traction control OPEL MOVANO_B 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2014Pages: 205, PDF Size: 4.8 MB
Page 13 of 205
Kort en bondig11
1Vaste uitstroomkanalen .....107
2 Instellen koplampreikwijdte ..90
Park pilot met
ultrasoonsensoren ..............128
Traction Control-systeem ....123
Elektronisch stabiliteits‐
programma (ESP) ..............124
3 Zijdelingse ventilatieope‐
ningen ................................ 106
4 Lichtschakelaar ....................89
Richtingaanwijzers ...............91
Grootlicht en dimlicht,
lichtsignaal ........................... 90
Zijmarkeringslichten ..............89
Automatisch dimlicht ............89
Omgevingsverlichting ........... 94
Mistlampen ........................... 91
Mistachterlicht ......................92
5 Instrumenten ........................ 75
Versnellingsbakdisplay .........78
Driver Information Centre ...... 856 Claxon .................................. 71
Bestuurdersairbag ...............50
7 Afstandsbediening op
stuurwiel ................................ 70
Cruise control .....................125
8 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers ..................71
Boordcomputer .....................87
9 Munthouder .......................... 61
10 Stekkerdoos ......................... 73
11 Middelste ventilatieope‐
ningen ................................ 106
12 Passagiersairbag ..................50
Opbergvak ........................... 61
13 Handschoenenkastje ...........62
14 Bekerhouders ....................... 62
15 Verwarming en ventilatie .....96
16 Aansteker ............................. 74
Stekkerdoos ......................... 7317Schakelhefboom,
handgeschakelde
versnellingsbak ...................117
Geautomatiseerde
versnellingsbak ...................117
18 Cruise control en snel‐
heidsbegrenzer ..................125
Geautomatiseerde
versnellingsbak,
winter- en beladingsmodus . 120
Stationair-toerentalregeling . 111
Stop/Start-systeem .............111
19 Contactslot met stuurslot ...110
20 Stuurkolomknoppen .............71
21 Stuurwiel instellen ................70
22 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 137
23 Hulpverwarming ..................102
24 Opbergvak ........................... 61
Zekeringenkast ..................154
Page 84 of 205
82Instrumenten en bedieningsorganen9Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Remsysteem 3 122.
Slijtage van remblokken
F brandt geel.
Brandt als de remblokken versleten
zijn 3 122.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
u brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van u klaar voor gebruik.
Als controlelampjes u en A oplich‐
ten en de berichten CONTROLEER
ABS en CONTROLEER ESP op het
Driver Information Center 3 85 ver‐
schijnen, is er een storing in het ABS.
Het remsysteem blijft werken maar
zonder ABS-regeling.
Als controlelampen u, A , R en
C oplichten, worden ABS en ESP
gedeactiveerd en verschijnt het be‐
richt DEFECT REMSYSTEEM . De
hulp van een werkplaats inroepen.
Antiblokkeersysteem 3 122.
Opschakelen
k of j brandt geel.
Gaat branden wanneer voor zuinig rij‐ den schakelen wordt aanbevolen.
Elektronisch stabiliteits‐
programma (ESP) v knippert of brandt geel.
Brandt na het inschakelen van het
contact enkele seconden.
Knippert tijdens het rijden
Het systeem is actief ingeschakeld.
Het motorvermogen kan worden be‐
grensd en de auto kan automatisch
iets worden afgeremd 3 124.Brandt onderweg
Het systeem wordt uitgeschakeld.Ook verschijnt het bericht ANTISLIP-
SYSTEEM UIT op het Driver Informa‐
tion Center 3 85.
ESP® Plus
3 124, Traction Control-
systeem 3 123.
Koelvloeistoftemperatuur W brandt rood.
Brandt bij een draaiende motor Als W brandt (mogelijk in combinatie
met controlelampje C), stop dan de
auto en schakel de motor uit.Voorzichtig
Koelvloeistoftemperatuur is te
hoog.
Koelvloeistofpeil controleren 3 139.
Is het koelvloeistofpeil hoog genoeg,
dan de hulp van een werkplaats in‐
roepen.
Page 125 of 205
Rijden en bediening123Handrem
Handrem altijd zonder indrukken van
de ontgrendelknop stevig aantrek‐
ken, op op- of aflopende hellingen al‐ tijd zo stevig mogelijk.
