display OPEL INSIGNIA BREAK 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2018.5Pages: 341, PDF Size: 9.26 MB
Page 116 of 341

114Instrumenten en bedieningsorganenBrandt geelDe afstand tot een voorligger wordt te
kort of wanneer u een ander voertuig
te snel nadert.
Adaptieve cruise control 3 197, fron‐
taanrijdingswaarschuwing 3 205.
Voetgangersdetectie
7 brandt geel.
Het systeem detecteert een voetgan‐
ger vóór de auto.
Snelheidsbegrenzer L brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
Snelheidsbegrenzer is actief. Inge‐
stelde snelheid wordt aangegeven bij
symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 195.Verkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 231.
Portier open
h brandt rood.
Een portier of de achterklep staat open.Displays
Driver Information Center Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de instru‐
mentengroep is het Driver Informa‐
tion Center verkrijgbaar als Basele‐
vel-display, Midlevel-display of Uple‐
vel-display.
De indicatie op het Driver Information
Center is afhankelijk van de uitrus‐
ting:
● kilometerteller en dagteller
● boordinformatie en instellingen
● informatiemenu dagteller/brand‐ stof
● informatie over zuinig rijden
● waarschuwingen ter ondersteu‐ ning van de bestuurder
● waarschuwingsmeldingen
● audio- en Infotainmentinformatie
● telefooninformatie
● navigatie-informatie
Page 117 of 341

Instrumenten en bedieningsorganen115Baselevel-display
Afhankelijk van de versie kunt u de
menupagina's van het Baselevel-
display selecteren door het indrukken van:
● MENU op de richtingaanwijzer‐
hendel
of
● è en å op het stuurwiel.
Hoofdmenusymbolen verschijnen op
de bovenste regel van het display:
● Rit-/brandstofinformatie, weer‐ gegeven door ;, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door ?, zie beschrijving
hieronder.
● Eco-informatie, weergegeven door @, zie beschrijving hier‐
onder.
Sommige functies op het display
verschillen tussen onderweg of in stil‐
stand. Sommige functies zijn alleen onderweg beschikbaar.
Menu's en functies selecterenRichtingaanwijzerhendel met MENU-
knop
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de linker stuurhen‐
del.
Druk op MENU om tussen de hoofd‐
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een
submenu van het hoofdmenu te
selecteren of om een numerieke
waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en onderhoudsinformatie op het DriverInformation Center. Bevestig berich‐
ten door op SET/CLR te drukken.
Boordinformatie 3 127.
Page 118 of 341

116Instrumenten en bedieningsorganenStuurbedieningsknoppen
De menu's en functies kunnen
worden geselecteerd met de knoppen rechts op het stuurwiel.
Druk op è of é om te wisselen
tussen de hoofdmenu's of om vanuit
een submenu één niveau terug te
gaan.
Druk op å of ä om een submenu van
het hoofdmenu te selecteren of om
een numerieke waarde in te stellen.
Druk op 9 om een functie te selecte‐
ren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en
onderhoudsinformatie op het Driver Information Center. Bevestig berich‐
ten door op 9 te drukken. Boordin‐
formatie 3 127.
Midlevel-display
U selecteert menupagina's door op
è en å op het stuurwiel te drukken.
Hoofdmenu's zijn:
● Rit-/brandstofinformatie, weer‐ gegeven door Info, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Audio-informatie, weergegeven door Audio , zie beschrijving hier‐
onder.
● Telefooninformatie, weergege‐ ven door Telefoon, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Navigatie-informatie, weergege‐ ven door Navigatie, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door Opties, zie beschrijving
hieronder.
Enkele van de weergegeven functies
zijn verschillend bij een rijdende of
stilstaande auto en bepaalde functies
zijn alleen actief als met de auto wordt gereden.
Menu's en functies selecteren
De menu's en functies kunnen
worden geselecteerd met de knoppen rechts op het stuurwiel.
Page 119 of 341

