infotainment OPEL CORSA F 2020 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: CORSA F, Model: OPEL CORSA F 2020Pages: 107, PDF Size: 5.01 MB
Page 1 of 107

Handleiding Infotainment
Page 3 of 107

Multimedia Navi Pro /
Multimedia Navi ............................. 5
Multimedia ................................... 59
Radio (Infotainmentsysteem) .......93Inhoud
Page 6 of 107

6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 12Algemene aanwijzingen
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Let op
Het Infotainmentsysteem bevat ook
bepaalde externe software. Raad‐
pleeg voor de betreffende kennisge‐
vingen, licenties en andere informa‐
tie met betrekking tot deze software
http://www.psa-peugeot-
citroen.com/oss.Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig. Bedien het Info‐
tainmentsysteem alleen als de
verkeerssituatie een veilig gebruik ervan toelaat.
Met het oog op de veiligheid moet u mogelijk de rit onderbreken voor‐dat u het Infotainmentsysteem
bedient (bijv. voor het invoeren van adressen).
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid
correct en oplettend aan het
verkeer deel te nemen. Houd u altijd aan de geldende verkeersre‐ gels.
Page 7 of 107

Inleiding79Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 12 of 107

12Inleidingof volgende / voorgaande
vermelding selecteren in
stationslijst, medialijst,
gesprekslijst /
contactenlijst indien
geactiveerd via stuurbe‐
dieningsknoppen
Selectie bevestigen met A
3 A
Geselecteerd item bevestigen
of stationslijst, medialijst openen
4 e
Stiltefunctie activeren /
deactiveren ........................... 12
5 Y / Z
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 6
Kort indrukken: oproep
aannemen
Lang indrukken: oproep
weigeren, gesprek
beëindigen ............................ 51of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............51
Indien telefoongesprek
actief: menu actief
gesprek openen
7 Y
Kort indrukken:
geïntegreerde
spraakherkenning activeren
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren van Apple
CarPlay™ of Android™
Auto bij telefoonverbinding met USB-poort ......................47Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 8
● het aanraakscherm 3 16
● audioknoppen op het stuurwiel 3 8
● de spraakherkenning 3 46
Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op ). Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
Page 13 of 107

Inleiding13Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk op ) terwijl
het contact uitstaat, dan schakelt het systeem automatisch uit bij activering
van de Eco-modus.
Volume instellen
Draai ). De actuele instelling
verschijnt op het display.
Wanneer het infotainmentsysteem
ingeschakeld is, wordt het laatst
geselecteerde volume ingesteld.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 20 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op ) om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.
Druk nogmaals op ) om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.Bedieningsstanden
Audiomedia
Druk op b op het scherm om het
hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.Mediabron wijzigen
Selecteer SOURCES om het menu
voor selectie van de mediabron te openen.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 16.
Selecteer de gewenste mediabron.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 24
● Externe apparaten 3 30
Navigatie
Druk op c om de navigatiekaart weer
te geven voor het gebied rond de
actuele locatie.
Page 14 of 107

14Inleiding
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de basisfuncties van het naviga‐
tiesysteem 3 34.
Navigatiemenu
Selecteer MENU om het navigatie‐
menu weer te geven.
Het navigatiemenu doet dienst als
centraal toegangspunt voor het
volgende:
● Adressen zoeken en invoeren 3 38
● Ritten met viapunten invoeren 3 38
● Criteria voor routebegeleiding invoeren 3 42
● Routebegeleiding annuleren en hervatten 3 42
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 49.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
druk dan op a om het hoofdmenu
voor de telefoonfunctie weer te geven.
Page 15 of 107

Inleiding15Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 51.
Apps
Maak verbinding met uw smartphone
op het display voor het Infotainment‐
systeem om specifieke apps van uw
smartphone weer te geven.
Druk op d om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde appmodus te
openen.
Op Apple CarPlay of Android Auto
tikken. Er verschijnt een menu met de
verschillende apps die u kunt kiezen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 32.
Instellingen
Druk op : en selecteer dan Audio-
instellingen om het desbetreffende
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 16.
Druk op : gevolgd door OPTIES om
een menu te zien voor diverse
systeemspecifieke instellingen.Voor een gedetailleerde beschrijving
3 16.
Voertuiginstellingen
Selecteer _ om een menu te
openen voor autospecifieke instellin‐
gen.
De Auto-instellingen staan beschre‐
ven in de Gebruikershandleiding.
Page 16 of 107

16BasisbedieningBasisbedieningBasisbediening............................ 16
Geluidsinstellingen ......................19
Volume-instellingen .....................20
Systeeminstellingen .....................20Basisbediening
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐ tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden en dergelijke voor het aanraakscherm.
Menubediening
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
Let op
De meeste weergegeven pictogram‐
men in een menu, zoals e of d in het
gegeven voorbeeld, zijn schermtoet‐
sen die u kunt aanraken om een bepaalde actie te starten.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Page 20 of 107

20BasisbedieningLet op
Als u een voorgedefinieerde instel‐
lingen zoals Pop-Rock aanpast,
wordt deze aanpassing toegepast
op de instelling Gebruiker of
Persoonlijk .
Bij activering van de functie
Loudness worden mogelijk lage
geluidsvolumes gehanteerd.
Balans en fader instellen
Selecteer het tabblad Verdeling.
U beschikt over diverse voorgedefini‐
eerde instellingen voor aanpassing
van de balans in de auto (zoals Alle
passagiers of Alleen vóór ).
Om de actuele instellingen (zoals Alle
passagiers ) te wijzigen moet u de
instelling selecteren en vervolgens de
nieuwe instelling selecteren uit de
weergegeven lijst.
U kunt alle voorgedefinieerde instel‐
lingen aanpassen.
Beweeg de cursor op de afbeelding
rechts op het scherm naar het punt in
het interieur waar het volume het
hoogst moet zijn.
Selecteer Resetten om terug te keren
naar de fabrieksinstellingen.
Volume-instellingen Druk op :, selecteer Audio-
instellingen gevolgd door het tabblad
Geluid .
Akoestische aanraakfeedback Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Activeer Geluiden touchscreen om
het volume voor de aanraakpiepjes aan te passen en pas de instelling
aan.Voor snelheid gecompenseerd
volume
Activeer of deactiveer Snelheidsaf‐
hankelijke volumeregeling .
Bij activering wordt het volume van het Infotainmentsysteem automa‐
tisch afgestemd afhankelijk van weg-
en windgeluiden onderweg.
Gesproken instructies
Selecteer het tabblad Spraak.
Pas het volume aan voor alle gespro‐
ken instructies van het systeem, zoals verkeersberichten, navigatieberich‐
ten et cetera.
Beltoon
Selecteer het tabblad Beltonen.
Pas het beltoonvolume aan voor inko‐
mende gesprekken.
Systeeminstellingen
Druk op : en selecteer dan OPTIES.