air condition OPEL INSIGNIA BREAK 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2020Pages: 329, PDF Size: 9.37 MB
Page 17 of 329

Kort en bondig15KlimaatregelingVerwarmbare achterruit
Om in te schakelen b indrukken.
Verwarmbare achterruit 3 43.
Verwarmde voorruit
Om in te schakelen , indrukken.
Verwarmde voorruit 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels
Met b bedient u ook de verwarmbare
buitenspiegels.
Verwarmbare buitenspiegels 3 40.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, airconditioning
● á indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel‐
heid, de luchtstroom wordt op de voorruit gericht.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Schakel zo nodig de airco A/C in.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Airconditioning 3 145.
Page 18 of 329

16Kort en bondigRuiten ontwasemen en
ontdooien, elektronische
klimaatregeling
● Druk op à. Temperatuur en
luchtverdeling worden automa‐
tisch ingesteld, de aanjager
draait met een hoge snelheid.
● Airconditioning inschakelen: Druk op CLIMATE om het menu
klimaatregeling op het Info-
Display te openen en selecteer daarna A/C.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
Elektronisch klimaatregelsysteem 3 149.
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 176.
Automatische versnellingsbakP:parkeerstandR:achteruitversnellingN:vrij (neutraal)D:Automatische modusM:handgeschakelde modus<:opschakelen]:terugschakelen
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en u het rempedaal intrapt. Druk op de ontgrendelknop om P of R in te
schakelen.
Automatische versnellingsbak
3 171.
Page 147 of 329

Klimaatregeling145KlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............145
Airconditioning ......................... 145
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 149
Hulpverwarming ......................154
Luchtroosters ............................. 154
Verstelbare luchtroosters ........154
Vaste luchtroosters ..................155
Onderhoud ................................. 155
Luchtinlaat ............................... 155
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 156
Service .................................... 156Klimaatregelsystemen
Airconditioning
Afbeelding toont functies die voor uw
specifieke auto mogelijk niet beschik‐
baar zijn.
Bedieningsorganen voor: ● Luchtdebiet E
● Temperatuur TEMP
● Luchtverdeling ", x en y
● Airconditioning A/C
● Ontwasemen en ontdooien á
● Luchtrecirculatie n
● Buitenlucht (
● Verwarmbare achterruit en
buitenspiegels b
● Voorruitverwarming ,
● Stoelverwarming ß
Sommige wijzigingen van instellingen worden even aangegeven op hetInfo-Display. Het led-lampje in de
desbetreffende knop geeft de geacti‐
veerde functie aan.
Luchtdebiet E
Luchtdebiet instellen door E op de
gewenste snelheid te draaien.rechtsom:versnellenlinksom:vertragen
Temperatuur TEMP
Temperatuur aanpassen door TEMP
op de gewenste temperatuur te
draaien.
rode zone:warmerblauwe zone:kouder
De verwarming werkt pas optimaal als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Page 148 of 329

146KlimaatregelingLuchtverdeling ", x en y
Indrukken:":naar de voorruit en de voorste
zijruitenx:naar hoofdzone en zitplaatsen
achterin via verstelbare lucht‐
roostersy:naar voetenruimte voor en
achter en voorruit
Er zijn ook combinaties mogelijk.
Airconditioning A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De activering wordt
aangeduid door het led-lampje in de
toets. Koeling werkt alleen bij een
draaiende motor en ingeschakelde
ventilator van de klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht vanaf het
moment dat de buitentemperatuur
iets boven het vriespunt ligt. Er kan
zich dan condens vormen en onder
de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen.
Geactiveerde koeling kan een Auto‐
stop verhinderen.
Stop/Start-systeem 3 163.Ruiten ontwasemen en
ontdooien á
●á indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel‐
heid, de luchtstroom wordt op de voorruit gericht.
● Draaiknop voor temperatuur TEMP in hoogste stand zetten.
● Schakel zo nodig de airco A/C in.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Voorruitverwarming , inscha‐
kelen, mits beschikbaar.
Page 150 of 329

