sat nav OPEL VIVARO B 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2015.5Pages: 149, PDF Size: 1.94 MB
Page 35 of 149
Inleiding35
Draai aan de centrale draaiknop om
Balans/fader te selecteren. Druk op
de knop om de huidige displayinstel‐
lingen voor Balans weer te geven en
draai aan de draaiknop voor bijstel‐
ling.
Druk de knop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om
de fader tussen voor/achter af te stel‐ len.
Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en
alleen het volume voorin de auto ma‐
tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Achter UIT te selecteren en druk op
de knop in te stellen.Automatic Gain Control (AGC)
Contourfunctie inschakelen:
Selecteer het menu AGC
geactiveerd en druk op de centrale
draaiknop om te activeren.
Standaard audio-instellingen
herstellen
Selecteer Standaardinstellingen en
druk op de centrale draaiknop om te
bevestigen.
Alle audio-instellingen worden weer
op hun standaardwaarden gezet.
Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
gaat u naar het menu
Softwareversie en drukt u op de cen‐
trale draaiknop.
NAVI 50 - Geluidsinstellingen
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op de knop Start ; te drukken, ge‐
volgd door INSTELLINGEN op het
displayscherm.De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Audio
Zie "Audio-instellingen" hieronder.
■ Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
■ Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
■ Systeem
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
■ Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)
Snelheidsafhankelijke volumere‐
geling - zie (NAVI 50) "Volume-in‐
stellingen" 3 36.
Page 50 of 149
50Radio
Druk op de toets SETUP / TEXT en
draai aan de centrale draaiknop voor toegang tot het menu Radiofuncties.
Druk op de knop om te selecteren.
Draai aan de draaiknop om i
Verkeer te selecteren en in/uit te
schakelen door op de knop te druk‐
ken.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt het afspelen van de cd-/
mp3 voor de duur van het verkeers‐ bericht onderbroken.
■ Verkeersberichten worden niet au‐ tomatisch uitgezonden wanneer
het langegolf- of middengolf-fre‐
quentiebereik is geselecteerd. Ver‐
ander de audiobron of het frequen‐
tiebereik in FM om te verzekeren
dat verkeersberichten automatisch
worden uitgezonden.Blokkeren van verkeersberichten
Een verkeersbericht bijv. tijdens het
afspelen van cd/mp3 blokkeren: Druk op de centrale draaiknop (of de
toets /).
Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar de verkeersinformatie blijft
ingeschakeld.Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Houd de toets SETUP / TEXT inge‐
drukt om deze informatie te bekijken.
Druk op de toets / of wacht
30 seconden om weer naar het oor‐ spronkelijke displayscherm te gaan.
NAVI 50 - RDS-functies
Configureren van RDS
Druk op Opties op het displayscherm.
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
■ RDS (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
■ TA (Aan/Uit)
Zie hieronder.
■ Regio (Aan/Uit)
Zie hieronder.
■ Nieuws (Aan/Uit)
Zie hieronder.■ AM (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
■ Lijst bijwerken (Aan/Uit)
Raadpleeg (NAVI 50) "Autostore-
lijsten" 3 47.TA (verkeersberichten)
Indien TA is ingeschakeld:
■ De verkeersberichten van be‐ paalde FM-zenders worden auto‐
matisch doorgegeven.
■ Tijdens de verkeersberichten wordt
de weergave van FM-radio en an‐
dere audiobronnen onderbroken.Regio
Indien Regio is ingeschakeld:
Afhankelijk van het geografische ge‐
bied kan de frequentie van bepaalde
FM-zenders wijzigen.
Een slechte ontvangst kan soms lei‐
den tot veranderlijke en ongewenste
wijzigingen in de frequentie. Schakel
zo nodig Regio uit.
Page 73 of 149
Navigatie73NavigatieAlgemene aanwijzingen...............73
Gebruik ........................................ 77
Invoer van de bestemming ..........96
Begeleiding ................................ 105
Symbolenoverzicht ....................117Algemene aanwijzingen9Waarschuwing
Het navigatiesysteem is een hulp‐
middel voor uw navigatievermo‐
gen en komt niet daarvoor in de
plaats. Rijd voorzichtig en veilig en
let goed op.
Wanneer het navigatiesysteem te‐ gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.
Het navigatiesysteem zal u op be‐
trouwbare wijze naar uw gekozen be‐ stemming begeleiden zonder dat u
wegenkaarten nodig hebt.
