park assist OPEL MOKKA X 2017 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: MOKKA X, Model: OPEL MOKKA X 2017Pages: 259, PDF Size: 6.49 MB
Page 96 of 259

94Instrumenten en bedieningsorganenControlelampjes in de
middenconsole
Overzicht
ORichtingaanwijzer 3 94XGordelverklikker, bestuurder
3 95kGordelverklikker, voorpassa‐
gier 3 95vAirbags en gordelspanners
3 95V /
*Airbag deactiveren 3 96pLaadsysteem 3 96ZStoringsindicatielamp 3 96RRem- en koppelingssysteem
3 96uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 96RSchakelen 3 97uSysteem voor gecontroleerde
afdaling 3 97)Lane Departure Warning
3 97nElektronische stabiliteitsrege‐
ling UIT 3 97bElektronische stabiliteitsrege‐
ling en Traction Control-
systeem 3 97kTraction Control-systeem uit
3 97!Voorverwarmen 3 97wBandenspanningscontrole‐
systeem 3 98IMotoroliedruk 3 98YTe laag brandstofpeil 3 98dStartbeveiliging 3 998Buitenverlichting 3 99CGroot licht 3 99fGrootlicht-assistent 3 99fAdaptief rijlicht (AFL) 3 99>Mistlamp 3 99rMistachterlicht 3 99mCruisecontrol 3 99AVoorligger gedetecteerd
3 99LSnelheidsbegrenzer 3 100LVerkeersbordherkenning
3 100hPortier open 3 100
Richtingaanwijzer
O brandt of knippert groen.
Brandt korte tijd De parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Knippert
Een richtingaanwijzer of de alarm‐
knipperlichten zijn geactiveerd.
Page 127 of 259

Verlichting125● bocht- en afslagverlichting
● stadslicht
● verlichting secundaire wegen
● snelwegverlichting
● grootlicht-assistent
● achteruit inparkeren
● ECO-modus
● dynamische automatische koplampverstelling
Bocht- en afslagverlichting
In scherpe bochten of bij het afslaan,
afhankelijk van de stuurhoek of de
richtingaanwijzer, wordt een extra
lamp links of rechts bijgeschakeld, die
de weg in de rijrichting verlicht. Wordt geactiveerd tot een snelheid van
70 km/h.
Stadslicht
Automatisch geactiveerd bij snelhe‐
den tot ca. 55 km/h. In situaties met
buitenomgevingslicht licht de bocht‐
verlichting aan beide kanten minder
fel op. De lichtverspreiding is breed
en symmetrisch.
Verlichting landelijke gebieden
Automatisch geactiveerd bij snelhe‐
den tussen ca. 55 en 180 km/h. De
lichtbundel en de lichtsterkte zijn links en rechts verschillend.
Snelwegverlichting Automatisch geactiveerd bij snelhe‐
den hoger dan ca. 180 km/h en mini‐
male stuurbewegingen. Wordt na een
pauze of direct ingeschakeld
wanneer de auto krachtig optrekt. De lichtbundel is langer en sterker.
Grootlicht-assistent
Deze functie maakt dat het groot licht 's avonds en wanneer u sneller rijdt
dan 40 km/h als hoofdrijverlichting te
gebruiken is.
Het systeem schakelt automatisch naar dimlicht wanneer:
● De camera of een sensor in de voorruit de lampen van tegen- of
voorliggers detecteert.
● De rijsnelheid daalt tot onder 20 km/h.
● Het mistig is of sneeuwt.
● In stadsverkeer wordt gereden.
Zodra er geen beperkingen meer
worden herkend, schakelt het
systeem het groot licht weer in.
Page 128 of 259

126VerlichtingActiveren
U activeert de grootlicht-assistent
door de richtingaanwijzerhendel
tweemaal in te drukken. Het groot licht wordt automatisch ingeschakeld
bij snelheden hoger dan 40 km/h.
Het groene controlelampje f brandt
continu wanneer de assistentie actief
is; de blauwe lamp 7 brandt bij inge‐
schakeld groot licht.
Controlelampje f 3 99.
Deactiveren
Druk eenmaal op de keuzehendel. De functie wordt ook gedeactiveerd,
wanneer u de mistlampen voor
inschakelt.
Wanneer een lichtsignaal wordt
gegeven als het groot licht aanstaat, wordt de grootlicht-assistent gedeac‐
tiveerd.
Wanneer een lichtsignaal wordt
gegeven als het groot licht uitstaat,
blijft de grootlicht-assistent geacti‐
veerd.
De laatste instelling van de grootlicht-
assistent blijft gehandhaafd wanneer
het contact weer wordt ingeschakeld.
Achteruit inparkeren
Als hulp bij het parkeren, gaan beide
afslaglampen en de achteruitrijlichten branden wanneer de koplampen zijn
ingeschakeld en de achteruitversnel‐
ling wordt geselecteerd. Deze blijven
korte tijd branden nadat u de auto uit
de achteruitversnelling hebt gezet of
totdat u sneller dan 7 km/h vooruit‐
rijdt.Ecomodus
Als de auto stopt, bijv. vanwege stop‐
lichten, wordt er een energiebespa‐
ringsmodus voor de koplampen geac‐ tiveerd.
Dynamische automatische
koplampverstelling
Om verblinding van tegenliggers te
voorkomen wordt de koplamphoogte
automatisch aangepast op basis van
informatie over de hellingshoek van
de auto.
Storing in AFL-led-koplampen Wanneer het systeem een storing in
de led-koplampen detecteert, licht f
op en verschijnt er een waarschuwing
op het Driver Information Center.
Page 141 of 259