Instrumenten en bedieningsorganen117
Druk op è om de hoofdmenupagina
te openen.
Selecteer een hoofdmenupagina met
ä of å.
Bevestig een hoofdmenupagina met
9 .
Druk na het selecteren van een
hoofdmenupagina op ä of å om
subpagina's te selecteren.
Druk op é om een volgende map van
de geselecteerde subpagina te
openen.
Druk op ä of å om functies te selec‐
teren of zo nodig een numerieke
waarde in te stellen.
Druk op 9 om een functie te selecte‐
ren en te bevestigen.
Na het selecteren van een hoofdme‐
nupagina blijft deze selectie opgesla‐ gen totdat er een andere hoofdmenu‐ pagina wordt geselecteerd. U veran‐
dert de subpagina's door op å of ä te
drukken.
Eventueel verschijnt er boord- en onderhoudsinformatie op het DriverInformation Center. Bevestig berich‐
ten door op 9 te drukken. Boordin‐
formatie 3 127.
Uplevel-display U selecteert menupagina's door op
è en å op het stuurwiel te drukken.
Hoofdmenu's zijn:
● Rit-/brandstofinformatie, weer‐ gegeven door Info, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Audio-informatie, weergegeven door Audio , zie beschrijving hier‐
onder.
● Telefooninformatie, weergege‐ ven door Telefoon, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Navigatie-informatie, weergege‐ ven door Navigatie, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door Opties, zie beschrijving
hieronder.
Page 120 of 341

118Instrumenten en bedieningsorganenEnkele van de weergegeven functies
zijn verschillend bij een rijdende of
stilstaande auto en bepaalde functies zijn alleen actief als met de auto wordt
gereden.
Instrumentengroep Uplevel kan
worden weergegeven als Sportmo‐
dus of Tourmodus. Zie hieronder:
Menu Instellingen, displayonderwer‐
pen.
Menu's en functies selecteren
De menu's en functies kunnen
worden geselecteerd met de knoppen rechts op het stuurwiel.
Druk op è om de hoofdmenupagina
te openen.
Selecteer een hoofdmenupagina met
ä of å.
Bevestig een hoofdmenupagina met
9 .
Druk na het selecteren van een
hoofdmenupagina op ä of å om
subpagina's te selecteren.
Druk op é om de volgende map van
de geselecteerde subpagina te
openen.
Druk op ä of å om functies te selec‐
teren of zo nodig een numerieke
waarde in te stellen.
Druk op 9 om een functie te selecte‐
ren en te bevestigen.
Na het selecteren van een hoofdme‐
nupagina blijft deze selectie opgesla‐ gen totdat er een andere hoofdmenu‐ pagina wordt geselecteerd. U veran‐
dert de subpagina's door op å of ä te
drukken.
Eventueel verschijnt er boord- en onderhoudsinformatie op het DriverInformation Center. Bevestig berich‐
ten door op 9 te drukken. Boordin‐
formatie 3 127.Informatiemenu Dagteller/
brandstof, ; of Info
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Info.
Sommige zijn voor uw specifieke auto wellicht niet beschikbaar. Afhankelijk
van het display zijn sommige functies
weergegeven als symbool.
Draai aan het stelwiel of druk op ä of
å om een pagina te selecteren:
● dagteller 1 of A gemiddeld brandstofverbruik1 of A
gemiddelde snelheid 1 of A
● dagteller 2 of B gemiddeld brandstofverbruik2 of B
gemiddelde snelheid 2 of B
● digitale snelheid
● actieradius brandstof
● actueel brandstofverbruik
● resterende levensduur olie
● bandenspanning
● timer
● verkeersbordherkenning
Page 121 of 341

