cruise control OPEL INSIGNIA BREAK 2019.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.5, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2019.5Pages: 335, PDF Size: 9.43 MB
Page 13 of 335

Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......40
2 Buitenspiegels ......................37
3 Centrale vergrendeling .........24
4 Zijdelingse luchtroosters .....160
5 Cruisecontrol ......................189
Snelheidsbegrenzer ............191
Adaptieve cruisecontrol ......192
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 203
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht/groot
licht, grootlichtassistentie ....145
Omgevingsverlichting ......... 149
Parkeerlichten .....................146
Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
7 Instrumenten ...................... 103
Driver Information Center .... 114
8 Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
9 Head-updisplay ...................12410Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 91
11 Middelste luchtroosters ......160
12 Alarmknipperlichten ...........144
13 Info-Display ......................... 122
14 Status-led alarmsysteem .....34
15 Elektronische
stabiliteitsregeling ...............186
Traction Control-systeem ...185
16 Handschoenenkastje ...........74
17 Bedieningselementen
voor display ......................... 122
18 Verwarming en ventilatie ....150
19 Stroomaansluiting .................95
20 Bedieningsorganen
Flexride ............................... 187
Parkeerhulp /
geavanceerde parkeerhulp 213
Lane Keep Assist ...............233
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 16721 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................180
Automatische
versnellingsbak ..................175
22 Elektrische parkeerrem .......182
23 Aan/uit-schakelaar ..............164
24 Stuurwiel instellen ................90
25 Claxon .................................. 91
26 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 247
27 Zekeringenkast ..................268
28 Lichtschakelaar ..................139
Koplampverstelling ............142
Mistlampen /
mistachterlichten ................145
Instrumentenverlichting ......146
29 Bediening head-updisplay ..124
Page 91 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen89Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................90
Stuurwielverstelling ...................90
Stuurbedieningsknoppen ...........90
Verwarmd stuurwiel ...................90
Claxon ....................................... 91
Wis- en wasinstallatie voorruit ...91
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 93
Buitentemperatuur .....................94
Klok ........................................... 94
Elektrische aansluitingen ...........95
Inductief opladen .......................96
Asbakken ................................... 97
Waarschuwingslampjes, meters
en controlelampjes .......................98
Instrumentengroep ....................98
Snelheidsmeter .......................103
Kilometerteller ......................... 104
Dagteller .................................. 104
Toerenteller ............................. 105
Brandstofmeter ........................105
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ........................................... 106
Service-display ........................ 106Controlelampen .......................107
Richtingaanwijzers ..................107
Gordelverklikker ......................108
Airbag en gordelspanners .......108
Airbag-deactivering .................109
Laadsysteem ........................... 109
Storingsindicatielamp ..............109
Rem- en koppelingssysteem ...109
Elektrische handrem ................109
Elektrische handrem defect .....110
Antiblokkeersysteem (ABS) .....110
Schakelen ................................ 110
Afstand tot voorligger ..............110
Lane keep assist .....................110
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............111
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..111
Traction Control-systeem UIT . 111
Koelvloeistoftemperatuur .........111
Voorverwarming ......................111
AdBlue ..................................... 111
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 112
Motoroliedruk ........................... 112
Te laag brandstofpeil ...............112
Startbeveiliging ........................112
Rijverlichting ............................ 113
Groot licht ................................ 113
Grootlichtassistentie ................113Led-koplampen ........................113
Mistlampen voor ......................113
Mistachterlicht ......................... 113
Cruise control .......................... 113
Adaptieve cruise control ..........113
Voorligger gedetecteerd ..........113
Voetgangersdetectie ...............114
Snelheidsbegrenzer ................114
Verkeersbordherkenning .........114
Portier open ............................. 114
Displays ..................................... 114
Driver Information Center ........114
Info-Display ............................. 122
Head-updisplay .......................124
Boordinformatie ......................... 127
Geluidssignalen .......................127
Persoonlijke instellingen ............128
Telematicaservice ......................134
OnStar ..................................... 134
Page 92 of 335

90Instrumenten en bedieningsorganenBedieningsorganenStuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
De cruisecontrol en snelheidsbegren‐
zer zijn te bedienen via de knoppen
links op het stuurwiel.
