park assist OPEL INSIGNIA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015Pages: 329, PDF Size: 9.06 MB
Page 198 of 329
196Rijden en bediening
Automatisch noodstopsysteemNa de anticiperende remactie en net
voor het moment van aanrijding past
deze functie automatisch een be‐
perkte remactie toe om de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
Bij snelheden van minder dan 18
km/u kan het systeem een noodstop
activeren.
Anticiperend
remassistentiesysteem
Naast het anticiperend remsysteem
en het automatisch noodstopsysteem verhoogt het anticiperende remassis‐
tentiesysteem de gevoeligheid van de
remassistentie. Daarom remt de auto bij minder stevig intrappen van het
rempedaal onmiddellijk krachtig af.
Deze functie helpt de bestuurder om
sneller en krachtiger te remmen vóór
de mogelijke aanrijding.9 Waarschuwing
De actieve noodrem is niet ont‐
worpen voor krachtig autonoom
remmen of het automatisch ver‐
mijden van botsingen. Het is ont‐
worpen om de rijsnelheid vooraf‐
gaand aan een aanrijding te ver‐
lagen. Het systeem reageert mo‐
gelijk niet op stilstaande voertui‐
gen, voetgangers of dieren. Na
een plotselinge verandering van rijstrook, heeft het systeem enige
tijd nodig om de nieuwe voorligger te detecteren.
De bestuurder moet onder het rij‐
den altijd zijn of haar onverdeelde
aandacht aan het verkeer geven.
De bestuurder moet altijd gereed
zijn om actie te ondernemen en te remmen en sturen om aanrijdin‐
gen te voorkomen. Het systeem is
ontworpen voor een situatie
waarin alle inzittenden hun veilig‐
heidsgordels dragen.
Systeembeperkingen
De actieve noodrem werkt beperkt of
niet bij regen, sneeuw of modder, om‐ dat de radarsensor door een water‐
film, stof, ijs, of sneeuw bedekt kan
zijn. Bij een vervuilde sensor, de sen‐
sorafdekking reinigen.
In sommige gevallen kan de actieve
noodrem automatisch remmen in si‐
tuaties waarin dat onnodig lijkt te zijn,
bijvoorbeeld in parkeergarages, als er
verkeersborden in een bocht staan of
door auto's die zich in een andere rij‐
strook bevinden. Dit behoort bij de
normale werking van het systeem, de auto behoeft geen onderhoud. Trap
het gaspedaal stevig in om het auto‐
matisch remmen op te heffen.
Instellingen
Instellingen kunnen in het menu Per‐ soonlijke instellingen op het Colour-
Info-Display worden gewijzigd.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Colour-
Info-Display.
Colour-Info-Display 3 121.
Persoonlijke instellingen 3 125.
Storing
Indien onderhoud aan het systeem
vereist is, verschijnt een bericht op
het Driver Information Center.
Page 327 of 329
325
Opgeslagen instellingen...............23
Opschakelen............................... 109
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 268
Parkeerhulp ......................... 39, 197
Parkeerlichten ............................ 137
Parkeren .............................. 19, 164
Park pilot met ultrasoonsensoren 197
Pedaal intrappen ........................108
Persoonlijke instellingen ............125
Pollenfilter .................................. 156
Portieren ....................................... 29
Portier open ............................... 113
Prestaties ................................... 285
Profieldiepte ............................... 256
Q
Quickheat ................................... 154
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 321
Regelbare instrumentenverlichting ...........138
Regeleenheid smartphone .........123
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 320
Remassistentie .......................... 174Rem- en koppelingssysteem .....107
Rem- en koppelingsvloeistof ......276
Remmen ............................ 172, 231
Remvloeistof .............................. 231
Reservewiel ............................... 264
Richtingaanwijzer ......................105
Richtingaanwijzers ..................... 136
Richtingaanwijzer vooraan .........235
Roetfilter ............................. 110, 165
Rolschermen ............................... 43
Ruiten ........................................... 40
Rijgedrag en aanhangertips ......221
Rijregelsystemen ........................175
Rijverlichting ........................ 12, 111
S Schakelen ................................... 109
Service ............................... 156, 275
Service-display .......................... 104
Service-informatie ...................... 275
Sjorogen ...................................... 78
Slepen ................................ 221, 268
Sleutel, opgeslagen instellingen ...23
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................257
Snelheidsbegrenzer ...........112, 181
Snelheidsmeter .......................... 101
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................231Startbeveiliging ....................36, 111
Starten en bedienen ...................158
Starthulp gebruiken ...................266
Stoelpositie .................................. 48
Stoelverstelling ........................6, 48
Stop/Start-systeem .....................162
Storing ....................................... 170
Storing elektrische handrem .......108
Storingsindicatielamp ................107
Stroomonderbreking ..................170
Sturen ......................................... 157
Stuurbedieningsknoppen .............87
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......230
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 87
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 216
Te laag brandstofpeil .................111
Toerenteller ............................... 102
Top-Tether-bevestigingsogen ......70
Traction Control .........................175
Traction Control-systeem uit....... 110
Trekhaak .................................... 222
Trekstang.................................... 221
Typeplaatje ................................ 278