park assist OPEL KARL 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2018Pages: 207, PDF Size: 5.36 MB
Page 87 of 207
Instrumenten en bedieningsorganen85Nr.Boordinformatie56Ongelijke bandenspanning op
vooras57Ongelijke bandenspanning op
achteras59Open en sluit ruit bestuurders‐
zijde60Open en sluit ruit voorpassa‐
gierszijde61Achterruit links openen en
sluiten62Achterruit rechts openen en
sluiten65Poging tot diefstal66Laat diefstalalarmsysteem
nakijken67Service stuurslot68Service stuurbekrachtiging75Service airconditioning77Service Lane Departure
Warning79Vul motorolie bijNr.Boordinformatie81Laat versnellingsbak nakijken/
versnellingsbak defect
Geautomatiseerde versnel‐
lingsbak 3 11882Vervang motorolie binnenkort84Motorvermogen beperkt89Onderhoud spoedig90Serviceremassistentie95Service airbag145Controleer sproeiervloeistofpeil151Trap de koppeling in om te
starten174Accu bijna leeg258Parkeerhulp uit
Boordinformatie op het
Colour-Info-Display
Sommige belangrijke berichten
verschijnen ook op het
Colour-Info-Display. Sommige
berichten verschijnen slechts gedu‐
rende enkele seconden.
Geluidssignalen
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de prio‐
riteit boven alle andere geluidssigna‐
len.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep
niet goed gesloten is.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
● Wanneer u een geprogram‐ meerde snelheid overschrijdt.
● Wanneer er een waarschuwings‐
bericht verschijnt op het Driver
Information Center of op het info‐ display.
● Wanneer de parkeerhulp een obstakel herkent.
Page 111 of 207
Rijden en bediening109Rijden en bedieningRijtips......................................... 109
Controle over de auto ..............109
Sturen ...................................... 110
Starten en bediening .................110
Nieuwe auto inrijden ................110
Contactslotstanden ..................110
Vertraagde uitschakeling stroom .................................... 111
Motor starten ........................... 111
Uitrol-brandstofafsluiter ...........112
Stop/Start-systeem ..................112
Parkeren .................................. 115
Uitlaatgassen ............................. 116
Katalysator .............................. 116
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 116
Geautomatiseerde versnellings‐
bak ............................................. 117
Versnellingsbakdisplay ............117
Motor starten ........................... 117
Keuzehendel ........................... 118
Handgeschakelde modus ........119
Elektronische rijprogramma's ..120
Storing ..................................... 120Remmen.................................... 120
Antiblokkeersysteem ...............120
Handrem .................................. 121
Remassistentie ........................121
Hellingrem ............................... 121
Rijregelsystemen .......................122
Traction Control .......................122
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 123
Stadsmodus ............................ 124
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 125
Cruise control .......................... 125
Snelheidsbegrenzer ................127
Parkeerhulp ............................. 128
Lane Departure Warning .........129
Brandstof ................................... 131
Brandstof voor benzinemotoren .....................131
Brandstof voor rijden op LPG ..132
Tanken .................................... 134
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot
........................... 137Rijtips
Controle over de autoNooit met afgezette motor rijden
In deze toestand werken veel syste‐
men niet (bijv. rembekrachtiging,
stuurbekrachtiging). Als u op deze
manier rijdt, brengt u uzelf en anderen
in gevaar.
Alle systemen werken tijdens een
Autostop.
Stop-startsysteem 3 112.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te
laden wegens een probleem met de
accu, moet het vermogen van de
dynamo worden vergroot. Dit kan
door stationair aanjagen, wat moge‐
lijk hoorbaar is.
Er verschijnt een bericht op het Driver Information Center.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te
kunnen bedienen geen matten onder
de pedalen leggen.
Page 204 of 207
202KKatalysator ................................. 116
Kentekenverlichting ...................152
Keuzehendel ............................. 118
Kilometerteller .............................. 66
Kindersloten ................................. 23
Kinderveiligheids-systemen ..........46
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................100
Klok .............................................. 63
Koelvloeistof .............................. 143
Koelvloeistof en antivries ............179
Koelvloeistoftemperatuur .............75
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...68
Koplampinstelling in het buitenland ................................ 95
Koplampverstelling ......................95
L
Laadsysteem ............................... 73
Lane Departure Warning ......74, 129
Leeslampen ................................. 98
Lekke band ................................. 168
Lichtschakelaar ............................ 94
Lichtsignaal .................................. 94
Luchtinlaat ................................. 108
Luchtroosters .............................. 107
M
Meters........................................... 66
Mistachterlicht ........................ 76, 96Mistlamp ...................................... 76
Mistlampen ................................ 149
Mistlampen voor .......................... 96
Motorgegevens .......................... 186
Motor-ID...................................... 183
Motorkap .................................... 141
Motorkap open.............................. 77
Motorolie .................... 142, 179, 184
Motoroliedruk ............................... 75
Motor starten ..................... 111, 117
Motorvermogen verminderd .........76
N Nieuwe auto inrijden ..................110
O Obstakeldetectiesystemen .........128
Olie, motor .......................... 179, 184
OnStar .......................................... 89
Ontlaadbeveiliging accu ..............99
Opbergruimte................................ 53
Opbergvakken .............................. 53
Opbergvak middenconsole ..........54
Opgeslagen instellingen ...............21
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 128
Parkeerlichten .............................. 97
Parkeren .............................. 18, 115
Park pilot met ultrasoonsensoren 128Pech........................................... 174
Pedaal intrappen .......................... 73
Persoonlijke instellingen ..............86
Pollenfilter .................................. 108
Portieren ....................................... 24
Portier open ................................. 77
Prestaties ................................... 187
Profieldiepte ............................... 164
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 198
REACH ....................................... 193
Regelbare instrumentenverlichting .............97
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 197
Remassistentie .......................... 121
Rem- en koppelingssysteem .......73
Rem- en koppelingsvloeistof ......179
Remmen ............................ 120, 144
Remvloeistof .............................. 144
Reparatie ongevalschade ...........193
Reservewiel ............................... 171
Richtingaanwijzer ........................71
Richtingaanwijzers ....................... 96
Richtingaanwijzers vooraan ......149
Ruiten ........................................... 29
Rijregelsystemen ........................122
Rijverlichting ....................12, 76, 94