Om de handrem los te zetten, de
handremhendel iets oplichten, de ont‐
grendelingsknop indrukken en de
hendel helemaal omlaagzetten.
Om minder kracht te hoeven uitoefe‐
nen bij het aantrekken van de hand‐
rem, tegelijkertijd het rempedaal be‐
dienen.
Controlelamp R 3 81.
Remassistentie
Bij het snel en krachtig intrappen van
het rempedaal wordt automatisch met de maximale remkracht (noodstop)
geremd.
De druk op het rempedaal niet ver‐
minderen, zolang er maximaal ge‐ remd moet worden. Bij het loslaten
van het rempedaal wordt de rem‐
kracht automatisch verminderd.Rijregelsystemen
Traction Control Traction Control (TC) is een onder‐
deel van het elektronische stabiliteits‐
programma (ESP® Plus
) dat helpt bij
het behoud van de rijstabiliteit, onge‐
acht het wegdek en de grip van de
banden, en voorkomt dat de wielen gaan doorslippen.
Zodra de aangedreven wielen begin‐
nen door te slaan, wordt het motor‐
vermogen verminderd en wordt het
wiel met de meeste slip afzonderlijk
afgeremd. Daardoor wordt de rijstabi‐
liteit van de auto op een glad wegdek aanmerkelijk verbeterd.
TC is bedrijfsklaar zodra het contact wordt ingeschakeld en de controle‐
lamp v op de instrumentengroep
dooft.
Wanneer TC actief ingrijpt,
knippert v.
Page 203 of 205
201
Opschakelen................................. 82Overzicht instrumentenpaneel .....10
P
Panne ......................................... 168
Panoramadak .............................. 35
Parkeerhulp ............................... 128
Parkeerrem - zie Handrem .........123
Parkeren .............................. 17, 114
Park pilot met ultrasoonsensoren 128
Partikelfilter ................................. 116
Peilsensor motorolie .....................77
Plafondconsole ............................ 63
Pollenfilter .................................. 107
Portieren ....................................... 24
Portier open ................................. 84
Profieldiepte ............................... 157
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 196
Regeling stationair toerental ......111
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 195
Remassistentie .......................... 123
Remmen ............................ 122, 141
Remsysteem ................................ 81
Remvloeistof ...................... 141, 173
Reservewiel ............................... 164
Richtingaanwijzer ........................80Richtingaanwijzers ....................... 91
Richtingaanwijzers vooraan ......147
Roetfilter ............................... 83, 116
Ruiten ........................................... 32
Rijgedrag en aanhangertips ......133
Rijregelsystemen ........................123
Rijverlichting .......................... 12, 84
S Schakel motor uit ..........................81
Schuifdeur ................................... 24
Service ............................... 108, 172
Service-display ............................ 77
Service-indicatie .......................... 81
Service-informatie ...................... 172
Sjorogen ...................................... 64
Sleepoog .................................... 168
Sleutels ........................................ 18
Sleutels, sloten ............................. 18
Slijtage van remblokken ...............82
Sneeuwkettingen .......................158
Snelheidsmeter ............................ 75
Snelheidsregelaar ........................75
Spiegels .................................. 30, 32
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................140
Startbeveiliging ............................ 30
Starten en bedienen ...................109
Starthulp gebruiken ...................166
Stoelpositie .................................. 37Stoelverstelling ........................7, 38
Stoelverwarming ........................... 41
Stop/Start-systeem .....................111
Stop-startsysteem......................... 83
Storing ....................................... 121
Storingsindicatielamp ..................81
Stroomonderbreking ..................121
Stuurbedieningsknoppen .............70
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......140
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 70
Symbolen ....................................... 4
T
Tachograaf ............................. 84, 88
Tanken ....................................... 132
Technische gegevens ................179
Te laag brandstofpeil ...................83
Toerenteller ................................. 75
Top-Tether-bevestigingsogen ......60
Traction Control .........................123
Trekhaak .................................... 134
Trekken....................................... 133
Trekken van een aanhanger ......134
Trekstang.................................... 133
Tripcomputer ............................... 87
Triple-Info-Display .......................85
Typeplaatje ................................ 176