infotainment OPEL MOVANO_B 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2015.5Pages: 149, PDF Size: 1.94 MB
Page 1 of 149
OPEL Movano / VivaroHandleiding Infotainment
Page 4 of 149
4InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................4
Overzicht bedieningselementen ....7
Antidiefstalfunctie ......................... 23
Gebruik ........................................ 23
Geluidsinstellingen ......................33
Volume-instellingen .....................36
Systeeminstellingen .....................37Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem levert state- of-the-art informatie en vermaak in de auto.
De radio is uitgerust met kanaalvoor‐
keuren die kunnen worden toegewe‐
zen voor FM-, middengolf- en lange‐
golf-frequentiebereik.
De audiospeler speelt audio-cd's,
mp3-cd's en ook wma-cd's af.
Externe gegevensopslagapparaten,
bijv. iPod, mp3-speler of USB-stick of
een draagbare speler kunnen op het
Infotainmentsysteem worden aange‐
sloten. Externe geluidsbronnen kun‐ nen ook via Bluetooth worden aange‐
sloten.
De digitale soundprocessor biedt di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐ gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
De dynamische routeplanning van
het navigatiesysteem brengt u op be‐
trouwbare wijze naar uw bestemming en kan u helpen files en andere an‐
dere knelpunten te vermijden.Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op de stuurkolom, of
via het stemherkenningssysteem.
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een handsfree-
telefoonsysteem.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de dui‐
delijke displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Page 5 of 149
Inleiding5
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Bij een slechte radio-ontvangst daalt
het volume automatisch voor een mi‐
nimaal storend effect.
Gebruik van deze handleiding
■ Deze handleiding beschrijft func‐ ties waarover uw auto al dan niet
beschikt aangezien deze optioneel
zijn of vanwege wijzigingen na het
ter perse gaan van deze handlei‐
ding. Raadpleeg de aankoopdocu‐
mentatie om na te gaan of alle func‐
ties op de auto aanwezig zijn.
■ Mogelijk zijn bepaalde bedienings‐ elementen en omschrijvingen,
waaronder symbolen, displays en
menufuncties, niet op uw auto van
toepassing wanneer er sprake is
van een modelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale uit‐
rusting of accessoires.
■ De inhoudsopgave aan het begin van de handleiding en in de afzon‐
derlijke paragrafen geeft aan waar
u de informatie die u zoekt kunt vin‐
den.
■ Met behulp van het trefwoordenre‐ gister kunt u specifieke informatie
zoeken.
■ De displays van het voertuig onder‐
steunen mogelijkerwijs uw taal niet.■ Displayteksten en opschriften in het
interieur zijn vet gedrukt.
■ De bediening die in deze handlei‐ ding wordt gegeven, verwijst naar
de bedieningselementen van het
infotainmentsysteem. Voor gelijke
bedieningselementen op de stuur‐
kolom kunt u het overzicht van de
bedieningselementen raadplegen
3 7.
Waarschuwing en Voorzichtig9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot ver‐
wondingen leiden.
Page 23 of 149
Inleiding23Antidiefstalfunctie
Een elektronisch beveiligingssys‐
teem is inbegrepen om diefstal te ont‐ moedigen. Het infotainmentsysteem
werkt alleen in uw auto en is daarom voor een dief waardeloos.
De beveiligingscode (apart geleverd)
moet worden ingevoerd bij het eerste
gebruik van het systeem en na lange
onderbrekingen van de voeding.
Beveiligingscode invoeren
Wanneer het Infotainmentsysteem
voor het eerst wordt ingeschakeld,
verschijnt het bericht Radiocode en
dan 0000 op het displayscherm.
Om het eerste cijfer van de beveili‐
gingscode in te voeren, drukt u her‐
haalde malen op de cijfertoets 1 op de
eenheid totdat het gewenste nummer wordt weergegeven. Voer op de‐
zelfde manier het tweede, derde en
vierde cijfer in met de toetsen 2, 3
en 4.
Wanneer de volledige code wordt
weergegeven, houdt u de toets 6 in‐
gedrukt tot er een akoestisch signaalklinkt. Het systeem is ontgrendeld
wanneer de correcte code is inge‐
voerd.
Verkeerde code ingevoerd
Wanneer een verkeerde code is in‐
gevoerd, wordt Codefout en dan
Wacht 100 weergegeven.
Wacht totdat het aftellen is afgelopen
en voer dan de juiste code in. Elke
keer dat de code verkeerd wordt in‐ gevoerd, wordt de afteltijd verdub‐
beld.
