radio OPEL MOKKA 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2016Pages: 239, PDF Size: 6.55 MB
Page 22 of 239
20Sleutels, portieren en ruitenSleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Handzender
Wordt gebruikt voor:
● centrale vergrendeling
● diefstalalarmsysteem
De afstandsbediening heeft een be‐
reik van ca. 30 meter. Dit kan beperkt worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het ge‐
volg zijn van het volgende:
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor er opnieuw ge‐
synchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 21.
Basisinstellingen Sommige instellingen kunt u veran‐
deren in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 100.
Page 102 of 239
100Instrumenten en bedieningsorganenBij auto's op LPG en Uplevel-Combi-
display: het actuele brandstofverbruik
wordt aangegeven voor de momen‐
teel geselecteerde modus (LPG of
benzine).
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Voor het resetten drukt u SET/CLR
enkele seconden in.
Digitale snelheid Digitale weergave van de huidigesnelheid.
Routebegeleiding
Naast de navigatie-informatie op het
Colour-Info-Display wordt routebege‐
leiding op het Driver Information Cen‐ ter weergegeven.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het Info-display te veranderen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau, zijn sommige van de hieronder be‐
schreven functies wellicht niet aan‐
wezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Instellingen in het Graphic-Info-
Display
CD 400
Druk op CONFIG . Nu verschijnt het
menu Instellingen.
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele
toets:
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Instellingen Bluetooth
● Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Page 103 of 239
Instrumenten en bedieningsorganen101Tijd en datum
Zie 'Klok' 3 76.
Radio-instellingen
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.
Instellingen Bluetooth
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.
Auto-instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Ver‐
andert de aanjagerregeling. De gewijzigde instelling wordt actief
nadat het contact uit en opnieuw
aan wordt gezet.
Klimaatregelingsmodus : Acti‐
veert of deactiveert de koeling.
Automatische ontwaseming : On‐
dersteunt het ontvochtigen van
de voorruit door het automatisch
selecteren van de vereiste instel‐ lingen en de automatische airco‐
modus.
Autom. Achterruitverwarming :
Automatische activering van ach‐
terruitverwarming.● Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert de persoon‐
lijke instellingen.
Wis auto. achter in achteruit : Ac‐
tiveert of deactiveert automati‐ sche inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.
● Buitenverlichting
Buitenverlichting bij ontgr. :
Activeert of deactiveert de instap‐ verlichting.
Duur tijdens uitstappen :
Activeert of deactiveert de uit‐
stapverlichting en wijzigt de duur
ervan.
● Portiervergrendeling
Automatische portiervergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portierontgrendelfunctie na‐ dat het contact werd uitgezet. Ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐tische portiervergrendelingsfunc‐
tie nadat de auto is weggereden.
Geen vergr. bij portier open : Ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐
tische portiervergrendelfunctie
wanneer een portier openstaat.
Vertr. Portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de ver‐
traagde portiervergrendelfunctie.
● Vergr., ontgr., start op afstand
Feedb ontgr. op afstand :
Activeert of deactiveert het
alarmknipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Portierontgr. op afstand : Wijzigt
de configuratie om alleen het be‐
stuurdersportier of de hele auto
te ontgrendelen.
● Fabrieksinstellingen herstellen :
Stelt alle functies opnieuw in op
de standaardinstellingen.
Instellingen in het Colour-Info-
Display
CD 600/Navi 650/Navi 950
Page 104 of 239
102Instrumenten en bedieningsorganenDruk op CONFIG op het paneel van
het Infotainmentsysteem om het
menu Configuratie te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om naar boven of naar beneden door de lijst te scrollen. Druk op de multi‐
functionele knop (Navi 950 /
Navi 650: druk op de buitenste ring)
om een menu-onderdeel te selecte‐
ren.
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Telefooninstelling
● Navigatie-instellingen
●Displayinstellingen
● Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.
Radio-instellingen
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.
Telefooninstelling
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.
Navigatie-instellingen
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.Displayinstellingen
● Menu startpagina :
Zie voor meer informatie de
handleiding bij het infotainment-
systeem.
