radio OPEL CROSSLAND X 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: CROSSLAND X, Model: OPEL CROSSLAND X 2019Pages: 271, PDF Size: 7.99 MB
Page 24 of 271

22Sleutels, portieren en ruiten
1. Steek een smalle schroeven‐draaier tussen de achterste
deksel en de handzender.
2. Verwijder het achterste deksel.
3. Verwijder de lege batterij.
4. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de polariteit van de batterij.
5. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
● Storing in de handzender.
● Er is geen bereik.
● De batterijspanning is te laag. ● Herhaaldelijk, opeenvolgend gebruik van een handzenderzonder bereik, waardoor er
opnieuw gesynchroniseerd moet
worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde‐
lijke, snel opeenvolgende active‐
ring van de handzender, waar‐
door de stroomvoorziening korte
tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 23.Elektronisch sleutelsysteem
Voor een passieve bediening van de
volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 23
● contact inschakelen en motor starten 3 137
U hoeft alleen de elektronische sleu‐
tel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 21.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Page 25 of 271

Sleutels, portieren en ruiten23Batterij elektronische sleutel
vervangen
Vervang de batterij zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op
het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 102.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Steek een smalle schroeven‐ draaier in de uitsparing om het
deksel los te klikken.
2. Verwijder het deksel.
3. Verwijder de lege batterij.
4. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de polariteit van de batterij.
5. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De batterijspanning is te laag. ● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde‐
lijke, snel opeenvolgende active‐ ring van de handzender, waar‐
door de stroomvoorziening voor
korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Wijzig om de storing te verhelpen de
positie van de elektronische sleutel.
Handmatig ontgrendelen 3 23.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelen en vergrendelen van
portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep.
Trek stevig aan een binnenportier‐
greep om het desbetreffende portier
te ontgrendelen en te openen.
Page 35 of 271

Sleutels, portieren en ruiten33
Elektronisch sleutelsysteem: Bij
ontgrendeling van de auto door met
een vinger of duim het gemarkeerde
gebied van een van de voorportier‐
grepen aan te raken wordt het dief‐
stalalarmsysteem gedeactiveerd.
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer 1 m
van het desbetreffende portier buiten
de auto bevinden.
Het systeem wordt niet gedeactiveerd door het bestuurdersportier te
ontgrendelen met de sleutel of met de
centrale vergrendelingsknop in het
interieur.
Alarm
Bij het activeren klinkt de alarmsirene
en gaan de alarmknipperlichten tege‐ lijkertijd knipperen. Het aantal en de
duur van de alarmsignalen zijn voor‐
geschreven door de wetgever.
Het diefstalalarmsysteem is te deac‐
tiveren door c in te drukken, door het
gemarkeerde gebied van een van de
voorportiergrepen aan te raken (met
elektronisch sleutelsysteem) of door
het contact in te schakelen.
Wanneer het alarm is afgegaan
zonder dat de bestuurder het heeft
uitgeschakeld, geven de alarmknip‐
perlichten dat aan. Ze lichten bij het
ontgrendelen van de auto met de
handzender viermaal kort achtereen
op.
Boordinformatie 3 102.
Als de accu van de auto moet worden ontkoppeld (bijv. voor onderhouds‐
werkzaamheden), moet de alarmsi‐
rene als volgt worden gedeactiveerd:
schakel het contact in en uit en
ontkoppel de accu van de auto binnen
15 seconden.Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
De startbeveiliging activeert zichzelf
automatisch nadat u de sleutel uit de
contactschakelaar hebt gehaald.
Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.
Let op
De startbeveiliging vergrendelt de
portieren niet. Vergrendel daarom
steeds na het verlaten van de auto de portieren en schakel het diefstal‐
alarmsysteem in 3 23, 3 31.
Page 253 of 271

Klantinformatie251KlantinformatieKlantinformatie........................... 251
Conformiteitsverklaring ............251
REACH .................................... 254
Erkenning van software ...........254
Software-update ......................258
Gedeponeerde handelsmerken .......................258
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 259
Event Data Recorders (EDR) ..259
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 262Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Zendinstallaties
Deze auto is uitgevoerd met syste‐
men die radiogolven uitzenden en/of ontvangen conform
Richtlijn 2014/53/EU. De fabrikanten
van de onderstaande systemen
verklaren dat deze conform
Richtlijn 2014/53/EU zijn. De volle‐
dige tekst van de EU-conformiteits‐
verklaring vindt u op het volgende
webadres: www.opel.com/confor‐
mity.
Importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Navi 5.0 IntelliLink
Continental
LCIE Bureau Veritas-Site de Fonte‐ nay aux Roses, 33 avenue du général
Leclerc, 92260 Fontenay aux Roses, FranceFrequentieband
(MHz)Maximaal
vermogen (dBm)2400,0 - 2483,52,22400,0 - 2483,515
Infotainmentsysteem R 4.0 IntelliLink
LG Electronics
European Shared Service center B.V. Krijgsman 1, 1186 DM Amstelveen,
The Netherlands
Bedrijfsfrequentie:
2400,0 – 2483,5 MHz
Maximaal vermogen: 4 dBm
Infotainmentsysteem R 4.0
Clarion
244 rue du Pré à Varois, 54670 Custi‐
nes, France
Bedrijfsfrequentie: 2400 - 2480 MHz
Maximaal vermogen: 4 dBm
OnStar-module
LG Electronics
European Shared Service center B.V. Krijgsman 1, 1186 DM Amstelveen,
The Netherlands
Page 263 of 271

