display OPEL VIVARO B 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2016Pages: 161, PDF Size: 2.13 MB
Page 36 of 161

36Inleidingstarten ingeschakeld is (om onbe‐doelde bediening van ramen, por‐
tieren of versnellingsbak enz. te
voorkomen in geval de motor au‐
tomatisch start).
Kans op fataal letsel.
Het systeem Motor op afstand starten is verkrijgbaar afhankelijk van de auto
en hiermee kan automatisch starten
van de motor worden geprogram‐
meerd om het interieur te verwarmen of te ventileren voordat u in de auto
stapt. De auto kan geprogrammeerd
worden om op elk moment van de dag en tot 24 uur van tevoren bedrijfsklaar
te zijn.
Let op
Instellingen voor klimaatregeling
(temperatuur, ventilatorsnelheid,
luchtverdeling, airco) moeten zoals
vereist worden ingesteld voordat u
uit de auto stapt.
Druk op de startpagina op
ß Tijdinstelling op het displayscherm.
De volgende instellingen en functies
zijn beschikbaar:
● Automatisch starten (Uit/Aan)
● Auto gereed voor (druk op "Wij‐
zigen" om de automatische start‐ tijd te wijzigen)
● Om de 2 uur wakker worden
(Aan/Uit)
● Auto is gereed over (bijv. 0 uur en
0 minuten)
Om de functie te activeren selecteert
u "Aan" naast Automatisch starten en
drukt u dan op "Wijzigen" naast Auto
gereed voor en gebruik R/ S om de
uren en minuten te wijzigen op het scherm "Vertrektijd instellen". Beves‐
tig de keuze door op OK te drukken.
Het gedeelte Auto is gereed over
wordt bijgewerkt om de resterende
tijd vóór de ingestelde tijd aan te ge‐
ven.Motor op afstand starten werkt alleen als aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
● De versnellingskeuzehendel moet in neutraal staan.
● Het contact moet uitgeschakeld zijn.
● Alle portieren, de motorkap en de
bagageruimte moeten gesloten
en vergrendeld zijn.
De functie Om de 2 uur wakker
worden maakt het mogelijk dat de
motor om de 2 uur automatisch start
als de buitentemperatuur onder
-15 °C daalt.
De motor start zo nodig automatisch
en draait ongeveer 10 minuten voor‐
dat hij uitgeschakeld wordt, en wordt
om de 2 uur opnieuw gestart, afhan‐ kelijk van de buitentemperatuur. Druk
op "Aan" om deze functie te activeren
of op "Uit" om deze functie te deacti‐
veren.
Page 37 of 161

Inleiding379Gevaar
Gebruik de functie Motor op af‐
stand starten niet, waaronder de
functie 'Om de 2 uur wakker wor‐
den', terwijl de auto in een garage
of besloten ruimte geparkeerd zal
worden.
Risico van vergiftiging of verstik‐
king door uitstoot van uitlaatgas‐
sen.
Bij terugkeer naar de startpagina ver‐ schijnt de ingevoerde tijd op het
scherm "Vertrektijd instellen" naast
ß (in plaats van Tijdinstelling) op het
displayscherm.
9 Waarschuwing
Parkeer de auto niet op een snel
ontvlambaar oppervlak wanneer
de functie Motor op afstand star‐
ten geactiveerd is. Door de hoge
temperatuur van het uitlaatsys‐
teem kan het oppervlak ontbran‐
den.
9 Waarschuwing
Gebruik de functie Motor op af‐
stand starten niet terwijl de auto
afgedekt zal worden door een be‐
schermhoes of zeildoek om risico
van brand te voorkomen.
9 Gevaar
Schakel de functie Motor op af‐
stand starten uit voordat u de mo‐
torkap opent, om het risico van
brandwonden of dodelijk letsel te
voorkomen.
Instellingen achteruitrijcamera
Wanneer het beeld van de achteruit‐
rijcamera op het display staat, drukt u
op ÿInstelling om het instellingen‐
menu te openen.
U kunt de volgende instellingen bij‐
werken:
● Het beeld van de achteruitrijca‐ mera Uit/In schakelen.
● Kleuren
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.● Helderheid
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.
● Contrast
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.
Ga voor meer informatie naar het
hoofdstuk "Achteruitkijkcamera" in de gebruikershandleiding van de auto.De functie Driving Eco2 (zuinig rijden)
Driving eco2 biedt statistische infor‐
matie en advies over zuinig rijden.
Druk op de startpagina op Auto en
selecteer dan ðDriving eco2 op het
displayscherm.
Let op
Afhankelijk van de versie kan
Driving eco2 verschijnen in plaats
van de startpagina.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Ritgegevens
● Eco-score
● Eco-coaching
Page 38 of 161

