OPEL INSIGNIA 2017 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2017Pages: 129, PDF Size: 2.29 MB
Page 11 of 129
Inleiding112P / Q
Kort indrukken:
menuopties op het Driver
Information Center selecteren
Lang indrukken: snel door
een lange contactenlijst
bladeren op het Driver
Information Center
3 9
Drukken: selectie op het
Driver Information Center
bevestigen
4 j
Drukken: toepassingsspe‐
cifiek hoofdmenu op het
Driver Information Center
weergeven
5 ! / # ..................................... 12
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten6 k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center ...... 18
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center ...... 42Driver Information Center (midden):
Driver Information Center (boven):
Page 12 of 129
12InleidingMet het Driver Information Center
(boven) kunt u tussen twee verschil‐
lende weergavemodi (thema's) scha‐
kelen, Tour en Sport .
In de bovenstaande afbeelding ziet u
het thema Tour (zie de Gebruikers‐
handleiding voor het wijzigen van het displaythema).
GebruikHet Infotainmentsysteem aan-/
uitzetten
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan X.
De actuele instelling wordt weerge‐
geven op het display.Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 27.
Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 27,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op X voor het dempen van
de audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren: draai aan of druk kort op X.
Bedieningsmodi Radio
Druk herhaaldelijk op RADIO om het
hoofdmenu van de radio te activeren
of te wisselen tussen de verschillende
golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 32.CD-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 37.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden extern apparaat te activeren (bijv.
USB-apparaat of smartphone).
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 40.
Navigatie
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven.
Selecteer NAV om de navigatiekaart
weer te geven voor het gebied
rondom de huidige locatie.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 45.
Page 13 of 129
Inleiding13Telefoon
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
Infotainmentsysteem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 71.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
druk dan op ; en selecteer
TELEFOON om het hoofdmenu van
de telefoonportal weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 75.
Telefoonweergave
Maak verbinding met uw smartphone
om specifieke apps van uw smart‐
phone op het infotainmentsysteem weer te geven.
Druk op ; en selecteer vervolgens
PROJECTIE om de weergavefunctie
te starten.Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 43.
Page 14 of 129
14BasisbedieningBasisbedieningBasisbediening............................ 14
Bediening van het menu ..............16
Toetsenborden ............................ 17
Favorieten .................................... 18
Contacten .................................... 23
Geluidsinstellingen ......................26
Volume-instellingen .....................27
Systeeminstellingen .....................28Basisbediening
Het middendisplay heeft een
aanraakgevoelig oppervlak dat
directe interactie met het scherm
mogelijk maakt.
Knop m op het scherm
Selecteer m om naar het naastho‐
gere menuniveau te gaan.
Schermtoets Exit
Selecteer Uit om het momenteel
actieve menu af te sluiten.Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐
toets of een menuoptie via het
aanraakscherm beschreven als
"...selecteer
Page 15 of 129
Basisbediening15Items verplaatsen
Druk op de items die u wilt verplaat‐
sen en houd ze ingedrukt tot de picto‐
grammen rood worden omkaderd.
Verplaats uw vinger naar de gewen‐
ste locatie en laat het element los.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Alle andere opties worden opnieuw
ingedeeld.
Druk op ; op het bedieningspaneel
om de bewerkingsmodus af te sluiten.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het verplaatsen van een schermelement via het aanraak‐
scherm beschreven als "...sleep
het...pictogram naar..." of "...sleep
de...menuoptie naar...".
Door lijsten bladeren
Als er meer items zijn dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan moet u door de lijst bladeren.
Om door een lijst met menuopties te
bladeren kunt u:
● Het scherm op een willekeurige plek aanraken en dit naar boven
of onder slepen.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
● Druk op o of n aan de boven-
en onderzijde van de schuifbalk.
● Beweeg de schuifbalk omhoog en omlaag met uw vinger.
● In alfabetisch geordende lijsten drukt u in het verticale toet‐
senbord op de gewenste letter.
De lijst verspringt naar de betref‐
fende locatie binnen de lijst.
Druk op de titel van de lijst om terug te keren naar het begin.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het blade‐
ren naar een optie uit de lijst via het
aanraakscherm beschreven als
"...blader naar
Page 16 of 129
16BasisbedieningBediening van het menu
Startscherm
Het Startscherm wordt op het
middendisplay weergegeven.
Alle geïnstalleerde toepassingen
kunnen vanuit het Startscherm
worden benaderd.