Als de Verkeersinfo -service in uw
land of regio beschikbaar is, wordt de
huidige verkeerssituatie ook in de
routeberekeningen in acht genomen.
Het systeem ontvangt verkeersbe‐
richten in het huidige ontvangstge‐
bied.
Ga naar de TomTom™-website voor
een abonnement op de Live-services
waarmee u in realtime de meest ac‐
tuele verkeersinformatie kunt ontvan‐ gen 1)
.
Werking van navigatiesysteem De positie en beweging van de auto
worden door het navigatiesysteem
met behulp van sensors gedetec‐
teerd.
De afgelegde afstand wordt bepaald
door het signaal van de snelheidsme‐
ter van de auto en richtingveranderin‐ gen bij bochten worden door een gy‐
rosensor bepaald. De positie wordt
bepaald door gps-satellieten (Global
Positioning System).
Door deze sensorsignalen te vergelij‐
ken met de digitale kaarten van het
navigatiesysteem, is het mogelijk om
nauwkeurig de positie van de auto te
bepalen.
Wanneer de auto voor het eerst wordt gebruikt of na een tocht op een veer‐
boot enz., zal het systeem zichzelf
kalibreren. Het is daarom normaal dat1) CD35 BT USB NAVI, NAVI 80.
Page 92 of 149
92Navigatie
Stel klok in
Wanneer de klokken in de zomer of
de winter veranderen, of wanneer u
naar het buitenland reist, moet de tijd
van het systeem worden aangepast.
Selecteer Stel klok in ; het systeem
biedt drie weergavemodi. Selecteer de gewenste modus en vervolgens
OK met de schermtoets. Stel de klok
in en selecteer vervolgens OK.
Kloksynchronisatie: De synchronisa‐
tieoptie maakt het mogelijk de tijd
rechtstreeks in te stellen met behulp
van gps-informatie. Selecteer de op‐
tie Synchr. met de
linker schermtoets ⌞.Opstart-voorkeuren
Wordt gebruikt om de opstartinstellin‐ gen van het systeem en ook de op‐
startpagina te veranderen door deze
aan te passen met een gekozen foto.Toon minder menu-opties
Biedt de mogelijkheid om het menu te
vereenvoudigen om het gebruik te
vergemakkelijken. Om alle opties op‐
nieuw te activeren, selecteert u dit
pictogram opnieuw.Wijzig taal
Om de taal te wijzigen, selecteert u
Taal: , de gewenste taal kan vervol‐
gens worden geselecteerd in de lijst.Herstel fabrieks-instellingen
Om alle systeemparameters terug te
zetten en alle persoonlijke gegevens
te verwijderen.
Selecteer Herstel fabrieks-
instellingen in het hoofdmenu, volg
dan de instructies op het scherm met
behulp van de schermtoetsen.
Gedeeltelijk herstel: hiermee is de
verwijdering van alle persoonlijke ge‐ gevens mogelijk (favorieten, recente
bestemmingen enz.).
Na het herstel start het systeem op‐
nieuw op in het Engels.
NAVI 50 - Navigatiesysteem instellen
Met het menu Opties kunt u de vol‐
gende kaart- en navigatie-instellingen
controleren en updaten:
■ Waarschuwingen
■ Route-instellingen
■ Kaartinstellingen
■ Steminstellingen
■Notatie coördinaten
■ Gps
■ KaartupdateWaarschuwingen
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door NAVI , Opties en
Waarschuwingen om naar de vol‐
gende opties te gaan:
■ Waarschuwen als te hard wordt
gereden (Aan/Uit)
■ Maximumsnelheid altijd zichtbaar
(Aan/Uit)
■ Waarschuwingen voor
aandachtspunten (Aan/Uit)
Waarschuwen als te hard wordt
gereden : De digitale kaart bevat
maximumsnelheden voor bepaalde wegen. Er worden hoorbare en/of zichtbare waarschuwingen gegeven
als de maximumsnelheid wordt over‐
schreden.
Maximumsnelheid altijd zichtbaar : De
maximumsnelheid voor bepaalde we‐
gen is altijd zichtbaar op het scherm.