De frontaanrijdingswaarschuwing is
ook in te stellen met de knoppen links op het stuurwiel.
Het Infotainmentsysteem is via de
knoppen op het stuurwiel te bedie‐
nen.
Rijhulpsystemen 3 189.
Driver Information Center 3 114.
Verwarmd stuurwiel
Druk op * om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en tijdens een Autostop.
Stop/Start-systeem 3 167.
Page 105 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen103OverzichtORichtingaanwijzers 3 107XGordelverklikker 3 108vAirbags en gordelspanners
3 108VAirbag deactiveren 3 109pLaadsysteem 3 109ZStoringsindicatielamp 3 109RRem- en koppelingssysteem
3 109mElektrische parkeerrem 3 109jStoring elektrische parkeerrem
3 110uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 110RSchakelen 3 110EAfstand tot voorligger 3 110aLane Keep Assist 3 110nElektronische stabiliteitsregeling
UIT 3 111bElektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem
3 111kTraction Control-systeem uit
3 111WKoelvloeistoftemperatuur
3 111!Voorverwarmen 3 111uAdBlue 3 111wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 112IMotoroliedruk 3 112YTe laag brandstofpeil 3 112dStartbeveiliging 3 1128Buitenverlichting 3 113CGroot licht 3 113fGrootlichtassistentie 3 113fLed-koplampen 3 113>Mistlampen voor 3 113rMistachterlicht 3 113mCruisecontrol 3 113CAdaptieve cruisecontrol 3 113AVoorligger gedetecteerd 3 1137Voetganger vóór gedetecteerd
3 114LSnelheidsbegrenzer 3 114LVerkeersbordherkenning 3 114hPortier open 3 114
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Page 115 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen113Storing in de startbeveiliging. De
motor kan niet worden gestart.
Startbeveiliging 3 36.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 139.
Groot licht
C brandt blauw.
Brandt bij ingeschakeld grootlicht of
bij lichtsignaal 3 140.
Grootlichtassistentie
f brandt groen.
De grootlichtassistentie is geacti‐ veerd 3 140.
Led-koplampen f brandt of knippert geel.
Brandt Storing in het systeem.
De hulp van een werkplaats inroepen.Knippert
Systeem wordt overgeschakeld op
symmetrisch dimlicht.
Controlelampje f knippert gedurende
ongeveer 4 seconden na het inscha‐
kelen van het contact als herinnering
voor het symmetrische dimlicht
3 142.
Mistlampen voor > brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 145.
Mistachterlicht
ø brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld
3 145.
Cruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.Brandt groen
De cruise control is ingeschakeld. De
ingestelde snelheid wordt in het
Driver Information Center aangege‐
ven.
Cruise control 3 189.
Adaptieve cruise control
C brandt op het Driver Information
Centre.
C brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
C brandt groen
De adaptieve cruise control is inge‐
schakeld.
Adaptieve cruise control 3 192.
Voorligger gedetecteerd
A brandt groen of geel.
Brandt groen Er is een voertuig in dezelfde rijstrookgedetecteerd.
Page 116 of 335

114Instrumenten en bedieningsorganenBrandt geelDe afstand tot een voorligger wordt te
kort of wanneer u een ander voertuig
te snel nadert.
Adaptieve cruisecontrol 3 192.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 203.
Voetgangersdetectie
7 brandt geel.
Het systeem detecteert een voetgan‐
ger vóór de auto.
Snelheidsbegrenzer L brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
Snelheidsbegrenzer is actief. Inge‐
stelde snelheid wordt aangegeven bij
symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 191.Verkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 229.
Portier open
h brandt rood.