Instrumenten en bedieningsorganen119● afstand tot voorligger
● lege pagina
Op het Baselevel-display worden de
pagina's Resterende levensduur van
de olie, Bandenspanning, Verkeers‐
bordherkenning en Afstand tot voor‐
ligger weergegeven in het menu
Voertuiginformatie; selecteer ?
door op MENU te drukken.
Dagteller 1/A of 2/B
De dagteller geeft de huidige afstand vanaf een bepaalde reset weer.
Dagteller telt op tot een afstand van
9999 km en begint dan weer bij 0.
Zet deze op het Baselevel-display
terug door gedurende enkele secon‐
den op SET/CLR te drukken, op het
Midlevel- en Uplevel-display door op
é te drukken en met 9 te bevestigen.
De informatie op de dagtellerpagina 1
en 2 kan apart worden teruggezet
voor dagteller, gemiddeld verbruik en gemiddelde snelheid terwijl het
desbetreffende display actief is.Gemiddeld brandstofverbruik 1/A of 2/B
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en start
met een standaardwaarde.
Zet deze op het Baselevel-display terug door gedurende enkele secon‐
den op SET/CLR te drukken, op het
Midlevel- en Uplevel-display door op é te drukken en met 9 te bevestigen.
Gemiddelde snelheid 1/A of 2/B
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment opnieuw worden gestart.
Zet deze op het Baselevel-display
terug door gedurende enkele secon‐
den op SET/CLR te drukken, op het
Midlevel- en Uplevel-display door op
é te drukken en met 9 te bevestigen.
Digitale snelheid
Digitale weergave van de huidige snelheid.Actieradius brandstof
De actieradius wordt op basis van het aanwezige tankpeil en het momen‐
tane verbruik berekend. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er een bericht op
het display en controlelampje Y op de
brandstofmeter gaat branden.
Wanneer er onmiddellijk moet
worden bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Daarbij gaat
controlelampje Y op de brandstofme‐
ter knipperen 3 112.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Resterende levensduur olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het getal in % staat
voor de resterende levensduur van
de olie 3 106.
Page 122 of 341

120Instrumenten en bedieningsorganenBandenspanning
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 274.
Timer
Druk voor starten en stoppen op 9.
Druk voor terugzetten op é en beves‐
tig Terugzetten.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 231.
Afstand tot voorligger
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 208. Als de adap‐
tieve cruisecontrol actief is, geeft
deze pagina in plaats daarvan de
ingestelde afstand tot voorligger
weer.
Lege pagina
Wanneer er geen DIC-gegevens
vereist zijn, kunt u een lege pagina
selecteren.Eco-informatiemenu, @
● Grootste verbruikers
● Zuinigheidstrend
● Eco-index
Op het Mid- en Uplevel-display
verschijnen de pagina's Grootste
verbruikers, Zuinigheidstrend en Eco-
index in het informatiemenu Dagtel‐
ler/brandstof; selecteer Info.
Grootverbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
aangegeven.
In bepaalde omstandigheden acti‐
veert de motor de achterruitverwar‐ ming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder deze heeft geactiveerd.Zuinig rijden
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en laten de gevolgen van de terreingesteld‐
heid of het rijgedrag op het brandstof‐ verbruik zien.
Eco-index
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven op een zuinig‐
heidsschaal. Pas omwille van een
zuinig verbruik de rijstijl zodanig aan
dat de indicator binnen de groene
zone blijft. Hoe dichter de indicator de
rode zone nadert, hoe hoger het
Page 123 of 341

