ABS OPEL MOVANO_B 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2020Pages: 373, PDF Size: 9.36 MB
Page 88 of 373

86Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................87
Stuurwielverstelling ...................87
Stuurbedieningsknoppen ...........87
Claxon ....................................... 87
Knoppen op stuurkolom ............87
Wis- en wasinstallatie voorruit ...88
Buitentemperatuur .....................89
Klok ........................................... 90
Elektrische aansluitingen ...........90
Inductief opladen .......................92
Aansteker .................................. 93
Asbakken ................................... 93
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................93
Instrumentengroep ....................93
Snelheidsmeter ......................... 93
Kilometerteller ........................... 94
Dagteller .................................... 94
Toerenteller ............................... 94
Brandstofmeter .......................... 95
AdBlue-meter ............................ 95
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 95
Service-display .......................... 96Versnellingsbakdisplay ..............96
Controlelampen ......................... 97
Richtingaanwijzers ....................99
Gordelverklikker ......................100
Airbag en gordelspanners .......100
Airbag-deactivering .................100
Laadsysteem ........................... 101
Storingsindicatielamp ..............101
Service-indicatie ......................101
Schakel motor uit .....................102
Remsysteem ........................... 102
Handrem .................................. 102
Antiblokkeersysteem (ABS) .....102
Schakelen ................................ 102
Variabele stuurbekrachtiging ...102
Lane Departure Warning .........103
Elektronische stabiliteitsregeling ..................103
Koelvloeistoftemperatuur .........103
Voorverwarming ......................103
AdBlue ..................................... 103
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 104
Motoroliedruk ........................... 104
Te laag brandstofpeil ...............104
Stop-startsysteem ...................105
Rijverlichting ............................ 105
Dimlicht .................................... 105
Grootlicht ................................. 105
Grootlichtassistentie ................105Mistlampen voor ......................105
Mistachterlicht ......................... 105
Cruise control .......................... 105
Actief noodstopsysteem ..........105
Snelheidswaarschuwing ..........106
Snelheidsbegrenzer ................106
Tachograaf .............................. 106
Portier open ............................. 106
Displays ..................................... 106
Driver Information Center ........106
Info-Display ............................. 107
Boordinformatie ......................... 108
Geluidssignalen .......................108
Tripcomputer .............................. 109
Tachograaf ................................. 111
Page 101 of 373

Instrumenten en bedieningsorganen99Controlelampjes in de
dakconsole
Overzicht
ORichtingaanwijzers 3 99XGordelverklikker 3 100vAirbags en gordelspanners
3 100WAirbag deactiveren 3 100pLaadsysteem 3 101ZStoringsindicatielampje
3 101jLaat auto spoedig nakijken
3 101CSchakel motor uit 3 102RRemsysteem 3 102jHandrem 3 102uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 102b
aSchakelen 3 102§Variabele stuurbekrachtiging
3 102QLane Departure Warning
3 103RElektronische stabiliteitsrege‐
ling 3 103WKoelvloeistoftemperatuur
3 103!Voorverwarmen 3 103úAdBlue 3 103wBandenspanningscontrole‐
systeem 3 104IMotoroliedruk 3 104YTe laag brandstofpeil 3 104DAutostop (Stop/Start-
systeem) 3 105\Autostop geblokkeerd (Stop/
Start-systeem) 3 105FBuitenverlichting 3 1059Dimlicht 3 105CGroot licht 3 105fGrootlichtassistentie 3 105>Mistlampen voor 3 105øMistachterlicht 3 105mCruisecontrol 3 105lActief noodstopsysteem
3 105$Snelheidswaarschuwing
3 106UCruise control 3 105, snel‐
heidsbegrenzer 3 106&Tachograaf 3 106yDeur open 3 106
Richtingaanwijzers
O knippert groen.
Knippert bij ingeschakelde richting‐
aanwijzer of alarmknipperlichten.
Page 104 of 373

