OPEL MOVANO_B 2018.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2018.5Pages: 141, PDF Size: 2.11 MB
Page 121 of 141
Telefoon121Er kan geen telefoon op het systeem
zijn aangesloten tenzij deze eerst
gekoppeld is. Raadpleeg het
gedeelte Bluetooth-verbinding
( 3 123) voor het koppelen van een
mobiele telefoon aan het handsfree-
telefoonsysteem via Bluetooth.
Bij ingeschakeld contact zoekt het
handsfree-telefoonsysteem naar
gekoppelde telefoons in de omge‐
ving. Bluetooth moet geactiveerd zijn
op de mobiele telefoon; anders
herkent het handsfree-telefoonsys‐
teem de telefoon niet. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden. Een displaybericht
geeft aan dat de telefoon is aange‐
sloten.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de
batterij van de mobiele telefoon
sneller ontladen.
Automatische verbinding
Uw telefoon wordt wellicht alleen
automatisch verbonden terwijl het
systeem ingeschakeld is, als de auto‐matische Bluetooth-verbindingsfunc‐
tie op uw mobiele telefoon geacti‐
veerd is; raadpleeg de bedieningsin‐
structies van de mobiele telefoon.
Let op
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐ teem wordt, wanneer een gekop‐
pelde telefoon opnieuw wordt
verbonden of wanneer twee gekop‐
pelde telefoons zich binnen het
bereik van het handsfree-telefoon‐ systeem bevinden, ofwel de telefoon met voorrang (indien gedefinieerd)
ofwel de laatst verbonden telefoon
automatisch verbonden, zelfs als
deze telefoon zich buiten de auto
maar nog binnen het bereik van het
handsfree-telefoonsysteem bevindt.
Tijdens een automatisch verbinding
schakelt de conversatie automatisch
naar de microfoon en luidsprekers
van de auto als een gesprek reeds
aan de gang is.Als de verbinding mislukt:
● controleer of de telefoon inge‐ schakeld is
● controleer of de batterij van de telefoon niet leeg is
● controleer of de telefoon reeds gekoppeld is
De Bluetooth-functie van de mobiele telefoon en van het handsfree-tele‐
foonsysteem moet ingeschakeld zijn
en de mobiele telefoon moet geconfi‐
gureerd zijn om het verbindingsver‐
zoek van het systeem te accepteren.
Handmatige verbinding
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op TEL en selecteert u
het menu Selecteer apparaat . De
apparatenlijst toont de telefoons die
al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door op OK te druk‐
ken. Een displaybericht bevestigt de telefoonaansluiting.
Page 122 of 141
122TelefoonNAVI 50 IntelliLink - Handmatige
verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐ teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, raakt u 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) en dan
Bluetooth (of selecteer Telefoon op
de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . De appara‐
tenlijst toont de telefoons die al
gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door OK aan te raken.
Afhankelijk van de versie verschijnt
J naast de geselecteerde telefoon
om de verbinding aan te geven.
NAVI 80 IntelliLink - Handmatige
verbinding
Om vanuit de startpagina de telefoon
te wijzigen die met het handsfree-
telefoonsysteem is verbonden, raakt
u MENU aan, gevolgd door
g Telefoon en Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn. Kies de gewenste telefoon uit de lijst.Telefoon ontkoppelen
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de telefoon van
het handsfree-telefoonsysteem
ontkoppeld.
Als tijdens het ontkoppelen een
gesprek reeds aan de gang is, wordt
de conversatie automatisch naar de
mobiele telefoon geschakeld.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐ foon van het Infotainmentsysteemdrukt u op TEL (of SETUP ) en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding . Selec‐
teer het gewenste apparaat uit de
apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Apparaat loskoppelen door aan
OK te draaien en deze in te drukken.
Een displaybericht bevestigt het
ontkoppelen van de telefoon.
NAVI 50 IntelliLink - Telefoon
ontkoppelen
Om een telefoon van het Infotain‐
mentsysteem te ontkoppelen raakt u,
afhankelijk van de versie, 7 aan,gevolgd door ÿINSTELLING(EN) en
dan Bluetooth (of selecteer
y Telefoon op de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . Selecteer in
de weergegeven lijst de verbonden
telefoon die u wilt ontkoppelen; I
verschijnt naast de telefoon ter indi‐ catie dat deze wordt ontkoppeld.
NAVI 80 IntelliLink - Telefoon
ontkoppelen
Om vanuit de startpagina een tele‐
foon te ontkoppelen van het Infotain‐
mentsysteem, raakt u MENU aan,
gevolgd door gTelefoon en
Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . Selecteer in de getoonde
lijst de verbonden telefoon die
ontkoppeld moet worden.
Telefoon met voorrang definiëren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon met voorrang definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Page 123 of 141
Telefoon123Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,hangt af van het model telefoon.
Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem te regelen:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn.● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele mobiele
telefoon moet worden geacti‐
veerd (zie gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon).
● Afhankelijk van de mobiele tele‐ foon kan het nodig zijn om het
apparaat op "zichtbaar" in te stel‐
len (zie de bedieningsinstructies
van de mobiele telefoon).
● De mobiele telefoon moet aan/op
het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.
Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bluetooth activeren
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐ foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst geac‐
tiveerd zijn. Deactiveer de functie als
deze niet nodig is.
Druk op TEL en selecteer Bluetooth
door aan OK te draaien en deze in te
drukken.Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
NAVI 50 IntelliLink - Bluetooth
activeren
Raak 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren
● Wachtwoord wijzigen
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Voor hulp met activeren
en bedienen van stembediening
kunt u "Stemherkenning" raad‐
plegen 3 114.
Als het Bluetooth -scherm wordt weer‐
gegeven, kunnen apparaten met
ingeschakelde Bluetooth worden
gekoppeld met het Infotainmentsys‐
teem.
Page 124 of 141
124TelefoonNAVI 80 IntelliLink - Bluetoothactiveren
Om vanuit de startpagina naar het
telefooninstellingenmenu te gaan,
raakt u MENU aan, gevolgd door
g Telefoon en Instellingen .
De volgende opties worden getoond: ● Apparaten beheren
● Geluidsniveaus
● Voicemail
● Bluetooth activeren
● Telefoongegevens automatisch
downloaden (aan/uit)
Selecteer Bluetooth inschakelen om
het vakje ☑ ernaast aan te vinken.
Apparaten met ingeschakelde Blue‐
tooth kunnen nu met het Infotain‐
mentsysteem worden gekoppeld.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Telefooninstellingen" in het hoofd‐
stuk "Bediening" voor meer informatie 3 127.Mobiele telefoon koppelen aan
het handsfree-telefoonsysteem
Om uw handsfree-telefoonsysteem te
kunnen gebruiken, moet er een
verbinding tot stand worden gebracht
tussen de mobiele telefoon en het
systeem via Bluetooth, d.w.z. de
mobiele telefoon moet vóór gebruik
aan de auto gekoppeld worden.
Daarom moet de mobiele telefoon
Bluetooth ondersteunen. Raadpleeg
de bedieningsinstructies van uw
mobiele telefoon.
Om een Bluetooth-verbinding tot
stand te brengen, moet het hands‐
free-telefoonsysteem ingeschakeld en moet Bluetooth op de mobiele tele‐ foon geactiveerd zijn.
Let op
Als een andere telefoon tijdens een
nieuwe koppelingsprocedure auto‐
matisch wordt aangesloten, wordt
deze automatisch losgekoppeld om
de nieuwe koppelingsprocedure te
laten plaatsvinden.
Door het koppelen kan het handsfree- telefoonsysteem een mobiele tele‐foon herkennen en in de apparaten‐lijst opslaan. Er kunnen maximaal
5 mobiele telefoons gekoppeld en in
de apparatenlijst opgeslagen worden,
maar er kan er maar één tegelijkertijd
verbonden zijn.
Let op
Afhankelijk van de versie van
NAVI 50 IntelliLink kunnen maxi‐
maal acht mobiele telefoons worden
gekoppeld.
Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bericht met de naam van
de gekoppelde telefoon op het
displayscherm van het infotainment‐
systeem getoond en wordt de tele‐
foon automatisch met het handsfree-
telefoonsysteem verbonden. De
mobiele telefoon kan dan via de
bedieningselementen van het het
infotainmentsysteem worden
bediend.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de
batterij van de mobiele telefoon
sneller ontladen.
Page 125 of 141
Telefoon125R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Een
mobiele telefoon koppelen
Koppel een telefoon aan het hands‐
free-telefoonsysteem door op TEL te
drukken en selecteer Apparaat
koppelen door aan OK te draaien en
deze in te drukken. Het scherm
Gereed voor koppelen verschijnt.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer My Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de
mobiele telefoon de koppelingscode
in die op het displayscherm van het
Infotainmentsysteem staat weerge‐
geven.
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu en verschijnt er een dienovereenkom‐
stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.NAVI 50 IntelliLink - Een mobiele
telefoon koppelen
Raak 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer Bluetooth, gevolgd door
Bluetooth-apparaat zoeken of Extern
apparaat goedkeuren .
Eventueel kunt u op het menuscherm Telefoon de optie y aanraken.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer de naam van het hands‐
free-telefoonsysteem (bijv.
MEDIA-NAV ) uit de lijst op de mobiele
telefoon en voer dan (zo nodig) via het toetsenbord van de mobiele tele‐
foon de koppelingscode in die op het
displayscherm van het Infotainment‐
systeem staat weergegeven.
