OPEL INSIGNIA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015Pages: 149, PDF Size: 2.64 MB
Page 11 of 149
Inleiding11
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 83
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 12Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
Stuurbedieningsknop rechts
1 Vijfstandenknop ....................15
Druk op de knoppen:
menu's in het Driver
Information Center
bedienen (zie
onderstaande afbeeldingen)
N -knop - weergeven menu
voor toepassingskeuze;
terug naar hoger menuniveau
j -knop - weergeven toe‐
passingspecifiek hoofdmenu
Knoppen P / Q -
selecteer menuoptie
9 -knop - bevestig selectie
2 Toets ! / # ........................... 12
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
3 Knoppen k / l
Radio: druk om volgende / vorige favoriet te kiezen ........28
Media: druk om volgende /
vorige nummer te kiezen ....... 60
Page 12 of 149
12Inleiding
Driver Information Center
(boven)
Met het Driver Information Center
(boven) kunt u tussen twee verschil‐
lende weergavemodi (thema's) scha‐
kelen, Touring en Sport .
In de bovenstaande afbeelding ziet u
het thema Touring (zie de Gebrui‐
kershandleiding voor het wijzigen van
het displaythema).
De menu's in het Driver Information
Center worden bediend met de vijf‐
standenknop rechts op het stuur.
Het Driver Information Center heeft
drie verschillende zones:
■ Linkerzone - menu voor de selectie
van toepassingen
■ Middenzone - weergave van Info‐ tainmentinformatie en voertuigspe‐
cifieke informatie (zie Gebruikers‐
handleiding)
■ Rechterzone - weergave van toe‐ passingspecifieke menu's.
Driver Information Center (midden)Het Driver Information Center geeft
aan Infotainment gerelateerde infor‐
matie en menu's weer.
De menu's in het Driver Information
Center worden bediend via de vijf‐ standenknop rechts op het stuur.
Gebruik
Het Infotainmentsysteem aan-/ uitzetten
Druk kort op de toets X. Na het in‐
schakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Wordt het Infotainmentsysteem inge‐
schakeld met de knop X terwijl het
contact uitgeschakeld is, dan scha‐
kelt deze na 1 uur automatisch weer
uit.
Volume instellen
Draai aan de X-knop.
De actuele instelling wordt weerge‐
geven op het display.
Page 13 of 149
Inleiding13
Bij het inschakelen van het Infotain‐mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 43.
Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 43,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op de knop X voor het dem‐
pen van de audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai aan of druk kort op de knop X.
Bedieningsmodi
Radio
Druk herhaaldelijk op de RADIO-knop
om het hoofdmenu van de radio te
activeren of te wisselen tussen de
verschillende frequentiebereiken.
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 48.CD-speler
Druk herhaaldelijk op de MEDIA-knop
om de cd-speler te activeren.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 54.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐ tern apparaat te activeren (bijv. USB-
apparaat, iPod of smartphone).
Zoek een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 57.
Navigatie
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.
Druk op het pictogram NAV om de
navigatiekaart weer te geven voor het gebied rondom de huidige locatie.
Zoek een gedetailleerde beschrijving van de navigatiefuncties 3 63.
Telefoon
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.Selecteer het TELEFOON-picto‐
gram.
Als er een verbinding met een gekop‐
pelde mobiele telefoon tot stand kan
worden gebracht, wordt het hoofd‐ menu van de telefoonmodus weerge‐
geven.
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van de mobiele
telefoon via het Infotainmentsysteem
3 94.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen van
een Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 91.
Page 14 of 149
14BasisbedieningBasisbedieningDisplays....................................... 14
Bedieningselementen ..................15
Bediening van het menu ..............22
Toetsenborden ............................ 25
Favorieten .................................... 28
Contacten .................................... 33
Overzicht bediening
aanraakschermen ........................38
Geluidsinstellingen ......................42
Volume-instellingen .....................43
Systeeminstellingen .....................43Displays
Infotainment- en boordinformatiewordt op twee verschillende displays
weergegeven.
