phone OPEL GRANDLAND X 2018.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: GRANDLAND X, Model: OPEL GRANDLAND X 2018.5Pages: 133, PDF Size: 2.36 MB
Page 6 of 133
6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 10Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 15 zenders
opslaan.
Met de cd-speler kunt u genieten van audio- en mp3 / wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten: via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐ sche viaplanning brengt u veilig naar
uw bestemming en kan, desgewenst, files of andere knelpunten omzeilen.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
Met de telefoonweergavefunctie kunt u specifieke applicaties op uw smart‐
phone via het Infotainmentsysteem
bedienen.Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.
Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het
aanraakscherm en de heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Let op
Het Navi 5.0 IntelliLink-systeem
bevat software-onderdelen van
derden. Zie online voor de desbe‐
treffende kennisgevingen, licenties
en alle andere informatie met
betrekking tot deze software.
Page 13 of 133
Inleiding13Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 50.
Apps
Maak verbinding met uw smartphone
op het display voor het Infotainment‐
systeem om specifieke apps van uw
smartphone weer te geven.
Druk op Ì om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde appmodus te
openen.
Tik op CarPlay of Android Auto . Er
verschijnt een menu met de verschil‐ lende apps die u kunt kiezen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 31.
Instellingen
Druk op SET en selecteer dan Audio-
instellingen om het desbetreffende
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 14.
Druk op SET gevolgd door OPTIES
om een menu te zien voor diverse
systeemspecifieke instellingen.Voor een gedetailleerde beschrijving
3 14.
Auto-instellingen
Selecteer Í om een menu te openen
voor autospecifieke instellingen.
De Auto-instellingen worden in de
gebruikershandleiding beschreven.
Page 28 of 133
28Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................28
Audio afspelen ............................. 29
Afbeeldingen weergeven .............30
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 31Algemene informatie
Er zitten twee USB-poorten in de
middenconsole voorin. Er zit mogelijk nog een USB-poort in de consoleachter.Voorzichtig
Gebruik ter bescherming van het
systeem geen USB-hub.
Let op
Houd de USB-poorten altijd schoon
en droog.
USB-poorten
Op elk van de USB-poorten kunt ueen mp3-speler, USB-apparaat, SD-
kaart (via USB-stekker / adapter) of
smartphone aansluiten.
Het Infotainmentsysteem kan audio‐
bestanden of afbeeldingsbestanden
op USB-apparaten afspelen of weer‐ geven.
Na aansluiting op een USB-poort
werken diverse functies van het
bovenvermelde apparaat via de
knoppen en menu's van het Infotain‐
mentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Let op
Als er twee USB-poorten in de
middenconsole voorin zitten: Om de telefoonprojectie 3 31 van het
Infotainmentsysteem te gebruiken,
moet u uw smartphone aansluiten
op de USB-poort aangeduid met Ç.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit een van bovenstaande appara‐ ten aan op een USB-poort. Gebruik
indien nodig de daartoe bestemde
aansluitkabel. De muziekfunctie start
automatisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel een USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
het USB-apparaat vervolgens te
verwijderen.
Page 29 of 133
Externe apparaten29Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Audio streaming via Bluetooth
Via streaming kunt u draadloos
muziek op uw smartphone beluiste‐
ren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 48.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de weergave
mogelijk starten op de smartphone.
Stel eerst het volume in op uw smart‐ phone (op een hoog niveau). Stel
daarna het volume in op het Infotain‐
mentsysteem.
Bestandsformaten
Het audiosysteem biedt ondersteu‐
ning voor verschillende bestandsfor‐
maten.
Audio afspelen
Muziekfunctie activeren USB- of Bluetooth-apparaat aanslui‐
ten 3 28.
Als het apparaat is verbonden/aange‐
sloten, maar de erop opgeslagen
muziekbestanden niet worden afge‐
speeld:
Druk op AUDIO, selecteer
SOURCES gevolgd door de desbe‐
treffende bron.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.Afspeelfuncties
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De knop op het scherm
verandert in l.
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Vorige of volgende track afspelen
Tik op < of >.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd < of > ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐ dus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐
tie van de huidige track aangeeft naar links of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Tik herhaaldelijk op de toets om te
wisselen tussen de beschikbare modi voor een willekeurige afspeelvolg‐
orde.
” : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in willekeurige volg‐
orde afspelen.
Page 31 of 133
Externe apparaten31Tik op het scherm om de menubalk
weer te geven.
Functietoetsen
Vorige of volgende afbeelding
weergeven
Tik op l of m .
