air filter OPEL MOVANO_B 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2015Pages: 215, PDF Size: 4.97 MB
Page 83 of 215

Instrumenten en bedieningsorganen819Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Airbagsysteem 3 47, gordelspanners
3 44, airbag-deactivering 3 51.
Laadsysteem
p brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de ont‐ steking en dooft vlak na het starten
van de motor.
Brandt bij een draaiende motor Stoppen, motor afzetten. Accu wordt
niet opgeladen. Motorkoeling wordt
mogelijk onderbroken. De rembekr‐
achtiger werkt eventueel niet meer.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Storingsindicatielamp
Z brandt of knippert geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
Brandt bij een draaiende motor Storing in het uitlaatgasreinigingssys‐ teem. De toegestane emissiewaar‐
den worden mogelijk overschreden.
Onmiddellijk hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert bij een draaiende
motor
Storing die schade aan de katalysator kan veroorzaken. Gas terugnemen
totdat de lamp niet meer knippert. On‐ middellijk de hulp van een werkplaats
inroepen.
Service-indicatie A brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.Kan oplichten in combinatie met een
ander controlelampje of een melding
op het Driver Information Center
3 85.
Brandt als het roetfilter moet worden
gereinigd en het automatisch reinigen niet wordt geactiveerd 3 118.
Onmiddellijk hulp van een werkplaats
inroepen.
Schakel motor uit
C brandt rood.
Brandt na het inschakelen van het
contact enkele seconden.
Als C brandt (mogelijk in combinatie
met W en/of R), zet dan motor on‐
middellijk af en roep de hulp van een
werkplaats in.
Afhankelijk van het type storing kan er
ook een waarschuwingsmelding op
het Driver Information Center ver‐
schijnen 3 85.
Remsysteem
R brandt rood.
Page 110 of 215

108Klimaatregeling
Rooster sluiten door ertegen te du‐
wen.
Zijdelingse luchtroosters
Rooster openen door erop te druk‐
ken.
Luchtstroom door zwenken van het
rooster richten.
Afhankelijk van de positie van de tem‐ peratuurknop komt er via de zijde‐
lingse uitstroomkanalen lucht van bui‐
ten de auto in.
9 Waarschuwing
Geen voorwerpen bevestigen aan
de roosters van de ventilatieope‐
ningen. Kans op schade en letsel
bij een ongeval.
Vaste luchtroosters
Er bevinden zich bovendien nog uit‐
stroomkanalen onder de voorruit en
de zijramen, alsook in de voeten‐
ruimte.
Koeling
handschoenenkastje
De airconditioning kan ook objecten
in het handschoenenkastje koelen.
Onderhoud
Luchtinlaat
De luchtinlaat voor de voorruit in de
motorruimte moet vrij blijven om lucht te kunnen inlaten. Verwijder eventu‐
ele bladeren, vuil of sneeuw.
Pollenfilter Het pollenfilter ontdoet de lucht die
door de luchtinlaat binnenstroomt van
stof, roet, pollen en sporen.
Page 117 of 215