148KlimaatregelingBuitenluchtmodus (
Druk op ( om de buitenluchtmo‐
dus te activeren, het led-lampje licht
op.
Luchtrecirculatiemodus met n
inschakelen. De buitenluchtmodus wordt gedeactiveerd.
Maximale koeling
Ruiten kortstondig openen zodat de
warme lucht snel kan ontsnappen.
● Airconditioning inschakelen A/C.
● Druk op n voor luchtrecircula‐
tiesysteem aan.
● Druk op x voor luchtverdeling.
● Draaiknop voor temperatuur TEMP in laagste stand zetten,
● Aanjagersnelheid E op hoogste
stand zetten,
● Alle luchtroosters openen.
Versie met
voorruitverwarming ,
Als de auto is uitgerust met voorruit‐
verwarming, wordt toets ( vervan‐
gen door toets ,.
Verwarmbare achterruit en buiten‐ spiegels b 3 43.
Voorruitverwarming , 3 44.
Verwarmde stoelen q 3 55.
Page 151 of 329

Klimaatregeling149Elektronisch
klimaatregelsysteem
Dankzij de twee zones van de
klimaatregeling kunt u de tempera‐
tuur aan de bestuurders- en passa‐
gierskant voorin afzonderlijk regelen.
In de automatische modus worden
temperatuur, luchtdebiet en luchtver‐
deling automatisch geregeld.
Afbeelding toont functies die voor uw
specifieke auto mogelijk niet beschik‐
baar zijn.
Bedieningsorganen voor:
● draaiknop voor temperatuur aan bestuurderskant
● draaiknop voor temperatuur aan passagierskant
● Met CLIMATE gaat u naar het
menu Klimaatinstelling op het
Info-Display
● Luchtdebiet hoger ( en lager )
zetten
● Klimaatregeling ON/OFF of â
● Automatische modus AUTO
● Handmatig bediende luchtrecir‐ culatie n
● Ontwasemen en ontdooien à
● Verwarmbare achterruit en buitenspiegels b
● Voorruitverwarming ,
● Stoelverwarming q
● Geventileerde stoelen r
Het led-lampje in de desbetreffende
knop geeft de geactiveerde functie
aan.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.Menu Klimaatinstelling CLIMATE
Instellingen voor
● Luchtverdeling w, x , y
● Luchtdebiet E
● Temperatuur voor bestuurders- en passagierszijde 23°/25°
● Temperatuursynchronisatie met twee zones SYNC
● Airconditioning A/C
kan handmatig worden geactiveerd in het menu Klimaatinstelling. Druk op
CLIMATE om het menu te openen en
tik op de tiptoetsen.
Page 154 of 329

152KlimaatregelingAirconditioning A/C
Druk op Climate om het menu te
openen en tik op de tiptoets A/C om
de airco in of uit te schakelen.
Koeling werkt alleen bij een draai‐
ende motor en ingeschakelde venti‐
lator van de klimaatregeling.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht vanaf een
bepaalde buitentemperatuur. Er kan
zich dan condens vormen en onder
de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen.
Handmatig bediende
luchtrecirculatie n
Luchtrecirculatiemodus met n
inschakelen. Het led-lampje in de
knop brandt om activering aan te
geven.
Recirculatiemodus uitschakelen door
weer op n te drukken.
9Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt
na verloop van tijd af, wat tot
vermoeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden.
Wanneer de omgevingslucht warm
en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant aandampen wanneer
er koude lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt, moet u de ruitenwisser inschakelen
en w uitschakelen.
Automatische luchtrecirculatie
Een luchtvochtigheidssensor scha‐ kelt automatisch over op buitenlucht
als de luchtvochtigheid in het interieur
te hoog is.
Page 155 of 329

