ESP OPEL MOKKA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2014Pages: 225, PDF Size: 5.96 MB
Page 161 of 225

Rijden en bediening159
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht staat in de autopapieren ver‐
meld. Het geldt normaal bij hellings‐ percentages tot maximaal 12 %.
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht geldt tot aan het aangegeven
hellingspercentage en tot een hoogte van 1000 meter boven de zeespiegel.
Omdat het motorvermogen bij toene‐
mende hoogte door de lagere lucht‐
dichtheid daalt en het klimvermogen
daardoor afneemt, moet het maxi‐
maal toelaatbare treingewicht voor ie‐
dere 1000 meter aan hoogtetoename met 10 % worden verminderd. Bij het
rijden op wegen met een gering hel‐
lingspercentage (kleiner dan 8 %,
bijv. snelwegen) hoeft het maximaal
toelaatbare treingewicht niet te wor‐
den verminderd.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht mag niet worden overschreden.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht staat op het typeplaatje 3 204
vermeld.Kogeldruk
De kogeldruk is de kracht waarmee
de aanhanger op de koppelingskogel drukt. De gewichtsverdeling bij het la‐
den van de aanhanger is van invloed
op de kogeldruk.
De maximaal toelaatbare kogeldruk ( 75 kg) staat op het typeplaatje van de
trekhaak en in de autopapieren ver‐
meld. Altijd de maximale kogeldruk
nastreven, vooral bij zware aanhan‐
gers. Nooit rijden met een kogeldruk
lager dan 25 kg.
Achterasbelasting
De toegestane asbelastingen (zie
identificatieplaatje of voertuigdocu‐
menten) mogen niet overschreden
worden.
Page 188 of 225

186Verzorging van de autoSneeuwkettingen
Gebruik sneeuwkettingen alleen op
de voorwielen.
9 Waarschuwing
Beschadigingen kunnen een klap‐
band veroorzaken.
Sneeuwkettingen zijn toegestaan op
banden met de maand 195/70 R16.
Gebruik altijd kettingen met fijne
schakels die geschikt zijn voor SUV's,
waardoor het loopvlak en de binnen‐
kanten (inclusief kettingslot) met niet
meer dan 12 mm toenemen.
Op banden met de maat 215/55 R18
zijn speciale sneeuwkettingen alleen
toegestaan wanneer ze ontworpen
zijn met een roterende kettingband op het loopvlak van de banden, geen
kettingschakels op de binnenzijden
van de wielen en wanneer de ket‐
tingen niet meer dan 12 mm aan het
loopvlak van de banden toevoegen.
Voor meer informatie over het juiste
gebruik van sneeuwkettingen voor
deze bandenmaat kunt u contact op‐
nemen met een gespecialiseerde
auto-onderdelendealer of een fabri‐
kant van sneeuwkettingen.
Bij de bandenmaten 205/70 R16,
215/65 R16 en 215/60 R17 is het ge‐
bruik van sneeuwkettingen niet toe‐ gestaan.
Sneeuwkettingen mogen niet op het
tijdelijke reservewiel worden gebruikt.Bandenreparatieset
Lichte beschadigingen van de loop‐
vlakken van de banden kunnen met
de bandenreparatieset worden ver‐
holpen.
Vreemde voorwerpen niet uit de ban‐
den verwijderen.
Beschadigingen die groter zijn dan
4 mm of die in de bandwang zitten,
kunnen niet met de bandenreparatie‐
set worden verholpen.9 Waarschuwing
Niet sneller rijden dan 80 km/u.
Niet langdurig gebruiken.
Bestuurbaarheid en rijeigen‐
schappen worden mogelijk nade‐
lig beïnvloed.
Bij bandenpech:
Handrem aantrekken, eerste versnel‐ ling, achteruitversnelling of P inscha‐
kelen.
Page 195 of 225

Verzorging van de auto193
3. Plaats de haak van de riem doorde lus en trek eraan totdat de riemstevig aan het sjoroog bevestigd
is.
4. Steek de riem door de spaken van
het wiel zoals weergegeven in de
illustratie.
5. Doe de haak in het tegenoverge‐ legen sjoroog.
6. Trek de riem strak en borg deze met de gesp.
9 Gevaar
Rijd na het opslaan van een be‐
schadigd reservewiel in de baga‐
geruimte altijd met opgeklapte en
vastgeklikte achterbankrugleunin‐
gen.
Compact reservewiel
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u . In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
Als uw auto achteraan een lekke
band krijgt wanneer u een ander voer‐ tuig trekt, moet u het compacte reser‐
vewiel vooraan plaatsen en een vol‐
waardig wiel achteraan.
Sneeuwkettingen 3 186.
Draairichtingsgebonden
banden
Draairichtingsgebonden banden zo
monteren dat ze in de rijrichting afrol‐ len. De draairichting is herkenbaar
aan een symbool (bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Voor banden die tegen de draairich‐
ting in gemonteerd zijn geldt:
■ Rijeigenschappen worden mogelijk
nadelig beïnvloed. Defecte band zo
spoedig mogelijk laten vervangen
of repareren.
■ Bij regen en sneeuw bijzonder voorzichtig rijden.
Page 200 of 225

198Verzorging van de autoVerzorging van uiterlijkVerzorging exterieur
Sloten De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet.
Ontdooimiddelen alleen in dringende
gevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐ tend werken en de werking van desloten belemmeren. Laat de sloten na
gebruik van ontdooimiddelen op‐
nieuw smeren door een werkplaats.
Wassen
Het lakwerk van de auto staat bloot
aan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Vogeluitwerpselen, dode insecten,
boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.Bij een bezoek aan een wasstraat, de aanwijzingen van de exploitant opvol‐
gen. De voorruitwisser en achterruit‐ wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een dak‐ dragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende por‐
tieren, achterklep en motorkap en de
gebieden die erdoor bedekt worden
reinigen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van 4 tot 9.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Laat de scharnieren van alle portieren smeren door een werkplaats.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten ver‐
schillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren
het zicht.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Rijverlichting
De glazen van de koplampen en de
andere lampen zijn gemaakt van
kunststof. Geen schurende, bijtende
of agressieve middelen of ijskrabbers gebruiken en ze niet droog reinigen.
Polijsten en in de was zetten Zet de auto regelmatig in de was (ui‐
terlijk wanneer het water geen drup‐
peltjes meer vormt) Anders zal het
lakwerk uitdrogen.
Polijsten is alleen nodig als de laklaag
mat geworden is of aanslag vertoont.
Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Page 212 of 225
![OPEL MOKKA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch) 210Technische gegevensPrestatiesMotorA14NETA16XERA18XERA17DTSMaximumsnelheid2)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak186170180190/185 3)Automatische versnellingsbak––1801842)
De aangegeven topsnel OPEL MOKKA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch) 210Technische gegevensPrestatiesMotorA14NETA16XERA18XERA17DTSMaximumsnelheid2)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak186170180190/185 3)Automatische versnellingsbak––1801842)
De aangegeven topsnel](/img/37/21681/w960_21681-211.png)
210Technische gegevensPrestatiesMotorA14NETA16XERA18XERA17DTSMaximumsnelheid2)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak186170180190/185 3)Automatische versnellingsbak––1801842)
De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage
van extra uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
3) Voertuigen met aandrijving op alle wielen.