38InleidingRitgegevens geeft gegevens weer
van de laatste reis, waaronder "Ge‐
middeld verbruik", "Totaal verbruik",
"Gemiddelde snelheid" en "Afstand
zonder verbruik". Gegevens kunnen
gereset worden door op Û te druk‐
ken.
Eco-score geeft een totaal score van
maximaal 100 voor zuinig rijden. Ho‐
gere getallen geven zuiniger rijden
aan. Sterren worden ook gegeven voor gemiddelde milieu-/rijprestaties
(accelereren), schakelefficiëntie (ver‐ snellingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Eco-coaching verschaft een beoorde‐
ling van uw rijstijl en geeft advies weer
voor optimaal brandstofverbruik.Aha Ⓡ-toepassing
De app AhaⓇ stelt u in staat om fa‐
voriete internetinhoud op de smart‐
phone te organiseren (bijv. podcasts,
audioboeken, internetradio, sociale
netwerksites enz.) en favorieten on‐
middellijk op te roepen. AhaⓇ kan
ook tijdens navigatie worden gebruikt om bijv. hotels en restaurants in debuurt te suggereren en weerberichten
en de huidige GPS-positie te geven.AhaⓇ moet eerst op uw smartphone
worden gedownload. Start de app op uw smartphone en maak een gebrui‐
kersaccount aan om gebruik via het
Infotainmentsysteem te activeren.
Om AhaⓇ via het Infotainmentsys‐
teem te verbinden moet een blue‐
tooth-verbinding worden opgesteld
tussen de smartphone en het Info‐
tainmentsysteem, d.w.z. het apparaat moet aan de auto worden gekoppeld
voordat het wordt gebruikt. Raad‐
pleeg "Bluetooth-verbinding" in het
hoofdstuk "Telefoon" 3 138 voor
meer informatie.
Let op
Het delen van gegevens en locatie‐
services moeten ingeschakeld zijn
op de smartphone om de app
AhaⓇ te kunnen gebruiken. Tijdens
gebruik kan gegevensoverdracht
extra kosten met zich meebrengen
die niet in het contract met uw net‐
werkprovider zijn opgenomen.
Wanneer een bluetooth-verbinding
actief is, kan AhaⓇ via het Infotain‐
mentsysteem worden opgeroepen.
Druk op de startpagina op üMedia
op het displayscherm. Druk op S inde linkerbovenhoek om de lijst met
externe bronnen weer te geven en
selecteer dan aha.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Speler
● Lijst
● Voorkeuren
● In de buurt
Selecteer Voorkeuren om naar uw
AhaⓇ-favorieten te gaan.
Als u een nuttige plaats (NP) in de
buurt wilt vinden met AhaⓇ terwijl u
het navigatiesysteem gebruikt
3 80, drukt u op In de buurt en se‐
lecteert u een groep (bijv. hotel, res‐
taurant). Een serie NP's in de buurt
wordt weergegeven; druk op de ge‐
wenste NP. De NP kan worden inge‐
steld als een bestemming of een way‐
point door op y te drukken.
Afhankelijk van het type NP kunnen
contactgegevens en verdere informa‐
tie worden weergegeven. Wanneer
telefoonnummers voor NP's worden
gegeven, kunnen ze ook worden ge‐
kozen met het handsfree-telefoon‐
systeem door op y te drukken.
Page 39 of 161

Inleiding39Ga voor meer informatie naar "Bedie‐
ning" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 143.
Geluidsinstellingen R15 BT USB - Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunt u
de toonregeling instellen.
Druk op SETUP voor toegang tot het
instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan OK totdat de gewenste instelling
is geselecteerd uit:
● BASS (lage tonen)
● TREBLE (hoge tonen)
● FADER (balans voor/achter)
● BALANCE (balans links/rechts)
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de selecties te bevestigen.
Om het audio-instellingenmenu af te
sluiten, drukt u op /.Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble .
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader.
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
CD35 BT USB -
Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunt u
de toonregeling instellen.Druk op SETUP / TEXT voor toegang
tot het instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan de centrale draaiknop totdat de
gewenste instelling is geselecteerd.
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Om het instellingenmenu af te sluiten, drukt u op SETUP / TEXT (of /).
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Het geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai de draaiknop om een keuze te
maken uit:
● Pop / Rock
● Klassiek
● Jazz
● Neutraal
Page 40 of 161