Let op
De koppelingscode wordt wellicht
alleen korte tijd op het display van
het Infotainmentsysteem weergege‐
ven.De standaard koppelingscode is
0000 . Selecteer Wachtwoord
wijzigen om deze koppelingscode te
wijzigen voordat de koppelingsproce‐
dure wordt gestart.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
NAVI 80 IntelliLink - Een mobiele
telefoon koppelen
Om vanuit de startpagina naar het
telefooninstellingenmenu te gaan,
raakt u MENU aan, gevolgd door
g Telefoon en Instellingen .
Selecteer Apparaten beheren uit de
lijst met opties. Op het display
verschijnt een bericht waarin u wordt
gevraagd om een Bluetooth-verbin‐
ding tussen uw apparaat en het Info‐
tainmentsysteem tot stand te bren‐
gen. Selecteer Ja om door te gaan.
Het Infotainmentsysteem gaat
zoeken naar Bluetooth-apparatuur in
de buurt en toont vervolgens een lijst
met apparaten.
Page 126 of 141
126TelefoonSelecteer uw apparaat uit de
getoonde lijst. Afhankelijk van het
telefoonmodel bevestigt u het koppe‐ lingsverzoek of voert u de koppelings‐ code in op het toetsenblok van de
mobiele telefoon om de koppeling
met het Infotainmentsysteem tot
stand te brengen.
Om andere apparaten te koppelen,
raakt u op het scherm Apparaten
beheren de optie < aan om een pop-
upmenu te openen. Hier selecteert u
Toevoegen om andere apparaten op
dezelfde wijze te koppelen.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
Mobiele telefoon
ontkoppelen van het handsfree-
telefoonsysteem
Wanneer de lijst met gekoppelde tele‐
foons vol is, kan een nieuwe telefoon alleen gekoppeld worden wanneer
een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.Let op
Bij het ontkoppelen van een telefoon
worden alle gedownloade contacten en de belgeschiedenis in het tele‐
foonboek van het handsfree tele‐
foonsysteem gewist.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Een
mobiele telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐
free-telefoonsysteem te verwijderen,
drukt u op TEL en selecteert u
Apparaat verwijderen .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op OK om het
verwijderen te bevestigen wanneer daarom wordt gevraagd.
NAVI 50 IntelliLink - Een mobiele
telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te verwijderen,
raakt u 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer Bluetooth en Bluetooth-
apparatenlijst bekijken .Selecteer de gewenste telefoon uit de
apparatenlijst en raak ë aan om het
apparaat te verwijderen. Verwijder zo nodig alle apparaten door Opties te
selecteren, gevolgd door Alles
verwijderen . Bevestig de keuze door
OK aan te raken.
NAVI 80 IntelliLink - Een mobiele
telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. dat een
telefoon uit het geheugen van het
handsfree-telefoonsysteem wordt
verwijderd, gaat u naar het scherm
Apparaten beheren .
Raak op de startpagina MENU
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Instellingen .
Selecteer Apparaten beheren en raak
< aan om een pop-upmenu te
openen. Selecteer vervolgens
Verwijderen en verwijder het geselec‐
teerde apparaat van de lijst.
Page 127 of 141
Telefoon127Noodoproep9Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon alleen kunt bellen en
ontvangen indien u zich in een
gebied bevindt met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen ook niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. Raad‐
pleeg uw netwerkprovider voor
meer informatie.
Het alarmnummer verschilt afhan‐
kelijk van het land of de regio. Wij
raden u aan het juiste alarmnum‐ mer voor het relevante land of de
relevante regio van tevoren op te
vragen.
Kies het alarmnummer (zie "Bedie‐
ning" 3 127); er wordt verbinding
gemaakt met de alarmcentrale.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
NAVI 50 IntelliLink
Het alarmnummer voor de huidige locatie zien: raak 7 aan, gevolgd
door sKAART (beschikbaar afhan‐
kelijk van de versie).
Selecteer Opties en Waar ben ik? .
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, raakt u Opties gevolgd
door Landinformatie aan: Het alarm‐
nummer (bijv. 112) verschijnt op het display.
Bediening Inleiding
Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw
mobiele telefoon en het handsfree-
telefoonsysteem, kunnen bepaalde
functies van uw mobiele telefoon via
de bedieningselementen van het Info‐ tainmentsysteem of het display
worden bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Page 128 of 141
128TelefoonLet op
Het geheugen van het Infotainment‐ systeem is beperkt en sommigecontacten worden mogelijk niet
gedownload van uw mobiele tele‐
foon.
De contacten die op de simkaart in
uw mobiele telefoon zijn opgesla‐
gen, zijn niet zichtbaar. Alleen op de
telefoon opgeslagen contacten zijn
zichtbaar.
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, worden de gegevens van
de mobiele telefoon naar het hands‐
free-telefoonsysteem gezonden.
