OPEL MOVANO_B 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2019Pages: 261, PDF Size: 6.4 MB
Page 81 of 261

Opbergen79Dakconsole
Niet meer dan 5 kg aan spullen in
deze opbergvakken bewaren.
Opbergvak onder
passagiersstoel
Trek het kussen van de passagiers‐
stoel aan de twee lussen naar voren
om toegang tot de opbergruimte onder de stoel te krijgen.
Achterbank
Til de zitting vooraan omhoog eraf om toegang tot de opbergruimte onder de
bank te krijgen.
Afhankelijk van het model is de bank
mogelijk uitgevoerd met opbergvak‐
ken onderaan voor en een opbergnet
aan de buitenkant.
Page 82 of 261

80OpbergenOpbergruimte plafond
Niet meer dan 35 kg aan spullen in dit
opbergvak bewaren.
Opbergruimte achterin
Combi, bus
U kunt voorwerpen opbergen in de
dakopbergruimten boven de passa‐
giersstoelen achteraan.
Niet meer dan 20 kg evenredig
verdeelde spullen bewaren.
Bagageruimte9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
De handgrepen naast de achterdeu‐
ren en de zijschuifdeur(en) gebruiken
als hulpje bij het betreden en verlaten van de bagageruimte.
Sjorogen
In de laadruimte zitten sjorogen om
de lading in positie te houden met
bevestigingsbanden of een bagage‐
net op de vloer.
Page 83 of 261

Opbergen81
Sjorogen kunnen zich op de vloer van
de auto en / of in de zijwand bevinden. Het aantal en de plaats van de sjor‐
ogen variëren al naar gelang de auto.
De sjorogen mogen niet met meer
dan 625 daN /6,25 kN /6250 N worden
belast.
Afhankelijk van het land kan de maxi‐
male kracht (bijv. 500 daN/5 kN/
5000 N) op een etiket staan.
Let op
Specificaties op het etiket prevale‐ ren altijd boven die in deze handlei‐ding.
Beladingsinformatie 3 86.
Verwijderbare sjorogenDe verwijderbare sjorogen kunnen
worden vastgezet aan de zij-, vloer-
of daklaadrails. Zie "FlexOrganizer"
hieronder voor nadere informatie.
Druk de middelste dop naar onder en
schuif in de gewenste positie om
opnieuw op zijn plaats te zetten. Zorg dat de sjorogen goed in de uitsparin‐
gen vastklikken.
Beladingsinformatie 3 86.
FlexOrganizer Afhankelijk van de auto kunnen voor‐
werpen in de bagageruimte worden
vastgezet of kan worden voorkomen
dat ze te veel gaan schuiven door het
betreffende deel van de FlexOrgani‐
zer met behulp van verwijderbare
sjorogen (zo nodig) aan de zij-, vloer- of daklaadrails te bevestigen.
Afhankelijk van de versie kunnen er
zijlaadrails onder en ook boven
aanwezig zijn.
Beweegbare verdeelwand
De beweegbare verdeelwand kan
worden gebruikt tussen de vloer en
de daklaadrails.
Page 84 of 261

82Opbergen
Druk de grendel naar onder om de
wand los te zetten en hem zoals
gewenst te verplaatsen. Zorg ervoor
dat de grendel volledig vastzit en dat
de verdeelwand rechtop staat.
Berg de verdeelwand op aan één kant
van de bagageruimte wanneer u hem niet gebruikt.
Telescopische blokkeerstangen
De telescopische blokkeerstangen
kunnen worden gebruikt in een verti‐
cale stand, vastgezet aan de vloer- en
daklaadrails
of in een horizontale stand, vastgezet aan de zijlaadrails.
Zorg ervoor dat de blokkeerstangen
volledig in de laadrails vastzitten
voordat u de auto belaadt.
Om de stang los te zetten, drukt u op
het slot en schuift u tegelijkertijd met
de stang.
De maximale belasting voor de zijlaa‐ drails is 100 daN/700 mm.
Blokkeercapaciteit: 300 kg.
Page 85 of 261

Opbergen83Blokkeerstang met veiligheidsnet
De blokkeerstang kan worden vast‐
gezet aan de zijlaadrails boven; draai de blokkeerstang met de hendel op
zijn plaats. Zorg dat de blokkeerstang geheel vastklikt.
Het geïntegreerde veiligheidsnet kan
dan worden bevestigd aan de verwij‐
derbare sjorogen in de zij- en vloer‐
laadrails (zie afbeelding).
Spanbanden Met de juiste spanbanden kunt u
voorwerpen vastzetten met behulp
van de verwijderbare sjorogen op de
laadrails aan de zijkant of in de vloer.
De maximale belasting voor de vloer‐ laadrails is 500 daN/700 mm.
Sjorcapaciteit: 800 daN in banden.
Capaciteit stalen bevestiging:
170 daN in directe spanning.De maximale belasting voor de zijlaa‐
drails is 100 daN/700 mm.
Sjorcapaciteit: 300 daN in banden.
Verwijderbare sjorogen 3 80.
Beladingsinformatie 3 86.
Page 86 of 261