Geografisch gebied veranderen
Wanneer de beveiligingscode wordt
ingevoerd, kan u gevraagd worden
om een geografisch gebied te kiezen,
bijv.:
■ Europa
■ Azië
■ Arabië
■ Amerika
Schakel het infotainmentsysteem uit
en druk tegelijk op de toets 1 en 5 en
de draaiknop m. Druk vervolgens op
de toets _ of 6 totdat het gewenstegebied op het displayscherm wordt
gemarkeerd en stel het in met toets
6 .
Gebruik Bedieningselementen van
infotainment
Het infotainmentsysteem wordt be‐
diend met de toetsen, draaiknoppen
en/of displaymenu's.
Invoer kan plaatsvinden via: ■ de centrale bedieningseenheid in het instrumentenpaneel 3 7 of
■ de bedieningselementen op de stuurkolom 3 7
■ het stemherkenningssysteem (in‐ dien beschikbaar) 3 118
■ het aanraakscherm (NAVI 50, NAVI 80) 3 7
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen Druk op de knop/toets X om het info‐
tainmentsysteem in te schakelen.
De eerder gebruikte audiobron is ac‐
tief.
Page 24 of 149
24Inleiding
Druk de knop/toets X (of houd hem
ingedrukt) om het infotainmentsys‐
teem weer uit te schakelen.
Let op
Wanneer het infotainmentsysteem
is uitgeschakeld, wordt de klok weer‐ gegeven.NAVI 80:
Het infotainmentsysteem schakelt
automatisch in wanneer het contact wordt ingeschakeld. Druk in plaats
daarvan op de knop X.
De volgende opties worden getoond: ■ Instellingen wijzigen (om het delen
van gegevens goed te keuren of te
weigeren)
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde toepas‐ singen wellicht niet naar behoren.
■ Taal (om de systeemtaal te wijzi‐
gen)
■ Gereed (om door te gaan naar de
startpagina)Het infotainmentsysteem schakelt
automatisch uit wanneer u het con‐
tact uitschakelt en het bestuurders‐
portier opent. Druk in plaats daarvan
op de knop X.
Let op
Wanneer het infotainmentsysteem
is uitgeschakeld, worden de klok en
de buitentemperatuur weergege‐
ven.
Automatisch uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het in‐ fotainmentsysteem automatisch
korte tijd na de laatste invoer van de gebruiker uitgeschakeld, als het werd
ingeschakeld met de toets/knop X.
Afhankelijk van het systeem wordt het
na 5 tot 20 minuten automatisch uit‐
geschakeld.
Als u de knop/toets X opnieuw in‐
drukt, blijft het infotainmentsysteem nog eens 5 tot 20 minuten actief.
Volume instellen
Draai aan de (volume) draaiknop X,
of druk op de knop < of ].Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op de toets ! of #.NAVI 80:
Om vanuit de startpagina de verschil‐ lende volumeniveaus (zoals voor na‐vigatieaanwijzingen, verkeersberich‐
ten en telefoongesprekken) afzonder‐
lijk in te stellen, drukt u op MENU, ge‐
volgd door Systeem en Geluid op het
displayscherm.
Raadpleeg (NAVI 80) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
Opgeslagen volume
Als het infotainmentsysteem wordt
uitgeschakeld, wordt het huidige vo‐
lume opgeslagen.
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk vo‐
lume ( 3 36) wordt geactiveerd,
wordt het volume automatisch aan‐
gepast om weg- en windlawaai te
compenseren.
Page 27 of 149
Inleiding27
U kunt het displayscherm ook bedie‐nen met de onderstaande knoppen
op het paneel van het infotainment‐
systeem:
■ ; : Startpagina
■ R: Lijsten weergeven; kaart om‐
hoog
Schuiven; schaal aanpassen
■ Toets in het midden: Menukeuze, acties bevestigen
■ S: Lijsten weergeven; kaart om‐
laag
Schuiven; schaal aanpassen
Let op
Afhankelijk van het voertuigmodel
wordt de bediening van het aanraak‐
scherm mogelijk beperkt tijdens het
rijden.
Bedieningsstanden
RADIO
Audiobron overschakelen op radio:
Druk, afhankelijk van het infotain‐
mentsysteem, op de knop RADIO,
RADIO/CD of AUDIO/SOURCE .NAVI 50
U kunt op ieder gewenst moment naar het menu Radio gaan door op de knop Start ; te drukken, gevolgd
door RADIO op het displayscherm.NAVI 80
Om vanuit de startpagina naar het
menu Radio te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Radio op het displayscherm.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 42.
AUDIOSPELERS
Om de audiobron over te schakelen
naar CD, USB , AUX , Bluetooth of
iPod (indien van toepassing): Druk,
afhankelijk van het infotainmentsys‐
teem op de toets MEDIA, RADIO/CD
of AUDIO/SOURCE .
