-instellingen
Selecteer om de geluids- en volume-
instellingen te resetten en alle favor‐
ieten te verwijderen Radio-
instellingen herstellen .Er verschijnt een pop-upvenster.
Bevestig het pop-upbericht.
Navigatie-instellingen
Selecteer om alle navigatieparame‐
ters en instellingen van het navigatie‐
systeem te resetten Navigatie-
instellingen herstellen . Er verschijnt
een submenu.
Selecteer afhankelijk van welke set parameters u wilt resetten Navigatie‐
geschiedenis wissen (recente
bestemmingen), Favorieten voor
navigatie wissen (favorieten) of
Navigatie-opties en -instellingen
resetten (bijv. instellingen voor kaart‐
weergave, gesproken instructies of
routeopties).
Er verschijnt een pop-upvenster.
Bevestig het pop-upbericht.
Systeemversie
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Software informatie .
Als een USB-apparaat is aangeslo‐
ten, kunt u de voertuiginformatie op
dit USB-apparaat opslaan.