Page 95 of 149
Navigatie95
Gps
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door NAVI , Opties en Gps om de gps-
informatie te bekijken, zoals beschik‐
bare satellieten, hun locatie en sig‐
naalsterkte.Kaartupdate
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door NAVI , Opties en Kaartupdate
om de volgende digitale kaartgege‐
vens weer te geven:
■ Aandachtspunten
■ Weergave kruispunten
■ Kaarten
■ Plaatsen
■ Voorbewerkt wegennet
Het is mogelijk om specifieke content of alle content voor kaarten bij te wer‐ ken. Selecteer eerst een van de op‐
ties of druk op Opties, gevolgd door
Update . Wacht tot de update is vol‐
tooid.
Raadpleeg (NAVI 50) "USB-geheu‐
genstick", "USB-geheugenstick en
navigatiesysteem updaten" in het hoofdstuk "Algemene informatie"
3 73.NAVI 80 - Navigatiesysteem instellen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Navigatie-instellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Navigatie en Instellingen op het dis‐
playscherm. De volgende submenu's voor de instellingen verschijnen:
■ Stembegeleiding uitschakelen :
Schakel de stembegeleiding in of
uit tijdens de navigatie.
■ Routeplanning :
Selecteer het gewenste plannings‐
type. Het wordt aanbevolen om
"Snelste route" te gebruiken. De
eco-route is bedoeld om zo zuinig
mogelijk te rijden.
Schakel daarna "iQ routes™" in/uit,
indien nodig. iQ routes™ zorgt er‐
voor dat routes worden berekend
op basis van het gemiddelde ver‐ keersaanbod op een bepaalde dag en tijd, en dat de beste route wordt
gekozen op basis van de huidige
snelheid van het verkeer.
■ Nuttige plaats op de kaart
weergeven :Categorieën van NP-markeringen
op de kaart tonen of verbergen.
■ Nuttige plaatsen beheren :
NP's of NP-categorieën toevoegen,
aanpassen of verwijderen.
■ Stem :
Selecteer een gesynthetiseerde
mannelijke of vrouwelijke stem
(voor de gesproken instructies) uit
de beschikbare lijst.
Deze menselijke stemmen geven
vereenvoudigde gesproken in‐
structies voor de begeleiding en
zijn niet beschikbaar wanneer de
stemherkenningsfunctie wordt ge‐
bruikt 3 118.
■ EV-instellingen :
Niet gebruikt.
■ Thuislocatie instellen :
Thuisadres of meest gebruikte be‐
stemmingsadres wijzigen.
■ Opgeslagen locaties beheren :
Bestemmingsadres verwijderen of
hernoemen.
Selecteer een adres uit de ge‐
toonde lijst, druk op Hernoemen en
Page 113 of 149
Navigatie113
■ satellietbeeld als achtergrond vande kaart
■ GPS-coördinatenToevoegen aan opgeslagen locaties
Selecteer deze optie om de huidige
positie als een opgeslagen bestem‐
ming toe te voegen aan de kaart. Ge‐
bruik het toetsenbord om een naam in te voeren of bevestig de voorgestelde naam.
Ga voor bediening van het toetsen‐
bord naar (NAVI 80) " Toetsenborden
op het display bedienen " in het hoofd‐
stuk " Gebruik " 3 77.
HELP!
CD35 BT USB NAVI - Help! Help mij! gebruiken om een hulp te
vinden en daarmee contact op te ne‐
men. De volgende opties kunnen
worden geselecteerd:
Alarm- en hulpnummers
Het menu Alarm- en hulpnummers
biedt verschillende servicecentra:
■ Dichtstbijzijnd politiebureau ,
■ Dichtstbijzijnde dokter ,■Dichtstbijzijnd ziekenhuis ,
■ Dichtstbijzijnd openbaar vervoer ,
■ Dichtstbijzijnde garage ,
■ Dichtstbijzijnde tandarts ,
■ Dichtstbijzijnde apotheek ,
■ Dichtstbijzijnde dierenarts .
Bij het selecteren van een service‐ centrum verschijnen de locatie en het
telefoonnummer. Selecteer het servi‐ cecentrum als een bestemming door
op de schermtoets te drukken.Rijd naar hulp
Gebruik het systeem voor navigatie via het wegenstelsel naar:
■ Dichtstbijzijnde garage ,
■ Dichtstbijzijnd ziekenhuis ,
■ Dichtstbijzijnde dokter ,
■ Dichtstbijzijnd politiebureau ,
■ Dichtstbijzijnde apotheek ,
■ Dichtstbijzijnde tandarts .Waar ben ik?