● Optie achterruitrijcamerasys‐
teem :
Druk hierop om de opties van de
achteruitrijcamera aan te passen
3 150.
● Display Uit :
Zie voor meer informatie de
handleiding bij het infotainment-
systeem.
● Kaartinstellingen :
Zie voor meer informatie de
handleiding bij het infotainment-
systeem.
Voertuig instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Ver‐
andert de aanjagerregeling. De
gewijzigde instelling wordt actief
nadat het contact uit en opnieuw
aan wordt gezet.
Page 228 of 239
226KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 226
Conformiteitsverklaring ............226
Reparatie ongevalschade ........227
Erkenning van software ...........227
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 229
Event Data Recorders (EDR) ..229
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 230Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐ palingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Krik
Vertaling van de oorspronkelijke
conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring conform EG-
richtlijn 2006/42/EC
Bij deze verklaren wij dat het product: Productaanduiding: Krik
Type/GM onderdeelnummer:
13590195
voldoet aan de bepalingen van richt‐ lijn 2006/42/EC.Gehanteerde technische normen:GMW 14337:Standaarduitrusting
krik - hardwaretestsGMW15005:Standaarduitrusting
krik en reserveband,
boordtestDe geautoriseerde persoon voor het samenstellen van de technische do‐
cumentatie is
Hans-Peter Metzger
Engineering Group Manager Chassis & Structure
Adam Opel AG
D-65423 RüsselsheimWas getekend
Daehyeok An
Engineering Group Manager Tyre
Wheel Systems
GM Korea
Bupyung, Incheon, 403-714, Korea
Incheon, Republic of Korea, 4 april
2014
Page 232 of 239
230KlantinformatieRadiofrequentie-identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals
handzenders voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de deuren en star‐
ten en zenders in de auto voor het
openen van garagedeuren. RFID-
technologie in Opel-voertuigen ge‐
bruikt geen persoonlijke informatie,
houdt ze niet bij of koppelt deze niet
aan andere Opel-systemen die per‐
soonlijke informatie bevatten.
Page 236 of 239
234I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 49
Info-Displays ................................. 89
Inhouden ................................... 224
Inklapbare spiegels .....................28
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 117 Interieurverlichting ......................116
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........52
K Katalysator ................................. 134
Kentekenverlichting ...................183
Keuzehendel ............................. 135
Kilometerteller .............................. 78
Kindersloten ................................. 24 Kinderveiligheids-systemen ..........48
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................119
Klok .............................................. 76
Koelvloeistof .............................. 172
Koelvloeistof en antivries ............213
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...80
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 111
Koplampverstelling ....................111L
Laadsysteem ............................... 84
Lane Departure Warning ......86, 155
Leeslampen ............................... 117
Lekke band ................................. 200
Lichtschakelaar .......................... 109 Lichtsignaal ................................ 111
Luchtinlaat ................................. 125
M Meters........................................... 78Mistachterlicht ...................... 89, 115
Mistlamp ...................................... 89
Mistlampen ................................ 180
Mistlampen voor ........................115
Motorgegevens .......................... 220
Motor-ID...................................... 216
Motorkap .................................... 170
Motorkap open.............................. 89
Motorolie .................... 171, 213, 217
Motoroliedruk ............................... 87
Motor starten ............................. 129
N Nieuwe auto inrijden ..................128
O Obstakeldetectiesystemen .........148
Olie, motor .......................... 213, 217
OnStar ........................................ 104
Ontlaadbeveiliging accu ............118Opbergvakken .............................. 54
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................54
Opbergvak middenconsole ..........56
Opbergvak onder passagiersstoel 56
Opgeslagen instellingen ...............21
Opschakelen................................. 86
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 206
Parkeerhulp ............................... 148
Parkeren .............................. 18, 133
Park pilot met ultrasoonsensoren 148
Partikelfilter ................................. 133
Pedaal intrappen .......................... 85
Persoonlijke instellingen ............100
Pollenfilter .................................. 125
Portieren ....................................... 24
Portier open ................................. 89
Prestaties ................................... 221
Profieldiepte ............................... 195
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 230
Regelbare instrumentenverlichting ...........116
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 229
Remassistentie .......................... 140