open gas tank OPEL MOKKA X 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: MOKKA X, Model: OPEL MOKKA X 2019Pages: 269, PDF Size: 6.8 MB
Page 183 of 269
Rijden en bediening181Brandstof voor lpg-
aandrijving
Vloeibaar gas staat bekend als lpg
(Liquefied Petroleum Gas ofwel vloei‐
baar petroleumgas) of onder de
Franse naam GPL (Gaz de Pétrole
Liquéfié). Lpg staat ook bekend als
autogas.
Lpg bestaat voornamelijk uit propaan en butaan. Het octaangetal ligt tussen
105 en 115, afhankelijk van de
propaanverhouding. Lpg wordt als
vloeistof opgeslagen bij een druk van ongeveer vijf tot tien bar.
Het kookpunt hangt af van de druk en
mengverhouding. Bij omgevingstem‐
peratuur ligt deze tussen -42 °C
(zuiver propaan) en -0,5 °C (zuiver
butaan).
Voorzichtig
Het systeem werkt bij een omge‐
vingstemperatuur van ong. -8 °C
tot 100 °C.
De volledige werking van het lpg-
systeem kan alleen worden gegaran‐ deerd met vloeibaar gas dat aan de
minimale eisen van DIN EN 589
voldoet.
Brandstofkeuzeschakelaar 3 87.
Tanken
9 Gevaar
Schakel het contact en externe
verwarmingen met verbrandings‐ kamers uit alvorens te beginnenmet tanken.
Volg de bedienings- en veilig‐
heidsinstructies van het tanksta‐
tion tijdens het tanken.
9 Gevaar
Brandstof is brandbaar en explo‐
sief. Niet roken. Geen open vuur
of vonken.
Wanneer u brandstof in de auto
kunt ruiken, dient u de oorzaak daarvan onmiddellijk door een
werkplaats te laten verhelpen.
Een label met symbolen aan de
binnenkant van de tankvulklep geeft
de toegestane brandstofsoorten aan.
In Europa zijn de vulpistolen op de tankstations voorzien van dezelfde
symbolen. Tank alleen de toegestane
brandstofsoort.
Page 185 of 269
Rijden en bediening183
Door de beveiliging tegen verkeerd
tanken kan de klep van de vulpijp alleen worden geopend door geschikt
vulpistool of een trechter voor nood‐
bijtanken.
Tank in een noodsituatie bij vanuit
een jerrycan. Gebruik een trechter
om het kapje van de vulopening te
openen.De trechter wordt opgeborgen in de bagageruimte.
Plaats de trechter in de opbergbak en bewaar deze in de kunststof zak.
Gebruik de trechter om brandstof bij
te tanken.
Leg de trechter na het bijtanken in de kunststof zak en berg deze op in de
bagageruimte.
Vloeibaar gas tanken
Bij het tanken de gebruiks- en veilig‐
heidsvoorschriften van het tanksta‐
tion in acht nemen.
Vuladapter
Aangezien vulsystemen niet zijn
genormaliseerd, zijn verschillende
adapters nodig die verkrijgbaar zijn bij
Opel distributeurs en bij door Opel
Service Partners.
ACME-adapter: België, Duitsland,
Ierland, Luxemburg, Zwitserland
Page 187 of 269
Rijden en bediening185Schroef de vereiste adapter handvast
op de vulpijp.
ACME-adapter: Schroef de moer van
het vulmondstuk op de adapter. Zet
de borghendel van het vulmondstuk
in de vergrendelde stand.
DISH-adapter: Plaats het vulmond‐
stuk in de adapter. Zet de borghendel van het vulmondstuk in de vergren‐
delde stand.
Adapter met bajonetsluitng: Plaats
het vulmondstuk op de adapter en
draai het een kwartslag. Zet de borg‐
hendel van het vulmondstuk in de
vergrendelde stand.