NAVI 50 : U kunt op ieder gewenst
moment naar het menu voor randap‐
paratuur gaan ( USB, iPod , BT (Blue‐
tooth) of AUX) door op de knop
Start ; te drukken, gevolgd door
MEDIA op het displayscherm. Druk in
de linkerbovenhoek op S en selec‐
teer de externe bron.
NAVI 80 : Om vanuit de startpagina
naar het menu voor randapparatuur
te gaan (USB, SD-kaart, AUX-ingang,
Audio-cd, Bluetooth), drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Media op het displayscherm. Selec‐
teer de externe bron in de getoonde
lijst.R15 BT USB, R16 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
■ AUX-ingangsfuncties 3 57
■ USB-poortfuncties 3 59
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 63CD16 BT USB, CD18 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
■ CD-spelerfuncties 3 54
■ AUX-ingangsfuncties 3 57
■ USB-poortfuncties 3 59
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 63CD35 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
■ CD-spelerfuncties 3 54
■ AUX-ingangsfuncties 3 57
Page 31 of 149
Inleiding31
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
■ Opslaan
■ Navigatieservices
■ Instellingen
■ Toepassingen ( bijv. rekenmachine,
lezer)Opslaan
Selecteer deze optie om naar de web‐
winkel te gaan en toepassingen voor
uw infotainmentsysteem aan te
schaffen.
De volgende opties worden getoond: ■ Selectie : Er verschijnt een lijst met
toepassingen.
■ Populaire apps : De toepassingen
worden op populariteit gesorteerd.
■ Categorieën : De toepassingen
worden op thema weergegeven,
bijv. entertainment of kaarten.
■ < (pop-upmenu):
◆ Zoek : Zoeken op trefwoord.
◆ Update : Zoek naar updates voor
toepassingen, services en ge‐
downloade content.◆ Mijn producten : Overzicht van
toepassingen, services en ge‐
downloade content en de verval‐
data ervan.
◆ Wettelijke informatie : Verschaft
de wettelijke informatie met be‐
trekking tot de winkel.
Wanneer u nieuwe content hebt ge‐
selecteerd om te downloaden, drukt u op Aanschaffen om de betaalwijze te
kiezen; selecteer creditcard of debet‐
kaart. Selecteer het vakje om de ver‐
koopvoorwaarden te accepteren en
ga verder met de betaling.
Voer een geldig e-mailadres in en
druk op OK om te bevestigen.
Let op
Facturen worden verstuurd naar het ingevoerde e-mailadres, samen met
(indien nodig) de installatie-instruc‐
ties en gebruikersinformatie voor de
toepassingen, services of andere
gedownloade content.
Voer de gegevens van de betaalkaart
in. Druk op Gereed om te bevestigen.
Het downloaden wordt onmiddellijkgestart. Zodra de toepassing is ge‐
download, verschijnt het pictogram
ervan in het menu Services.
Let op
De downloadtijd kan variëren, af‐
hankelijk van de grootte van de toe‐
passing en de ontvangst van het net‐
werk.
De betaalkaartgegevens en e-maila‐
dressen worden automatisch opge‐
slagen. Bij toekomstige aankopen
kunt u opgeslagen betaalkaarten se‐
lecteren met Betaal met een kaart die
al in het geheugen is opgeslagen .
Druk op ë naast de desbetreffende
betaalkaart om deze te verwijderen.
Om e-mailadressen te verwijderen,
selecteert u het pictogram naast de e-
mailregel om een lijst met e-maila‐
dressen te openen. Druk vervolgens
op ë naast het desbetreffende e-mai‐
ladres.Navigatieservices
Naast de gratis navigatieservices
(zoals verkeersinformatie en flitsca‐
mera's) kunnen extra functies worden
toegevoegd als u zich abonneert op
betaalde LIVE-services.
Page 38 of 149
38Inleiding
Beeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
■ Helderheid (Laag/Normaal/Hoog)
■ Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
◆ Auto : De dag- en nachtmodus
schakelen automatisch om.
◆ Dag : Het kaartscherm wordt altijd
met heldere kleuren weergege‐
ven.
◆ Nacht : Het kaartscherm wordt al‐
tijd met donkere kleuren weerge‐ geven.Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
■ Bluetooth-apparatenlijst bekijken
■ Bluetooth-apparaat zoeken
■ Extern apparaat goedkeuren
■ Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het infotain‐
mentsysteem te koppelen)Raadpleeg voor meer informatie
(NAVI 50) "Streaming audio via Blue‐
tooth" 3 63 en "Bluetooth-verbin‐
ding" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 126.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
■ Taal (Wijzig de displaytaal en de
taal van de gesproken aanwijzin‐
gen voor het navigatiesysteem)
■ Klok/eenheden
U kunt de volgende instellingen wij‐ zigen:
◆ Tijdweergave (12 uur/24 uur)
◆ Navigatie-eenheden (km/mijl)
◆ Tijdinstelling
Druk op l om het submenu
Tijdinstelling te openen. Dit sub‐
menu bevat de volgende opties:
Auto /Handmatig
Als voor een handmatige tijdin‐
stelling is gekozen, dient u deze
aan te passen.■ Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐
gen terugzetten naar de standaard
fabrieksinstellingen:
◆ Alle
◆ Telefoon
◆ Navigatie
◆ Audio-Media-Radio-Systeem
■ Navigatie (Aan/Uit)
■ Systeemversie (het versienummer
van het infotainmentsysteem ver‐
schijnt)
Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op ; (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.