Diavoorstelling starten of stoppen
Selecteer l om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling
te bekijken.
Tik op / om de diavoorstelling te
beëindigen.
Smartphone-applicaties
gebruiken
Telefoonweergave
De smartphone-applicaties Apple
CarPlay en Android Auto geven de
geselecteerde apps van uw smart‐
phone weer op het Info-Display. U
kunt ze bedienen met de bedienings‐ elementen van het Infotainmentsys‐
teem.Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
De smartphone voorbereiden
iPhone ®
: Controleer of Siri ®
op uw
telefoon is geactiveerd.
Android-telefoon: Download op
Google Play™ de Android Auto-app
naar uw telefoon.
De smartphone verbindeniPhone
Sluit de telefoon aan op de USB-poort 3 28.
Als de telefoon al via Bluetooth is
verbonden, wordt de Bluetooth-
verbinding bij aansluiting van de tele‐
foon op de USB-poort en activering
van de Apple CarPlay verbroken.Android-telefoon
Verbind de telefoon via Bluetooth
3 48 en sluit de telefoon vervolgens
aan op de USB-poort 3 28.Telefoonweergave starten
Druk op Ì en tik vervolgens op
CarPlay of AndroidAuto .
Het getoonde telefoonweergave‐ scherm is afhankelijk van uw smart‐phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het
Infotainmentscherm
Druk op de knop AUDIO op het bedie‐
ningspaneel.
Page 45 of 133
Spraakherkenning45Adresinvoer van bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infodisplay in de taal van het
desbetreffende land wijzigen.
Bv. als het display op dit moment op
Engels staat en u de naam van een
stad in Frankrijk wilt invoeren, moet u
de displaytaal naar Frans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 18.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Als de spraakherkenning het door u ingevoerde adres niet herkent, kunt u het commando herhalen met de
delen van het adres in een andere
volgorde.Spraakdoorschakeling
Via de spraakdoorschakeling van het
Infotainmentsysteem hebt u toegang
tot de spraakherkenningscomman‐
do's op uw smartphone.
Spraakdoorschakeling is beschik‐ baar bij telefoonprojectie via Apple
CarPlay en Android Auto 3 31.
Gebruik Geïntegreerde spraakherkenning Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
geven en op het display verschijnen
hulpmenu's met de belangrijkste
commando's die beschikbaar zijn.De spraakherkenning is klaar voor
spraakcommando's, nadat er een pieptoon klinkt.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie te star‐ ten (bijvoorbeeld een vooraf inge‐
stelde radiozender afspelen).
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk de volumeknop op het stuurwiel
omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op w op het stuurwiel te drukken.
U kunt ook "Dialoogmodus instellen
op ervaren".
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Druk op v op het stuurwiel om een
dialoog te annuleren en de spraak‐
herkenning te deactiveren.
Page 48 of 133
48Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijvoorbeeld mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Een apparaat koppelen
Tijdens het koppelen wordt de
pincode uitgewisseld tussen Blue‐
tooth-apparaten en Infotainmentsys‐
teem waarna een verbinding wordt
gemaakt tussen de apparaten en het
Infotainmentsysteem.
Opmerkingen
● Twee gekoppelde Bluetooth- apparaten zijn tegelijkertijd te
verbinden met het Infotainment‐
systeem. Het ene apparaat in de
handsfreemodus en het andere
in de audiostreamingmodus, zie
beschrijving van de Bluetooth-
profielinstellingen verderop.
Het is echter niet mogelijk om
twee apparaten te gebruiken die
allebei in de handsfree-modus
staan.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom aan op een USB-poort, zodat het
wordt opgeladen.Een nieuw apparaat koppelen
1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen we u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Als er al een Bluetooth-apparaat is aangesloten:
Druk op v, selecteer OPTIES,
selecteer Bluetooth-verbinding en
tik vervolgens op o Zoeken .
Als er geen Bluetooth-apparaat is
aangesloten:
Druk op v en tik vervolgens op
Bluetooth zoeken .
Er wordt gezocht naar alle Blue‐
tooth-apparaten in de naaste
omgeving.
3. Selecteer het te koppelen Blue‐ tooth-apparaat in de getoonde
lijst.
4. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Page 49 of 133
Telefoon49Bevestig de berichten op het
Infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐
steund:
Op het Infotainmentsysteem:
er verschijnt een bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐ tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
5. Activeer de functies die de gekop‐
pelde smartphone moet hebben
en bevestig uw instellingen. U
kunt de Bluetooth-profielinstellin‐
gen te allen tijde wijzigen, zie
onder.
