audio OPEL MOKKA 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2015.5Pages: 129, PDF Size: 2.26 MB
Page 108 of 129

108Cd-spelerCd-spelerAlgemene aanwijzingen.............108
Gebruik ...................................... 109Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
OpmerkingenVoorzichtig
Plaats in geen geval single-cd's
met een diameter van 8 cm of spe‐
ciaal vormgegeven cd's in de au‐
diospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO 9660 Level 1, Level 2 (Romeo,
Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en WMA- bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet
correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's (zie hieronder).
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop au‐ diotracks en gecomprimeerde be‐standen,  bijv. MP3 zijn opgeslagen) 
Page 109 of 129

Cd-speler109
kunnen audiotrackgedeelte en de
gecomprimeerde bestanden sepa‐ raat worden afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen beschadiging en vuil te be‐
schermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler binnen in
het apparaat vies maken en storin‐
gen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen gelden voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz  (voor mpeg-1) en
24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz (voor
mpeg-2)
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Aantal nummers: max. 999Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het af‐ spelen van mp3-bestanden, aange‐
zien het werken met mp3- en wma-
bestanden hetzelfde is. Bij het laden
van een cd met wma-bestanden ver‐ schijnen er mp3-gerelateerde me‐
nu's.
Gebruik
Afspelen van een cd starten
Druk één of meerdere keren op  CD
om naar het hoofdmenu Cd of Mp3 te
gaan.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen ver‐
schijnt er op het display verschillende
informatie over de cd en de huidige
muziektrack.
Cd plaatsenPlaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd ver‐
schijnt  0 op het display. 
Page 110 of 129

110Cd-speler
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op  s of u .
Snel vooruit of achteruit Druk op  s of u  en houd deze in‐
gedrukt om de huidige track snel
vooruit of snel achteruit te spoelen.
Tracks selecteren met behulpvan het audio-cd-menu
Druk op de multifunctionele knop om
de  Cd-menu  te openen.Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde af‐ spelen: stel deze functie in op  Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt  2 in het betreffende
hoofdmenu.
Herhalen
Een track steeds opnieuw beluiste‐
ren: stel deze functie in op  Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt  1 in het betreffende
hoofdmenu.
Tracklijst
Een nummer op een cd selecteren:
selecteer  Tracklijst en selecteer ver‐
volgens de gewenste track.
Mappen
Een track uit een map selecteren: se‐
lecteer  Mappen . Er verschijnt een lijst
met alle opgeslagen mappen op de
cd.
Selecteer één van de mappen en se‐ lecteer vervolgens de gewenste
track.Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt ge‐
plaatst.
Zoeken…
Voor het openen van een menu voor
het zoeken en selecteren van tracks:
selecteer  Zoeken….
Selecteer één van de categorieën en selecteer vervolgens de gewenste
track.
Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt ge‐
plaatst.
Een cd verwijderen
Druk op  d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken. 
Page 111 of 129

AUX-ingang111AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............111
Gebruik ...................................... 111Algemene aanwijzingen
Op het bedieningspaneel van het In‐ fotainmentsysteem  3 90  zit een AUX-
ingang voor het aansluiten van ex‐ terne audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX  om de modus AUX te activeren.
Stel het volume bij door  m VOL  van
het Infotainmentsysteem te draaien.
Alle andere functies werken alleen via de bedieningsorganen van de audio‐
bron. 
Page 112 of 129

112USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............112
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 113Algemene aanwijzingen
In de middenconsole onder de knop‐
pen voor de klimaatregeling bevindt
zich een USB-aansluiting voor het
aansluiten van externe audiogege‐
vensbronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB- aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort kunnen diverse functies van de bo‐
venstaande apparaten worden be‐
diend via de bedieningsorganen en menu's van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, SD Cards of iPods wor‐
den ondersteund door het infotain‐
mentsysteem.Opmerkingen
■ De op de USB-poort aangesloten externe apparaten moeten voldoen
aan de USB Mass Storage Class-
specificatie (USB MSC).
■ Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens USB-specificatie V 2.0. Maximale onder‐
steunde snelheid: 12 Mbit/s.
■ Alleen apparaten met een FAT16/ FAT32-bestandssysteem wordenondersteund.
■ Vaste-schijfstations (HDD) worden niet ondersteund.
■ USB-hubs worden niet onder‐ steund.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-
bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven. 
Page 113 of 129

USB-poort113
■ De volgende beperkingen zijn vantoepassing op de bestanden die op
het externe apparaat zijn opgesla‐
gen:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz  (voor mpeg-1) en
24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz (voor
mpeg-2)
■ Voor de gegevens op externe ap‐ paraten die zijn aangesloten op de
USB-poort gelden de volgende be‐
perkingen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal tracks per mapniveau: max.
512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden
afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 9, zijn aangemaakt.Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogegevens
bevat, mag niet ingesteld zijn.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen Druk één of meerdere malen op
AUX  om de modus Mp3 of iPod te ac‐
tiveren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
Toestelspecifiek menu
gebruiken
Druk op de multifunctionele knop om
naar het menu van het momenteel verbonden toestel te gaan. 
Page 115 of 129