Rijden en bediening115
■ de ontdooifunctie is niet geacti‐veerd
■ het aircosysteem verhindert geen Autostop
■ het remvacuüm is voldoende
■ de zelfreinigende functie van het roetfilter is niet actief
■ de auto is verplaatst sinds de laat‐ ste Autostop
Anders is een Autostop niet mogelijk.
Een Autostop is wellicht niet meer
mogelijk wanneer de omgevingstem‐
peratuur het vriespunt bereikt.
Bepaalde instellingen van de klimaat‐
regeling kunnen eveneens een
Autostop verhinderen. Zie het hoofd‐
stuk Klimaatregeling voor nadere in‐
formatie 3 97.
Onmiddellijk na het rijden op de snel‐
weg kan mogelijk geen Autostop ge‐
beuren.
Autostop is mogelijk ook tijdelijk ge‐
blokkeerd, als de accu met een extern apparaat is opgeladen.
Nieuwe auto inrijden 3 111.Ontlaadbeveiliging accu
Om het betrouwbaar opnieuw starten van de motor te garanderen, zijn er
verschillende ontlaadbeveiligingen van de accu ingevoerd als onderdeel
van het stop-startsysteem.
Herstarten van de motor door de bestuurder
Trap het koppelingspedaal in om de
motor te herstarten.
Als de keuzehendel uit de neutrale
stand (handgeschakelde versnel‐
lingsbak) of N (geautomatiseerde ver‐
snellingsbak) is gehaald of niet aan
andere voorwaarden wordt voldaan,
start dan met de contactsleutel.
De groene controlelamp Ï op de in‐
strumentengroep dooft wanneer de
motor opnieuw wordt gestart.
Als de keuzehendel uit de neutrale
stand (handgeschakelde versnel‐
lingsbak) of N (geautomatiseerde ver‐
snellingsbak) wordt gehaald voordat de koppeling wordt ingetrapt, zal
geen herstart plaatsvinden.Herstarten van de motor door
het stop-startsysteem De keuzehendel moet in de neutrale
stand (handgeschakelde versnel‐
lingsbak) of N (geautomatiseerde ver‐
snellingsbak) staan om automatisch
opnieuw te kunnen starten.
Als er zich een van de volgende om‐
standigheden voordoet tijdens een
Autostop, dan zal de motor automa‐
tisch door het stop-startsysteem wor‐ den herstart. Controlelampje Ï knip‐
pert groen op de instrumentengroep
bij het automatisch opnieuw starten
van de auto.
■ Het stop-startsysteem is manueel uitgeschakeld
■ de motorkap is open
■ de veiligheidsgordel van de be‐ stuurders is losgemaakt en het be‐
stuurdersportier is geopend
■ de motortemperatuur is te laag
■ de accu is ontladen
■ het remvacuüm is niet voldoende ■ de auto begint te bewegen
■ de ontdooifunctie is geactiveerd
Page 160 of 215

158Verzorging van de auto
SymboolStroomkringnAirconditioningVVerwarmde voorruit
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Achter het afwerkingspaneel aan de
linkerkant van het instrumentenpa‐
neel. Afwerkingspaneel vanaf de bo‐
venkant lostrekken.
Geen voorwerpen achter dit paneel
opbergen.
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.SymboolStroomkringZInfotainmentsysteem,
stoelverwarming, autodis‐
play, audioaansluitingen,
alarm?StekkerdoosÌAanstekereInstrumentenpaneelUCentrale vergrendelingORichtingaanwijzers,
mistachterlichten, carros‐
serieregelmoduleDIAGDiagnosestekkeruABS, elektronisch stabili‐
teitsprogrammadBinnenverlichting,
remlichtenZCarrosserieregelmoduleSTOPRemlichtSymboolStroomkringICarrosserieregelmodule,
elektrisch bediende ruiten,
airconditioningmVerwarmbare achterruit
linksnVerwarmbare achterruit
rechtsRVoorruitsproeiersMElektronische startbeveili‐
gingUStoelverwarmingFBLBochtlichtlHandsfree-aansluiting&TachograafPTOPTO (krachtafnemer)jClaxonÍDieselbrandstoffilter voor‐
verwarmenxAircoventilator
Page 211 of 215

