AUX OPEL MOKKA 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2014.5Pages: 145, PDF Size: 3.14 MB
Page 10 of 145

10Inleiding
15Achtwegschakelaar
Navigatie:
weergavevenster in
kaartweergave bewegen .......43
16 BACK -toets
Menu: een niveau terug ........17
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 17
17 RPT / NAV -toets
Herhalen laatste melding
navigatie ................................ 57
18 Cd-sleuf ................................. 33
19 O-toets
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 70
20 NAV -toets
Kaart weergeven ..................43
21 Toets SRCE (Bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelenCd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25
Page 13 of 145

Inleiding13
15Cd-sleuf ................................. 33
16 O-toets
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 70
17 T-toets
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
Externe apparaten: start/
pauze weergave ...................37
18 Toets SRCE (Bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25Audioknoppen op stuurwiel
1 Knop qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..70
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................... 70
of actieve
spraakherkenning .................62
Page 15 of 145

Inleiding15
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan de X-knop. De huidige in‐
stelling verschijnt in een pop-up on‐
deraan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐
steld:
■ het maximale inschakelvolume 3 21
■ het volume voor verkeersberichten 3 21
■ het volume van de navigatieberich‐
ten 3 43.Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 21 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op de O-toets (wanneer de te‐
lefoonportal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X VOL -knop of druk opnieuw op de
O -toets (indien telefoonportaal be‐
schikbaar is: enkele seconden indruk‐ ken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Audiospelers
Druk steeds op de toets SRCE om
tussen de hoofdmenu's AM, FM, CD,
USB, AUX, Bluetooth of DAB om te
schakelen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
■ Cd/mp3-speler 3 32
■ USB-poort 3 35
■ AUX-ingang 3 35
■ Audio via Bluetooth 3 35
■ AM-radio 3 25
■ FM-radio 3 25
■ DAB-radio 3 30.
Navigatie
Druk op de toets NAV om de kaart van
de navigatieapplicatie weer te geven.
Druk op de multifunctionele knop om
naar een submenu met opties voor
het invoeren van bestemmingen en
het structureren van een route te
gaan.
Page 35 of 145

Externe apparaten35Externe apparatenAlgemene informatie....................35
Audio afspelen ............................. 37
Afbeeldingen weergeven .............38
Apps gebruiken ............................ 39Algemene informatie
Aansluitingen voor externe apparaten bevinden zich verborgen achter een
afdekking in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
U kunt bijvoorbeeld een iPod, smart‐ phone of een ander randapparaat op
de AUX-ingang aansluiten. Het Info‐
tainmentsysteem kan muziekbestan‐
den op randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume kan via het Infotainment‐
systeem worden aangepast. Alle an‐
dere bedieningsfuncties werken via
het randapparaat zelf.
Een apparaat aansluiten
Gebruik de volgende kabel om het
randapparaat op de AUX-ingang van
het Infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.
USB-poort
Een mp3-speler, USB-apparaat, iPod of smartphone kan worden aangeslo‐
ten op de USB-poort. Het Infotain‐
mentsysteem kan muziekbestanden
of afbeeldingen op randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de USB-poort werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het In‐ fotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, iPods of smartphones
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het apparaat aan op de USB-
poort. Gebruik voor de iPod de juiste
aansluitkabel.
Page 37 of 145

Externe apparaten37
Druk op de toets CONFIG en selec‐
teer vervolgens de menuoptie Radio-
instellingen .
Selecteer Gracenote opties om het
betreffende submenu weer te geven.
Activeer de normailsatiefunctie van
Gracenote.
Audio afspelen
Weergave starten
Indien niet aangesloten, sluit het ap‐
paraat aan 3 35.
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram USB, AUX of Bluetooth .
Voorbeeld: hoofdmenu USB
Functietoetsen De mediabestanden op de USB- en
Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het instrumentenbord wor‐ den bediend.
Naar vorige of volgende track
springen
Druk één of meerdere keren op de
toets t of v om naar de vorige of
volgende track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd de toets t of v ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van de
huidige track.
Pauze in weergave
Druk op de toets T voor een pauze
in de weergave.
Audiomenu's Druk op de multifunctionele knop om
het betreffende audiomenu weer te
geven.
Let op
Niet alle menuopties zijn beschik‐ baar in alle audiomenu's.
Functie Willekeurige volgorde
Druk op de multifunctionele knop om het menu USB of Bluetooth weer te
geven.
Page 80 of 145

80TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 47
Afbeeldingen ................................ 38
Afbeeldingen weergeven ..............38
Afbeeldingsbestanden ..................35
Afbeelding via USB activeren .......38
Algemene aanwijzingen ...32, 42, 67
AUX ........................................... 35
Bluetooth-muziek ......................35
CD ............................................. 32
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 42
Radio ......................................... 25
Telefoonportal ........................... 67
USB ........................................... 35
Algemene informatie ..............35, 62
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 39
Audio afspelen .............................. 37
Audiobestanden ........................... 35
Audio via USB activeren ...............37
Automatisch volume .....................21
Autostore-lijsten ............................ 27
Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
AUX .............................................. 35
AUX activeren............................... 37B
BACK-toets ................................... 17
Balance......................................... 20
Basisbediening ............................. 17
Bass.............................................. 20 Bediening...................................... 70 AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Menu ......................................... 17
Navigatiesysteem ......................43
Radio ......................................... 25
Telefoon .................................... 70
USB ..................................... 37, 38
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm................................. 22 Begeleiding .................................. 57
Bestandsindelingen ......................32
Afbeeldingsbestanden ..............35
Audiobestanden ........................35
Bluetooth-muziek ..........................35
Bluetooth-verbinding ....................68
Broodkruimels............................... 57
Page 81 of 145

81
CCategorielijst ................................. 25
CD-speler ..................................... 32
CD-speler activeren ......................33
D DAB .............................................. 30
Datum ........................................... 22
Digital Audio Broadcasting ...........30
E
EQ ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
F
Fabrieksinstellingen ......................22
Fader ............................................ 20
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Favorietenlijst ............................... 27
G Gebruik ................. 14, 25, 33, 43, 63
AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Navigatiesysteem ......................43Telefoon.................................... 70
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................20
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren ...43
I
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming ..........47
K Kaarten ......................................... 43
Koppelen ...................................... 68
L
Lijst met afslagen.......................... 57
M Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen ..................................... 17
Menubediening ............................. 17
Middenbereik ................................ 20
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................75
Multifunctionele knop ....................17
Mute.............................................. 14N
Navigatie Adresboek ................................. 47
Algemene instellingen ...............43
Begeleidingswaarschuwingen ...57
Bestemmingsinvoer................... 47
Broodkruimels ........................... 57
Coördinaten............................... 47
Favoriete routes ........................47
Gesproken instructies ...............57
Huidige locatie........................... 43
Kaart manipuleren .....................43
Kaartvenster .............................. 43
Lijst met afslagen ......................57
Nuttige plaatsen ........................47
Recente bestemmingen ............47
Reis met viapunten ...................47
Route simuleren ........................43
Route terugvinden .....................57
Routebegeleiding ......................57
Routeopties ............................... 57
Thuisadres ................................ 47
TMC-zenders ............................ 57
Toetsenbord .............................. 47
Verkeersincidenten ...................57
Navigatiesysteem .........................42
Navigatievolume ........................... 21
Noodoproep .................................. 69
Nuttige plaatsen............................ 47
Page 86 of 145

86InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............86
Antidiefstalfunctie ......................... 87
Overzicht bedieningselementen ..88
Bediening ..................................... 91
Personaliseren ............................. 94Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem verzorgt In‐ fotainment in uw auto, met gebruik
van de nieuwste technologie.
De radio is gebruiksvriendelijk door‐
dat u maximaal 36 FM-, AM- en DAB
(Digital Audio Broadcasting)-radio‐
zenders met de voorkeuzetoetsen
1 ~ 6 per elke zes pagina's kunt op‐
slaan.
De geïntegreerde cd-speler kan au‐
dio-CD's en MP3-bestanden afspelen
en de USB-speler kan aangesloten
USB-opslagmedia of iPod-producten
afspelen.
Dankzij de verbindingsfunctie voor
Bluetooth-telefoons kunt u draadloos
en handenvrij telefoneren of kan een
muziekspeler in de telefoon worden
afgespeeld.
Sluit een draagbare muziekspeler
aan op de AUX-ingang voor externe
spelers en geniet van de rijke klank‐ weergave van het Infotainmentsys‐
teem.De digitale soundprocessor biedt een aantal standaard equalizerinstellin‐gen waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het systeem kan gemakkelijk worden aangepast via de zorgvuldig ontwor‐
pen instelfunctie, het slimme display
en de multifunctionele menudraai‐
knop.
■ In de paragraaf "Overzicht" worden
de werking en alle instelfuncties van het Infotainmentsysteem in een
beknopt overzicht getoond.
■ In de paragraaf "Gebruik" wordt de basisbediening van het Infotain‐
mentsysteem uitgelegd.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Page 89 of 145