84OpbergenVeiligheidsnet
Laat het veiligheidsnet van de
dakruimte zakken en maak het vast
aan de sjorogen in de vloer van de auto 3 80.
Pas de spanning op de banden aan
zodat de lading goed vast zit.
Wanneer u het veiligheidsnet niet
gebruikt, moet u het in de dakruimte
opbergen.
Beladingsinformatie 3 86.
Scheidingsrooster
bagageruimte
Bij auto's met een ruit in het cabine‐
schutbord zit er wellicht een metalen rooster aan de kant van de bagage‐ruimte.
Het rooster biedt bescherming tegen
rondvliegende voorwerpen vanuit de
laadruimte bij krachtig remmen, een
plotselinge verandering van richting
of een ongeval.
Afhankelijk van de versie zijn de ruiten in de achterdeur en de
zijschuifdeur(en) ook voorzien van ruitbeschermingen, voor meer
bescherming en beveiliging.
Beladingsinformatie 3 86.
Gevarendriehoek De gevarendriehoek kan worden
opgeborgen in de ruimte onder de
voorstoelen.
Opbergvak onder passagiersstoel
3 79.
Page 87 of 261

Opbergen85Verbanddoos
Als zichtbare aanduiding van de
aanwezigheid van een verbanddoos
kan er een etiket op de dakconsole
zitten 3 79.
De verbanddoos kan worden opge‐
borgen in de ruimte onder de voor‐
stoelen.
Met behulp van de twee lussen op het stoelkussen trekt u het kussen naarvoor om erbij te kunnen.
Opbergvak onder passagiersstoel
3 79.
Afhankelijk van de versie zit de
verbanddoos eventueel in de ruimte
tussen de voorstoelen of in de
dakconsole.
Brandblusser
Als zichtbare aanduiding van de
aanwezigheid van een brandblusser
kan er een etiket op de dakconsole
zitten 3 79.
De brandblusser kan worden opge‐
borgen in de ruimte onder de voor‐
stoelen. Met behulp van de twee
lussen op het stoelkussen trekt u het
kussen naar voor om erbij te kunnen.
Opbergvak onder passagiersstoel
3 79.
Afhankelijk van de versie zit de brand‐
blusser eventueel in de ruimte tussen
de voorstoelen.
Eventueel zit er een extra brandblus‐
ser in de voorportierplaat of in de
bagageruimte.
Page 88 of 261

86OpbergenDakdragersysteem
Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ding van dakschade wordt geadvi‐
seerd de voor uw auto goedgekeurde
dakdrager te gebruiken.
Gebruiksaanwijzing van de dakdra‐
ger in acht nemen en dakdrager
verwijderen wanneer het niet wordt
gebruikt.Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen zo ver moge‐ lijk vooraan en gelijkmatig
verdeeld in de laadruimte plaat‐
sen. Bij stapelbare voorwerpen
de zwaarste voorwerpen onder‐ aan leggen.
● Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 80.
● Objecten vastzetten of voorko‐ men dat ladingen te veel gaan
schuiven door delen van de opti‐
onele FlexOrganizer met behulp
van verwijderbare sjorogen aan
de laadrails vast te zetten.
FlexOrganizer 3 81.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om schuiven
tegen te gaan.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hefboom en de bewegingsvrij‐
heid van de bestuurder niet
belemmeren. Geen losse voor‐
werpen in het interieur leggen.● Niet met een geopende achter‐ klep rijden. Bovendien is de
kentekenplaat alleen goed zicht‐
baar en verlicht met gesloten
deuren.9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd
worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 238) en
het EU- leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttig draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin
deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Page 89 of 261

Opbergen87Extra uitrusting en accessoires
verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
● De toegestane dakbelading (waarin het gewicht van de
dakdrager is inbegrepen) is
200 kg voor standaard dakvari‐
anten. De dakbelasting is de som
van het gewicht van het dakdra‐
gersysteem en de lading.
Page 90 of 261

88Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................89
Stuurwielverstelling ...................89
Stuurbedieningsknoppen ...........89
Claxon ....................................... 89
Knoppen op stuurkolom ............89
Wis- en wasinstallatie voorruit ...90
Buitentemperatuur .....................91
Klok ........................................... 92
Elektrische aansluitingen ...........93
Aansteker .................................. 94
Asbakken ................................... 94
Waarschuwingslampjes, meters
en controlelampjes .......................95
Instrumentengroep ....................95
Snelheidsmeter ......................... 95
Kilometerteller ........................... 95
Dagteller .................................... 95
Toerenteller ............................... 96
Brandstofmeter .......................... 96
AdBlue-meter ............................ 96
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 97
Peilsensor motorolie ..................97
Service-display .......................... 97Versnellingsbakdisplay ..............98
Controlelampjes ........................98
Richtingaanwijzers ..................101
Gordelverklikker ......................101
Airbag en gordelspanners .......101
Airbag-deactivering .................101
Laadsysteem ........................... 102
Storingsindicatielamp ..............102
Service-indicatie ......................102
Schakel motor uit .....................103
Remsysteem ........................... 103
Antiblokkeersysteem (ABS) .....103
Schakelen ................................ 103
Lane Departure Warning .........103
Elektronische stabiliteitsregeling ..................104
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............104
Koelvloeistoftemperatuur .........104
Voorverwarming ......................104
AdBlue ..................................... 104
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 105
Motoroliedruk ........................... 105
Te laag brandstofpeil ...............105
Brandstoffilter aftappen ...........106
Stop-startsysteem ...................106
Rijverlichting ............................ 106
Dimlicht .................................... 106
Grootlicht ................................. 106Grootlichtassistentie................106
Mistlampen voor ......................106
Mistachterlicht ......................... 106
Cruise control .......................... 106
Actief noodstopsysteem ..........106
Snelheidsbegrenzer ................107
Tachograaf .............................. 107
Portier open ............................. 107
Displays ..................................... 107
Driver Information Center ........107
Info-Display ............................. 108
Boordinformatie ......................... 108
Geluidssignalen .......................109
Tripcomputer .............................. 110
Tachograaf ................................. 112