audio OPEL INSIGNIA 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2016.5Pages: 129, PDF Size: 2.38 MB
Page 40 of 129

40Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................40
Audio afspelen ............................. 42
Films afspelen .............................. 43
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 44Algemene informatie
Onder de armsteun in de middencon‐
sole bevinden zich een AUX- en USB-
poort voor het aansluiten van externe apparatuur. Een gedetailleerde be‐
schrijving over het omhoog zetten
van de armsteun vindt u in de Gebrui‐ kershandleiding.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
AUX-ingang
U kunt bijvoorbeeld een iPod of een ander randapparaat op de AUX-in‐
gang aansluiten.
Het infotainmentsysteem kan de mu‐ ziekbestanden afspelen die op deze
apparaten staan.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume en de geluidsinstellingen
kunnen via het Infotainmentsysteem
worden aangepast. Alle andere be‐
dieningsfuncties werken via het rand‐
apparaat zelf.Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Gebruik de volgende kabel om het
randapparaat op de AUX-ingang van
het Infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:
3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.
USB-poort Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-opslagstation, iPod of
smartphone aansluiten.
Het infotainmentsysteem kan de mu‐
ziekbestanden en films afspelen die
op deze randapparatuur staan.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten
via de knoppen en menu's van het In‐ fotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, iPods of smartphones
worden door het infotainmentsys‐
teem ondersteund. In de lijst op onze
website kunt u controleren welke
modellen geschikt zijn. 
Page 41 of 129

Externe apparaten41Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat of IPod aan
op de USB-poort. Gebruik voor de
iPod de juiste aansluitkabel.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat of een iPod ver‐
schijnt er een bijbehorende foutmel‐ ding en schakelt het Infotainment‐systeem automatisch terug naar de
vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se‐
lecteren en daarna het USB-opslag‐
medium te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek, mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Het infotainmentsysteem kan de mu‐
ziekbestanden afspelen die op deze
apparaten staan.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding  3 72.
Bluetooth-apparaatbeheer
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk om het aangesloten
Bluetooth-apparaat te wijzigen.
Selecteer  Bluetoothapparaten
beheren  om de apparaatlijst weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3  72.
Bestandsindelingen Er wordt alleen apparatuur onder‐
steund die volgens FAT32, NTFS of
HFS+ zijn geformatteerd.Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.
Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.
Het Infotainmentsysteem kan de vol‐ gende audio- en filmbestanden op ex‐
terne apparaten afspelen/weerge‐
ven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐ lingen zijn .mp3, .wma, .aac, .m4a
en .aif.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de artiest.
Filmbestanden
De afspeelbare filmbestandsindelin‐
gen zijn .avi, .mpg, .mp4, .xvid
en .wmv. 
Page 42 of 129

42Externe apparatenDe meest voorkomende audio- en vi‐
deocombinaties voor mobiele appa‐
ratuur worden ondersteund.
Audio afspelen
Afspelen starten
Bij geen verbinding, sluit het apparaat
aan  3 40.
Selecteer herhaaldelijk  MEDIA op de
interactieve selectiebalk of druk op MEDIA  op het bedieningspaneel om
de gewenste mediabron te activeren.
Voorbeeld: hoofdmenu USB.Functietoetsen
Let op
Tijdens het afspelen via AUX zijn de functietoetsen niet beschikbaar.
Afspelen pauzeren
Selecteer  = om afspelen te pauzeren.
Selecteer  l om afspelen te hervat‐
ten.
Naar het vorige of volgende nummer
gaan
Selecteer  t of  v om het vorige of
volgende nummer af te spelen.
U kunt ook aan  MENU draaien om
naar vorige of volgende nummers te
gaan.
Snel vooruit of achteruit spoelen Houd  t of  v ingedrukt om snel
voor- of achteruit te spoelen.
Of verschuif de schuifbalk op de tijd‐
balk (alleen mogelijk bij USB).
Zoekfunctie Let op
De zoekfunctie is niet beschikbaar
voor AUX-mediabronnen.Om het zoekscherm weer te geven
kunt u:
● Druk op het scherm.
● Selecteer  BLADEREN op de in‐
teractieve selectiebalk.
● Draai aan  MENU.
Selecteer  LIJSTEN, ARTIESTEN ,
ALBUMS , LIEDJES , GENRES  of
MEER . MEER  bevat de aanvullende
categorieën:  Overzicht folder ,
Podcasts , Audioboeken , Video's  en
Componisten .
Zoek in de categorieën tot u de ge‐
wenste track vindt. Selecteer het nummer om het afspelen te starten. 
Page 48 of 129

48NavigatieDe kaart beweegt mee en er wordt
een nieuwe kaartsectie weergege‐
ven.
Selecteer op de interactieve selectie‐
balk  RESET  om terug te keren naar
de huidige locatie.
Centreren
Druk op de gewenste locatie op het
scherm. De kaart wordt rondom deze
locatie gecentreerd.
Bij de betreffende locatie verschijnt
v  in rood en het bijbehorende adres
wordt op een label weergegeven.Selecteer op de interactieve selectie‐
balk  RESET  om terug te keren naar
de huidige locatie.
Zoomen
Selecteer  INZOOMEN  om op een ge‐
selecteerde kaartlocatie in te zoo‐
men.
Selecteer  UITZOOM.  om weer uit te
zoomen en een groter gebied rondom
de geselecteerde locatie weer te ge‐
ven.
Overzichttoets
Is de routebegeleiding actief, dan
staat de schermtoets  OVERZICHT in
de interactieve selectiebalk.
Selecteer  OVERZICHT  om een over‐
zicht van de actuele route op de kaart
weer te geven.
De schermtoets verandert in  RESET.
Selecteer  RESET om terug te keren
naar het normale scherm.Kaartvenster
Weergavemodus
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart  om het betreffende
submenu weer te geven.
Selecteer de gewenste kaartweer‐ gave ( 3D-overzicht , Overzicht
rijrichting , Noorden boven ).
Let op
U kunt ook meerdere malen  x in de
toepassingenbalk selecteren om
snel tussen de verschillende kaart‐
weergaven te wisselen ( 3D-
overzicht , Overzicht rijrichting ,
Noorden boven ).
Audio-informatie
Als  Audio-informatie - Aan  is inge‐
steld, verschijnt er informatie op het kaartscherm over de zender, het al‐
bum of nummer die/dat u momenteel
beluistert.
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart  om het betreffende
submenu weer te geven. 
Page 49 of 129

Navigatie49Selecteer Audio-informatie - Aan  of
Audio-informatie - Uit .
Displaymodus
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens Overzicht kaart  om het betreffende
submenu weer te geven.
Selecteer  Dag / nachtmodus .
Activeer, afhankelijk van de externe
lichtcondities,  Dag of Nacht .
Wilt u dat het scherm zich automa‐
tisch aanpast, activeer dan  Auto.
Weergave van gebouwen
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens Overzicht kaart  om het betreffende
submenu weer te geven.
U kunt gebouwen normaal of driedi‐
mensionaal weergeven.
Selecteer  3D-Gebouwen - Aan  of 3D-
Gebouwen - Uit .
Autozoomfunctie
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Overzicht kaart  om het betreffende
submenu weer te geven.In geval van speciale manoeuvres
kan het systeem inzoomen op de
kaart.
Selecteer  Autozoom - Aan  of
Autozoom - Uit .
POI-pictogrammen
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Iconen 'POI's' weergeven  om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Is  Iconen POI  geactiveerd, dan ver‐
schijnen er op de kaart markante pun‐ ten (POI's) rondom de huidige locatie of op de route.
Selecteer  PIO-icons - Aan  of PIO-
icons - Uit .
Selecteer de POI-categorieën die u
wilt weergeven indien  Iconen POI op
Aan  is ingesteld.
Selecteer  Alles wissen  om alle cate‐
gorieën te deselecteren.
Informatie over de huidige locatie
Selecteer  MENU op de interactieve
selectiebalk om het navigatiemenu
weer te geven.
Selecteer  Huidige locatie  om het be‐
treffende submenu met details over
het dichtstbijgelegen adres, de coör‐
dinaten en markante punten ( 3 53)
rondom de huidige locatie weer te ge‐
ven. 
Page 67 of 129