Klantinformatie261U kunt uw eigen gegevens invoeren
in de infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerde multimedia‐
systeem
● adressenboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. een
smartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐ raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in
het gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van
muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services Als uw auto een verbinding heeft met
een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere aanbieders.
Page 264 of 271

262KlantinformatieMerkgebonden servicesIn het geval van de online services
van de fabrikant, worden de relevante functies beschreven door de fabrikant
op een geëigende locatie (bijv.
gebruikershandleiding, internetsite
van de fabrikant) en de desbetref‐
fende informatie met betrekking tot
gegevensbescherming worden
verstrekt. Er worden mogelijk
persoonlijke gegevens gebruikt voor
het aanbieden van online services.
Uitwisseling van gegevens voor dit
doel vindt plaats via een beveiligde
verbinding, bijv. gebruikmakend van de specifieke IT-systemen van de
fabrikant. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonlijke gege‐
vens ter voorbereiding op het aanbie‐ den van services vindt uitsluitendplaats op basis van wettelijke
toestemming, bijv. in het geval van
een wettelijk voorgeschreven nood‐
oproepsysteem of een contractuele
verplichting of op basis van toestem‐
ming.
U kunt de services en functies (waar‐
voor tot op zekere hoogte kosten in
rekening worden gebracht) en, insommige gevallen, de complete auto‐
verbinding met het radionetwerk acti‐
veren of deactiveren. Dit geldt echter
niet voor wettelijk verplichte functies
en services zoals een noodoproep‐
systeem.
Services van derde partijen Indien u gebruikmaakt van online
services van andere aanbieders
(derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden
met betrekking tot aansprakelijkheid
en gegevensbescherming en gebruik van de desbetreffende aanbieder. De
fabrikant heeft wat dat betreft veelal
geen invloed op de uitgewisselde gegevens.
Let daarom op de aard van de
persoonlijke gegevens, de reikwijdte
ervan en het doel van de verzameling binnen het kader van de services diede desbetreffende derde partij
verstrekt.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
deuren en starten. RFID-technologie
in Opel voertuigen gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
Page 269 of 271

267QQuickheat ................................... 130
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 262
REACH ....................................... 254
Regelbare instrumentenverlichting ...........118
Regensensor ................................ 95
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 259
Remassistentie .......................... 151
Rem- en koppelingssysteem .......92
Rem- en koppelingsvloeistof ......237
Remmen ............................ 150, 197
Remvloeistof .............................. 197
Reservewiel ............................... 222
Richtingaanwijzers ............... 89, 116
Ruiten ........................................... 36
Rijgedrag en aanhangertips ......187
Rijverlichting .......................... 12, 94
S
Schakelen ..................................... 92
Schakel motor uit ..........................91
Selectieve katalysatorreductie ....143
Service ............................... 132, 234
Service-display ............................ 88
Service-indicatie .......................... 91
Service-informatie ...................... 234Sjorogen ...................................... 68
Slepen ................................ 187, 228
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................217
Snelheidsbegrenzer .............95, 156
Snelheidsmeter ............................ 85 Software-update .........................258
Spanningsverliesdetectie .............93
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................197
Startbeveiliging ............................ 33
Starten en bedienen ...................134
Starthulp gebruiken ...................226
Stoelpositie .................................. 42
Stoelverstelling ........................7, 43
Stoelverwarming ........................... 45
Stop/Start-systeem .....................139
Storing ....................................... 148
Storingsindicatielamp ..................91
Stroomonderbreking ..................148
Stroomspaarmodus ....................136
Sturen ......................................... 134
Stuurbedieningsknoppen .............73
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 73
Stuurwielverwarming ...................73
Symbolen ....................................... 4 Systeemcontrole ........................... 91T
Tanken ....................................... 183
Te laag brandstofpeil ...................94
Toerenteller ................................. 85
Trekhaak .................................... 188
Trekstang.................................... 187
Typeplaatje ................................ 239
U
Uitlaatfilter............................. 93, 142
Uitlaatgassen ............................. 142
Uitrol-brandstofafsluiter .............138
Uitstapverlichting .......................119
Ultrasoonparkeerhulp .................164
USB-poort ..................................... 77
Uw autogegevens ..........................3
V
Valetmodus................................... 99 Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 217
Vaste luchtroosters ....................131
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................47
Velgen en banden .....................213
Ventilatie ..................................... 121
Verbanddoos ............................... 68
Vergrendelingssysteem ...............31
Verlichting middenconsole ........119
Verlichtingsfuncties..................... 119
Verlichting zonneklep ................119