Inleiding89
1.1 ~ 6 voorkeuzetoetsen
◆ Houd een van deze knoppen in‐
gedrukt om de huidige radio‐
zender toe te voegen aan de
huidige favorieten-pagina.
◆ Druk een van deze knoppen in om het kanaal te selecteren dataan die knop is gekoppeld.
2. Knop m met draaiknop VOL
◆ Druk op deze knop om de voe‐ ding in en uit te schakelen.
◆ Draai de knop om het algehele volume in te stellen.
3. RADIO/BAND -toets
FM-, AM-radio of DAB-functie se‐ lecteren.
4. CD -toets
Indrukken om de CD/MP3-diskaf‐
speelfunctie te selecteren.
5. AUX -toets
Indrukken om de audiofuncties
AUX/USB/iPod/Bluetooth te se‐
lecteren.6. O -toets
◆ Indrukken om de Bluetooth-mo‐
dus in te schakelen.
◆ Ingedrukt houden om de stil‐ schakel-/pauzefunctie voor CD
en USB/iPod in en uit te scha‐
kelen.
7. Disksleuf Dit is de sleuf waarin compact
disks worden ingebracht of verwij‐ derd.
8. TONE -toets
Indrukken om de klankinstelmo‐
dus aan te passen/te selecteren.
9. Knop P BACK
Annuleer de ingevoerde functies
of ga terug naar het vorige menu.
10. Multifunctionele knop ◆ Indrukken om het huidige func‐tiemenu weer te geven of om
instelbare functies en instel‐
waarden te selecteren.◆ Draai de draaiknop om de in‐ stelbare functies en instelwaar‐
den te doorlopen of te wijzigen.
◆ Neem in de handenvrije modus met Bluetooth een gesprek aan
door op de knop te drukken.
Draai aan de draaiknop om de
oproep te beantwoorden of te
weigeren en druk op de knop
om te bevestigen.
11. CONFIG -toets
Indrukken om naar het systeem‐
instelmenu te gaan.
12. INFO -toets
◆ Indrukken om de bestandsinfor‐
matie te bekijken bij het gebruik van de afspeelfuncties CD/MP3
en USB/iPod.
◆ Bekijk tijdens gebruik van de ra‐
diofunctie informatie over een
radiozender en de huidige afge‐ speelde song.
13. R-toets
Knop indrukken en disk uitnemen.
Page 94 of 145

94Inleiding
Afspelen via USB/iPod-audio of AUX-ingang
Sluit de USB/iPod met af te spelen
muziekbestanden aan op de USB- aansluiting of sluit de audio-uitgang
van de te beluisteren externe audio‐
apparatuur aan op de AUX-ingang.
Wanneer het USB-, iPod- of AUX-ap‐ paraat al geplaatst is, druk dan steeds
op de knop AUX om de gewenste
functie ( AUX → USB → Bluetooth au‐
dio → AUX → ...) te selecteren.
Druk op de afstandsbediening op het stuurwiel op d SRC c om de gewenste
modus te selecteren.
Druk op de multifunctionele knop om
het menu met opties voor de betref‐
fende functies of het menu van het
betreffende apparaat te openen.
Handenvrij telefoneren met Bluetooth
Druk op de knop O om handenvrij
telefoneren met Bluetooth te selecte‐ ren.
Druk op de multifunctionele knop om het menu Bluetooth met opties voor
de betreffende functies te openen.
Personaliseren
Hoofdknoppen en
bedieningsorganen De in Instellingen gebruikte knoppen
en bedieningsorganen zijn de vol‐
gende.