Spraakherkenning67commando's soms verkeerd zal be‐
grijpen en dus niet de juiste handeling
uitvoert.
Let op
Als u de spraakherkenning start, kan
het een voordeel zijn om de  Meer
bevestigen -instelling te gebruiken.
Als u meer ervaring hebt met het
systeem, d.w.z weet hoe u de com‐
mando's moet uitspreken zodat de
spraakherkenning u goed begrijpt,
kan het handiger zijn om de  Minder
bevestigen -instelling te gebruiken.Lengte waarschuwing
De lengte en gedetailleerdheid van
de vragen en meldingen van het
spraakherkenningssysteem kunnen
in het bijbehorende submenu worden
aangepast.Snelheid audiomelding
De snelheid waarmee het spraakher‐ kenningsmenu vragen stelt en mel‐
dingen doet kan in het corresponde‐
rende submenu worden ingesteld.
Kiest u  Medium , dan komt de spreek‐
snelheid van het systeem overeen
met natuurlijke spraak.Let op
Als u de spraakherkenning start, kan het een voordeel zijn om de  Lang-
instelling te gebruiken. Als u meer
ervaring hebt met het systeem, kan
het voordelen hebben om de instel‐
ling  Kort te gebruiken.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone.
De beschikbaarheid van deze functie
is afhankelijk van uw smartphone.
Bezoek onze website voor meer in‐
formatie over de compatibiliteit.
GebruikGeïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop  w op het stuur
in te drukken
Druk op  w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt, u wordt geïnstrueerd om een com‐
mando te geven en op het infodisplay
en Driver Information Center verschij‐ nen helpmenu's met de belangrijkste
commando's die momenteel beschik‐
baar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool in de rechter boven‐
hoek van het helpmenu verandert van
wit naar rood.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie te starten (bijvoorbeeld een vooraf ingestelde
radiozender afspelen).Activeren via de schermtoets
SPRAAK op het middendisplay
Selecteer  SPRAAK op de interactieve
selectiebalk van een van de hoofd‐
menu's op het middendisplay. 
Page 68 of 129

68SpraakherkenningHet audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
zeggen en op het middendisplay ver‐
schijnt een helpmenu met de belang‐ rijkste commando's die momenteel
beschikbaar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool rechts in het helpmenu
verandert van zwart naar rood.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven. Zie bovenstaande beschrijving.
Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Druk  ! of  # op het stuurwiel omhoog
(hoger volume) of omlaag (lager vo‐
lume).
Een gesproken instructie
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken instructie onderbreken door
kort op  w op het stuurwiel te drukken.
Er klinkt een piep en het spraakher‐
kenningssymbool wordt rood. U kunt
nu direct een commando inspreken.Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoog te annuleren en om de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren " of "Exit".
● Druk op  n op het stuurwiel.
● Als de spraakherkenningssessie via de schermtoets  SPRAAK op
het middendisplay hebt gestart,
dan kunt u ook:
● Of druk op  ; op het bedie‐
ningspaneel.
● Selecteer  m of  Uit in het
help-menu.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u gedurende een bepaalde tijd geen commando zegt (stan‐
daard wordt u driemaal gevraagd
een commando te zeggen).
● Als u commando's zegt die niet door het systeem worden her‐
kend (standaard wordt u drie‐
maal gevraagd een juist com‐ mando te zeggen).Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning herkent com‐
mando's die op natuurlijke wijze in
een zin worden uitgesproken, of di‐
recte commando's om de toepassing en actie te starten.
Voor een optimaal resultaat: ● Luister naar de gesproken in‐ structie en wacht op de pieptoon
voor u een commando uitspreekt
of antwoord geeft.
● Zeg " Help" of lees een van de
voorbeeldcommando's in het scherm voor.
● U kunt de gesproken vraag on‐ derbreken door nogmaals op  w te
drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐ zaam. Gebruik korte en directe
commando's.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie. Bijvoorbeeld "David op werk bellen"; "Afspelen", gevolgd
door de naam van de artiest of het
nummer; "Afstemmen", gevolgd door
de golflengte en frequentie/ 
Page 76 of 129

76Telefoon
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de contactenlijsten  3 23.
Blader naar het gewenste contact.
Snelkoppelingspictogram
Is er slechts één nummer voor een
contact opgeslagen, dan wordt er naast de betreffende gegevens in de
contactenlijst een snelkoppeling ge‐
toond.
Selecteer  z om meteen te bellen.Scherm met bestemmingsdetails
Zijn er voor een contact meerdere
nummers opgeslagen, selecteer dan
het gewenste nummer.
Het scherm met de contactdetails
wordt weergegeven.Selecteer een van de voor het contact
opgeslagen telefoonnummers. Het
nummer wordt gebeld.
Gesprekkenlijsten
Druk op  ; en selecteer vervolgens
het pictogram  TELEFOON om het be‐
treffende menu weer te geven.
Selecteer indien nodig  RECENT op
de interactieve selectiebalk. De re‐
cente gesprekkenlijst wordt weerge‐
geven.Let op
Gemiste oproepen zijn rood gemar‐
keerd in de recente oproepenlijst en
zijn aangeduid met een  9  naast het
telefoonpictogram in het toepas‐ singsoverzicht.
Selecteer een van de telefoonnum‐ mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Favorieten
Geef de favorietenpagina weer.
Blader indien nodig door de pagina's.
Selecteer de gewenste schermtoets
voor de favoriet.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3  18.
Inkomend telefoongesprek Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief
als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
De naam en telefoonnummer van de beller worden onderop het schermgetoond. 
Page 84 of 129