NAVI 80 - Systeeminstellingen Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
Page 39 of 149
Inleiding39
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Taal
■ Beeldscherm
■ Geluid
■ Klok
■ Veiligheidsaanwijzingen
■ Startscherm
■ Toetsenborden
■ Eenheden instellen
■ Status en informatie
■ SD-kaart verwijderen
■ Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Om de taal en het stemtype van het
infotainmentsysteem te wijzigen.Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
■ Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan het
lichtniveau buiten (daglicht).Als er weinig licht is, is het display‐
scherm eenvoudiger af te lezen als het display niet te helder is.
■ Helderheid in het donker : Helder‐
heid van het scherm aanpassen aan het lichtniveau buiten (lichtni‐
veau 's avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het display‐
scherm eenvoudiger af te lezen als
het display niet te helder is.
■ In het donker omschakelen naar
nachtmodus : Automatische om‐
schakeling tussen helderheid bij
daglicht/in het donker activeren.
De nachtmodus wordt geactiveerd als het buiten donker is of als de
koplampen worden ingeschakeld.
■ Nachtmodus gebruiken : Nachtmo‐
dus activeren.Geluid
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Geluidsniveaus : Volume en gelui‐
den aanpassen voor verkeersinfor‐
matie, handsfree-telefoonsysteem,beltoon, toepassingswaarschuwin‐
gen, systeemstem en navigatie‐
aanwijzingen.
■ Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is uit‐ geschakeld.
■ Snelheidsgevoeligheid : Snelheids‐
afhankelijke volumeaanpassing in‐
stellen.
■ Computerstem : Bepalen welk type
informatie door het infotainment‐
systeem wordt uitgesproken.
■ Stem : Wijzig de stem die door het
infotainmentsysteem wordt ge‐ bruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.
Aanbevolen wordt om de automati‐
sche tijdinstelling ingeschakeld te
houden.
Page 40 of 149
40Inleiding
Veiligheidsaanwijzingen
Verschillende waarschuwingen van
het infotainmentsysteem in- en uit‐
schakelen. Selecteer de desbetref‐
fende vakjes om ze in te schakelen.Startscherm
Configuratie van de startpagina wijzi‐ gen.
Maak een selectie uit de lijst met op‐
ties om een voorbeeld met de lay-out van de afzonderlijke startpagina's te
bekijken.Toetsenborden
Wijzig eerst het alfabettype (bijv.
Grieks) en vervolgens het toetsen‐
bordtype (bijv. Qwerty).Eenheden instellen
Wijzigen van de eenheden voor bijv.
afstand, coördinaten, temperatuur en
luchtdruk.Status en informatie
Weergave van systeeminformatie,
zoals versie, gps-status, netwerksta‐
tus, licenties en copyright-informatie.SD-kaart verwijderen
SD-kaart veilig verwijderen.Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle informatie van het infotainment‐ systeem verwijderen. Volg de aanwij‐
zingen op het display.
Let op
Het infotainmentsysteem zal daarna standaard in Engels opstarten. Se‐
lecteer zo nodig Taal in het menu
Systeem om de taal te wijzigen.
Multimedia-instellingen
Om vanuit de startpagina naar het in‐
stellingenmenu Multimedia te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Multimedia en Instellingen op het dis‐
playscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Geluid
■ Radio
■ Media
■ Afbeeldingen
■ Video
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de instellingen zijn gewijzigd.Geluid
U kunt de volgende geluidsinstellin‐
gen aanpassen:
■ Geluidsverdeling: Stel de geluidsverdeling in de autoin.
■ Klankkleur: Stel de geluidsoptie in, bijv. "Pop/
rock", "Klassiek", "Jazz" of "Neu‐ traal". Selecteer "Handmatig" omde hoge en lage tonen met de hand in te stellen.
Druk op Bevestigen om de wijzigin‐
gen te bevestigen.
■ 'Demo Arkamys': Selecteer deze optie om de Arka‐
mys-modus te proberen.
■ 'Bass Boost Arkamys': Schakel de bass-versterking aan/
uit.Radio
U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
■ Schakel het zoeken naar alterna‐ tieve frequenties (AF) aan/uit.
■ Schakel I-Traffic aan/uit