Middendisplay
Het middendisplay bevindt zich in het
midden van het instrumentenpaneel.
Dit fungeert als het belangrijkste in‐
formatie- en bedieningscentrum voor
het Infotainmentsysteem.
U kunt hier via de toetsen op het in‐
strumentenpaneel, het aanraak‐
scherm of het touchpad teksten of
commando's invoeren.
Voor een gedetaileerde beschrijving,
zie hoofdstuk "Overzicht bedienings‐
elementen" 3 8 en "Bedieningsele‐
menten" 3 15.
Bestuurdersinformatiecentrum Boven, Touring thema:
Boven,
Sport thema:
Page 15 of 149
Basisbediening15
Midden:
Het Driver Information Center is een
onderdeel van de instrumentengroep
en toont zowel de Infotainmentinfor‐
matie als informatie over de auto (zie de Gebruikershandleiding).
Het Driver Information Center fun‐
geert als extra informatie- en bedie‐
ningscentrum voor een aantal be‐
langrijke Infotainmentfuncties.
Gegevens kunnen worden ingevoerd
via de vijfstandenknop rechts op het
stuur.
Gedetailleerde beschrijvingen vindt u
in "Overzicht bedieningselementen"
3 8 en "Bedieningselementen"
3 15.
Bedieningselementen
Instrumentenpaneel In "Overzicht bedieningselementen"
3 8 vindt u een overzicht van alle be‐
dieningselementen op het instrumen‐
tenpaneel.MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de me‐
nu's.Draaien: ■ Schermtoets of menuoptie selecte‐
ren.
■ Om door een lijst met menuopties te bladeren.
Page 16 of 149
16Basisbediening
■ Instelwaarde wijzigen.Let op
De geselecteerde optie wordt met
een rood vak gemarkeerd.
Indrukken: ■ Een geselecteerde schermtoets of menuoptie activeren.
■ Een gewijzigde instelwaarde be‐ vestigen.
■ Naar een andere insteloptie over‐ schakelen.
■ Het toepassingspecifieke submenu
weergeven.Let op
Als u niet in de AUDIO-toepassing
bent en in een scherm staat waarin draaien aan de MENU-knop geen
specifieke functie heeft, dan kan de
MENU -knop worden gebruikt om de
frequentie te regelen (frequentiebe‐
reik AM of FM) of om naar de vorige of volgende zender te gaan (fre‐
quentiebereik DAB).
Home-toets
Druk op de toets ; op het instrumen‐
tenpaneel om het Startscherm te ope‐
nen.
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's op de knop BACK om naar het naas‐
thogere menu terug te gaan.
Aanraakscherm Het middendisplay heeft een aan‐
raakgevoelig oppervlak dat directe in‐
teractie met het scherm mogelijk
maakt.Knop m op het scherm
Selecteer de schermtoets m om naar
het naasthogere menuniveau te
gaan.
Schermtoets Exit
Selecteer de schermtoets Verl. om
het actuele menu te verlaten.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Tik op een knop op het scherm of
menuoptie.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Page 17 of 149
Basisbediening17
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie via het aanraakscherm beschreven als
"...selecteer de...knop op het
scherm" of "...selecteer de...menu‐
optie...".
Items verplaatsen
Raak het element aan dat u wilt ver‐
plaatsen en houd vast tot de picto‐
grammen worden omkaderd. Ver‐
plaats uw vinger naar de gewenste
locatie en laat het element los.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een con‐
stante snelheid.
Alle andere opties worden opnieuw
ingedeeld.
Druk op een van de toetsen op het in‐
strumentenpaneel om de bewer‐
kingsmodus af te sluiten.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het verplaatsen van een schermelement via het aanraak‐
scherm beschreven als '...sleep
het...pictogram naar..." of "...sleep
de...menu-optie naar...".Door lijsten bladeren
Zijn er meer items dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan kan kunt in de lijst bladeren.
Om door een lijst met menuopties te
bladeren kunt u:
■ Het scherm op een willekeurige plek aanraken en dit naar boven of
onder slepen.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een con‐ stante snelheid.