Instrumenten en bedieningsorganen121brandstofverbruik. Tegelijkertijd
wordt de gemiddelde verbruiks‐
waarde weergegeven.
Afhankelijk van de autoversie toont de Eco-index waarden voor dagteller‐
pagina A/1 of de actuele rijcyclus. In
het laatste geval wordt de volgende
keer dat u het contact inschakelt de
indicator gereset.
Menu Audio
In het menu Audio kunt u naar muziek zoeken, uit favorieten selecteren of
van audiobron wisselen.
Zie handleiding bij het Infotainment.
Menu Telefoon In het menu Telefoon kunt u telefoon‐
gesprekken beheren en voeren, door contactpersonen scrollen of hands‐
free telefoneren.
Zie handleiding bij het Infotainment.
Menu Navigatie
In het menu Navigatie kunt u route‐
begeleiding inschakelen.
Zie handleiding bij het Infotainment.Menu Voertuiginformatie, ? of
Opties
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het Optie‐
menu. Sommige zijn voor uw speci‐
fieke auto wellicht niet beschikbaar. Afhankelijk van het display zijn
sommige functies weergegeven als
symbool.
Draai aan het stelwiel of druk op ä of
å om een pagina te selecteren en
volg de instructies in de submenu's op:
● eenheden
● displayonderwerpen
● infopagina's
● snelheidswaarschuwing
● draagvermogen band
● metertjes
● software-informatie
Eenheden
Druk op é terwijl de eenhedenpagina
wordt weergegeven. Selecteer Engelse of metrische eenheden door
op 9 te drukken.Displayonderwerpen
Druk tijdens het weergeven van
Displayonderwerpen op é. Selecteer
Sport- of Tourmodus door op 9 te
drukken. In de Sportmodus is er meer
boordinformatie, in de Tourmodus is
er meer media-informatie.
Deze instelling is alleen beschikbaar
bij een Uplevel-display.
Infopagina's
Druk tijdens het weergeven van Info‐
pagina's op é. Er verschijnt een lijst
met alle opties in het menu Info.
Selecteer de functies die op de
pagina Info moeten worden weerge‐
geven door op 9 te drukken. Gese‐
lecteerde pagina's hebben een 9 in
een aankruisvakje. Niet zichtbare
functies hebben een leeg aankruis‐
vakje. Zie Menu Info bovenstaand.
Snelheidswaarschuwing
Op het snelheidswaarschuwingsdis‐
play kunt u een snelheid instellen die
u niet wilt overschrijden.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op é te drukken terwijl de
pagina wordt weergegeven. Druk op
Page 124 of 341

122Instrumenten en bedieningsorganenä of å om de waarde aan te passen.
Druk op 9 om de snelheid in te stel‐
len. Na het instellen van de snelheid
kan deze functie worden uitgescha‐
keld door tijdens het bekijken van
deze pagina op 9 te drukken. Als de
geselecteerde maximumsnelheid
wordt overschreden, verschijnt er een pop-upwaarschuwing en klinkt er een geluidssignaal.
Draagvermogen band
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 274.
Metertjes● Accuspanning
Geeft de accuspanning weer. Bij
een draaiende motor kan de
spanning variëren tussen 12 en
15,5 V. Bij een hoge elektrische
belasting is een tijdelijke span‐
ning lager dan 12 V mogelijk.
● Motorolietemperatuur
Geeft de motorolietemperatuur in
graden Celsius weer.
Software-informatie
Geeft informatie over open source-
software weer.
Info-Display
Het Info-Display zit in het instrumen‐ tenpaneel bij de instrumentengroep.
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
● 7" Colour-Info-Display met
aanraakschermfunctionaliteit
of
● 8" Colour-Info-Display met
aanraakschermfunctionaliteitOp de Info-Displays kan het volgende worden aangegeven:
● tijd 3 93
● buitentemperatuur 3 93
● datum 3 93
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleiding
Infotainment
● instellingen klimaatregeling 3 157
● achteruitkijkcamera 3 227
● panoramazichtsysteem 3 225
● parkeerhulpinstructies 3 215
● kruisend verkeer achter 3 229
● visualisatiemenu Flex Ride 3 190.
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeemberichten
● persoonlijke instellingen 3 129
7 inch Colour-Info-Display Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Page 125 of 341

Instrumenten en bedieningsorganen123
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Raak met een vinger het gewenste
pictogram in het scherm aan.
Raak een pictogram aan om die func‐ tie te selecteren.
Raak 9 aan om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Persoonlijke instellingen 3 129.
8 inch Colour-Info-Display
Menu's en instellingen selecteren
Het display werkt op drie manieren:
● via toetsen onder het display
● door bediening van het aanraak‐ scherm
● via spraakherkenningBediening met toetsen
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Druk op BACK om een menu af te
sluiten zonder een instelling te wijzi‐
gen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.Bediening met aanraakscherm
U schakelt het display in door op X te
drukken. Druk op ; om de thuispa‐
gina te selecteren.
Raak met een vinger het gewenste
displaypictogram van het menu aan
of selecteer met de vinger een func‐
tie.
Scrol met de vinger omhoog of
omlaag door een langere submenu‐
lijst.
Bevestig een gewenste functie of
selectie door deze aan te raken.
Raak q op het display aan om een
menu af te sluiten zonder een instel‐
ling te wijzigen.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.