102Instrumenten en bedieningsorganenSchakel motor uit
C brandt rood.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
De auto zo spoedig mogelijk stoppen
en de motor uitschakelen.
Kan oplichten in combinatie met een
ander controlelampje of een melding
op het Driver Information Center
3 106.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Remsysteem
R brandt rood.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
R brandt (mogelijk in combinatie met
C ) als het remvloeistofpeil te laag is
3 289 of bij een storing in het remsys‐
teem.
9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Remsysteem 3 258.
Handrem j brandt rood.
Controlelamp j blijft branden
wanneer de handrem wordt aange‐ trokken en dooft wanneer de hand‐
rem wordt losgezet 3 259.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van u klaar voor gebruik.
Brandt onderweg wanneer er een
storing in het ABS is. Het remsysteem
blijft werken maar zonder ABS-rege‐
ling.
Antiblokkeersysteem 3 258.
Schakelen
b of a brandt op het Driver Infor‐
mation Center.
Gaat branden wanneer voor zuinig
rijden schakelen wordt aanbevolen.
ECO-modus 3 238.
Variabele
stuurbekrachtiging
§ brandt rood.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
Brandt onderweg Er is een storing in de stuurbekrach‐
tiging.
Kan samen met controlelampje C
oplichten.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Page 260 of 373

258Rijden en bedieningDeactivering
De beladingsmodus wordt uitgescha‐ keld door:
● nogmaals op kg te drukken
● uitschakelen van de ontsteking
Kickdown Wanneer het gaspedaal tot voorbijhet weerstandspunt wordt bediend,
wordt afhankelijk van het motortoe‐
rental een lagere versnelling inge‐
schakeld. Het volledige motorvermo‐
gen is beschikbaar voor acceleratie.
Als het motortoerental te hoog
oploopt, schakelt de versnellingsbak
– ook in de handgeschakelde modus
– automatisch naar een hogere
versnelling. Zonder kickdown wordt
deze automatisch schakeling niet
uitgevoerd in de handgeschakelde
modus.
Storing Bij een storing gaat controlelamp W
op het versnellingsbakdisplay bran‐ den. Verder rijden is mogelijk, zij het
voorzichtig en anticiperend.Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking en een
ingeschakelde versnelling kan de
koppeling niet worden gelost. Er kan
niet meer met de auto worden gere‐
den.
Bij een lege accu hulpstartkabels
gebruiken 3 320.
Is een lege accu hiervan niet de oorzaak, dan de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Als Neutraal geen optie is, kan de
auto alleen met de aandrijfwielen van de grond worden gesleept 3 322.
Auto slepen 3 322.Remmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remmen
werken dan achter pas goed als het
rempedaal zeer diep wordt ingetrapt.
Daarvoor is een aanzienlijk grotere
krachtsinspanning nodig. De remweg wordt langer. Alvorens de reis te
vervolgen, de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor
niet verminderd, maar er is aanzienlijk
meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 102.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeerremsysteem (ABS)
voorkomt dat de wielen blokkeren.
Page 261 of 373

Rijden en bediening259Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook
bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rempe‐
daal tijdens het hele remproces volle‐ dig intrappen, ongeacht het tikken
van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Controlelampje u 3 102.
Storing
Als controlelampen u en j oplich‐
ten met een bericht op het Driver
Information Center, is er een storing
in het ABS. Het remsysteem blijft
werken maar zonder ABS-regeling.9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen de
neiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Als controlelampen u, j , R en
C oplichten, worden het ABS en de
ESC gedeactiveerd en verschijnt er
een bericht op het Driver Information
Center.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Handrem
9 Waarschuwing
Handrem altijd zonder indrukken
van de ontgrendelingsknop stevig
aantrekken, op op- of aflopende
hellingen altijd zo stevig mogelijk.
Om de handrem los te zetten, de
handremhendel iets optillen, de
ontgrendelingsknop indrukken en
de hendel helemaal omlaagzet‐
ten.
Trap om minder kracht te hoeven
uitoefenen bij het aantrekken van
de handrem tegelijkertijd het
rempedaal in.
Controlelampje j 3 102.
Parkeren 3 244.
Page 304 of 373