Een portier of de achterklep staat open.Displays
Driver Information Center Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de instru‐
mentengroep is het Driver Informa‐
tion Center verkrijgbaar als Basele‐
vel-display, Midlevel-display of Uple‐
vel-display.
De indicatie op het Driver Information
Center is afhankelijk van de uitrus‐
ting:
● kilometerteller en dagteller
● boordinformatie
● informatiemenu dagteller/brand‐ stof
● informatie over zuinig rijden
● boord- en waarschuwingsinfor‐ matie
● audio- en Infotainmentinformatie
● telefooninformatie
● navigatie-informatie
● auto-instellingen
Page 121 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen119Wanneer er onmiddellijk moet
worden bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Daarbij gaat
controlelampje Y op de brandstofme‐
ter knipperen 3 112.Huidig brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Resterende levensduur van de olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het getal in % staat
voor de resterende levensduur van
de olie 3 106.
Bandenspanning
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 273.
Timer
Baselevel-display: tijdklok starten en
stoppen met Å. Zet terug door Å
vast te houden wanneer de tijdklok
niet werkt.
Midlevel- of Uplevel-display: Druk
voor starten of stoppen van de tijdklok
weer op Å en Å. Druk voor terug‐
zetten op Å, kies Resetten en beves‐
tig met Å.
Verkeerstekengeheugen
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 229.
Volgafstand
Geeft de afstand tot een rijdende voorligger weer 3 206. Als de adap‐
tieve cruisecontrol actief is, geeft deze pagina in plaats daarvan de
ingestelde afstand tot voorligger
weer.
Rijhulp
Hier ziet u de status van diverse
bestuurdersondersteuningssyste‐
men:
Adaptieve cruisecontrol 3 192.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 203.
Lane Keep Assist 3 233.
AdBlue niveau
Toont het peil in de AdBlue-tank 3 172.Eco-informatiemenu, @
● Topverbruikers
● Economy trend
● ECO index
Bij een Mid- en Uplevel-display
verschijnen de pagina's
Topverbruikers , Economy trend en
ECO index in het menu Info, zie hier‐
boven.
Topverbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
aangegeven.
In bepaalde omstandigheden acti‐
veert de motor de achterruitverwar‐
ming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder
deze heeft geactiveerd.
Page 122 of 335

120Instrumenten en bedieningsorganenEconomy trend
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en tonen de invloed van het terrein of het rijge‐drag op het brandstofverbruik.
ECO index
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven op een zuinig‐
heidsschaal. Pas omwille van een
zuinig verbruik de rijstijl zodanig aan
dat de indicator binnen de groene
zone blijft. Hoe dichter de indicator de
rode zone nadert, hoe hoger het
brandstofverbruik. Tegelijkertijd
wordt de gemiddelde verbruiks‐
waarde weergegeven.
Afhankelijk van de autoversie toont
de Eco-index waarden voor dagteller‐ pagina A/1 of de actuele rijcyclus. In
het laatste geval wordt de volgende
keer dat u het contact inschakelt de
indicator gereset.
Audio-menu G
Hier kunt u naar muziek zoeken, uit
favorieten selecteren of van audio‐
bron wisselen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Telefoon-menu $
Hier kunt u telefoongesprekken behe‐ ren en voeren, door contactpersonenscrollen of handsfree bellen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Navigatie-menu §
Hiermee schakelt u de routebegelei‐
ding in.Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Menu Voertuiginformatie, ?,
Opties of %
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het Optie‐
menu. Sommige zijn voor uw speci‐
fieke auto mogelijk niet beschikbaar.
Afhankelijk van het display zijn
sommige functies weergegeven als
symbool.
● Eenheden
● Weergave
● Opties info pagina
● Opties home pagina
● Adaptieve cruise control
● Snelheidswaarschuwing
● Draagvermogen banden
● Meters
● Software informatie
● Head-updisplay
● AdBlue niveau
Page 123 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen121Eenheden
Selecteer het displayeenhedenstel‐
sel: Engels of metriek.
