traction control OPEL CROSSLAND X 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: CROSSLAND X, Model: OPEL CROSSLAND X 2018Pages: 263, PDF Size: 7.69 MB
Page 13 of 263
Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......37
2 Buitenspiegels ......................35
3 Cruisecontrol ...................... 153
Snelheidsbegrenzer ............156
4 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht/groot
licht, grootlichtassistent .......116
Uitstapverlichting ................ 119
Parkeerlichten .....................117
Knoppen voor Driver
Information Center ................96
5 Zijdelingse luchtroosters .....130
6 Instrumenten ........................ 86
Driver Information Center ...... 96
7 Knoppen voor Driver
Information Center ................96
8 Wis-/wasinstallatie
voorruit, wis-/
wasinstallatie achter ............. 76
9 Head-updisplay ...................101
10 Middelste luchtroosters ......130
11 Alarmknipperlichten ...........115
12 Info-Display .......................... 9913Middelste luchtrooster ...........99
14 Status-led alarmsysteem .....32
15 Centrale vergrendeling .........24
16 Handschoenenkastje ...........64
Zekeringhouder ..................207
17 Bedieningsorganen voor
Info-Display ........................... 99
18 Verwarming en ventilatie ....122
19 USB-laadpoort .....................79
20 Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 163
Lane Departure Warning ...178
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 139
Elektronische stabiliteits‐
regeling en Traction Control 152
21 Elektrische aansluiting ..........79
22 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................149
Automatische
versnellingsbak ..................146
23 Handbediende parkeerrem . 151
24 Aan/Uit-knop ....................... 13525Contactslot .......................... 134
26 Stuurwiel instellen ................75
27 Claxon .................................. 76
28 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 191
29 Opbergruimte ........................ 64
Zekeringhouder ..................207
30 Head-updisplay ...................101
31 Lichtschakelaar ..................112
Koplampverstelling ............114
Mistlampen/
mistachterlichten ................116
Instrumentenverlichting ......118
Page 76 of 263
74Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................75
Stuurwielverstelling ...................75
Stuurbedieningsknoppen ...........75
Stuurwielverwarming .................75
Claxon ....................................... 76
Wis-/wasinstallatie voorruit ........76
Wis-/wasinstallatie achterruit .....78
Buitentemperatuur .....................78
Klok ........................................... 79
Elektrische aansluitingen ...........79
Inductief opladen .......................80
Aansteker .................................. 81
Asbakken ................................... 81
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................82
Instrumentengroep ....................82
Snelheidsmeter ......................... 86
Kilometerteller ........................... 86
Dagteller .................................... 86
Toerenteller ............................... 86
Brandstofmeter .......................... 87
Brandstofkeuzeschakelaar ........87
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 88Peilsensor motorolie..................89
Service-display .......................... 89
Controlelampjes ........................90
Richtingaanwijzer ......................90
Gordelverklikker ........................90
Airbag en gordelspanners .........91
Airbag-deactivering ...................91
Laadsysteem ............................. 91
Storingsindicatielamp ................92
Service-indicatie ........................92
Schakel motor uit .......................92
Systeemcontrole ........................92
Rem- en koppelingssysteem .....92
Antiblokkeersysteem (ABS) .......93
Schakelen .................................. 93
Lane Departure Warning ...........93
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....93
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem
uit .............................................. 93
Koelvloeistoftemperatuur ...........93
Voorverwarming ........................94
Roetfilter .................................... 94
AdBlue ....................................... 94
Spanningsverliesdetectie ..........94
Motoroliedruk ............................. 94
Te laag brandstofpeil .................95
Autostop .................................... 95
Rijverlichting .............................. 95Groot licht.................................. 95
Grootlichtassistent .....................95
Dimlicht ...................................... 95
Mistlamp .................................... 95
Mistachterlicht ........................... 95
Regensensor ............................. 95
Cruisecontrol ............................. 96
Snelheidsbegrenzer ..................96
Verkeersbordherkenning ...........96
Portier open ............................... 96
Informatiedisplays ........................96
Driver Information Center ..........96
Info-Display ............................... 99
Head-updisplay .......................101
Boordinformatie ......................... 102
Akoestische signalen ...............103
Accuspanning .......................... 103
Persoonlijke instellingen ............104
