ABS OPEL CORSA E 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: CORSA E, Model: OPEL CORSA E 2019Pages: 241, PDF Size: 6.75 MB
Page 64 of 241

62Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................63
Stuurwielverstelling ...................63
Stuurbedieningsknoppen ...........63
Verwarmd stuurwiel ...................63
Claxon ....................................... 64
Wis- en wasinstallatie voorruit ...64
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 65
Buitentemperatuur .....................66
Klok ........................................... 67
Elektrische aansluitingen ...........68
Aansteker .................................. 69
Asbakken ................................... 69
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................70
Instrumentengroep ....................70
Snelheidsmeter ......................... 70
Kilometerteller ........................... 70
Dagteller .................................... 70
Toerenteller ............................... 71
Brandstofmeter .......................... 71
Brandstofkeuzeschakelaar ........72
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 73Service-display.......................... 74
Controlelampen ......................... 75
Richtingaanwijzers ....................77
Gordelverklikker ........................78
Airbag en gordelspanners .........78
Airbag-deactivering ...................79
Laadsysteem ............................. 79
Storingsindicatielamp ................79
Service-indicatie ........................79
Rem- en koppelingssysteem .....79
Pedaal intrappen .......................80
Antiblokkeersysteem (ABS) .......80
Schakelen .................................. 80
Stuurbekrachtiging ....................80
Lane Departure Warning ...........80
Parkeerhulp ............................... 80
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....81
Uitlaatfilter ................................. 81
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ......................................... 81
Motoroliedruk ............................. 82
Te laag brandstofpeil .................82
Startbeveiliging .......................... 82
Motorvermogen verminderd ......82
Autostop .................................... 82
Rijverlichting .............................. 82
Groot licht .................................. 83
Mistlampen voor ........................83
Mistachterlicht ........................... 83Cruise control............................ 83
Voorligger gedetecteerd ............83
Snelheidsbegrenzer ..................83
Verkeersbordherkenning ...........83
Portier open ............................... 83
Displays ....................................... 83
Driver Information Center ..........83
Info-Display ............................... 88
Boordinformatie ........................... 90
Geluidssignalen .........................92
Batterijspanning .........................92
Persoonlijke instellingen ..............93
Telematicaservice ........................96
OnStar ....................................... 96
Page 79 of 241

Instrumenten en bedieningsorganen77Controlelampjes in de
middenconsole
Overzicht
ORichtingaanwijzers 3 77XGordelverklikker 3 78vAirbags en gordelspanners
3 78VAirbag deactiveren 3 79pLaadsysteem 3 79ZStoringsindicatielamp 3 79gLaat auto spoedig nakijken
3 79RRem- en koppelingssysteem
3 79-Pedaal intrappen 3 80uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 80RSchakelen 3 80cStuurbekrachtiging 3 80)Lane Departure Warning
3 80rParkeerhulp 3 80bElektronische stabiliteitsrege‐
ling en Traction Control-
systeem 3 81%Uitlaatfilter 3 81wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 81IMotoroliedruk 3 82YTe laag brandstofpeil 3 82dStartbeveiliging 3 82#Beperkt motorvermogen
3 82DAutostop 3 828Buitenverlichting 3 82CGroot licht 3 83>Mistlamp 3 83rMistachterlicht 3 83mCruisecontrol 3 83AVoorligger gedetecteerd
3 83LSnelheidsbegrenzer 3 83LVerkeersbordherkenning
3 83hPortier open 3 83
Richtingaanwijzers
O brandt of knippert groen.
Brandt kort
De parkeerlichten worden ingescha‐
keld.
Knippert
De richtingaanwijzers of alarmknip‐
perlichten zijn geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer
kapot of bijbehorende zekering door‐
gebrand.
Vervangen van lampen 3 168.
Page 82 of 241

80Instrumenten en bedieningsorganenHet vloeistofpeil voor de rem en de
koppeling is te laag wanneer de hand‐ matige handrem niet wordt ingescha‐ keld 3 166.9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Licht op wanneer de handmatige handrem is geactiveerd en het
contact is ingeschakeld 3 134.
Pedaal intrappen - brandt of knippert geel.
Brandt
Trap het koppelingspedaal in om de
motor in de stand Autostop te starten.
Stop/Start-systeem 3 123.
Knippert
Trap het koppelingspedaal in om de
motor met de sleutel te starten 3 17,
3 122.
Bij sommige versies verschijnt op het
Driver Information Center de aanwij‐
zing om het koppelingspedaal in te
trappen 3 90.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit gaat branden, dan zit er een storing inhet ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 133.
Schakelen R met het getal van een hogere
versnelling verschijnt wanneer wordt
aanbevolen om vanwege de brand‐
stofbesparing op te schakelen.
Stuurbekrachtiging c brandt geel.Gaat branden met
uitgeschakelde
stuurbekrachtiging
Storing in het stuurbekrachtigings‐ systeem. Roep de hulp in van een
werkplaats.
c en b lichten tegelijkertijd op
Stuurbekrachtiging moet worden
gekalibreerd, systeemkalibratie
3 136.
Lane Departure Warning
) brandt groen of knippert geel.
Brandt groen
Systeem wordt ingeschakeld en is
gebruiksklaar.
Knippert geel
Systeem herkent een onbedoelde
verandering van rijstrook.
Lane Departure Warning 3 152.
Parkeerhulp
r brandt geel.
Page 101 of 241

