airbag OPEL MOKKA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2015Pages: 233, PDF Size: 6.21 MB
Page 8 of 233
6Kort en bondigKort en bondigBasisinformatieAuto ontgrendelen
Druk op de toets c om de portieren en
de bagageruimte te ontgrendelen.
Open de portieren door aan de hand‐
grepen te trekken. Open de achter‐
klep met de tiptoets onder de hand‐
greep.
Afstandsbediening 3 20, centrale
vergrendeling 3 22, bagage‐
ruimte 3 25.
Stoelverstelling
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Stoelpositie 3 36, stoelverstelling
3 37.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Page 10 of 233
8Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Hoofdsteun omhoogtrekken. Druk op
de pal (1) om de hoofdsteun los te
zetten en omlaag te drukken.
Hoofdsteunen 3 35.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 36, veiligheidsgor‐
dels 3 40, airbagsysteem 3 43.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing verstellen.
Binnenspiegel 3 30, automatisch
dimmende binnenspiegel 3 30.
Page 11 of 233
Kort en bondig9
Buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolle buitenspiegels 3 28, elektri‐
sche verstelling 3 28, inklapbare
buitenspiegels 3 29, verwarmde
buitenspiegels 3 29.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 43, contactslot‐
standen 3 126.
Page 13 of 233
Kort en bondig11
1Zijdelingse luchtroosters .....123
2 Lichtschakelaar ...................108
3 Richtingaanwijzers ..............113
Lichtsignaal ......................... 109
Grootlicht en dimlicht ..........109
4 Cruise control ......................141
Snelheidsbegrenzer ............142
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 143
5 Instrumenten ......................... 81
6 Claxon .................................. 76
Bestuurdersairbag ...............46
7 Stuurbedieningsknoppen .....75
8 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers ...................76
Achterruitwisser, achter‐
ruitsproeiersysteem ............... 78
9 Middelste luchtroosters
afstellen ............................... 123
10 Middelste luchtroosters .......123
11 Elektronische
stabiliteitsregeling ...............13912Alarmknipperlichten ...........113
13 Controlelamp
airbag-deactivering ...............87
14 Knop opbergvak
instrumentenbord ..................56
15 Passagiersairbag
deactiveren ........................... 48
16 Handschoenenkastje ...........57
17 Infotainmentsysteem
18 Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 128
Brandstofkeuzeschakelaar ...83
19 AUX-ingang, USB-ingang,
SD Card-sleuf
20 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................135
Automatische
versnellingsbak ..................132
21 Handrem ............................. 137
22 12 V-aansluiting ....................80
23 Parkeerhulp ........................ 146
Systeem voor
gecontroleerde afdaling ........8924Verwarming en ventilatie ....118
25 Gaspedaal .......................... 126
26 Contactslot met stuurslot ...126
27 Rempedaal .......................... 137
28 Koppelingspedaal ...............125
29 Stuurwiel instellen ................75
30 Opbergvak instrumenten‐
paneel ................................... 56
31 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 166
Page 24 of 233
22Sleutels, portieren en ruitenOpgeslagen instellingenWanneer de sleutel uit de contact‐
schakelaar wordt getrokken, worden
de volgende instellingen automatisch in het geheugen van de sleutel opge‐ slagen:
■ Verlichting
■ Infotainmentsysteem
■ Centrale vergrendeling
De opgeslagen instellingen worden
automatisch toegepast wanneer de sleutel met het geheugen de vol‐gende keer in het contactslot wordt
gestoken en naar stand 1 3 126
wordt gedraaid.
Een voorwaarde is dat Pers. inst. voor
bestuurder geactiveerd is in de per‐
soonlijke instellingen van de
Graphic-Info-Display. Dit moet wor‐
den ingesteld voor elke sleutel die ge‐ bruikt wordt. Bij auto's die zijn uitge‐
rust met een Colour-Info-Display, is
de personalisatie permanent inge‐
schakeld.
Persoonlijke instellingen 3 104.Centrale vergrendeling
Ontgrendelen en vergrendelen van
portieren, bagageruimte en tankklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch ont‐
grendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de por‐
tieren word geopend, worden deze
na korte tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.Ontgrendelen
Handzender
Toets c indrukken.
U kunt uit twee instellingen kiezen: ■ Om alleen het bestuurdersportier, de bagageruimte en de tankklep te
ontgrendelen, drukt u eenmaal op
toets c. Om alle portieren te ont‐
grendelen, drukt u tweemaal op
toets c
of
■ drukt u eenmaal op toets c om alle
portieren, de bagageruimte en de
tankklep te ontgrendelen
Page 37 of 233
Stoelen, veiligheidssystemen35Stoelen,
veiligheidssystemenHoofdsteunen .............................. 35
Voorstoelen .................................. 36
Veiligheidsgordels .......................40
Airbagsysteem ............................. 43
Kinderveiligheidssystemen ..........49Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun
moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Hoofdsteunen van voorstoelen
Hoogteverstelling
Hoofdsteun omhoogtrekken.
