phone OPEL MERIVA 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: MERIVA, Model: OPEL MERIVA 2016Pages: 185, PDF Size: 2.92 MB
Page 10 of 185
10Inleiding14Multifunctionele knop
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 17
Indrukken (de buitenste
ring): de gemarkeerde
optie selecteren/activeren; ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audio- of
navigatiemenu openen .........17
15 Achtwegschakelaar
Navigatie:
weergavevenster in
kaartweergave bewegen .......41
16 Cd-sleuf ................................. 33
17 BACK
Menu: een niveau terug ........17
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 17
18 RPT
Laatste navigatiemelding
herhalen ................................ 5419 DEST
Navigatiebestemmin‐
genmenu openen ..................45
20 PHONE
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 71
21 NAVI
Kaart weergeven ..................41
Page 13 of 185
Inleiding1313Multifunctionele knop
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 17
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audiomenu
openen .................................. 17
14 Cd-sleuf ................................. 33
15 BACK
Menu: een niveau terug ........17
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 17
16 Tone
Geluidsinstellingen openen ...20
17 PHONE
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 7118r
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
Externe apparaten: start/
pauze weergave ...................37Audioknoppen op stuurwiel
1qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..71
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................... 71
of actieve
spraakherkenning .................59
Page 15 of 185
Inleiding15Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐
geschakeld door op X te drukken ter‐
wijl het contact is uitgeschakeld,
schakelt het na 10 minuten automa‐
tisch weer uit.
Volume instellenDraai aan X. De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het
scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐
steld:
● het maximale inschakelvolume 3 21
● het volume voor verkeersberich‐ ten 3 21
● het volume van de navigatiebe‐ richten 3 41Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 21 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken) om het geluid van
audiobronnen te onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
weer te annuleren: draai aan X of
druk opnieuw op PHONE (indien te‐
lefoonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Audiospelers
Druk steeds op SRCE om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, CD, USB,
AUX, Bluetooth of DAB te wisselen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● Cd/mp3-speler 3 32
● USB-poort 3 35
● AUX-ingang 3 35
● Audio via Bluetooth 3 35
● AM-radio 3 25
● FM-radio 3 25
● DAB-radio 3 30
Navigatie
Druk op NAVI om de kaart van de na‐
vigatieapplicatie weer te geven.
Druk op de multifunctionele knop om
naar een submenu met opties voor
het invoeren van bestemmingen en
het structureren van een route te
gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 40.
Page 16 of 185
16InleidingTelefoon
Druk op PHONE om het telefoon‐
hoofdmenu met opties voor het invoe‐ ren of selecteren van nummers weer
te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de mobiele tele‐
foon 3 68.
Let op
Via de applicatie Snelle info wordt er
wellicht korte informatie over de au‐
diobronnen en de huidige navigatie‐ sessie weergegeven.
Page 35 of 185
Externe apparaten35Externe apparatenAlgemene informatie....................35
Audio afspelen ............................. 37
Afbeeldingen weergeven .............38
Apps gebruiken ............................ 39Algemene informatie
Aansluitingen voor externe apparaten bevinden zich in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
U kunt bijvoorbeeld een iPod, smart‐phone of een ander randapparaat
met een stekker van 3,5 mm op de
AUX-ingang aansluiten. Het Infotain‐
mentsysteem kan muziekbestanden op randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume kan via het Infotainment‐
systeem worden aangepast. Alle an‐
dere bedieningsfuncties werken via
het randapparaat zelf.
Een apparaat aansluiten
Gebruik de volgende kabel om het
randapparaat op de AUX-ingang van
het Infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.
USB-poort Een mp3-speler, USB-apparaat, iPodof smartphone kan worden aangeslo‐
ten op de USB-poort. Het Infotain‐
mentsysteem kan muziekbestanden
of afbeeldingen op randapparatuur
weergeven.
Na het aansluiten op de USB-poort werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het In‐
fotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers,
USB-drives, iPods of smartphones
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen Sluit het apparaat aan op de USB-
poort. Gebruik voor de iPod de juiste aansluitkabel.
Page 36 of 185
36Externe apparatenLet op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat of een iPod ver‐
schijnt er een bijbehorende foutmel‐ ding en schakelt het Infotainment‐
systeem automatisch terug naar de
vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se‐
lecteren en daarna het USB-opslag‐
medium te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek, mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op Bluetooth-appara‐
ten, bijv. iPod of smartphone, weer‐
geven.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 69.
Bestandsindelingen Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐ teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden on‐
dersteund.
Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.
Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐ lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen
zijn .jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.
De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote
De Gracenote database bevat infor‐
matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐ note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch ge‐
corrigeerd. Hierdoor kunnen media‐
zoekresultaten beter worden.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Page 39 of 185
Externe apparaten39Menu AfbeeldingenSelecteer Menu onder aan het
scherm voor weergeven van het af‐
beeldingenmenu.
Hoofdmenu afbeeldingenviewer
Selecteer Hoofdmenu foto-viewer om
een lijst met alle afbeeldingenmap‐ pen weer te geven, zie bovenstaand.
