USB OPEL MOKKA X 2017 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: MOKKA X, Model: OPEL MOKKA X 2017Pages: 167, PDF Size: 2.61 MB
Page 118 of 167

118Externe apparaten
Klok- en temperatuurweergave
Activeer voor het weergeven van tijd
en temperatuur in de volledige-
schermmodus Klok. Temperatuurdis‐
play .
Display-instellingen
Selecteer Display-instellingen om
een submenu voor de helderheid en
het contrast te openen.
Druk op + of - om de instellingen aan
te passen.
Smartphone-applicaties
gebruiken
TelefoonweergaveDe smartphone-applicaties Apple CarPlay™ en Android™ Auto gevende geselecteerde apps van uw smart‐ phone weer op het Infotainments‐
cherm. U kunt ze bedienen met de
bedieningsorganen van het infotain‐
mentsysteem.
Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in uw land.
De smartphone voorbereiden
Android-telefoon: Download de
Android Auto-app naar uw smart‐
phone vanaf de Google Play ™ Store.
iPhone: Controleer of Siri ®
op uw
smartphone geactiveerd is.
Telefoonweergave activeren in het
instellingenmenu
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .Blader door de lijst naar
Apple CarPlay of Android Auto .
Zorg ervoor dat de desbetreffende
applicatie is geactiveerd.
Mobiele telefoon verbinden
Sluit de smartphone aan op de USB-
poort 3 112.
Telefoonweergave starten
Druk op ; en selecteer vervolgens
PROJECTIE om de telefoonweerga‐
vefunctie te starten.
Let op
Als de toepassing door het infotain‐
mentsysteem wordt herkend, kan
het toepassingspictogram wijzigen
in Apple CarPlay of Android Auto .
U kunt ook enkele seconden ; inge‐
drukt houden om de functie te starten.
Het getoonde telefoonweergave‐
scherm is afhankelijk van uw smart‐ phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het
Infotainmentscherm
Druk op ;.
Page 119 of 167

Externe apparaten119BringGoBringGo is een navigatie-app voor het
zoeken naar locaties, kaartweergave
en routebegeleiding.
De app downloaden
Voordat een BringGo met de bedie‐
ningsorganen en menu's van het info‐
tainmentsysteem kan worden
gebruikt, moet de desbetreffende
applicatie op de smartphone worden
geïnstalleerd.
Download de app van App Store ®
of
Google Play Store.
Telefoonweergave activeren in het
instellingenmenu
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Blader door de lijst tot BringGo.
Zorg ervoor dat de applicatie is geac‐ tiveerd.
Mobiele telefoon verbinden
Sluit de smartphone aan op de USB- poort 3 112.BringGo starten
Druk op ; om de app te starten en
selecteer het navigatiepictogram.
Het hoofdmenu van de applicatie
verschijnt op het display van het info‐ tainmentsysteem.
Raadpleeg voor nadere informatie
over het bedienen van de app de
instructies op de website van de fabri‐ kant.
Page 120 of 167

120SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................120
Gebruik ...................................... 120Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren of uw smartphone deze functie onder‐ steunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 112 of via Bluetooth 3 122.
Gebruik Spraakherkenning activeren Houd g op het bedieningspaneel of
7w op het stuurwiel ingedrukt om een
spraakherkenningssessie te starten.
Er verschijnt een spraakbesturings‐ bericht op het scherm.
Na de pieptoon kunt u direct een
commando geven. Raadpleeg voor
informatie over ondersteunde
commando's de gebruiksaanwijzing
van uw smartphone.Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt, de
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
Page 122 of 167

122Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op
http://www.bluetooth.com vinden
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Bluetooth-apparaten met het infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en infotainmentsysteem) en
verbonden via het menu Bluetooth.
Menu Bluetooth
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● U kunt maximaal tien apparaten met het systeem koppelen.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het infotainment‐
systeem de verbinding automa‐ tisch tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Raad‐
pleeg voor meer informatie de
gebruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
2. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens INSTELLINGEN op het info‐
display.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbe‐
treffende menu weer te geven.
Page 128 of 167

128TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te
geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het
display.
Handsfreemodus tijdelijk deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
Page 132 of 167

132TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............115
Afbeelding via USB activeren .....115
Algemene aanwijzingen .............121
Bluetooth ................................. 112
DAB ......................................... 109
Infotainmentsysteem .................90
Smartphone-applicaties ..........112
Telefoon .................................. 121
USB ......................................... 112
Algemene informatie ..........112, 120
Antidiefstalfunctie ........................91
Audio afspelen ............................ 114
Audiobestanden ......................... 112
Audioknoppen op stuurwiel ..........92
Audio via USB activeren .............114
Automatisch volume ...................101
B Basisbediening ............................. 98
Bediening.................................... 125 Externe apparaten ..................112
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 105
Telefoon .................................. 125
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................92
Stuurwiel ................................... 92
Bedieningspaneel Infotainment ....92Bel
Beltoon .................................... 125
Functies tijdens het gesprek ...125
Inkomend gesprek ..................125
Telefoongesprek initiëren ........125
Beltoon Beltoon wijzigen ......................125
Beltoonvolume ........................ 101
Bestandsformaten Audiobestanden ......................112
Filmbestanden......................... 112 Fotobestanden ........................ 112
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........112
Apparaat aansluiten ................112
Bluetooth-verbinding ...............122
Koppelen ................................. 122
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 114
Telefoon .................................. 125
Bluetooth-verbinding ..................122
BringGo ...................................... 118
D
DAB ............................................ 109
Digital Audio Broadcasting .........109
Display-instellingen ............115, 117
Page 133 of 167

133F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................107
Zenders opslaan .....................107
Favorietenlijst ............................. 107
Filmbestanden ............................ 112
Films afspelen ............................ 117
Film via USB activeren ...............117
Fotobestanden ........................... 112
G
Gebruik ......................... 95, 105, 120
Bluetooth ................................. 112
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 105
Telefoon .................................. 125
USB ......................................... 112
Geluidsinstellingen .....................100
I
Infotainmentsysteem inschakelen 95
Intellitext ..................................... 109
K Koppelen .................................... 122
M
Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 98Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur .................129
Mute.............................................. 95
N
Noodoproep ................................ 124
O Oproepenhistorie ........................125
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Afstemmen op zender .............105
DAB configureren ....................109
DAB-berichten ......................... 109
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 109
Favoriete lijsten .......................107
Frequentiebereik selecteren ...105
Gebruik.................................... 105
Inschakelen ............................. 105
Intellitext .................................. 109
Radio Data System (RDS) ......108
RDS configureren.................... 108
Regio-instelling........................ 108
Regionaal ................................ 108
Zender zoeken ........................ 105
Zenders ophalen .....................107
Zenders opslaan .....................107
Radio activeren........................... 105Radio Data System (RDS) ......... 108 RDS ............................................ 108
Regio-instelling ........................... 108
Regionaal ................................... 108
S Selectie van frequentiebereik .....105
Smartphone ................................ 112
Telefoonweergave ..................118
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 118
Snelkiesnummers .......................125
Spraakherkenning ......................120
Startmenu ..................................... 98
Startmenu personaliseren ............98
Stemherkenning ......................... 120
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 114
Systeeminstellingen.................... 102
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........121
Beltoon selecteren ..................125
Bluetooth ................................. 121
Bluetooth-verbinding ...............122
Een nummer invoeren .............125
Functies tijdens het gesprek ...125
Hoofdmenu Telefoon ..............125
Inkomend gesprek ..................125
Noodoproepen ........................ 124
Page 134 of 167

134Oproepenhistorie....................125
Snelkiesnummer .....................125
Telefoonboek .......................... 125
Telefoon activeren ......................125
Telefoonboek .............................. 125
Telefoonweergave ......................118
U USB Afbeeldingenmenu USB ..........115
Algemene aanwijzingen ..........112
Apparaat aansluiten ................112
Audiomenu USB .....................114
Filmmenu USB ........................ 117
V Volume Automatisch volume ................101
Beltoonvolume ........................ 101
Maximaal inschakelvolume .....101
Stiltefunctie................................ 95
Volume aanraakpiep ...............101
Volume instellen ........................95
Volume TP .............................. 101
Volumebeperking bij hoge temperaturen ............................. 95
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........101
Volume aanraakpiep ..................101
Volume-instellingen ....................101
Volume TP .................................. 101Z
Zenders ophalen ........................107
Zenders opslaan .........................107
Zender zoeken............................ 105
Page 141 of 167

Inleiding141GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 138
● audioknoppen op het stuurwiel 3 138
● de spraakherkenning 3 155
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellenDraai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 144.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 144
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of van frequentiebe‐ reik te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 147.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 152.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐ systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
Page 152 of 167

152Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie..................152
Audio afspelen ........................... 153Algemene informatie
De USB-aansluiting voor externe
apparaten zit op de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-apparaat of smartphone
aansluiten.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het
infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het info‐
tainmentsysteem.
Het infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op USB-opslagap‐
paratuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
MTP-apparaatinstellingen
In het instellingenmenu kunt u
aanvullende instellingen aanpassen
voor apparaten die via het MTP zijn
aangesloten.
Druk in een actieve audiobron op
MENU , blader door de lijst en selec‐
teer Indstillinger (Settings) . Selecteer
Telefoonverbinding (alleen MTP) .