Instrumenten en bedieningsorganen99Diagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐
gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en andere
grote systemen. Ook bevat het infor‐
matie over mogelijke onderhouds‐
punten en de bandenspanning
(alleen als er een bandenspannings‐
controlesysteem is).
U kunt meer details opvragen door op
de link in de e-mail te klikken en u bij
uw account aan te melden.
Bestemming downloaden
Een gewenste bestemming kan
rechtstreeks naar het navigatiesys‐
teem worden gedownload.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en beschrijf de bestemming of het
markante punt.De adviseur kan elk adres en elke
nuttige plaats opzoeken en deze naar het ingebouwde navigatiesysteem
verzenden.
OnStar-instellingen
OnStar-PIN
U hebt een viercijferige PIN nodig
voor toegang tot alle OnStar-servi‐
ces. U moet een eigen PIN invoeren
wanneer u voor de eerste keer met
een adviseur belt.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en de PIN te veranderen.
Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een
account waar alle gegevens in zijn
opgeslagen. Druk op Z en spreek
met een adviseur of log in bij uw
account als u accountinformatie wilt
veranderen.
Als de OnStar-service voor een
andere auto moet worden gebruikt,
druk dan op Z en vraag of de account
op de nieuwe auto kan worden over‐
gedragen.Let op
Informeer OnStar onmiddellijk over
de wijzigingen als de auto wordt
afgevoerd, verkocht of anderszins
overgedragen en beëindig de
OnStar-service voor deze auto.
Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service wordt verzocht of getriggerd. Eenbericht op het Info-Display geeft aan
dat deze informatie is verzonden.
Als u het doorgeven van de voertuig‐
locatie wilt activeren of deactiveren,
drukt u op j totdat u een audiobericht
hoort.
Het deactiveren wordt aangegeven
door het controlelampje dat korte tijd
rood of groen knippert en iedere keer wanneer de auto wordt gestart.
Let op
Als het verzenden van de voertuig‐
locatie wordt gedeactiveerd, zijn
sommige diensten niet meer
beschikbaar.
Page 135 of 241

Rijden en bediening133Remmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remvertraging
wordt echter alleen bereikt wanneer u
het rempedaal stevig intrapt. Hiervoor is aanzienlijk meer kracht nodig. De
remweg wordt langer. Alvorens de rit
te vervolgen, moet u de hulp van een werkplaats.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de
rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 79.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeersysteem (ABS) voor‐
komt dat de wielen blokkeren.Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rempe‐
daal tijdens het hele remproces volle‐ dig intrappen, ongeacht het tikken
van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u mogelijk kunt
horen.
Controlelamp u 3 80.
Adaptief remlicht Bij het met volle kracht remmen knip‐
peren alle drie de remlichten zolang
de ABS-regeling actief is.Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Page 180 of 241

178Verzorging van de autoZekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Nr.Stroomkring1–2–3Accusensor4Chassisregelmodule, brandstof‐
pomp5ABS6Dimlicht en dagrijverlichting
links, groot licht xenonkoplamp7–8Regelmodule lpg9Carrosserieregelmodule10Koplampverstelling11Achterruitenwisser12Achterruitverwarming13Dimlicht en dagrijverlichting
rechts14Buitenspiegelverwarming15–16Rembekrachtigerset17Ontstekingssignaal, waterpomp18Motorregelmodule
Page 181 of 241

Verzorging van de auto179Nr.Stroomkring19Brandstofpomp20–21Motormagneetkleppen, motor‐
sensoren22–23Bobines, verstuivers24Ruitensproeier25–26Motorsensoren27Motorregeling28Motorregelmodule29Motorregelmodule30Motorregelmodule31Groot licht links, xenondimlicht
links32Groot licht rechts, xenondimlicht rechts33Motorregelmodule34Claxon35Aircocompressorkoppeling36Mistlampen voorNr.Stroomkring1ABS2Ruitenwisser voor3Aanjager4Stoelverwarming5Koelventilator6–7Versnellingsbak8Koelventilator9Koelventilator10Koelventilator11Startmotor
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van de zeke‐
ringenkast niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Page 213 of 241

Service en onderhoud211SproeiervloeistofGebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. Roep de hulp in van een
werkplaats.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Page 236 of 241

234TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............209, 214
Aanduidingen op banden ..........183
Aansteker .................................... 69
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 161
Accu ........................................... 166
Achterlichten .............................. 173
Achterruitverwarming ................... 31
Achteruitkijkcamera ...................147
Achteruitrijlichten .......................106
Afmetingen auto ........................219
Afslagverlichting ......................... 103
Airbag deactiveren ....................... 46
Airbag-deactivering ...................... 79
Airbag en gordelspanners ...........78
Airbaglabel.................................... 40
Airbagsysteem ............................. 40
Airconditioning ........................... 111
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 119
Alarmknipperlichten ...................104
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 120
Andere auto slepen ...................203
Antiblokkeersysteem .................133
Antiblokkeersysteem (ABS) .........80
Asbakken ..................................... 69
Autogegevens ............................ 214Autokrik....................................... 181
Automatische dimfunctie .............29
Automatische verlichting ............ 102
Automatische versnellingsbak ...128
Automatisch vergrendelen ...........23
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 202
Auto stallen ................................. 161
Autostop ............................... 82, 123
B Bagageruimte ........................ 24, 55
Bagageruimte-afdekking .............57
Bandenreparatieset ...................191
Bandenspanning .......................183
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 81, 184
Bandenspanningswaarden ........221
Batterijspanning ........................... 92
Bedieningsorganen ......................63
Bekerhouders .............................. 53
Bekleding .................................... 206
Beladingsinformatie .....................60
Beslagen lampglazen ................106
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 137
Beveiliging van de auto ................25
Binnenspiegels ............................. 28
Binnenverlichting ...............107, 176
Bolle vorm .................................... 27