Het systeem toont uw huidige locatie
(adres) en geeft de gps-coördinaten
(lengte-/breedtegraad).NAVI 50 - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op Opties, gevolgd door
Waar ben ik? op het displayscherm
om nuttige informatie over de huidige
locatie te raadplegen of om naar nut‐
tige plaatsen (NP) in de buurt te zoe‐
ken.
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
de knop Start ; te drukken, gevolgd
door KAART op het displayscherm.Waar ben ik?
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
■ Huidige locatie (adres)
■ Lengtegraad
■ Breedtegraad
■ Hoogte
■ Gps-status
Page 119 of 149
Stemherkenning119
Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechterbo‐
venhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen=optimale stemher‐
kenningOranje=goede stemher‐
kenningRood=middelmatige
stemherkenningMicrofoon é=Het systeem is ge‐
reed voor een gespro‐ ken opdrachtLuidspreker
l=Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram=Bezig met laden van
gegevens
Bediening navigatie
NAVI 80
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op de knop 5 op de stuurkolom
om het hoofdmenu Stembediening te
openen.
Geef na het geluidssignaal het com‐ mando " Bestemming " om een nieuw
adres in te voeren. Geef het com‐
mando " Adres" en geef vervolgens
alle gegevens van het nieuwe adres
(huisnummer, straatnaam, plaats/
stad).
Het door het systeem herkende adres wordt weergegeven. Bevestig de be‐
stemming wanneer daar om wordt ge‐ vraagd om de begeleiding te starten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐ naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste bestemming kunt selecteren.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Invoer van de bestem‐
ming" in het hoofdstuk "Navigatie"
3 96.Telefoonregeling
CD35 BT USB Spraaklabels maken
Naast namen en nummers kunnen
spraaklabels worden gemaakt wan‐
neer nieuwe contacten aan het auto‐
telefoonboek worden toegevoegd.
Raadpleeg "Bediening" in het hoofd‐
stuk "Telefoon" 3 132.
Spraaklabels kunnen ook naderhand
worden toegevoegd of gewijzigd door de volgende menu's en opties te se‐
lecteren:
■ Telefoonboekbeheer ,
■ Telefoonboek auto ,
■ Contact wijzigen .
Selecteer het te wijzigen contact uit
de lijst met contacten en selecteer
vervolgens de volgende menuopties
door de draaiknop te draaien en in te drukken:
■ (Gesproken vermelding) ,
■ Opnemen vermelding starten ,
Page 125 of 149
Telefoon125
Tijdens een automatisch verbinding
schakelt de conversatie automatisch
naar de microfoon en luidsprekers
van de auto als een gesprek reeds
aan de gang is.
Als de verbinding mislukt: ■ Controleer of de telefoon ingescha‐
keld is,
■ Controleer of de batterij van de te‐ lefoon niet leeg is,
■ Controleer of de telefoon reeds ge‐
koppeld is.
De Bluetooth-functie van de mobiele
telefoon en van het handsfree-tele‐
foonsysteem moet ingeschakeld zijn
en de mobiele telefoon moet geconfi‐
gureerd zijn om het verbindingsver‐
zoek van het systeem te accepteren.
Handmatige verbinding
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op de toets TEL en se‐lecteert u het menu Selecteer
apparaat . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door de draaiknop
OK in te drukken. Een displaybericht
bevestigt de telefoonverbinding.
CD35 BT USB - Handmatige
verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op de toets
SETUP / TEXT en selecteert u
Bluetooth-verbinding (of drukt u op de
toets TEL als er geen apparaat ver‐
bonden is). De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door de centrale
draaiknop te draaien en in te drukken.
Een displaybericht bevestigt de tele‐
foonverbinding.
NAVI 50 - Handmatige verbinding
U kunt de telefoon die met het hands‐ free-telefoonsysteem is verbonden
wijzigen door op de knop Start ; tedrukken, gevolgd door
INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Selecteer vervolgens Bluetooth en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken . De
apparatenlijst toont de telefoons die
al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door op OK te druk‐
ken.
NAVI 80 - Handmatige verbinding
Om vanuit de startpagina de telefoon
te wijzigen die met het handsfree-te‐
lefoonsysteem is verbonden, drukt u
op MENU , gevolgd door Telefoon en
Instellingen op het displayscherm.
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn. Kies
de gewenste telefoon uit de lijst.
Telefoon ontkoppelen
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de telefoon van het handsfree-telefoonsysteem ont‐
koppeld.