Het Infotainmentsysteem en het
apparaat zijn gekoppeld.
6. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestigindien nodig de berichten op het
Bluetooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
Handeldingen op gekoppelde
apparaten
Druk op v, selecteer OPTIES gevolgd
door Bluetooth-verbinding .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Bluetooth-profielinstellingen wijzigen
Tik op † naast het gekoppelde appa‐
raat van uw keuze.
Activeer of deactiveer de gewenste
profielinstellingen en bevestig uw
instellingen.
Een gekoppeld apparaat verbinden Apparaten die gekoppeld zijn maar
niet zijn verbonden worden aange‐
duid met een —.
Selecteer het gewenste apparaat om
een verbinding te maken.Een apparaat loskoppelen
Het apparaat dat op dat moment is
verbinden wordt aangeduid met “.
Selecteer het apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Tik op e in de linker bovenhoek van
het scherm om prullenbakpictogram‐
men e naast de gekoppelde appara‐
ten te tonen.
Tik op e naast het Bluetooth-appa‐
raat dat u wilt verwijderen en bevestig
het getoond bericht.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk
Page 54 of 133
54TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 37
Afbeeldingen weergeven ..............30
Afbeeldingsbestanden ..................28
Afbeelding via USB activeren .......30
Algemene aanwijzingen ...27, 32, 47
Bluetooth ................................... 28
DAB ........................................... 24
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 32
Smartphone-applicaties ............28
Telefoon .................................... 47
USB ........................................... 28
Algemene informatie ..............28, 44
Audio afspelen .............................. 29
Audiobestanden ........................... 28
Audio via USB activeren ...............29
Automatisch volume .....................18
B Balans........................................... 17
Basisbediening ............................. 14
Bediening...................................... 50 CD ............................................. 27
Externe apparaten ....................28
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................33
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 50Bedieningselementen
Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............18
taal wijzigen............................... 18
Begeleiding .................................. 41
Bel Beltoon ...................................... 50
Functies tijdens het gesprek .....50
Inkomend gesprek ....................50
Telefoongesprek starten ...........50
Beltoon ......................................... 50
Beltoonvolume .......................... 18
Bestandsformaten ........................28
Afbeeldingsbestanden ..............28
Audiobestanden ........................28
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............28
Apparaat aansluiten ..................28
Bluetooth-verbinding .................48
Koppelen ................................... 48
Menu Bluetooth-muziek ............29
Telefoon .................................... 50
Bluetooth-muziek activeren ..........29
Bluetooth-verbinding ....................48
Page 56 of 133
56Zenders oproepen.....................22
Zenders opslaan .......................22
Radio activeren............................. 22
Radio Data System ...................... 24
RDS .............................................. 24
Regio-instelling ............................. 24
Regionaal ..................................... 24
Rit met viapunten.......................... 37
Routebegeleiding .........................41
S Selectie van golfbereik .................22
Smartphone .................................. 28
Telefoonweergave ....................31
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 31
Software bijwerken .......................18
Spraakherkenning ........................44
Stemherkenning ........................... 44
Systeeminstellingen...................... 18
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ............47
Bluetooth ................................... 47
Bluetooth-verbinding .................48
Contacten .................................. 50
Een nummer invoeren ...............50
Functies tijdens het gesprek .....50
Hoofdmenu telefoon ..................50
Inkomend gesprek ....................50Noodoproepen .......................... 49
Oproepenhistorie ......................50
Telefoonboek ............................ 50
Telefoon activeren ........................50
Telefoonboek ................................ 50
Telefoonweergave ........................31
TMC-zenders ................................ 32
Tijd instellen ..................................... 18
Tijd en datum aanpassen .............18
U USB Algemene aanwijzingen ............28
Apparaat aansluiten ..................28
Audiomenu USB........................ 29
Menu USB-afbeeldingen ...........30
V Verkeersincidenten .......................41
Volume Automatisch volume ..................18
Beltoonvolume .......................... 18
Gesproken instructies ...............18
Snelheidsafhankelijk volume .....18
Stiltefunctie................................ 10
Volume aanraakpiep .................18
Volume instellen ........................10
Volume aanraakpiep ....................18
Volume gesproken instructies ......18
Volume-instellingen ......................18Voorkeuren
Zenders oproepen .....................22
Zenders opslaan .......................22
Z
Zenders oproepen ........................22
Zenders opslaan ........................... 22