209
Banden verwisselen...................169
Bedieningsorganen ......................70
Bekerhouders .............................. 62
Bekleding .................................... 179
Beladingsinformatie .....................68
Beslagen lampglazen ..................93
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 128
Beveiliging van de auto ................28
Binnenspiegels ............................. 32
Binnenverlichting .................93, 155
Bochtlicht .............................. 92, 151
Bolle vorm .................................... 30
Boordgereedschap .....................159
Boordinformatie ........................... 86
Brandblusser ............................... 67
Brandstoffilter aftappen ...............84
Brandstofmeter ............................ 76
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 136
Brandstof voor dieselmotoren ...134
Buitenspiegels .............................. 30
Buitentemperatuur .......................72
Buitenverlichting ........................... 90
C Car Pass ...................................... 18
Centrale vergrendeling ................19
Claxon ................................... 13, 71
Conformiteitsverklaring ...............206
Contactslotstanden ....................112Controlelampen ......................75, 78
Controle over de auto ................110
Controles .................................... 140
Cruise control ...................... 85, 128
D Dagrijlicht ..................................... 91
Dagteller ...................................... 76
Dak ............................................... 35
Dakbelasting ................................. 68
Dakdrager .................................... 68
Dashboard .................................... 10
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
Derde remlicht ........................... 154
Diefstalalarmsysteem ..................28
Dieselbrandstoffilter ...................146
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 147
Dimlicht of grootlicht .......90, 91, 148
Driepuntsgordel ........................... 45
Driver Information Center .............85
E Economisch rijden ......................110
Eerste hulp ................................... 67
Elektrisch bediende portiersloten. 22
Elektrisch bediende ruiten ...........33
Elektrische aansluitingen .............73
Elektrische schuifdeur ..................24Elektrische treeplank ....................24
Elektrische verstelling ..................31
Elektrisch systeem...................... 156
Elektronische rijprogramma's ....123
Elektronisch klimaatregelsysteem 99
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .........82, 127, 138
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma uit ............................... 82
Event Data Recorders (EDR) .....206
F
FlexOrganizer .............................. 64
Frontaal airbagsysteem ...............50
G Geautomatiseerde versnellingsbak ......................120
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 87
Gereedschap ............................. 159
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................67
Geveerde stoel ............................. 38
Gloeilamp vervangen ................148
Gordels ......................................... 44
Gordelverklikker ........................... 80
Groothoekspiegel .........................32
Grootlicht ............................... 84, 91
Page 213 of 215

211
Oliedruk........................................ 83
Olie, motor .......................... 182, 187
Oliepeil.......................................... 77
Opbergruimte................................ 61
Opbergruimte plafond ..................64
Opbergruimte voor ....................... 62
Opbergvakken .............................. 61
Opbergvakken instrumentenpaneel .................61
Opbergvak onder passagiersstoel 63
Opschakelen................................. 82 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P
Panne ......................................... 176
Panoramadak .............................. 35
Parkeerhulp ............................... 131
Parkeerrem - zie Handrem .........125
Parkeren .............................. 17, 116
Park pilot met ultrasoonsensoren 131
Partikelfilter ................................. 118
Peilsensor motorolie .....................77
Plafondconsole ............................ 63
Pollenfilter .................................. 108
Portieren ....................................... 24
Portier open ................................. 85
Profieldiepte ............................... 165R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 207
Regeling stationair toerental ......113
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 206
Remassistentie .......................... 126
Remmen ............................ 124, 145
Remsysteem ................................ 81
Remvloeistof ...................... 145, 182
Reservewiel ............................... 171
Richtingaanwijzer ........................80
Richtingaanwijzers ....................... 92
Richtingaanwijzers vooraan ......151
Roetfilter ............................... 83, 118
Ruiten ........................................... 33
Rijgedrag en aanhangertips ......136
Rijregelsystemen ........................126
Rijverlichting .......................... 12, 84
S Schakel motor uit ..........................81
Schuifdeur ................................... 24
Service ............................... 109, 180
Service-display ............................ 77
Service-indicatie .......................... 81
Service-informatie ...................... 180
Sjorogen ...................................... 64
Sleepoog .................................... 176Sleutels ........................................ 18
Sleutels, sloten ............................. 18
Slijtage van remblokken ...............82
Sneeuwkettingen .......................166
Snelheidsmeter ............................ 75
Snelheidsregelaar ........................75
Spiegels .................................. 30, 32
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................144
Startbeveiliging ............................ 30
Starten en bedienen ...................111
Starthulp gebruiken ...................174
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling ........................7, 38
Stoelverwarming ........................... 41
Stop/Start-systeem .....................113
Stop-startsysteem......................... 84
Storing ....................................... 124
Storingsindicatielamp ..................81
Stroomonderbreking ..................124
Sturen ......................................... 111
Stuurbedieningsknoppen .............70
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......143
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 70
Symbolen ....................................... 4
T Tachograaf ............................. 85, 89
Tanken ....................................... 135