Page 126 of 149
126Telefoon
Als tijdens het ontkoppelen een ge‐
sprek reeds aan de gang is, wordt de conversatie automatisch naar de mo‐biele telefoon geschakeld.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐
foon van het Infotainmentsysteem drukt u op de toets TEL (of de toets
SETUP ) en selecteert u Bluetooth-
verbinding . Selecteer het gewenste
apparaat uit de apparatenlijst en se‐
lecteer vervolgens Apparaat
loskoppelen door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken. Een display‐
bericht bevestigt het ontkoppelen van de telefoon.
CD35 BT USB - Telefoon
ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐ foon van het Infotainmentsysteem
drukt u op de toets SETUP / TEXT en
selecteert u Bluetooth-verbinding .
Selecteer het gewenste apparaat uit
de apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Apparaat loskoppelen door decentrale draaiknop te draaien en in te
drukken. Een displaybericht bevestigt
het ontkoppelen van de telefoon.
NAVI 80 - Telefoon ontkoppelen
Om vanuit de startpagina een tele‐
foon te ontkoppelen van het infotain‐
mentsysteem, drukt u op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en Instellingen
op het displayscherm.
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . Selecteer in de getoonde
lijst de verbonden telefoon die ont‐
koppeld moet worden.
Telefoon met voorrang
definiëren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon met voorrang definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.CD35 BT USB - Telefoon met
voorrang definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐ koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor
de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,hangt af van het model telefoon.
Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via hetInfotainmentsysteem te regelen:
Page 145 of 149
145
Beveiligingscode........................... 23
Bluetooth .................................... 121
Bluetooth-apparaat zoeken ........126
Bluetooth-apparatenlijst ..............126
Bluetooth-functie activeren .........126
Bluetooth-functie deactiveren .....126
Bluetooth-muziek ..........................63
Bluetooth-verbinding ............63, 126
Boordcomputer ............................. 23
Breedte- en lengtegraad ...............96
Buitenluchtkwaliteit .......................23
C
CD-display .................................... 54
CD-speler ............................... 53, 54
CD-speler gebruiken..................... 54
Cd-tekst ........................................ 54
CD-weergave................................ 54
Contacten toevoegen aan telefoonboek ........................... 132
Contourfunctie .............................. 33
Coördinaten ............................ 77, 96
D
DAB .............................................. 51
Deel van de route vermijden ......105
Diavoorstelling .............................. 77
Digital Audio Broadcasting ...........51
Displayinformatie ..........................54
Displayscherm gebruiken .............23Displayweergave ..........................77
Draagbare cd-spelers ...................57
Driving Eco2 ................................. 23
E Eco-coaching ................................ 23
Een album selecteren ...................54
Een cd verwijderen .......................54
Een mobiele telefoon koppelen ..126
Een mobiele telefoon ontkoppelen ............................ 126
Een nummer selecteren ...............54
Een opgeslagen zender oproepen 44
Een telefoonnummer bellen .......132
Extern apparaat goedkeuren ......126
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...37
Fader ............................................ 33
Favoriete bestemmingen ..............96
Favoriete bestemming opslaan ....96
Favoriete bestemming toevoegen 96
Favoriete bestemming verwijderen ................................ 96
Favorieten..................................... 23 Media ........................................ 23
Navigatie ................................... 23
Services .................................... 23
Telefoon .................................... 23
Films afspelen .............................. 71Flitscamera's................................ 77
Flitslocatie melden ......................105
FM-lijst bijwerken ..........................47
Foto's ............................................ 71
Frequentiebereik selecteren .........42
Functies tijdens een telefoongesprek ......................132
G Gebruik ................. 23, 42, 54, 57, 77
Gebruik AUX-ingang..................... 57
Gebruik van deze handleiding ........4
Geluidsinstellingen .......................33
Geluidsonderdrukking ............23, 54
Geluidsoptimalisatie .....................33
Gesprek in wachtstand ...............132
Gesprekkenlijsten .......................132
Geurverspreider............................ 23
Gps (Global Positioning System).. 73
H Handmatig een nummer invoeren .................................. 132
Handmatige telefoonverbinding ..124
Handmatige zenderopslag ...........47
Handmatig zender zoeken ...........44
Handsfree-telefoonsysteem .......132
HD Traffic ..................................... 77
Help! ........................................... 105
Het weer ....................................... 77