Telematicaservice ......................107
OnStar ..................................... 107
Page 87 of 263
Instrumenten en bedieningsorganen85OverzichtORichtingaanwijzer
3 90XGordelverklikker 3 90vAirbags en gordelspan‐
ners 3 91VAirbag deactiveren
3 91pLaadsysteem 3 91ZStoringsindicatielamp
3 92HLaat auto spoedig
nakijken 3 92STOPPENSchakel motor uit
3 92JSysteemcontrole 3 92RRem- en koppelingssys‐
teem 3 92uAntiblokkeersysteem
(ABS) 3 93RSchakelen 3 93)Lane Departure
Warning 3 93bElektronische stabili‐
teitsregeling en Traction
Control-systeem 3 93aElektronische stabili‐
teitsregeling en Traction
Control-systeem uit
3 93!Voorverwarmen 3 94%Roetfilter 3 94YAdBlue 3 94wSpanningsverliesde‐
tectie 3 94IMotoroliedruk 3 94
Peilsensor motorolie
3 89Y oTe laag brandstofpeil
3 95W oKoelvloeistoftempera‐
tuur te hoog 3 93DAutostop 3 958Buitenverlichting 3 959Dimlicht 3 95CGroot licht 3 95fGrootlichtassistent
3 95>Mistlamp 3 95øMistachterlicht 3 95
3 96LVerkeersbordherken‐
ning 3 96hPortier open 3 96
Page 95 of 263
Instrumenten en bedieningsorganen93Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van het
contact enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als het controlelampje na enkele
seconden niet dooft of als deze
tijdens de rit gaat branden, dan zit er
een storing in het ABS-systeem. Het
remsysteem blijft normaal werken,
maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 150.
SchakelenR met het getal van een hogere
versnelling verschijnt wanneer wordt aanbevolen om vanwege de brand‐
stofbesparing op te schakelen.
Lane Departure Warning
) knippert geel, wanneer het systeem
een onvoorziene rijbaanwisseling
detecteert.
Lane Departure Warning 3 178.
Elektronische stabiliteitsre‐ geling en Traction Control- systeem
b brandt of knippert geel.
Brandt Er zit een storing in het systeem.
Verder rijden is mogelijk. De rijstabili‐
teit kan echter afhankelijk van de
staat van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.Knippert
Het systeem is actief ingeschakeld.
Het motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automatisch iets worden afgeremd.
Elektronische stabiliteitsregeling en
Traction Control-systeem 3 152.
Elektronische stabiliteitsre‐
geling en Traction Control- systeem uit
n brandt geel.
De systemen zijn gedeactiveerd.
Koelvloeistoftemperatuur o brandt rood.
Brandt bij een draaiende motor Stoppen, motor afzetten.Voorzichtig
Koelvloeistoftemperatuur is te
hoog.
Page 135 of 263
Rijden en bediening133Rijden en bedieningRijtips......................................... 134
Controle over de auto ..............134
Sturen ...................................... 134
Starten en bediening .................134
Nieuwe auto inrijden ................134
Contactslotstanden ..................134
Aan/Uit-knop ............................ 135
Stroomspaarmodus .................136
Motor starten ........................... 137
Uitrol-brandstofafsluiter ...........138
Stop/Start-systeem ..................139
Parkeren .................................. 141
Uitlaatgassen ............................. 142
Roetfilter .................................. 142
Katalysator .............................. 143
AdBlue ..................................... 143
Automatische versnellingsbak ...146
Versnellingsbakdisplay ............146
Keuzehendel ........................... 146
Handmatige modus .................147
Elektronische rijprogramma's ..148
Storing ..................................... 148
Stroomonderbreking ................148
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 149Remmen.................................... 150
Antiblokkeersysteem ...............150
Handrem .................................. 151
Remassistentie ........................151
Hellingrem ............................... 151
Rijregelsystemen .......................152
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..152
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 153
Cruisecontrol ........................... 153
Snelheidsbegrenzer ................156
Frontaanrijdingswaarschu‐
wing ........................................ 158
Actieve noodrem .....................159
Voetgangersbescherming vóór ........................................ 162
Parkeerhulp ............................. 163
Geavanceerde parkeerhulp .....166
Blindehoeksysteem .................172
Panoramazichtsysteem ...........173
Achteruitkijkcamera .................176
Lane Departure Warning .........178
Vermoeidheidsdetectie ............179
Brandstof ................................... 181
Brandstof voor benzinemotoren .....................181
Brandstof voor dieselmotoren . 182Brandstof voor LPG- aandrijving .............................. 182
Tanken .................................... 183
Trekhaak .................................... 184
Algemene informatie ...............184
Rijgedrag en aanhangertips ....185
Aanhanger trekken ..................185
Page 154 of 263
152Rijden en bedieningWanneer u het rempedaal loslaatnadat u op een helling bent gestopt,blijft de rem nog gedurende
twee seconden ingeschakeld. Bij het
optrekken van de auto werken de
remmen automatisch niet meer.Rijregelsystemen
Elektronische stabiliteitsre‐ geling en Traction Control-systeem
De elektronische stabiliteitsregeling
verbetert indien nodig de rijstabiliteit
ongeacht de staat van het wegdek of
de grip van de banden.