Sleep het pictogram dat u wilt
verplaatsen naar zijn nieuwe locatie
om het Startscherm aan te passen
aan uw wensen. Laat het pictogram
los om het op de gewenste positie
neer te zetten. Druk op ; op het
bedieningspaneel om de bewerkings‐
modus af te sluiten.
Toepassingenbalk
De toepassingenbalk bevindt zich
middenboven op het scherm en kan
vanuit alle hoofdmenu's worden
benaderd.
De toepassingenbalk kan drie tot vijf
toepassingspictogrammen bevatten.
Sommige toepassingspictogrammen
veranderen afhankelijk van de
actuele situatie, bv. om aan te geven
dat u een telefoongesprek hebt
gemist.
U kunt de toepassingenbalk aanpas‐
sen aan uw wensen door items in en uit het gebied van de toepassingen‐
balk te verplaatsen.
Interactieve selectiebalk
De interactieve selectiebalk bevindt
zich onderin het scherm en kan vanuit alle hoofdmenu's worden benaderd.
Via de interactieve selectiebalk kunt u
de verschillende weergaven binnen
dezelfde toepassing wijzigen of
toepassingsspecifieke acties uitvoe‐
ren, bv. het starten van een spraak‐
herkenningssessie.
Selecteer n onderaan het scherm
om de interactieve selectiebalk weer
te geven wanneer u deze niet op het
display ziet.
Page 17 of 129
Basisbediening17MeldingenBij een systeemgebeurtenis, vóór het
uitvoeren van een systeemfunctie of
na een signaal van buitenaf, bv. een
ontvangen telefoongesprek, kan er
een melding verschijnen.
Seleerteer een van de beschikbare opties.
De meeste boodschappen die
worden genegeerd, verdwijnen na
enige tijd vanzelf. Waarschuwingen
die niet automatisch verdwijnen, blij‐
ven op het scherm staan tot ze
worden bevestigd of er geen aanlei‐
ding meer voor is.
ToetsenbordenToetsenbord
Alfabetisch toetsenbord:
Toetsenbord symbolen:
De weergave van het toetsenbord‐
menu is afhankelijk van de actieve toepassing of functie.
Selecteer Sym om naar het toet‐
senbord met symbolen te gaan.
Selecteer ABC om naar het alfabeti‐
sche toetsenbord te gaan.
Invoeren van lettertekens
Druk op de betreffende schermtoets
om een letterteken in te voeren. Als u
de toets loslaat, wordt het teken inge‐
voerd.
Houd de lettertekentoets ingedrukt
om gerelateerde letters in een pop-
upmenu te bekijken. Laat deze los en
selecteer dan de gewenste letter.
Selecteer de betreffende scherm‐
toets om uw invoer te bevestigen.
Page 18 of 129
18BasisbedieningAutoinvoerfunctie
Is een reeks letters eenmaal inge‐
voerd, dan wordt deze door het
systeem opgeslagen en kan deze
door met autoinvoerfunctie opnieuw
worden opgeroepen.
Zodra het eerste letterteken (letter of
cijfer) is ingevoerd, wordt de autoin‐
voerfunctie geactiveerd. Elk volgende
letterteken wordt tijdens het vergelij‐
kingsproces overwogen, zodat de lijst
met autoinvoermatches zo kort
mogelijk blijft.
Selecteer o naast de ingevoerde
lettertekens om een lijst met alle auto‐ invoermatches weer te geven.
Let op
Boven de schermtoets o verschijnt
het aantal beschikbare opties. Dit
wordt aangepast aan het aantal
gevonden treffers.
Kies het betreffende item uit de lijst.
Het toetsenbord verschijnt opnieuw
met de betreffende lijstoptie in het
invoerveld.Tekst bewerken
Plaats de cursor door op de betref‐
fende positie in de tekst te drukken.
Voer uw wijzigingen door.
Selecteer afhankelijk van de toepas‐
sing ╳ om een ingevoerd letterteken
te wissen. Houd ╳ ingedrukt om alle
lettertekens te wissen.
Selecteer de bevestigingstoets om de invoer te bevestigen.
Hoofd- en kleine letters
In de meeste gevallen is het slechts
mogelijk om hoofdletters in te voeren.
Als herkenning van hoofdletters en
kleine letters aanwezig is, verschijnt
er een extra Shift-schermtoets.
Selecteer Shift om de shift-functie te
activeren en één hoofdletter in te
voeren.
Deze functie wordt automatisch
gedeactiveerd nadat er een letter is
ingevoerd.