Rijden en bediening139Rijden en bedieningRijtips......................................... 140
Controle over de auto ..............140
Sturen ...................................... 140
Starten en bediening .................140
Nieuwe auto inrijden ................140
Contactslotstanden ..................141
Aan/Uit-knop ............................ 141
Vertraagde uitschakeling stroom .................................... 143
Motor starten ........................... 143
Uitrol-brandstofafsluiter ...........145
Stop/Start-systeem ..................145
Parkeren .................................. 147
Uitlaatgassen ............................. 148
Roetfilter .................................. 148
Katalysator .............................. 149
Automatische versnellingsbak ...150
Versnellingsbakdisplay ............150
Keuzehendel ........................... 150
Handmatige modus .................151
Elektronische rijprogramma's ..151
Storing ..................................... 152
Stroomonderbreking ................152
Handgeschakelde versnellings‐ bak ............................................. 153Rijsystemen............................... 154
All-wheel drive ......................... 154
Remmen .................................... 154
Antiblokkeersysteem ...............154
Handrem .................................. 155
Remassistentie ........................155
Hellingrem ............................... 156
Rijregelsystemen .......................156
Traction Control .......................156
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 157
Systeem voor gecontroleerde afdaling ................................... 158
Rijhulpsystemen ........................159
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ..................................... 159
Cruisecontrol ........................... 159
Snelheidsbegrenzer ................161
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing ........................................ 162
Indicatie afstand tot voorligger 164
Parkeerhulp ............................. 165
Achteruitkijkcamera .................167
Verkeersbordherkenning .........169
Lane Departure Warning .........173
Brandstof ................................... 174
Brandstof voor benzinemotoren .....................174
Brandstof voor dieselmotoren . 174Brandstof voor rijden op lpg ....175
Tanken .................................... 177
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot
........................... 180
Trekhaak .................................... 181
Algemene informatie ...............181
Rijgedrag en aanhangertips ....181
Aanhanger trekken ..................182
Page 257 of 259

255Remassistentie .......................... 155
Rem- en koppelingssysteem .......96
Rem- en koppelingsvloeistof ......229
Remmen ............................ 154, 192
Remvloeistof .............................. 192
Reparatie ongevalschade ...........245
Reservewiel ............................... 219
Richtingaanwijzer ........................94
Richtingaanwijzers ..................... 127
Roetfilter .................................... 148
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......181
Rijregelsystemen ........................156
Rijverlichting .......................... 12, 99
S Schakelen ..................................... 97
Service ....................................... 137
Service-display ............................ 90
Service-informatie ...................... 228
Sjorogen ...................................... 76
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................213
Snelheidsbegrenzer ...........100, 161
Snelheidsmeter ............................ 87
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................192
Startbeveiliging ......................32, 99Starten en bedienen ...................140
Starthulp gebruiken ...................221
Stoelpositie .................................. 41
Stoelverstelling ........................6, 42
Stoelverwarming ........................... 44
Stop/Start-systeem .....................145
Storing ....................................... 152
Storingsindicatielamp ..................96
Stroomonderbreking ..................152
Sturen ......................................... 140
Stuurbedieningsknoppen .............80
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......191
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 80
Symbolen ....................................... 4 Systeem voor gecontroleerde afdaling ............................ 97, 158
T
Tanken ....................................... 177
Te laag brandstofpeil ...................98
Toerenteller ................................. 88
Top-Tether-bevestigingsogen ......60
Traction Control .........................156
Traction Control-systeem UIT....... 97 Trekhaak .................................... 182
Trekken............................... 181, 222
Trekstang.................................... 181
Typeplaatje ................................ 232U
Uitlaatgassen ............................. 148
Uitrol-brandstofafsluiter .............145
Uitstapverlichting .......................130
Ultrasoonparkeerhulp .................165
Uplevel-display ........................... 100
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 105Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 212
Vaste luchtroosters ....................137
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................45
Velgen en banden .....................205
Ventilatie ..................................... 131
Ventilatieopeningen ....................136
Verbanddoos ............................... 77
Vergrendelingssysteem ...............31
Verkeersbordherkenning ....100, 169
Verlichting handschoenenkastje. 129
Verlichtingsfuncties..................... 129
Verlichting zonneklep ................129
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............150
Verstelbare luchtroosters ........... 136
Vertraagde uitschakeling stroom 143
Vertraagde vergrendeling .............28
Verwarmde spiegels ....................34