Zodra de auto dreigt uit te breken
(onderstuur/overstuur) wordt het
motorvermogen verminderd en
worden de wielen afzonderlijk afge‐
remd.
De elektronische stabiliteitsregeling
werkt in combinatie met het Traction
Control-systeem. Het voorkomt dat
de aangedreven wielen doorslaan.
Het Traction Control-systeem is een
onderdeel van de elektronische stabi‐
liteitsregeling.
De Traction Control verhoogt indien
nodig de stabiliteit, ongeacht het type wegdek of de grip van de banden,
door te voorkomen dat de aangedre‐
ven wielen doorslaan.Zodra de aangedreven wielen begin‐ nen door te slaan, wordt het motor‐
vermogen verminderd en wordt het
wiel met de meeste slip afzonderlijk
afgeremd. Daardoor wordt de rijstabi‐
liteit van de auto op een glad wegdek
aanmerkelijk verbeterd.
De elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control werken na elke
motorstart zodra controlelampje b
dooft.
Wanneer de elektronische stabiliteits‐
regeling en Traction Control werken,
knippert b.
Page 155 of 263
Rijden en bediening1539Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelampje b 3 93.
Uitschakelen
De elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control kunnen op elk gewenst moment worden uitgescha‐
keld: druk op a.
Het controlelampje a brandt.
Controlelamp a 3 93.
Bij het deactiveren van de elektroni‐
sche stabiliteitsregeling en Traction
Control verschijnt er een statusbe‐
richt op het Driver Information Center.
De elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control worden opnieuw
geactiveerd door nogmaals op de
knop a te drukken, door de rem in te
trappen of door sneller te rijden dan
50 km/u.
a dooft wanneer de elektronische
stabiliteitsregeling en Traction
Control weer worden geactiveerd.
De elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control worden de
volgende keer dat u het contact
inschakelt opnieuw geactiveerd.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het controlelampje b ononderbroken op
en verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center. Het
systeem buiten werking is.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.Bestuurdersondersteu‐
ningssystemen9 Waarschuwing
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men zijn ontwikkeld om de
bestuurder te ondersteunen en
niet om zijn aandacht te vervan‐
gen.
De bestuurder houdt de volledige controle over de auto en
aanvaardt de volledige verant‐
woordelijkheid bij het rijden.
Houd bij gebruik van bestuurders‐ ondersteuningssystemen altijd
rekening met de huidige verkeers‐
situatie en volg de geldende
verkeersregels op.
Cruisecontrol
De cruisecontrol kan snelheden
hoger dan 40 km/u opslaan en
aanhouden. Bovendien moet bij een
handgeschakelde versnelling mini‐
maal de derde versnelling zijn inge‐
schakeld en bij een automatische
Page 157 of 263
Rijden en bediening155
De ingestelde snelheid verschijnt op
het Driver Information Center.