Afhankelijk van het model telefoon
kan dit enige tijd duren. Tijdens de gegevensoverdracht is het bedienen
van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt
mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
● druk op 6TEL
- of -
● druk op TEL
- of -
● raak 7 aan, gevolgd door
y Telefoon (NAVI 50 IntelliLink)
raak op de startpagina
MENU aan, gevolgd door
g Telefoon (NAVI 80 IntelliLink)
Volumeregeling
R15 BT, R16 BT USB, CD16 BT,
CD18 BT USB - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan m of
druk op ! of # (op de knoppen op de
stuurkolom) om het volume van de
oproep te wijzigen.
NAVI 50 IntelliLink - Volumeregeling
Druk tijdens een gesprek op ] of <
van het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.NAVI 80 IntelliLink - Volumeregeling
Draai tijdens een gesprek aan X op
het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.
Telefoonnummer bellen
Er zijn verschillende opties beschik‐
baar voor het bellen van telefoon‐
nummers, waaronder het bellen van
een contact in het telefoonboek of
vanuit een gesprekkenlijst. Nummers
kunnen natuurlijk ook handmatig
worden gekozen.
Handmatig een nummer invoeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig een nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Kiezen uit
de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 118)
en selecteer 7 om het kiezen te star‐
ten.
Page 129 of 141
Telefoon129Kies het laatste nummer opnieuw
door TEL ingedrukt te houden.
NAVI 50 IntelliLink - Handmatig een
nummer invoeren
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Kiezen uit de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en selec‐ teer y om het kiezen te starten.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Toetsenborden op het display bedie‐
nen" in het hoofdstuk "Algemene
informatie" 3 118.
Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k. Raak k aan en
houd deze ingedrukt om alle
nummers tegelijk te wissen.
NAVI 80 IntelliLink - Handmatig een
nummer invoeren
Raak op de startpagina MENU
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Een nummer kiezen .
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en raak
Bellen aan om het kiezen te starten.Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k.
Telefoonboek Het telefoonboek telefoon bevat
contactlijsten die alleen beschikbaar
zijn voor de huidige autogebruiker.
Vanwege vertrouwelijkheidsredenen
kan elke gedownloade contactenlijst
alleen worden bekeken wanneer de
bijbehorende telefoon is aangesloten.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Om een nummer uit het telefoonboek
van de telefoon te kiezen terwijl het
menu Telefoon wordt weergegeven,
selecteert u Telefoonboek en het
gewenste contact uit de alfabetische
lijst. Druk op OK om het kiesproces te
starten.NAVI 50 IntelliLink - Contacten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Contacten uit de lijst.
Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst.
In plaats daarvan kunt u Zoeken op
naam selecteren vervolgens de naam
van het contact invoeren met behulp
van het toetsenbord.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Toetsenborden op het display bedie‐
nen" in het hoofdstuk "Algemene
informatie" 3 118.
NAVI 80 IntelliLink - Contacten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Page 130 of 141
130TelefoonLet op
Het delen van gegevens moet worden toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Telefooninstel‐ lingen" hieronder.
Raak op de startpagina eerst MENU,
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Contacten .
Om een nummer uit het telefoonboek te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst. Als een
contactpersoon meer dan één opge‐
slagen nummer heeft, selecteer dan
het gewenste nummer wanneer daar
om wordt gevraagd. Het bellen start
automatisch na het selecteren van
het nummer van het contact.
In plaats daarvan kunt u Zoeken
naar selecteren vervolgens de naam
van het contact invoeren met behulp
van het toetsenbord.Na de eerste koppeling van de tele‐ foon met het Infotainmentsysteem,
kan het systeem worden bijgewerkt
met de nieuwste contacten op uw
mobiele telefoon. Raak < aan om een
pop-upmenu te openen en selecteer Telefoongegevens bijwerken . Selec‐
teer zo nodig Help in het pop-upmenu
voor ondersteuning.
Om een contactpersoon aan uw
favorietenlijst toe te voegen, drukt u
op < en selecteert u Contact aan de
favorietenpagina toevoegen .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op f te drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Favorieten" in
het hoofdstuk "Inleiding" 3 32.
Gesprekslijsten R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen (bijv. gekozen
nummers, ontvangen oproepen,gemiste oproepen), selecteert u de
relevante optie, bijv. Gekozen
nummers uit het menu
Gesprekkenlijst . Selecteer het
gewenste contact en druk op OK om
het kiesproces te starten.
NAVI 50 IntelliLink -
Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste
oproepen in de mobiele telefoon
automatisch naar het handsfree-tele‐
foonsysteem verzonden.
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Gesprekkenlijsten uit
de lijst.
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van
de volgende opties op het display:
● yAlle : Toont een overzicht van
alle oproepen in de onder‐
staande lijsten.
● ú: Gekozen nummers.