EURO-adapter: Duw het vulmond‐
stuk op de adapter. Zet de borghen‐ del van het vulmondstuk in de
vergrendelde stand.
Druk op de knop van de pomp voor
vloeibaar gas. Het vulsysteem stopt
of begint langzaam te lopen wanneer 80% van het tankvolume is bereikt
(maximaal vulpeil).Laat de knop op het vulsysteem los
en het vullen stopt. Laat de vergren‐
delhendel los en verwijder het
vulmondstuk. Een kleine hoeveelheid
vloeibaar gas kan ontsnappen.
Verwijder de adapter en berg hem in
de auto op.
Breng de beschermdop aan om te
voorkomen dat vreemde voorwerpen
de vulopening of het systeem binnen‐ dringen.9 Waarschuwing
Vanwege het ontwerp van het
systeem is het ontsnappen van
vloeibaar gas na het vrijgeven van de vergrendelingshendel onver‐
mijdelijk. Niet inademen.
9 Waarschuwing
Omwille van de veiligheid mag de
LPG-tank maar tot 80% worden
gevuld.
De meerwegklep op de lpg-tank
beperkt de te vullen hoeveelheid
automatisch. Als een grotere
hoeveelheid wordt toegevoegd,
raden we aan om de auto niet aan de zon bloot te stellen voordat de extra
hoeveelheid is opgebruikt.
Tankdop
Gebruik uitsluitend originele tankdop‐ pen. Auto's met een dieselmotorhebben een speciale tankdop.
Page 267 of 269
265Remassistentie .......................... 160
Rem- en koppelingssysteem .......95
Rem- en koppelingsvloeistof ......234
Remmen ............................ 159, 196
Remvloeistof .............................. 196
Reservewiel ............................... 222
Richtingaanwijzers ............... 93, 127
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......186
Rijregelsystemen ........................160
Rijverlichting .......................... 12, 98
S Schakelen ..................................... 96
Selectieve katalysatorreductie ....151
Service ....................................... 138 Service-display ............................ 88
Service-informatie ...................... 233
Sjorogen ...................................... 74
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................217
Snelheidsbegrenzer .............99, 165
Snelheidsmeter ............................ 85
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................196
Startbeveiliging ......................32, 98
Starten en bedienen ...................141
Starthulp gebruiken ...................225Stoelpositie .................................. 40
Stoelverstelling ........................6, 41
Stoelverwarming ........................... 43
Stop/Start-systeem .....................146
Storing ....................................... 156
Storingsindicatielamp ..................95
Stroomonderbreking ..................156
Sturen ......................................... 141
Stuurbedieningsknoppen .............78
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......195
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 78
Symbolen ....................................... 4
Systeem voor gecontroleerde afdaling ............................ 96, 162
T
Tanken ....................................... 181
Te laag brandstofpeil ...................98
Toerenteller ................................. 86
Traction Control .........................160
Traction Control-systeem UIT....... 97
Trekhaak .................................... 187
Trekken............................... 186, 227
Trekstang.................................... 186
Typeplaatje ................................ 237
U Uitlaatfilter................................... 149
Uitlaatgassen ............................. 149
Uitrol-brandstofafsluiter .............146Uitstapverlichting .......................130
Ultrasoonparkeerhulp .................169
Uplevel-display ........................... 100
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 105
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 217
Vaste luchtroosters ....................138
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................44
Velgen en banden .....................210
Ventilatie ..................................... 132
Ventilatieopeningen ....................137
Verbanddoos ............................... 74
Vergrendelingssysteem ...............31
Verkeersbordherkenning ......99, 173
Verlichting handschoenenkastje. 129
Verlichtingsfuncties..................... 130
Verlichting zonneklep ................129
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............154
Verstelbare luchtroosters ........... 137
Vertraagde uitschakeling stroom 144
Vertraagde vergrendeling .............28
Verwarmde spiegels ....................34
Verwarmd stuurwiel .....................78
Verwarming ................................. 43