Snelheid van
verkeersbordherkenning overnemen
De intelligente snelheidsadaptatie
informeert u wanneer de verkeers‐
bordherkenning een snelheidslimiet
heeft gedetecteerd. Bij een actieve
cruisecontrol verschijnt de gedetec‐
teerde snelheidslimiet op het Driver
Information Center en licht "MEM" op.
Druk op MEM op het stuurwiel om de
voorgestelde snelheid op te slaan.
Druk op MEM op het stuurwiel om de
nieuwe snelheidsinstelling te bevesti‐ gen en op te slaan.
Deze snelheid geldt als de nieuwe
waarde voor de cruisecontrol.
Deze functie is te deactiveren of acti‐
veren in het menu Persoonlijke instel‐
lingen, 3 104.
Ingestelde snelheid overschrijden
Het is mogelijk te versnellen door gas
te geven. Na het loslaten van het
gaspedaal wordt de opgeslagen snel‐
heid hervat.
Uitschakelen
Druk op Ñ: de cruisecontrol staat in
de pauzemodus, Pause verschijnt. U
rijdt in de auto zonder cruisecontrol.
De cruisecontrol wordt gedeacti‐
veerd, maar niet uitgeschakeld. De laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen om deze later te kunnen
hervatten.
De cruisecontrol wordt automatisch
gedeactiveerd in de volgende geval‐ len:
● U trapt op het rempedaal.
● U trapt op het koppelingspedaal.
● De rijsnelheid is lager dan 40 km/u.
● Het Traction Control of de elek‐ tronische stabiliteitsregeling is
actief.
● De keuzehendel staat in de stand
N .
Opgeslagen snelheid hervatten
Druk de wipschakelaar op RES/+ of
Ñ bij een snelheid van meer dan
40 km/u indrukken. De opgeslagen
snelheid wordt hervat.
Page 259 of 263
257Bestuurdersondersteuningssys‐temen ...................................... 153
Beveiliging van de auto ................32
Binnenspiegels ............................. 36
Blindehoeksysteem ....................172
BlueInjection ............................... 143
Bolle vorm .................................... 35
Boordgereedschap .....................210
Boordinformatie .........................102
Brandstof .................................... 181
Brandstofkeuzeschakelaar ..........87
Brandstofmeter ............................ 87
Brandstof voor benzinemotoren 181
Brandstof voor dieselmotoren ...182
Brandstof voor LPG-aandrijving. 182
Buitenspiegels .............................. 35
Buitenspiegelverwarming ............36
Buitentemperatuur .......................78
Buitenverlichting .........................112
C Centrale vergrendeling ................24
Chassisnummer ......................... 233
Claxon ................................... 13, 76
Conformiteitsverklaring ...............246
Contactslotstanden ....................134
Controlelampjes...................... 86, 90
Controle over de auto ................134
Controles .................................... 191
Cruisecontrol ....................... 96, 153D
Dagrijlicht ................................... 114
Dagteller ...................................... 86
Dak ............................................... 40
Dakbelasting ................................. 72
Dakdrager .................................... 71
DEF ............................................ 143
Detectiesystemen .......................163
Diefstalalarmsysteem ..................32
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 196
Dieseluitlaatvloeistof ...................143
Dimlicht ......................................... 95
Dimlicht of groot licht ..................112
Driepuntsgordel ........................... 49
Driver Information Center .............96
E Eerste hulp ................................... 70
Elektrisch bediende ruiten ...........37
Elektrische aansluitingen .............79
Elektrische verstelling ..................35
Elektrisch systeem...................... 205
Elektronische hulpsystemen bij het rijden ................................. 152
Elektronische rijprogramma's ....148
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
.......................................... 93, 152Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem uit 93
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............125
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Erkenning van software ..............249
Event Data Recorders (EDR) .....254
F
Frontaal airbagsysteem ...............54
Frontaanrijdingswaarschuwing ...158
G Geavanceerde parkeerhulp ........166
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..253
Gereedschap ............................. 210
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................70
Gloeilamp vervangen ................197
Gordels ......................................... 48
Gordelverklikker ........................... 90
Gordijnairbagsysteem .................. 56
Groot licht ............................ 95, 113
Grootlichtassistent ........................95
H Halogeenkoplampen .................197
Handgeschakelde versnellingsbak ......................149