Toetsenblok Moet er alleen een cijfer of een
pincode worden ingevoerd, dan
verschijnt er een toetsenblok. Deweergave van het toetsenblokmenu
is afhankelijk van de actieve toepas‐
sing of functie.
Zie de bovenstaande tekst voor een
gedetailleerde beschrijving over het invoeren van lettertekens en het wijzi‐
gen van ingevoerde tekst.
Favorieten
U kunt uiteenlopende informatie als
favorieten opslaan, bv.:
● radiozenders
● muzieknummers
● albums of artiesten
● telefoonnummers
Page 19 of 129
Basisbediening19● bestemmingen en routes
● Nuttige plaatsen
● contactgegevens
● tooninstellingen
● Startschermtoepassingen
Er zijn 60 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen van vijf.
U kunt ze weergeven in één rij of met
drie rijen naast elkaar.
Is een favoriete positie gevuld, dan
kunt u met de schermtoets Favorieten de labeltekst van de betreffende favo‐ riet weergeven. Is een positie leeg,
dan wordt het positienummer van de
favoriete locatie (1 tot 60) aangege‐
ven.
Favorieten weergeven
De favorietenlijst is vanuit alle menu's toegankelijk.
Om één rij favorieten weer te geven
als er onderaan het scherm geen
interactieve selectiebalk staat:
Selecteer n.
Om één rij favorieten weer te geven
als er een interactieve selectiebalk op
het scherm staat:
Raak de interactieve selectiebalk aan en beweeg met uw vinger naar boven
tot er één rij favorieten wordt getoond.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Sleep de favorietenlijst verder
omhoog om drie rijen favorieten weer
te geven.
Door de favorietenpagina's
bladeren
De favorietenpagina kan als enkele rij of als drie rijen worden weergegeven. Raak het aanraakscherm op een
Page 20 of 129
20Basisbedieningwillekeurige plek aan en sleep naar
links of naar rechts om door de favor‐
ietenpagina's te bladeren.
De vorige of volgende favorietenpa‐
gina wordt nu weergegeven.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Komt u bij het begin of het eind van
de favorietenpagina, dan klapt de
hele lijst in.
Let op
Onderin het scherm ziet u hoeveel favorietenpagina's er toegankelijkzijn en welke pagina er momenteel
wordt weergegeven. Het aantal
markeringen wordt aangepast aan
de gekozen weergave (meer pagi‐
na's bij weergave in 1 rij, minder
pagina's bij 3 rijen).
Favorieten opslaan
U kunt favorieten opslaan vanuit het
Startscherm, de audiomodus, de
navigatiemodus of de telefoonmodus.
Geef de favorietenlijst weer en blader
naar de gewenste favorietenpagina.Houd de betreffende favorieten-
schermtoets ingedrukt.
Als er maar één item op het scherm is dat kan worden opgeslagen, dan
hoort u een pieptoon. Het item wordt
dan onder de betreffende scherm‐
toets opgeslagen.
Staan er meerdere items op het
scherm die kunnen worden opgesla‐
gen, dan wordt de favorietenpagina
geminimaliseerd en verschijnt het
vorige menu opnieuw. Selecteer de
informatie die u als favoriet wilt
opslaan. Er klinkt een pieptoon en het item wordt onder de betreffende
schermtoets opgeslagen.
Hieronder volgen een aantal voor‐
beelden voor het opslaan van favor‐
ieten.
Voorbeeld: Radiozender
Druk herhaaldelijk op RADIO om de
radiofunctie en het gewenste golfbe‐
reik te activeren.
Ga naar de zender die u als favoriet
wilt opslaan 3 32.Geef de favorietenlijst weer en blader
naar de betreffende favorietenpagina
om deze zender als favoriet op te
slaan.
Houd de betreffende favorieten-
schermtoets ingedrukt totdat er een
pieptoon klinkt. De zender wordt als
favoriet opgeslagen.
Voorbeeld: Album
Druk herhaaldelijk op MEDIA en
selecteer de gewenste audiobron.
Selecteer BLADEREN om het zoek‐
menu te activeren en selecteer
vervolgens ALBUMS 3 42.
Geef de favorietenlijst weer en blader
naar de betreffende favorietenpagina om een van de albums als favoriet op
te slaan.
Houd de betreffende favorieten-
schermtoets ingedrukt. De favorie‐
tenpagina wordt geminimaliseerd en
de albumlijst wordt opnieuw weerge‐
geven.
Selecteer het album dat u als favoriet wilt opslaan. Het geselecteerde
album wordt als favoriet opgeslagen.