Timer diavoorstelling
Selecteer Timer Diashow voor het
aanpassen van de tijd gedurende
welke een afbeelding in een diavoor‐
stelling verschijnt. Het betreffende
submenu verschijnt. Selecteer de ge‐ wenste optie.
Afbeeldingen in willekeurige volgorde Activeer Shuffle foto's voor het weer‐
geven van de afbeeldingen van een
diavoorstelling in willekeurige volg‐
orde.Apps gebruiken
De smartphone verbindenVerbind de smartphone als deze niet
met het Infotainmentsysteem verbon‐
den is:
● iPod/iPhone: verbind het appa‐
raat met de USB-poort 3 35.
● Android phone: breng een Blue‐
tooth-verbinding tot stand
3 69.
De app downloaden Let op
Voordat een goedgekeurde applica‐ tie kan worden bediend met de be‐
dieningselementen en de menu's
van het Infotainmentsysteem, moet
de betreffende app op de smart‐
phone geïnstalleerd zijn.
Download de gewenste app op uw smartphone vanuit de betreffende
app store.
De app starten
Druk op ; en selecteer de betref‐
fende smartphone app op het start‐
scherm.Er komt een verbinding met de appli‐
catie op de smartphone tot stand.
Het hoofdmenu van de app verschijnt
op het display van het Infotainment‐
systeem.
Page 60 of 185
60SpraakherkenningIn dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het infotainmentsysteem via
spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Taal van display wijzigen, zie "Taal" in het hoofdstuk "Sys‐
teeminstellingen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren, moet u de displaytaal in Frans wijzi‐gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duits
of Italiaans wijzigen.Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐ stemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van
de betreffende invoervolgorde.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.Gebruik
Geïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op w rechts op het stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem wordt onderdrukt, w op het display
wordt gemarkeerd en een gesproken
bericht vraagt u om een commando
uit te spreken.
Zodra de spraakherkenning gereed is voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie direct te
starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een be‐
stemmingsadres); zie "Bediening via
spraakcommando's" verderop.
Page 62 of 185
62Spraakherkenningten minste 20 locaties. Noem voor an‐
dere POI's de naam van een catego‐
rie, bijv. "Restaurants", "Winkelcen‐
tra" of "Ziekenhuizen".
Het systeem werkt gemakkelijker met
directe commando's, bijv. "Bel
01234567".
Bij het commando "Telefoon" begrijpt
het systeem dat u wilt bellen en ant‐
woordt het met nadere vragen totdat
het voldoende details heeft. Is het te‐ lefoonnummer met een naam en een
plaatsnaam opgeslagen, dan moet
het directe commando beide gege‐
vens bevatten, bijvoorbeeld "Bel Da‐
vid Smit op het werk".Lijstvermeldingen selecteren
Wanneer er een lijst verschijnt, wordt u via een gesproken bericht gevraagd
om een vermelding uit die lijst te be‐
vestigen of te selecteren. U kunt een
lijstvermelding handmatig of door het
uitspreken van het regelnummer van
de vermelding selecteren.
De lijst op een spraakherkennings‐
scherm werkt net als bij een lijst op
andere schermen. Bij het handmatig
scrollen door de lijst op een scherm
tijdens een spraakherkenningssessiewordt de huidige spraakherkenning
opgeschort en klinkt er een instructie als "Selecteer handmatig een lijstver‐
melding of druk op BACK op het in‐
strumentenpaneel om het nogmaals
te proberen".
Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert, wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te gaan naar de vorige stap
in de dialoog kunt u ook " Terug" zeg‐
gen of op BACK op het instrumenten‐
bord drukken.Het commando "Help"
Na het commando " Help" wordt de
helpvraag voor de huidige stap in de dialoog voorgelezen.
Druk voor het onderbreken van de
helpvraag nogmaals op w. Er klinkt
een pieptoon. U kunt een commando uitspreken.Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling activeren
Houd w rechts op het stuurwiel inge‐
drukt totdat er een spraakherken‐
ningssessie wordt gestart.
Voor nadere informatie verwijzen wij
u naar de gebruiksaanwijzing van uw
smartphone.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op w of ─ rechts op het stuur‐
wiel.
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling deactiveren
Druk op n rechts op het stuurwiel.
De spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
Page 69 of 185
Telefoon69telefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special InterestGroup (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en Infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden ge‐
koppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld ap‐
paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het Infotain‐ mentsysteem de verbinding au‐
tomatisch tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Laat het apparaat daarom via een stopcontact opladen.Bluetooth-menu
Druk op CONFIG om het menu
Bluetooth te openen. Selecteer Tele‐
fooninstelling en dan Bluetooth .
De menuopties Apparatenlijst en
Apparaat koppelen verschijnen.
Apparaat koppelen Activeer het koppelen op het Infotain‐
mentsysteem door Apparaat
koppelen te selecteren. Er verschijnt
een bericht met de viercijferige code
van het Infotainmentsysteem.
Activeer het koppelen op het Blue‐
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain‐
mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund: