ESP OPEL KARL 2018.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2018.5Pages: 99, PDF Size: 2.09 MB
Page 80 of 99

80RadioHet infotainmentsysteem slaat deze
zenders op in de desbetreffende
categorielijst, gesorteerd op program‐
matype.
Let op
De lijstoptie  Categorieën  is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB-
golfband.
FM-frequentiebereik  3 81.
DAB  3 82.
Druk op  MENU om het betreffende
golfbereikmenu weer te geven en
selecteer  Categorieën .
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmacategorieën.
Selecteer de gewenste categorie. Er
verschijnt een lijst met zenders die
een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Zenderlijsten bijwerken Druk op  MENU om het golfbereik‐
menu te openen en selecteer
Zenderlijst bijwerken .
De betreffende zenderlijst wordt
bijgewerkt.Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
Er zijn 24 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen met vier favorieten per
pagina.
Selecteer  FAV om de favorietenlijst
weer te geven.
Een zender opslaan Selecteer de zenders die u wilt
opslaan.
Selecteer de betreffende favorieten-
schermtoets en houd deze ingedrukt
tot er een pieptoon klinkt en de
zendernaam op de betreffende favor‐
ietenschermtoets verschijnt.
De zender wordt als favoriet opgesla‐ gen.
Een zender oproepen Druk zo nodig herhaald op  FAV om
naar de betreffende favorietenpagina
te bladeren.
Selecteer de gewenste schermtoets
voor de favoriet. De gewenste radio‐
zender wordt afgespeeld.
Let op
De huidige favoriet wordt gemar‐
keerd.
Bepalen hoeveel favorieten er
worden getoond
Druk op  MENU, blader door de lijst en
selecteer  Aantal favorietenpagina's
instellen .
Selecteer de gewenste optie. 
Page 86 of 99

86Externe apparatenLet op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De volgende MP3- en WMA-bestan‐
den kunnen worden afgespeeld:
● Transmissiesnelheid: 8 kbps ~ 320 kbps
● Samplingfrequentie: 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16 kHz
(voor mpeg-2)
MP3-bestanden die gebruik maken
van VBR, kunnen worden afge‐
speeld.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie (versie 1.0, 1.1,
2.2, 2.3 en 2.4) kan het infotainment‐
systeem informatie weergeven, bijv.
over de titel van de track en de artiest.Audio afspelen
Weergave starten
Aansluiten van het apparaat  3 84.
Druk herhaaldelijk op  MEDIA om de
gewenste mediabron te selecteren.
Voorbeeld: USB-bron.
Let op
De onderstaande bedieningsfunc‐
ties zijn niet beschikbaar voor AUX-
apparaten.
Functietoetsen
Naar het vorige of volgende bestand
gaan
Druk op  t of  v om het vorige of
volgende nummer af te spelen.
Als, zodra het nummer wordt afge‐
speeld, binnen 5 seconden op  t
wordt gedrukt, gaat het systeem naar het begin van het huidige nummer.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd  t of  v ingedrukt om snel
voor- of achteruit te spoelen.
Afspeelvolgorde Druk in het desbetreffende audiobron
op  MENU  en blader door de lijst naar
Willekeurige volgorde .
Stel  Willekeurige volgorde  in op
AAN  om de nummers op het apparaat
in willekeurige volgorde af te spelen.
Stel  Willekeurige volgorde  in op UIT
om de nummers in de normale volg‐
orde af te spelen.
Bladeren naar een nummer Afhankelijk van het apparaat kunt u
naar nummers bladeren in de cate‐
gorieën en subcategorieën van een
mappenstructuur.
Let op
Om deze functie te kunnen gebrui‐
ken, moet de indexering voltooid
zijn. 
Page 88 of 99

88SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................88
Gebruik ........................................ 88Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel  3 84 of via Bluetooth  3 90.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Houd  qw op het stuurwiel ingedrukt
om een spraakherkenningssessie te
starten. Er verschijnt een spraakbe‐
sturingsbericht op het scherm.
Zodra er een pieptoon heeft geklon‐
ken kunt u een commando uitspre‐
ken. Raadpleeg voor informatie over
ondersteunde commando's de
gebruiksaanwijzing van uw smart‐
phone.Volume van gesproken commando's
aanpassen
Draai aan  m op het bedieningspaneel
of druk op  + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op  xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt, de
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd. 
Page 91 of 99

Telefoon914. Het infotainmentsysteem en hetapparaat zijn gekoppeld. Het tele‐foonmenu verschijnt.
5. Indien aanwezig op het Bluetooth-
apparaat, worden het telefoon‐
boek en de bellijsten naar het info‐ tainmentsysteem gedownload.
Bevestig indien nodig de melding
op uw smartphone.
Let op
Om de contacten door het infotain‐
mentsysteem te laten lezen, moeten ze zijn opgeslagen in het telefoon‐
geheugen van de mobiele telefoon.
Een ander apparaat koppelen
Druk op  PHONE, blader door de lijst
en selecteer  Bluetooth-apparaten .
Druk op  Toevoegen  om het koppe‐
lingsproces van een ander apparaat
te starten.
Ga verder met stap 2 van "Het eerste
apparaat koppelen" (zie hierboven).
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op  PHONE, blader door de lijst
en selecteer  Bluetooth-apparaten .Kies het gewenste apparaat en selec‐
teer  Verbinden .
Zo nodig wordt de verbinding met het huidige apparaat verbroken. Het
geselecteerde apparaat wordt
verbonden.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op  PHONE, blader door de lijst
en selecteer  Bluetooth-apparaten .
Kies het apparaat dat momenteel is
verbonden en selecteer  Verbreken.
De verbinding met het apparaat wordt
verbroken.
Een apparaat wissen Druk op  PHONE, blader door de lijst
en selecteer  Bluetooth-apparaten .
Kies het apparaat dat u uit de appa‐ ratenlijst wilt verwijderen en selecteer
Wissen .
Het apparaat is gewist.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet 
Page 92 of 99

92Telefoongedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en
regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv.  112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op  PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer
Toetsen . Het toetsenblok verschijnt.
Draai aan  MENU om het cijfer dat u
wilt invoeren te markeren en druk op
MENU  om het betreffende cijfer te
selecteren. Voer het gewenste
nummer in.
Selecteer  k of druk op  BACK om
cijfers te verwijderen.
Selecteer  Bel om het telefoongesprek
te initiëren.
Contacten
Druk op  PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer  Contactpersonen . De
contactenlijst wordt getoond.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste contactpersoon. De
contactpersoon wordt weergegeven.
Selecteer een van de onder het
contact opgeslagen telefoonnum‐
mers. Het nummer wordt gebeld. 
Page 93 of 99

Telefoon93Gesprekkenlijsten
Druk op  PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer  Recente gesprekken . De
recente gesprekkenlijst wordt weer‐ gegeven.
Selecteer  Gemist, Ontvangen  of
Verzonden , afhankelijk van de
oproep die u zoekt.
Selecteer een van de telefoonnum‐
mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Inkomend telefoongesprek
Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief
als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met de
naam of nummer van de beller.Selecteer  Aannemen  om het gesprek
aan te nemen.
Telefoongesprek afwijzen
Oproep weigeren: selecteer
Negeren  in het bericht.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek wordt het gespreksscherm weergegeven.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer  Einde om het gesprek te
beëindigen.
Microfoon uitschakelen
Selecteer  Dempen om de microfoon
tijdelijk te deactiveren.
De schermtoets verandert in  Demp
niet .
Selecteer  Demp niet  om de microfoon
weer te activeren.
Handsfree-functie uitschakelen
Selecteer  Handset om het gesprek op
uw mobiele telefoon te vervolgen.
De schermtoets verandert in
Handsfree .
Selecteer  Handsfree  om de hands‐
free-functie opnieuw te activeren.
Tweede inkomende oproep Als een tweede gesprek binnenkomt,
verschijnt er een ander bericht met de naam van de beller of het nummer.
Selecteer  Wisselen om het telefoon‐
gesprek te beantwoorden en het
eerste gesprek in de wacht te zetten.
Oproep weigeren: selecteer
Negeren  in het bericht.
Tussen telefoongesprekken
schakelen
Druk op  PHONE of qw  op de audio‐
knoppen van het stuurwiel om tussen de twee gesprekken te wisselen.
Op het display verschijnt informatie
over het huidige gesprek. 
Page 94 of 99

