radio OPEL MERIVA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: MERIVA, Model: OPEL MERIVA 2015Pages: 251, PDF Size: 7.81 MB
Page 23 of 251

Sleutels, portieren en ruiten21Handzender
Wordt gebruikt voor:■ Centrale vergrendeling
■ Vergrendelingssysteem
■ Diefstalalarmsysteem
■ Elektrisch bediende ruiten
De afstandsbediening heeft een be‐ reik van ca. 5 meter. Dit kan beperkt
worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het ge‐
volg zijn van het volgende:
■ Bereik overschreden
■ Batterijspanning te laag
■ Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het be‐
reik, waardoor er opnieuw gesyn‐
chroniseerd moet worden
■ Overbelasting van de centrale ver‐ grendeling door herhaalde, snel op‐
eenvolgende activering van de
handzender, waardoor de stroom‐
voorziening voor korte tijd wordt on‐ derbroken
■ Storing door radiogolven afkomstig
van externe zenders met een hoog vermogen
Ontgrendelen 3 22.Basisinstellingen
Sommige instellingen kunt u wijzigen
in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 115.
Batterij van de handzender
vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐
terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 107 of 251

Instrumenten en bedieningsorganen105
Druk op de toets SET/CLR om een
functie te kiezen of om een melding te
bevestigen.
Informatie- menu voertuig
Druk op de knop MENU om de
Informatie- menu voertuig te selecte‐
ren, of selecteer X op het Uplevel-
Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk ter bevesti‐
ging op de toets SET/CLR.
Volg de instructies in de submenu’s.
Mogelijke submenu's zijn, afhankelijk
van de versie:
■ Eenheid : u kunt de weergegeven
eenheden veranderen
Op auto's met Midlevel-display
kunnen de volgende instellingen
worden geselecteerd:
◆ Eenheid1 : Groot-Brittannië
◆ Eenheid2 : Verenigde Staten
◆ Eenheid3 : Europa
■ Band.span.controle : controleert de
bandenspanning van alle banden
onder het rijden 3 200■ Bandenbelasting : selecteer de
bandenspanningscategorie vol‐
gens de huidige bandenspanning
3 200
■ Resterende levensduur olie : geeft
aan wanneer de motorolie ververst
en het filter vervangen moet wor‐
den 3 93
■ Snelheidswaarschuwing : bij over‐
schrijden van de ingestelde snel‐
heidslimiet klinkt er een geluidssig‐ naal
■ Spraak : de getoonde taal kan wor‐
den veranderd als de auto niet is
uitgerust met een radio
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐ ken in Midlevel-, Uplevel-, en Uplevel-
Combi-display.
Page 118 of 251

116Instrumenten en bedieningsorganen
Druk op de toets CONFIG. Nu ver‐
schijnt het menu Instellingen.
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien en in‐
drukken van de multifunctionele
knop:
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 88.
Radio-instellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding van
het Infotainmentsysteem.
Telefooninstellingen
Zie beschrijving voor het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding van
het Infotainmentsysteem.Auto-instellingen
■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Veran‐
dert het niveau van het luchtdebiet
van de klimaatregeling in het interi‐
eur in automatische modus.
Klimaatregelingsmodus : Regelt de
status van de koelcompressor bij het starten van de auto. Laatste in‐ stelling (aanbevolen) of bij starten
van auto altijd AAN of altijd UIT.
Autom. achterruitverwarming : Acti‐
veert de automatische achterruit‐
verwarming.
Page 120 of 251

118Instrumenten en bedieningsorganen
■Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstelling
■ Navigatie-instellingen
■ Displayinstellingen
■ Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen ■ Menu startpagina :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Optie achterruitrijcamerasysteem :
Druk hierop om de opties van de
achteruitrijcamera aan te passen
3 159.■ Display Uit :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Kaartinstellingen :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
Voertuig instellingen ■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : veran‐
dert de aanjagerregeling. De gewij‐ zigde instelling wordt actief nadat
het contact uit en opnieuw aan
wordt gezet.
Klimaatregelingsmodus : activeert
of deactiveert de koeling wanneer
het contact wordt ingeschakeld of
hanteert de laatst gekozen instel‐
ling.
Automatische ontwaseming : acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche ontwaseming.
Autom. achterruitverwarming : acti‐
veert de verwarmde achterruit au‐
tomatisch.
Page 129 of 251

Verlichting127Leeslampen
Worden bediend met de toetsen s en
t in de voorste en achterste interi‐
eurverlichting.
Verlichting zonneklep Branden wanneer u het klepje opent.
Verlichtingsfuncties
Verlichting middenconsole
Bij het inschakelen van het dimlicht
gaat het leeslicht in de interieurver‐
lichting branden.
Instapverlichting Welkomstverlichting De rijverlichting, instrumentenverlich‐
ting en interieurverlichting worden
even ingeschakeld wanneer u de ont‐
grendelknop c op de afstandsbedie‐
ning van de radio tweemaal indrukt.
Deze functie werkt alleen wanneer
als het donker is en helpt u om de auto
te lokaliseren.
De verlichting wordt meteen uitge‐
schakeld zodra u de contactsleutel in
stand 1 3 140 draait.
U kunt deze functie in- of uitschakelen in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 115.
U kunt de instellingen opslaan voor
de gebruikte sleutel 3 22.De volgende verlichting gaat ook
branden wanneer u het bestuurders‐
portier opent:
■ Alle schakelaars
■ Driver Information Centre
Uitstapverlichting
De volgende verlichting gaat branden wanneer u de sleutel uit het contact‐slot haalt:
■ Interieurverlichting
■ Instrumentenverlichting (alleen wanneer het buiten donker is)
Worden automatisch uitgeschakeld
na een vertraging. Beide lichten wor‐
den weer ingeschakeld als het be‐
stuurdersportier wordt geopend.
Na het uitstappen verlicht de rijver‐
lichting de omgeving gedurende een
instelbare tijd.
Page 198 of 251

196Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring1Radio2Display, instrument, telefoon3Radio4Contactslot, startbeveiliging5Ruitensproeier, achterruiten‐
sproeier6Centrale vergrendeling, achter‐
klep7Centrale vergrendeling8Display, instrument, telefoon9Verwarmd stuurwielNr.Stroomkring10Achterportier links ontgrendelen11Achterportier rechts ontgren‐
delen12Interieurverlichting13Regensensor, achteruitkijk‐
spiegel, buitenspiegels14-
Zekeringenkast in
bagageruimte
De zekeringenkast zit links in de ba‐
gageruimte achter een deksel. Ver‐
wijder het deksel.
Ontgrendel de vier borgnokken en
neem de kap weg.
Page 243 of 251

Klantinformatie241KlantinformatieKlantinformatie........................... 241
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 242Klantinformatie
Conformiteitsverklaring
Transmissiesystemen Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐ palingen van Richtlijn 1999/5/EC.Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Krik
Vertaling van de oorspronkelijke
conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring conform EG-
richtlijn 2006/42/EC
Bij deze verklaren wij dat het product:
Productaanduiding: Krik
Type/GM onderdeelnummer:
13576735
voldoet aan de bepalingen van richt‐
lijn 2006/42/EC.Gehanteerde technische normen:GMN9737=KrikkenGM 14337=Standaarduitrus‐
ting krik - hardwa‐
retestsGMN5127=Voertuigintegriteit
- takelen en op‐
krikken bij onder‐
houdsstationGMW15005=Standaarduitrus‐
ting krik en reser‐
veband, boordtestISO TS 16949=Kwaliteitsbor‐
gingssystemen
Ondergetekende is bevoegd tot het samenstellen van de technische do‐
cumentatie.
Rüsselsheim, 31 januari 2014
was getekend
Hans-Peter Metzger
Engineering Group Manager Chassis & Structure
Adam Opel AG
D-65423 Rüsselsheim
Page 245 of 251

Klantinformatie243Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van het spannings‐
verlies en beveiliging van het ontste‐
kingssysteem. Het wordt ook samen
gebruikt met apparaten zoals radio‐
gestuurde afstandsbedieningen voor
het vergrendelen/ontgrendelen van
de deuren en starten en zenders in de auto voor het openen van garagedeu‐ ren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
Page 249 of 251

247
Oliedruk...................................... 101
Olie, motor .......................... 225, 229
Ontlaadbeveiliging accu ............128
Opbergruimte................................ 63
Opbergruimte achter .................... 77
Opbergruimte voorin ....................65
Opbergvakken .............................. 63
Opbergvak onder passagiersstoel 65
Opgeslagen instellingen ...............22
Opklapbaar aflegvlak ...................80
Opschakelen............................... 100
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 218
Panoramadak .............................. 35
Parkeerhulp ............................... 156
Parkeerlichten ............................ 125
Parkeren .............................. 18, 144
Partikelfilter ................................. 145
Pedaal intrappen .......................... 99
Persoonlijke instellingen ............115
Persoonlijke instellingen configureren ............................ 115
Pollenfilter .................................. 138
Portieren ....................................... 26
Portier open ............................... 102
Prestaties ................................... 235
Profieldiepte ............................... 203Q
Quickheat ................................... 136
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 243
Regelbare instrumentenverlichting ...........126
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 242
Remassistentie .......................... 152
Rem- en koppelingssysteem .......99
Rem- en koppelingsvloeistof ......225
Remmen ............................ 150, 178
Remvloeistof .............................. 178
Reservewiel ............................... 214
Richtingaanwijzer ........................97
Richtingaanwijzers ..................... 124
Richtingaanwijzers vooraan ......186
Richtingaanwijzer vooraan .........182
Roetfilter .................................... 145
Ruiten ........................................... 31
Rijgedrag en aanhangertips ......168
Rijregelsystemen ........................153
Rijverlichting ........................ 12, 102
S Service ............................... 138, 224
Service-display ............................ 93
Service-indicatie .......................... 98Service-informatie ...................... 224
Sjorogen ...................................... 79
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, opgeslagen instellingen. 22
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................205
Snelheidsmeter ............................ 91 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................178
Startbeveiliging ....................29, 102
Starten en bedienen ...................140
Starthulp gebruiken ...................216
Stoelpositie .................................. 38
Stoelverstelling ........................6, 38
Stoelverwarming ........................... 42
Stop/Start-systeem .....................142
Storing ....................................... 149
Storingsindicatielamp ..................98
Stroomonderbreking ..................149
Sturen ......................................... 139
Stuurbedieningsknoppen .............84
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......177
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 84
Stuurwiel, verwarmd .....................85
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 164 Technische gegevens ................232