warning OPEL MOVANO_B 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2016.5Pages: 241, PDF Size: 5.69 MB
Page 77 of 241

Instrumenten en bedieningsorganen75Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................76
Stuurwielverstelling ...................76
Stuurbedieningsknoppen ...........76
Claxon ....................................... 76
Knoppen op stuurkolom ............76
Wis-/wasinstallatie voorruit ........77
Buitentemperatuur .....................78
Klok ........................................... 78
Elektrische aansluitingen ...........79
Aansteker .................................. 80
Asbakken ................................... 80
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................80
Instrumentengroep ....................80
Snelheidsmeter ......................... 80
Kilometerteller ........................... 81
Dagteller .................................... 81
Toerenteller ............................... 81
Brandstofmeter .......................... 82
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 82
Peilsensor motorolie ..................83
Service-display .......................... 83
Versnellingsbakdisplay ..............84Controlelampen ......................... 84
Richtingaanwijzer ......................87
Gordelverklikker ........................87
Airbag en gordelspanners .........87
Airbag-deactivering ...................87
Laadsysteem ............................. 88
Storingsindicatielamp ................88
Service-indicatie ........................88
Schakel motor uit .......................88
Remsysteem ............................. 89
Antiblokkeersysteem (ABS) .......89
Opschakelen ............................. 89
Lane Departure Warning ...........89
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .......................... 89
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma uit ............................... 90
Koelvloeistoftemperatuur ...........90
Voorverwarming ........................90
AdBlue ....................................... 90
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ......................................... 90
Motoroliedruk ............................. 91
Te laag brandstofpeil .................91
Stop-startsysteem .....................91
Rijverlichting .............................. 92
Grootlicht ................................... 92
Grootlichtassistentie ..................92
Mistlamp .................................... 92
Mistachterlicht ........................... 92Cruise control............................ 92
Tachograaf ................................ 92
Portier open ............................... 92
Informatiedisplays ........................93
Driver Information Center ..........93
Info-Display ............................... 93
Boordinformatie ........................... 93
Geluidssignalen .........................94
Tripcomputer ................................ 95
Tachograaf ................................... 97
Page 88 of 241

86Instrumenten en bedieningsorganenControlelampen op het
instrumentenpaneel
Controlelampen in de dakconsole
OverzichtORichtingaanwijzer 3 87XGordelverklikker 3 87vAirbags en gordelspanners
3 87WAirbag deactiveren 3 87pLaadsysteem 3 88ZStoringsindicatielamp 3 88ALaat auto spoedig nakijken
3 88oService-display 3 88CSchakel motor uit 3 88RRemsysteem 3 89uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 89k jOpschakelen, terugschakelen
3 89ìLane Departure Warning
3 89RElektronisch stabiliteitspro‐
gramma (ESP) 3 89ØElektronisch stabiliteitspro‐
gramma (ESP) uit 3 90WKoelvloeistoftemperatuur
3 90!Voorverwarmen 3 90YAdBlue 3 90wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 90IMotoroliedruk 3 91YTe laag brandstofpeil 3 91DAutostop 3 124\Autostop geblokkeerd 3 1249Buitenverlichting 3 92CGrootlicht 3 92íGrootlichtassistentie 3 92>Mistlamp 3 92øMistachterlicht 3 92mCruise control 3 92USnelheidsbegrenzer cruisecon‐
trol 3 92&Tachograaf 3 92yPortier open 3 92
Page 91 of 241

Instrumenten en bedieningsorganen899Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten ver‐
helpen.
Afhankelijk van het type storing kan er
ook een waarschuwingsmelding op
het Driver Information Center (DIC)
3 93 verschijnen.
Remsysteem R brandt rood.
Controlelamp R blijft branden na het
inschakelen van het contact als de
handrem aangetrokken is en dooft
wanneer de handrem wordt losgezet
3 141.
Wanneer de handrem wordt losgezet, brandt R (mogelijk in combinatie met
C ) als het remvloeistofpeil te laag is
3 166.
9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Remsysteem 3 140.
Antiblokkeersysteem (ABS) u brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van u klaar voor gebruik.
Als controlelampen u en A oplich‐
ten en de berichten CONTROLEER
ABS en CONTROLEER ESP op het
Driver Information Center (DIC)
3 93 verschijnen, is er een storing
in het ABS. Het remsysteem blijft wer‐
ken maar zonder ABS-regeling.
Als controlelampen u, A , R en
C oplichten, worden ABS en ESP
gedeactiveerd en verschijnt het be‐
richt DEFECT REMSYSTEEM . De
hulp van een werkplaats inroepen.
Antiblokkeersysteem 3 140.
Opschakelen
k of j brandt geel.
Gaat branden wanneer voor zuinig rij‐ den schakelen wordt aanbevolen.
ECO-modus 3 121.
Lane Departure Warning
ì brandt wit.
Brandt kort wanneer het contact
wordt ingeschakeld en het systeem
bedrijfsgereed is.
Wanneer het systeem onbedoeld wis‐
selen van rijstrook herkent, klinkt er
een geluidssignaal in combinatie met
ì .
Lane Departure Warning 3 153.
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP)
b knippert of brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
Page 96 of 241

