radio OPEL MERIVA 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: MERIVA, Model: OPEL MERIVA 2016.5Pages: 259, PDF Size: 8.08 MB
Page 22 of 259

20Sleutels, portieren en ruitenSleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Car Pass Op de Car Pass staan veiligheids‐
technische autogegevens. Daarom
moet deze goed worden bewaard.
Een eventueel ingeschakelde werk‐
plaats heeft voor het verrichten van
bepaalde werkzaamheden deze ge‐
gevens nodig.
Handzender
Wordt gebruikt voor:
● centrale vergrendeling
● vergrendelingssysteem
● diefstalalarmsysteem
● elektrisch bediende ruiten
De handzender heeft een bereik van
ongeveer vijf meter. Dit kan beperkt
worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de afstandsbediening.● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het
bereik, waardoor er opnieuw ge‐
synchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 22.
Page 106 of 259

104Instrumenten en bedieningsorganenDruk op SET/CLR om een functie te
selecteren of om een bericht te be‐
vestigen.
Informatie- menu voertuig
Druk op MENU om de Informatie-
menu voertuig te selecteren of selec‐
teer X op het Uplevel-Combi-dis‐
play.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
Volg de instructies in de submenu’s.
Mogelijke submenu's zijn, afhankelijk
van de versie:
● Eenheid : U kunt de eenheden op
de displays veranderen.
Op auto's met Midlevel-display
kunnen de volgende instellingen
worden geselecteerd:
● Eenheid1 : Groot-Brittannië
● Eenheid2 : Verenigde Staten
● Eenheid3 : Europa
● Band.span.controle : Controleert
de bandenspanning van alle ban‐
den onder het rijden 3 203.● Bandenbelasting : Selecteer de
bandenspanningscategorie vol‐
gens de huidige bandenspanning 3 203.
● Resterende levensduur olie :
Geeft aan wanneer de motorolie
ververst en het filter vervangen
moet worden 3 92.
● Snelheidswaarschuwing : Bij
overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet klinkt een ge‐
luidssignaal.
● Spraak : De getoonde taal kan
worden veranderd als de auto
niet is uitgerust met een radio.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel-, Uplevel-, en Uplevel- Combi-display.
Page 117 of 259

Instrumenten en bedieningsorganen115
Druk op CONFIG . Nu verschijnt het
menu Instellingen .
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien en in‐
drukken van de multifunctionele
knop:
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Telefooninstellingen
● Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 87.
Radio-instellingen
Zie de beschrijving van het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding Info‐
tainment.
Telefooninstellingen
Zie de beschrijving van het Infotain‐
mentsysteem in de handleiding Info‐
tainment.Auto-instellingen
● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Ver‐
andert het niveau van het lucht‐
debiet van de klimaatregeling in
het interieur in automatische mo‐
dus.
Klimaatregelingsmodus : Regelt
de status van de koelcompressor
bij het starten van de auto. Laat‐
ste instelling (aanbevolen) of bij
starten van auto altijd AAN of al‐
tijd UIT.
Autom. achterruitverwarming :
Activeert de automatische ach‐
terruitverwarming.
Page 119 of 259

Instrumenten en bedieningsorganen117
●Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Telefooninstelling
● Navigatie-instellingen
● Displayinstellingen
● Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie de handleiding bij het Infotain‐ ment-systeem voor meer informatie.
Radio-instellingen
Zie de handleiding bij het Infotain‐
ment-systeem voor meer informatie.
Telefooninstelling
Zie de handleiding bij het Infotain‐
ment-systeem voor meer informatie.
Navigatie-instellingen
Zie de handleiding bij het Infotain‐
ment-systeem voor meer informatie.
Displayinstellingen ● Menu startpagina :
Zie de handleiding bij het Info‐
tainment-systeem voor meer in‐
formatie.
● Optie achterruitrijcamerasys‐
teem :
Druk hierop om de opties van de
achteruitrijcamera aan te passen
3 162.● Display Uit :
Zie de handleiding bij het Info‐
tainment-systeem voor meer in‐ formatie.
● Kaartinstellingen :
Zie de handleiding bij het Info‐
tainment-systeem voor meer in‐
formatie.
Voertuig instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : veran‐
dert de aanjagerregeling. De ge‐
wijzigde instelling wordt actief na‐
dat het contact uit en opnieuw
aan wordt gezet.
Klimaatregelingsmodus : acti‐
veert of deactiveert de koeling wanneer het contact wordt inge‐
schakeld of hanteert de laatst ge‐ kozen instelling.
Automatische ontwaseming : ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐
tische ontwaseming.
Autom. achterruitverwarming :
activeert de verwarmde achter‐
ruit automatisch.
Page 200 of 259

198Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het op‐
bergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak, druk de borglip‐
pen in, klap het opbergvak omlaag en
verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de ze‐ keringenkast achter een deksel in het
handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje, til het op en
verwijder het.
Nr.Stroomkring1Radio2Display/instrument/telefoon3Radio4Contactslot/startbeveiliging5Ruitensproeier/achterruiten‐
sproeier6Centrale vergrendeling/achter‐
klep7Centrale vergrendeling8Display/instrument/telefoon9Verwarmd stuurwiel10Achterportier links ontgrendelen11Achterportier rechts ontgren‐
delen12Interieurverlichting13Regensensor/achteruitkijk‐
spiegel/buitenspiegels14–
Page 245 of 259

Klantinformatie243KlantinformatieKlantinformatie........................... 243
Conformiteitsverklaring ............243
Reparatie ongevalschade ........245
Erkenning van software ...........245
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 249
Event Data Recorders (EDR) ..249
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 250Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐ palingen van Richtlijn 1999/5/EC.Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Page 252 of 259

250KlantinformatieRadiofrequentie-identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van het spannings‐
verlies en beveiliging van het ontste‐
kingssysteem. Het wordt ook samen
gebruikt met apparaten zoals radio‐
gestuurde afstandsbedieningen voor
het vergrendelen/ontgrendelen van
de deuren en starten en zenders in de auto voor het openen van garagedeu‐
ren. RFID-technologie in Opel-voer‐
tuigen gebruikt geen persoonlijke in‐
formatie, houdt ze niet bij of koppelt
deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
Page 257 of 259

255Opbergruimte achter..................... 75
Opbergruimte voorin ....................64
Opbergvakken .............................. 62
Opbergvak onder passagiersstoel 64
Opgeslagen instellingen ...............21
Opklapbaar aflegvlak ...................79
Opschakelen................................. 98
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 221
Panoramadak .............................. 34
Parkeerhulp ............................... 159
Parkeerlichten ............................ 128
Parkeren .............................. 18, 147
Partikelfilter ................................. 148
Pedaal intrappen .......................... 97
Persoonlijke instellingen ............114
Persoonlijke instellingen configureren ............................ 114
Pollenfilter .................................. 140
Portieren ....................................... 26
Portier open ............................... 101
Prestaties ................................... 237
Profieldiepte ............................... 207
Q Quickheat ................................... 139R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 250
Regelbare instrumentenverlichting ...........129
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 249
Remassistentie .......................... 156
Rem- en koppelingssysteem .......97
Rem- en koppelingsvloeistof ......228
Remmen ............................ 154, 182
Remvloeistof .............................. 182
Reparatie ongevalschade ...........245
Reservewiel ............................... 217
Richtingaanwijzer ........................95
Richtingaanwijzers ..................... 127
Richtingaanwijzers vooraan ......190
Richtingaanwijzer vooraan .........185
Roetfilter ............................... 99, 148
Ruiten ........................................... 30
Rijgedrag en aanhangertips ......171
Rijverlichting ........................ 12, 101
S
Service ............................... 141, 227
Service-display ............................ 92
Service-indicatie .......................... 97
Service-informatie ...................... 227
Sjorogen ...................................... 77
Sleutels ........................................ 19Sleutels, opgeslagen instellingen. 21
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................208
Snelheidsmeter ............................ 89 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................181
Startbeveiliging ....................28, 101
Starten en bedienen ...................143
Starthulp gebruiken ...................219
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling ........................6, 38
Stoelverwarming ........................... 41
Stop/Start-systeem .....................145
Storing ....................................... 152
Storingsindicatielamp ..................97
Stroomonderbreking ..................152
Sturen ......................................... 143
Stuurbedieningsknoppen .............83
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......181
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 83
Stuurwiel, verwarmd .....................83
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 167
Technische gegevens ................235
Te laag brandstofpeil .................100
Toerenteller ................................. 90
Top-Tether-bevestigingsogen ......61