94TelefoonBeëindigen van telefoongesprekken
De gesprekken kunnen één voor één worden beëindigd.
Selecteer  Einde. Het huidige gesprek
wordt beëindigd.
Tekstberichten
Tekstberichten die binnenkomen
wanneer de telefoon op het infotain‐
mentsysteem is aangesloten, kunnen op het infodisplay worden weergege‐
ven.
Voorwaarden Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van de betreffende telefoon moet geac‐
tiveerd zijn (zie de gebruiksaan‐
wijzing van uw apparaat).
● Afhankelijk van de telefoon moet het apparaat wellicht op "zicht‐baar" staan (zie de gebruiksaan‐wijzing van uw apparaat).● De betreffende telefoon moet
aan/op het infotainmentsysteemgekoppeld en aangesloten zijn.
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving  3 90.
● De betreffende telefoon moet Bluetooth Message Access
Profile (BT MAP) ondersteunen.
Een bericht bekijken Let op
Bij een snelheid van meer dan
8 km/u verschijnt het tekstbericht
niet op het scherm.
Als er een nieuw tekstbericht binnen‐
komt, verschijnt er een bericht.
Selecteer  Bekijken om het bericht te
lezen.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur 
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de typegoedkeu‐
ring van de auto vervallen (EU-richt‐
lijn 95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● De buitenantenne moet profes‐ sioneel worden geïnstalleerd om
het maximaal mogelijke bereik te krijgen.
● Maximaal zendvermogen: 10 watt
● De mobiele telefoon moet op een
geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het instructieboekje, het
hoofdstuk  Airbagsysteem . 
Page 97 of 99

97Menu......................................... 75
Telefoon .................................... 92
USB ........................................... 86
Geluidsinstellingen .......................75
I Infotainmentsysteem activeren .....73
Infotainmentsysteem inschakelen 73
Intellitext ....................................... 82
K Koppelen ...................................... 90
L L-Band .......................................... 82
M Maximaal opstartvolume............... 76
Menubediening ............................. 75
MENU-knop .................................. 75
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................94
Mute.............................................. 73
N Noodoproep .................................. 91
O
Overzicht bedieningselementen ...68R
Radio Categorielijst ............................. 79
DAB ........................................... 82
DAB-berichten ........................... 82
DAB-menu................................. 82
Digital Audio Broadcasting ........82
Favoriete lijsten ......................... 80
FM menu ................................... 81
Frequentielijst ............................ 79
Golfband.................................... 79
Intellitext .................................... 82
L-Band....................................... 82
Radio Data System ...................81
RDS........................................... 81
Regio ......................................... 81
Regio-instelling.......................... 81
TP.............................................. 81
Verkeersinformatie ....................81
Zender zoeken .......................... 79
Zenderlijst.................................. 79
Zenders ophalen .......................80
Zenders opslaan .......................80
Radio activeren............................. 79
Radio Data System ...................... 81
Regio ............................................ 81
Regio-instelling ............................. 81S
Selectie van frequentiebereik .......79
Spraakherkenning ........................88
Stemherkenning ........................... 88
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 86
Systeeminstellingen...................... 76 Fabrieksinstellingen terugzetten 76
Taal ........................................... 76
Tijd- en datuminstellingen .........76
Valetmodus ............................... 76
T
Taal............................................... 76
Tekstberichten .............................. 94
Telefoon Algemene informatie .................89
Beltoon ...................................... 92
Bluetooth ................................... 89
Bluetooth-verbinding .................90
Handsfree-modus...................... 92
Noodoproepen .......................... 91
Recente oproepen ....................92
Tekstberichten........................... 94
Telefoonboek ............................ 92
Telefoonboek ................................ 92
Telefoongesprek Afwijzen ..................................... 92
Initiëren ..................................... 92
Opnemen .................................. 92