Streaming audio via Bluetooth115Streaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................115
Bediening ................................... 115Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ■ Het infotainmentsysteem werkt al‐ leen met Bluetooth-apparaten dieA2DP (Advanced Audio Distribu‐
tion Profile), versie 1.2 of hoger, on‐ dersteunen.
■ Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote Con‐trol Profile), versie 1.0 of hoger on‐
dersteunen. Als het apparaat
AVRCP niet ondersteunt, werkt al‐
leen de volumeregeling via het in‐
fotainmentsysteem.
■ Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-appa‐
raat op het infotainmentsysteem vertrouwd met de gebruiksaanwij‐
zing voor Bluetooth-functies.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn  3 118.
■ De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
■ Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet het apparaat
wellicht op "zichtbaar" staan (zie
gebruiksaanwijzing van het appa‐
raat).
■ De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsysteem
gekoppeld en verbonden zijn
3  118.
Bluetooth-muziekmodus
activeren Druk één of meerdere malen op
AUX  om de Bluetooth muziekmodus
te activeren. 
Page 116 of 129

116Streaming audio via Bluetooth
Streaming audio via Bluetooth moet
via het Bluetooth-apparaat worden
gestart en onderbroken/gestopt.
Bediening via
infotainmentsysteem
Volume aanpassen
Het volume kan via het Infotainment‐
systeem worden aangepast  3 93.
Naar vorige of volgende track springen
Druk kort op  s of u  op het be‐
dieningspaneel van het Infotainment‐ systeem. 
Page 124 of 129

124Telefoon
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op  xn op het stuurwiel om het
menu  Opnieuw kiezen  te verlaten.
Gebruik eventueel de multifunctio‐
nele knop om op het display  Nee te
selecteren.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus,  bijv. de radio- of cd-mo‐
dus, actief is, wordt het geluid van de betreffende audiomodus onderdrukt
en blijft dit zo totdat het gesprek wordt
beëindigd.
Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen  op het display.
Oproep weigeren: selecteer
Weigeren  op het display.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen  op het display.Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren  op het display.
Beltoon wijzigen
Druk op  CONFIG  om het menu
Instellingen  op te roepen.
Selecteer  Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen  en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume  3 97.
Functies tijdens een telefoongesprek Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu op het display.
Selecteer  Menu op het display om
naar het menu  Verbonden te gaan.
Selecteer  Ophangen  op het display
om het gesprek te beëindigen.Privémodus activeren
In het menu  Verbonden selecteert u
Gesprek via handset  om het gesprek
door te schakelen naar de mobiele te‐ lefoon.
Selecteer  Menu op het display en
daarna  Gesprek doorschakelen  om
het gesprek terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Microfoon deactiveren/activeren
In het menu  Verbonden, zet Mic
dempen  op Aan . De beller kan u niet
meer horen.
Microfoon weer inschakelen: zet  Mic
dempen  weer op  Uit.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur 
Installatie-instructies enbedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en handsfreefabrikant moeten in acht 
Page 126 of 129

126TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......109
Algemene aanwijzingen..... 108, 111, 112, 117
AUX-ingang ............................. 111
Bluetooth-muziek ....................115
CD-speler ................................ 108
Infotainmentsysteem .................88
Telefoon .................................. 117
USB-poort ............................... 112
Algemene informatie................... 115
Antidiefstalfunctie  ........................89
Audioknoppen op stuurwiel ..........90
Automatische volumeregeling ......97
Autostore-lijsten .......................... 100
Zenders ophalen .....................100
Zenders opslaan .....................100
AUX-functie activeren .................111
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........111
Bediening ................................ 111
Inschakelen ............................. 111
Volume aanpassen .................111
B Basisbediening ............................. 94
Bediening ........................... 115, 121
AUX-ingang ............................. 111
Bluetooth-muziek ....................115CD-speler................................ 109
Menu ......................................... 94
Radio ......................................... 99
Telefoon .................................. 121
USB-poort ............................... 113
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................90
Stuurwiel ................................... 90
Telefoon .................................. 117
Bedieningspaneel Infotainment ....90
Bel Beltoon .................................... 121
Functies tijdens het gesprek ...121
Inkomend gesprek ..................121
Telefoongesprek initiëren ........121
Beltoon Beltoon selecteren ..................121
Beltoonvolume .......................... 97
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................115
Bluetooth-verbinding ...............118
Telefoon .................................. 121
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........115
Bediening ................................ 115
Inschakelen ............................. 115
Voorwaarden ........................... 115
Bluetooth-verbinding ..................118