302Verzorging van de autoSymboolCircuitaDimlicht links>MistlampenLGrootlicht linksNGrootlicht rechtsuABSKVoorruitwissersQPneumatische wielophan‐
ging
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Achter het bekledingspaneel. Afwer‐
kingspaneel vanaf de bovenkant lostrekken.
Geen voorwerpen achter dit paneel
opbergen.
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.SymboolCircuitSStadslicht rechtsTStadslicht linksxAircoventilator&TachograafÍVoorverwarmenZInfotainmentsysteem/
stoelverwarming/Driver
Information Center/audio‐
aansluitingen/alarmlHandsfree-aansluitingADPExtra aanpassingenPTOPTO (krachtafnemer)UVerwarmde stoelenMElektronische startbeveili‐
gingSymboolCircuitRVoorruitsproeiers,Elektrisch bediende ruiten/
carrosserieregelmodulenVerwarmbare achterruit
rechtsmVerwarmbare achterruit
linksICarrosserieregelmodule/
elektrisch bediende ruiten/ verwarmings- en ventila‐
tiesysteem/airconditioningSTOPRemlichtZCarrosserieregelmoduledInterieurverlichting/
remlichtenuABS / Elektronische stabi‐
liteitsregelingjClaxon0InterieurverlichtingORichtingaanwijzers/
mistachterlicht/carrosse‐
rieregelmoduleUCentrale vergrendeling
Page 332 of 373

330Service en onderhoudom extra corrosiebestendigheid te
bieden of om kleine lekken te dichten
kan functiestoringen veroorzaken.
Aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen van het gebruik van extra
koelvloeistofadditieven wordt afge‐
wezen.
Sproeiervloeistof
Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. Neem contact op met
een werkplaats.
RemvloeistofRemvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 248.
Page 362 of 373

360TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............329, 333
Aanduidingen op banden ..........306
Aanhangerkoppeling ..................279
Aanhangerstabilisatie ................281
Aanhanger trekken ....................280
Aanpassing volume km/u ...........142
Aanraakscherm .......................... 107
Aansteker .................................... 93
Absorptive Glass Mat-accu......... 289
Acc-bestanden............................ 158
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 284
Accu ............... 21, 22, 228, 289, 320
Accu, starthulp gebruiken ...........320
Achteras met gedeeltelijke blokkering ................................ 263
Achterdeuren ............................... 35
Achterlichten .............................. 295
Achterruitverwarming ................... 45
Achterste zijruiten ........................44
Achter UIT .................................. 140
Achteruitkijkcamera ...................273
Achteruitkijkscherm ......................42
Achteruitrijcamera....................... 131
Achteruitrijlens achter ...................44
Achteruitrijlichten .......................116
Achterwand laadruimte ...............345
Actief noodstopsysteem .............105Actieve noodrem......................... 267
AdBlue ........................ 103, 248, 329
AdBlue-meter................................ 95
AdBlue-tank ................................ 333
AF (alternatieve frequentie) ........153
Afbeeldingen .............................. 168
Afbeeldingen weergeven ............168
Afbeeldingsviewer ......................173
Afstandsbediening ........................21
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 100
Airbag en gordelspanners .........100
Airbaglabel.................................... 62
Airbagsysteem ............................. 62
Airconditioning ........................... 221
Airconditioning achterin .............227
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 236
Alarmknipperlichten ...................115
Alarmnummer ............................. 211
Algemene aanwijzingen..... 121, 157, 158, 170, 200, 203
Algemene informatie ..........162, 279
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 238
Andere auto slepen ...................323
Antiblokkeersysteem .................258
Antiblokkeersysteem (ABS) .......102
Antidiefstalbouten .......................315
Antidiefstalfunctie ......................122