84Veelgestelde vragen?Hoe kan ik de naam van mijn fa‐
vorieten wijzigen, ze wissen of ver‐
plaatsen?
! Druk op 
;, selecteer het picto‐
gram  INSTELLINGEN  op het
Startscherm,  Radio op de instellin‐
genlijst en vervolgens  Favorieten
beheren  om de favorieten te her‐
noemen, wissen of verplaatsen.
Gedetailleerde beschrijving  3 18.? Waar worden favorieten opgesla‐
gen en hoe kan ik ze een andere
naam geven?
! De favorieten worden opgeslagen
in de favorietenlijst. Om een favo‐
riet een nieuwe naam te geven, se‐
lecteert u de betreffende scherm‐
toets in de favorietenrij. In be‐
paalde schermen is de favorieten‐
lijst verborgen zodat andere in‐
houd beter kan worden weergege‐ ven. Selecteer op deze schermen
n  rechtsonder op het scherm en
sleep de interactieve selectiebalk met een vinger omhoog.
Gedetailleerde beschrijving  3 18.Navigatie? Ik heb een bestemmingsadres in‐
gevoerd, maar er verschijnt een
foutmelding. Wat doe ik verkeerd?
! Het navigatiesysteem gaat bij het
invoeren van een adres van een
bepaalde volgorde uit. Afhankelijk
van het land waarin het adres zich
bevindt, kan er een andere invoer‐ volgorde vereist zijn. Bij adressen
in andere landen, dient als laatste
ook het land te worden ingevoerd.
Gedetailleerde beschrijving  3 53.? Hoe kan ik de actieve routebege‐
leiding annuleren?
! Selecteer 
MENU op de interac‐
tieve selectiebalk en vervolgens
Annuleer route  om de routebege‐
leiding te annuleren.
Gedetailleerde beschrijving  3 59.
Audio
? Hoe kan ik de audiobron wijzigen?
! Door herhaaldelijk op 
RADIO te
drukken, kunt u tussen alle be‐
schikbare radiobronnen (AM/FM/
DAB) wisselen. Door herhaaldelijkop  MEDIA  te drukken kunt u tus‐
sen alle beschikbare mediabron‐ nen (USB, iPod, Bluetooth audio,
cd, AUX) wisselen.
Gedetailleerde beschrijving van
radio  3 32, CD  3 37, externe ap‐
paratuur  3 40.? Hoe kan ik in radiozenders of me‐
dia-muziek zoeken?
! Om in radiozenders of mediamu‐
ziek te zoeken, bijvoorbeeld in af‐
speellijsten of albums, selecteert u
BLADEREN  op het audioscherm.
Gedetailleerde beschrijving van
radio  3 32, CD  3 38, externe ap‐
paratuur  3 42.
Overige
? Hoe kan ik de prestaties van de
spraakherkenning verbeteren?
! Het spraakherkenningssysteem is
ontworpen om natuurlijk uitgespro‐
ken commando's te begrijpen.
Wacht tot u de pieptoon hoort voor u gaat spreken. Probeer natuurlijk
te spreken, niet te snel of te hard.
Gedetailleerde beschrijving  3 65. 
Page 86 of 129

86TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 14
Adresboek .................................... 53
Algemene aanwijzingen 6, 37, 45, 71
Algemene informatie ..............40, 65
AUX ........................................... 40
Bluetooth-muziek ......................40
CD ............................................. 37
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 45
Radio ......................................... 32
Telefoonportal ........................... 71
USB ........................................... 40
Antidiefstalfunctie  ..........................7
Audio afspelen .............................. 42
Audiobestanden ........................... 40
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................27
Automatisch volume .....................27
Auto Set ........................................ 28
AUX .............................................. 40
AUX activeren............................... 42
B Balans........................................... 26
Bas ............................................... 26
Basisbediening ............................. 14
Contacten .................................. 23
Favorieten ................................. 18
Interactieve selectiebalk ............16Lettertekenherkenningsveld ......17
Startscherm ............................... 16
Toepassingenbalk .....................16
Toetsenblok............................... 17
Toetsenbord .............................. 17
Bediening...................................... 75 Aanraakscherm ......................... 14
AUX ........................................... 42
Bluetooth-muziek ......................42
CD ............................................. 38
Contacten .................................. 23
Favorieten ................................. 18
Infotainment-systeem ................12
Navigatiesysteem ......................46
Radio ......................................... 32
Telefoon .................................... 75
Toetsenborden .......................... 17
USB ..................................... 42, 43
Bediening aanraakscherm ............14
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............16
Begeleiding  .................................. 59
Beltoon ......................................... 75
Bestandsindelingen Audiobestanden ........................40
Filmbestanden........................... 40