94Instrumenten en bedieningsorganenStoringsmeldingenCONTROLEER ESPVERVANG DIESELFILTERTRANSMISSIE CONTROLERENCONTROLEER VERLICHTING
Waarschuwingsmeldingen
Deze kunnen verschijnen bij contro‐
lelampje C of in combinatie met an‐
dere waarschuwingsmeldingen, con‐ trolelampen of een akoestisch sig‐
naal. Motor onmiddellijk afzetten en
de hulp van een werkplaats inroepen.
WaarschuwingsmeldingenDEFECTE INSPUITINGMOTOR TE HEETTRANSMISSIE TE HEET
Bandenspanningscontrolesysteem
3 185.
Geluidssignalen
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐ oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
● Als de veiligheidsgordel niet om‐ gedaan is 3 49.
● Als u met aangetrokken handrem
een bepaalde snelheid over‐
schrijdt 3 141.
● Als de parkeerhulp een obstakel detecteert of als er een storing is
3 148.
● Als de auto een geautomati‐ seerde versnellingsbak heeft en
de koppelingstemperatuur te
hoog is 3 136.
● Als de snelheid korte tijd een in‐ gestelde limiet overschrijdt 3 80.
● Tijdens het sluiten van de elektri‐
sche schuifdeur 3 26.● Als de schuifdeur open is en de
handrem losgezet is 3 26.
● Tijdens het in- en uitschakelen van de alarmbewaking van de
kanteling van de auto 3 32.
● Als het AdBlue-peil tot onder een
bepaald niveau daalt of als er een
storing is 3 130.
● Als het Lane Departure Warning-
systeem onbedoeld wisselen van
rijstrook detecteert en wanneer
het systeem geactiveerd is
3 153.
Bij het parkeren van de auto en/of het openen van het
bestuurdersportier
● Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
● Bij ingeschakelde rijverlichting.
● Als de auto een geautomati‐ seerde versnellingsbak heeft
3 136, de handrem niet aange‐
trokken is, de neutrale stand niet
geselecteerd is of het rempedaal niet ingetrapt is. Ook kan er een
Page 122 of 241

120Rijden en bedieningRijden en bedieningRijtips......................................... 121
Economisch rijden ...................121
Controle over de auto ..............121
Sturen ...................................... 121
Starten en bediening .................122
Nieuwe auto inrijden ................122
Contactslotstanden ..................122
Motor starten ........................... 122
Regeling stationair toerental ....123
Uitrol-brandstofafsluiter ...........123
Stop/Start-systeem ..................124
Parkeren .................................. 126
Luchtvering .............................. 127
Uitlaatgassen ............................. 129
Roetfilter .................................. 129
Katalysator .............................. 130
AdBlue ..................................... 130
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 135
Geautomatiseerde versnellings‐
bak ............................................. 136
Versnellingsbakdisplay ............136
Motor starten ........................... 136
Keuzehendel ........................... 136
Handgeschakelde modus ........138Elektronische rijprogramma's ..138
Storing ..................................... 139
Stroomonderbreking ................140
Remmen .................................... 140
Antiblokkeersysteem ...............140
Handrem .................................. 141
Remassistentie ........................142
Hellingrem ............................... 142
Rijregelsystemen .......................142
Traction Control .......................142
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) ........................ 143
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 145
Cruise control .......................... 145
Snelheidsbegrenzer ................148
Parkeerhulp ............................. 148
Achteruitkijkcamera .................150
Lane Departure Warning .........153
Brandstof ................................... 154
Brandstof voor dieselmotoren . 154
Tanken .................................... 155
Brandstofverbruik - CO 2-
uitstoot ................................... 156
Trekhaak .................................... 156
Algemene informatie ...............156
Rijgedrag en aanhangertips ....156
Aanhanger trekken ..................157
Aanhangerstabilisatie ..............158Extra functies ............................. 158
PTO (krachtafnemer) ...............158
Page 155 of 241

Rijden en bediening153● de achterdeuren/achterklep nietgoed gesloten zijn/is
● de auto een aanrijding aan de achterzijde heeft gehad
● bij extreme temperatuurwisselin‐ gen
Lane Departure Warning
Het Lane Departure Warning-sys‐
teem gebruikt een vooruitzichtca‐
mera om de wegbelijning waartussen de auto rijdt waar te nemen. Het sys‐
teem detecteert veranderingen van
rijstrook en waarschuwt u met visuele en akoestische signalen wanneer u
onbedoeld van rijstrook verandert.
De criteria voor een onbedoelde ver‐
andering van rijstrook zijn:
● richtingaanwijzers werken niet
● geen actieve stuurbeweging
Wanneer de bestuurder deze hande‐
lingen verricht, waarschuwt het sys‐
teem niet.Activering
Het Lane Departure Warning-sys‐
teem wordt geactiveerd door op ì in
de dakconsole te drukken; de LED in de toets dooft om aan te geven dat het systeem ingeschakeld is.
Wanneer controlelamp ì 3 89 op de
instrumentengroep brandt, is het sys‐
teem klaar voor gebruik. Er verschijnt ook een bijbehorend bericht op het
Driver Information Center (DIC) 3 93.
Controlelamp ì dooft wanneer het
systeem niet gereed is om de be‐
stuurder te waarschuwen.
Het systeem werkt alleen bij snelhe‐
den van meer dan 60 km/h en als
wegbelijning aanwezig is en wordt
gedetecteerd.
Page 156 of 241

154Rijden en bedieningAls bij het wisselen van rijstrook de
richtingaanwijzers niet worden be‐
diend, d.w.z. als het systeem een on‐ bedoeld wisselen van rijstrook detec‐
teert, knippert controlelamp ì en
klinkt er een geluidssignaal als waar‐
schuwing voor de bestuurder.
Deactivering Het systeem wordt gedeactiveerd
door op ì te drukken; de LED in de
toets licht op. Er verschijnt ook een
bijbehorend bericht op het DIC.
Bij snelheden lager dan 60 km/u
werkt het systeem niet.
Bedieningstips Het Lane Departure Warning-sys‐
teem werkt mogelijkerwijs niet goed
wanneer:
● De voorruit niet schoon is.
● De omgevingsomstandigheden ongunstig zijn, zoals harde re‐
gen, sneeuw, direct zonlicht of
schaduwen.
Het systeem werkt niet als geen weg‐
belijning wordt gedetecteerd.Storing
Bij een storing in het systeem ver‐
schijnt er een waarschuwingsbericht
op het DIC en licht de LED in de toets
op.
De hulp van een werkplaats inroepen. Driver Information Centre (DIC) 3 93.Brandstof
Brandstof voordieselmotoren
Gebruik uitsluitend dieselbrandstof‐
fen die voldoen aan EN 590. De
brandstof moet een laag zwavelge‐
halte hebben (max. 10 ppm). Het is toegestaan gelijkwaardige genorma‐
liseerde brandstoffen te gebruiken
met een gehalte aan biodiesel
(= FAME conform EN14214) van max. 7 volumeprocent (zoals
DIN 51628 of gelijkwaardige nor‐
men).
Landen buiten de Europese Unie ge‐
bruiken Euro-Diesel met een zwavel‐ concentratie onder 50 ppm.Voorzichtig
Gebruik van brandstof die niet vol‐ doet aan EN 590 of soortgelijk,kan leiden tot een verminderd mo‐ torvermogen, meer slijtage of mo‐
torschade en kan van invloed zijn
op de garantie.
Page 236 of 241

234F
FlexOrganizer .............................. 70
Frontaal airbagsysteem ...............54
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .................16, 136
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 94
Gereedschap ............................. 182
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................72
Geveerde stoel ............................. 41
Gloeilamp vervangen ................170
Gordels ......................................... 48
Gordelverklikker ........................... 87
Groothoekspiegel ...................35, 38
Grootlicht ............................... 92, 99
Grootlichtassistentie ...............92, 99
H Handbediende ruiten ...................36
Handgeschakelde modus ..........138
Handgeschakelde versnellingsbak .................16, 135
Handmatige dimfunctie ................35
Handmatig verstellen ...................34
Handrem .................................... 141
Handschoenenkastje ...................68
Handzender .................................. 20Hellingrem ................................. 142
Hoofdsteunen .............................. 39
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hoogte van veringssysteem .......127
Hulpverwarming.......................... 113
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 59
Info-Display................................... 93
Info-Displays ................................. 93
Inhouden ................................... 227
Inklapbare spiegels .....................34
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting achter ..............102
Instrumentengroep ......................80
Instrumentenverlichting .............177
Interieurverlichting ......................102
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........66
K Katalysator ................................. 130
Kentekenverlichting ...................176
Keuzehendel ............................. 136
Kilometerteller .............................. 81
Kindersloten ................................. 25
Kinderveiligheids-systemen ..........57
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................106
Klok .............................................. 78Knoppen op stuurkolom ...............76
Koeling handschoenenkastje ....118
Koelvloeistof .............................. 164
Koelvloeistof en antivries ............205
Koelvloeistoftemperatuur .............90
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...82
Koelvloeistofverwarming............. 113
Kogelstang.................................. 157
Koplampen ................................ 170
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 100
Koplampverstelling ....................100
Krik ............................................. 182
L
Laadsysteem ............................... 88
Lampenkappen, beslagen ..........102
Lane Departure Warning ......89, 153
Leeslamp achteraan ...................103
Leeslampen ............................... 103
Leeslamp vooraan ......................103
Lekke band ......................... 188, 192
Lichtschakelaar ............................ 98
Lichtsignaal ................................ 100
Luchtinlaat ................................. 119
Luchtvering ................................ 127
Luchtveringssysteem ..................199
M Meldingen ..................................... 93
Meters........................................... 80