Voor lager zetten, de pal (1) indruk‐ ken en de hoofdsteun omlaag duwen
Demonteren
Zet de hoofdsteun geheel omhoog.
Druk tegelijkertijd de pallen (1) en (2) in.
Page 39 of 233
Stoelen, veiligheidssystemen37
■ Met schouders zo ver mogelijk te‐gen de rugleuning zitten. Stel de
hoek van de rugleuning zo in dat u
het stuurwiel gemakkelijk met licht
gebogen armen kunt vastpakken.
Bij het verdraaien van het stuurwiel, contact blijven houden tussen
schouders en rugleuning. De rug‐
leuning niet te ver laten achterover‐
hellen. De aanbevolen hellings‐
hoek bedraagt maximaal ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 75.
■ Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en alle
instrumenten goed kunt aflezen. Tussen het hoofd en de hemelbe‐
kleding moet minstens een hand‐
breed tussenruimte zitten. Uw dijen dienen licht op de zitting rusten,
zonder druk uit te oefenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 35.
■ Hoogte veiligheidsgordel instellen 3 41.■ De instelbare dijbeensteun zo in‐
stellen dat de afstand tussen de
rand van de zitting en de knieholte
ca. twee vingers breed is.
■ Lendensteun zo instellen dat deze de natuurlijke vorm van de wervel‐
kolom ondersteunt.
Stoelverstelling9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
Zorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Page 45 of 233
Stoelen, veiligheidssystemen43Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de af‐
dekkingen van de airbags en bedek
ze niet met andere materialen.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders ver‐
valt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐
nen de vrijkomende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 87.
Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen Waarschuwing conform ECE R94.02 :
EN: NEVER use a rearward-facing
child restraint on a seat protected by
an ACTIVE AIRBAG in front of it;
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ wenden, der durch einen davor be‐
findlichen AKTIVEN AIRBAG ge‐
schützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
Page 46 of 233
44Stoelen, veiligheidssystemen
peine d'infliger des BLESSURES
GRAVES, voire MORTELLES à l'EN‐
FANT.
ES: NUNCA utilice un sistema de re‐
tención infantil orientado hacia atrás
en un asiento protegido por un AIR‐
BAG FRONTAL ACTIVO. Peligro de
MUERTE o LESIONES GRAVES
para el NIÑO.
RU: ЗАПРЕЩАЕТСЯ
устанавливать детское
удерживающее устройство лицом
назад на сиденье автомобиля,
оборудованном фронтальной
подушкой безопасности, если
ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это
может привести к СМЕРТИ или
СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ
РЕБЕНКА.
NL: Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een stoel met
een ACTIEVE AIRBAG ervoor, om
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL van het KIND te voorkomen.DA: Brug ALDRIG en bagudvendt au‐
tostol på et forsæde med AKTIV AIR‐ BAG, BARNET kan komme i LIVS‐
FARE eller komme ALVORLIGT TIL
SKADE.
SV: Använd ALDRIG en bakåtvänd
barnstol på ett säte som skyddas med
en framförvarande AKTIV AIRBAG. DÖDSFALL eller ALLVARLIGA SKA‐ DOR kan drabba BARNET.
FI: ÄLÄ KOSKAAN sijoita taaksepäin
suunnattua lasten turvaistuinta istui‐
melle, jonka edessä on AKTIIVINEN
TURVATYYNY, LAPSI VOI KUOLLA
tai VAMMAUTUA VAKAVASTI.
NO: Bakovervendt barnesikringsut‐
styr må ALDRI brukes på et sete med
AKTIV KOLLISJONSPUTE foran, da
det kan føre til at BARNET utsettes for LIVSFARE og fare for ALVORLIGE
SKADER.
PT: NUNCA use um sistema de re‐
tenção para crianças voltado para
trás num banco protegido com um
AIRBAG ACTIVO na frente do
mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE
VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na
CRIANÇA.IT: Non usare mai un sistema di sicu‐
rezza per bambini rivolto all'indietro
su un sedile protetto da AIRBAG AT‐
TIVO di fronte ad esso: pericolo di
MORTE o LESIONI GRAVI per il
BAMBINO!
EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ, διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed któ‐ rym znajduje się WŁĄCZONA PO‐
DUSZKA POWIETRZNA. Niezasto‐
sowanie się do tego zalecenia może
być przyczyną ŚMIERCI lub POWAŻ‐
NYCH OBRAŻEŃ u DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız.
ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR ŞE‐
KİLDE YARALANABİLİR.
Page 47 of 233
Stoelen, veiligheidssystemen45
UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.
HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐ JIH OZLJEDA za DIJETE.
SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO BLA‐
ZINO, saj pri tem obstaja nevarnost
RESNIH ali SMRTNIH POŠKODB za OTROKA.SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred se‐
dišta zato što DETE može da NA‐
STRADA ili da se TEŠKO POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНО
ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него,
затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да
се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat
de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐
něno před sedadlem AKTIVNÍM AIR‐
BAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU
PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú se‐
dačku otočenú vzad na sedadle chrá‐ nenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pre‐
tože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽ‐ NYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU DRO‐ ŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadī‐
jumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.