Klimaatregeling153Ruiten ontwasemen en ontdooien à
● Druk op à. Het led-lampje in de
knop brandt om activering aan te
geven.
● Temperatuur en luchtverdeling worden automatisch ingesteld,
de aanjager draait met een hoge
snelheid.
● Airconditioning inschakelen: Druk op CLIMATE om het menu
klimaatregeling op het Info- Display te openen en selecteer
daarna A/C.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Voorruitverwarming , inscha‐
kelen, mits beschikbaar.
● Om terug te gaan naar de vorige modus: à weer indrukken, om
naar de automatische modus
terug te gaan, AUTO indrukken.
Let op
Als à wordt ingedrukt terwijl de
motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op à
wordt gedrukt.
Als à wordt ingedrukt terwijl de
motor in een Autostop is, zal de
motor automatisch herstarten.
Stop/Start-systeem 3 163.Elektronisch klimaatregelsysteem
deactiveren of activeren ON/OFF
De koeling, ventilator en automati‐
sche modus kunnen worden uitge‐
schakeld door op ON/OFF te druk‐
ken. Na het deactiveren van het
systeem brandt het led-lampje in de
toets ON/OFF niet.
Activering door opnieuw indrukken
van ON/OFF of AUTO . Het led-lampje
in de knop brandt om activering aan
te geven.
Page 158 of 329

156KlimaatregelingAirconditioning regelmatigaanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling
eenmaal per maand, ongeacht de
weersgesteldheid of het seizoen,
enkele minuten worden ingescha‐
keld. Bij te lage buitentemperaturen
kan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
Service Om de koeling optimaal te laten
werken, is het raadzaam het klimaat‐
regelsysteem jaarlijks te laten contro‐ leren, te beginnen drie jaar na afleve‐
ring van de nieuwe auto, te weten:
● functie- en druktest
● werking van de verwarming
● lektest
● controle van de aandrijfriemen ● afvoer van condensor en verdamper reinigen
● prestatietest
● controle cabineluchtfilter
Page 167 of 329

Rijden en bediening165Stroombesparingsmaatregelen
Tijdens een Autostop worden
verschillende elektrische functies,
bijv. de elektrische hulpverwarming of
de achterruitverwarming, uitgescha‐
keld of in een stroomspaarstand gezet. De ventilatorsnelheid van het
aircosysteem wordt verminderd om
stroom te besparen.
Herstarten van de motor door de
bestuurder
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak
Alle motoren zijn op twee manieren te
herstarten: met een conventionele of
een late herstart.Conventionele herstart
Trap het koppelingspedaal in zonder
het rempedaal in te trappen om de
motor opnieuw te starten.Late herstart
Een late herstart is alleen beschik‐
baar op hellingen tot 5%.
● Trap het rempedaal in.
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Selecteer de eerste versnelling.
● Laat het rempedaal opkomen om
de motor te herstarten.
Auto’s met een automatische
versnellingsbak
Laat het rempedaal los of verzet de
schakelhendel van D naar N of P om
de motor opnieuw te starten.
Herstarten van de motor door het
stop-startsysteem
De schakelhendel moet in neutraal
staan om automatisch herstarten
mogelijk te maken.
Als er zich een van de volgende
omstandigheden voordoet tijdens
een Autostop, dan zal de motor auto‐ matisch door het stop-startsysteem
worden herstart:
● Het stop-startsysteem is manu‐ eel uitgeschakeld.
● De motorkap is open.
● De veiligheidsgordel van de bestuurders is losgemaakt en hetbestuurdersportier is geopend.
● De motortemperatuur is te laag.● Het oplaadniveau van de accu is onder een bepaald niveau.
● Het remvacuüm is niet voldoende.
● De auto reed minstens stap‐ voets.
● Het klimaatregelsysteem vereist het starten van de motor.
● De airconditioning wordt hand‐ matig ingeschakeld.
Als de motorkap niet volledig dicht‐
staat, verschijnt een waarschuwings‐
bericht in het Driver Information
Centre.
Als een elektrische accessoire, bijv.
een draagbare cd-speler, op de elek‐
trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Let op
Als een aanhanger of fietsendrager
is aangekoppeld, is een late herstart
gedeactiveerd.