Page 18 of 149
18Basisbediening
■Op de schermtoetsen o of n aan
de boven- en onderzijde van de
schuifbalk drukken.
■ De schuif van de schuifbalk met uw
vinger omhoog en omlaag verplaat‐ sen.
■ In alfabetisch geordende lijsten, drukt u in het verticale toetsenbord
op de gewenste letter. De lijst ver‐
springt naar de betreffende locatie
binnen de lijst.
Druk op de naam van de lijst om terug
te keren naar het begin.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het bladeren door
een lijst via het aanraakscherm be‐
schreven als "...blader naar...lijstop‐
tie...".Door de pagina's bladeren
Staan de beschikbare items op meer
dan één pagina, zoals op het Start‐ scherm, dan kunt u tussen de pagi‐
na's bladeren.
Let op
Pagina's zijn alleen bladerbaar als er
meerdere pagina's zijn ingesteld.
Om van de ene pagina naar de an‐
dere te bladeren:
■ Plaats uw vinger op een willekeu‐ rige plek op het scherm en beweegdeze naar links om naar de vorige
pagina te bladeren en naar rechts
om naar de volgende pagina te bla‐
deren.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een con‐ stante snelheid.
■ Druk op de schermtoetsen q of p
(indien aanwezig) links en rechts
op het scherm.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het bladeren door
pagina's via het aanraakscherm be‐
schreven als "...blader naar...pa‐
gina...".
Page 19 of 149
Basisbediening19
Touchpad
Het touchpad heeft een aanraakge‐
voelig oppervlak dat extra functiona‐
liteit biedt voor het bedienen van het menu op het middendisplay. Dit be‐
vindt zich achter de versnellingshen‐
del.
Let op
Het touchpad geeft tijdens het be‐
dienen haptische (voelbare) terug‐
koppeling.
BACK-toets
Druk op de knop BACK om terug naar
het vorige scherm te gaan.
Houd de knop BACK ingedrukt om te‐
rug te keren naar het Startscherm.
h -toets
Druk op de knop h om de letterte‐
kenherkenningsfunctie te openen of af te sluiten 3 25.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren
Plaats uw vinger op het pad. Er ver‐
schijnt een cursor (handje) op het
scherm. Afhankelijk van de positie
van uw vinger kan het systeem een
element op het scherm markeren.
Let op
Na een vastgestelde tijd verdwijnt de
cursor.
Beweeg uw vinger naar het element
dat u wilt selecteren. De handcursor
beweegt van het ene selecteerbare
schermelement naar het volgende.
Stop als het gewenste element op‐
licht.
Druk op het pad om het betreffende
element te selecteren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
Page 20 of 149
20Basisbediening
scherm of een menuoptie via het
touchpad beschreven als "...selec‐
teer de...knop op het scherm" of
"...selecteer de...menuoptie...".
Door lijsten bladeren
Zijn er meer items dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan kan kunt in de lijst bladeren.
Om door een lijst met menuopties te
bladeren:
Plaats twee vingers op het pad en be‐
weeg deze tegelijkertijd naar boven of naar beneden.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het bladeren door
een lijst via het touchpad beschre‐
ven als "...blader naar...lijstoptie...".
Door de pagina's bladeren
Staan de beschikbare items op meer
dan één pagina, zoals op het Start‐
scherm, dan kunt u tussen de pagi‐
na's bladeren.
Let op
Pagina's zijn alleen bladerbaar als er
meerdere pagina's zijn ingesteld.Bladeren in Startschermpagina'sOm van de ene pagina naar de an‐
dere te bladeren:
Plaats twee vingers op een willekeu‐
rige plek op het scherm en beweeg
deze tegelijkertijd naar links om naar
de volgende pagina te bladeren of
naar rechts om naar de vorige pagina
te bladeren.Door favorietenpagina's bladeren
Om van de ene favorietpagina naar
de andere te bladeren:
Plaats drie vingers op een willekeu‐
rige plek op het scherm en beweeg
deze tegelijkertijd naar links om naar