Weergave
Druk op é en selecteer de Sport- of
Touringmodus. In de Sportmodus is
er meer boordinformatie, in de Tour‐
modus is er meer media-informatie.
Deze instelling is alleen beschikbaar
bij een Uplevel-display.
Opties info pagina
Er verschijnt een lijst met alle pagina's in het menu Info, zie hierboven.
Selecteer de pagina's die moeten
worden weergegeven in het menu
Info. Geselecteerde pagina's hebben
een 0. Niet zichtbare functies hebben
een leeg aankruisvakje.
Opties home pagina
Selecteer welke waarden op de start‐ pagina van het Driver Information
Center verschijnen, bijv. snelheid of
actieradius.
Adaptieve cruise control
Activeert of deactiveert de intelligente adaptieve cruisecontrol 3 192.Snelheidswaarschuwing
Op de snelheidswaarschuwingspa‐
gina kunt u een snelheid instellen die u niet wilt overschrijden.
U kunt de maximumsnelheid alleen
instellen wanneer de snelheidswaar‐ schuwing is geactiveerd. Na het
instellen van de snelheid kan deze functie worden uitgeschakeld door
tijdens het bekijken van deze pagina
op Å te drukken. Als de geselec‐
teerde maximumsnelheid wordt over‐
schreden, verschijnt er een pop-
upwaarschuwing en klinkt er een
geluidssignaal.
Draagvermogen banden
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 273.Meters
● Olietemperatuur
Geeft de motorolietemperatuur in
graden Celsius weer.
● Accuspanning
Geeft de accuspanning weer. Bij
een draaiende motor kan de
spanning variëren tussen 12 en
15,5 V. Bij een hoge elektrische
belasting is een tijdelijke span‐ ning lager dan 12 V mogelijk.
● Laaddruk
Geeft de vuldruk van de turbo‐
compressor van de motor in %
weer.
Page 127 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen125Scherm Prestaties
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● toerenteller: motortoerental in omwentelingen per minuut
● automatische versnellingsbak: stand schakelhendel
● handgeschakelde / automatische
versnellingsbak: Schakelindica‐
tie
Scherm Audio
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● informatie over momenteel beluisterde audio
Scherm Navigatie
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● informatie over turn-by-turn navi‐
gatieControlelampjes actieve veiligheid
Op alle schermen verschijnen contro‐
lelampjes van de volgende rijhulpsys‐
temen op de bovenste regel van het
display
● voorligger gedetecteerd A: voer‐
tuigherkenning
● lane keep assist a: status en
waarschuwing
● adaptieve cruisecontrol Õ:
ingestelde snelheid en status
● voetganger vóór gedetecteerd 7:
voetgangersherkenning
Pop-upwaarschuwingen
De volgende lijst bevat maar enkele
van de mogelijke waarschuwingen.
Sommige zijn mogelijk niet beschik‐
baar voor uw specifieke auto, andere
kunnen afhankelijk van de boordcon‐
figuratie verschijnen.
Zo nodig verschijnen er waarschu‐
wingen op elke pagina
● voetgangersbeschermingswaar‐ schuwing
● frontaanrijdingswaarschuwing● waarschuwing op-/terugschake‐ len
● inkomend gesprek
Waarschuwingen met een lagere
prioriteit kunnen worden teruggezet
door op G te drukken, waarschuwin‐
gen met een hoge prioriteit verschij‐
nen zo lang als het gevaar aanhoudt. Bij systeemberichten of boordwaar‐schuwingen is mogelijk onmiddellijke
actie vereist. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
De stand van het beeld van het
head-updisplay aanpassen
1. De bestuurdersstoel verstellen.
2. Start de motor.
3. Knop indrukken of optillen . om
het beeld te centreren. Het kan
alleen omhoog en omlaag worden bijgesteld, niet zijwaarts.9 Waarschuwing
Als het scherm van het head-
updisplay te helder is of te hoog in uw gezichtsveld staat, kan dit uw