40InleidingDe getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde instellingen voor de lage,
midden en hoge tonen.
Stel de muziekstijl in door aan de cen‐
trale draaiknop te draaien.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass/treble te selecteren en druk op
de knop om te bevestigen.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass of Treble te openen en druk op
de knop om te bevestigen.
Stel de gewenste waarde in voor de
geselecteerde optie door aan de cen‐ trale draaiknop te draaien en druk op
de knop om te bevestigen.
Geluidsverdeling optimaliseren
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Om de geluidsverdeling te optimali‐
seren voor de gehele auto of alleen
de bestuurder, draait u aan de cen‐
trale draaiknop om te selecteren uit:
Auto of Bestuurder .Instellen door op de knop te drukken.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Balans/fader te selecteren. Druk op
de knop om de huidige displayinstel‐
lingen voor Balans weer te geven en
draai aan de draaiknop voor bijstel‐
ling.
Druk de knop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om
de fader tussen voor/achter af te stel‐
len.
Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en
alleen het volume voorin de auto ma‐ tigen:Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Achter UIT te selecteren en druk op
de knop in te stellen.
Automatic Gain Control (AGC)
Contourfunctie inschakelen:
Selecteer het menu AGC
geactiveerd en druk op de centrale
draaiknop om te activeren.
Standaard audio-instellingen
herstellen
Selecteer Standaardinstellingen en
druk op de centrale draaiknop om te bevestigen.
Alle audio-instellingen worden weer
op hun standaardwaarden gezet.
Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
gaat u naar het menu
Softwareversie en drukt u op de cen‐
trale draaiknop.
Page 41 of 161

Inleiding41NAVI 50 - Geluidsinstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)
Snelheidsafhankelijke volumere‐
geling - zie (NAVI 50) "Volume-
instellingen" 3 41.● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het ni‐ veau lage en hoge tonen te ver‐
hogen.
● BAL/FAD
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Druk op l om het sub‐
menu voor de volumeverdeling
en de geluidsinstellingen te ope‐
nen.
Aan de linkerkant van het display
past u de balans links/rechts met k /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
● Geluid
Afhankelijk van de versie drukt u
op l om het submenu voor de
volumeverdeling en de geluidsin‐ stellingen te openen.
Aan de linkerkant van het display
past u de balans links/rechts metk /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
Voor andere versies van het ge‐ luidsubmenu (waar het volume apart kan worden ingesteld voor
een lijst met audiotypen) kunt u
(NAVI 50) "Volume-instellingen"
raadplegen 3 41.
Volume-instellingen
CD35 BT USB - Volume-
instellingen
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer deze functie wordt geacti‐
veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
Page 42 of 161

42InleidingDruk op SETUP / TEXT voor toegang
tot het instellingenmenu. Selecteer
Audio-instellingen gevolgd door
Aanpassing vol. km/u door aan de
centrale draaiknop te draaien en erop
te drukken om de selectie te bevesti‐
gen.
Draai aan de knop om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
NAVI 50 - Volume-instellingen
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐ stellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.● Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)
Het volume neemt toe wanneer
de snelheid van de auto toene‐ emt om wind en weggeluid te
compenseren.
Volume dat voor snelheid ge‐ compenseerd is, kan uitgescha‐ keld worden of de mate van vo‐
lumeaanpassing kan worden in‐ gesteld.
● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het ni‐
veau lage en hoge tonen te ver‐
hogen.● BAL/FAD
Raadpleeg (NAVI 50) "Geluidsin‐ stellingen" 3 39.
● Geluid
Druk op l om het submenu Au‐
diovoorkeuren te openen.
Afhankelijk van de versie kan het
volume van verschillende audio‐
typen apart worden ingesteld,
bijv. audio, verkeersberichten,
navigatie-instructies, handsfree-
telefoonsysteem en beltoonni‐
veaus. Druk op ]/< om het vo‐
lume van elk audiotype af te stel‐ len.
Druk zo nodig op
Standaardinstellingen herstellen om alle volumes op de fabrieks‐
instellingen terug te zetten.
Voor andere versies van het ge‐
luidsubmenu kunt u (NAVI 50)
"Geluidsinstellingen" raadplegen
3 39.
Page 43 of 161

Inleiding43SysteeminstellingenR15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Systeeminstellingen
Druk op SETUP en ga naar het in‐
stellingenmenu door aan OK te
draaien en deze in te drukken.
Wanneer systeeminstellingen zijn
veranderd, drukt u op SETUP om het
menu af te sluiten en de veranderin‐
gen op te slaan. Na een vertraging
slaat het systeem ook automatisch op
en sluit af.Systeemtaal wijzigen
Verander de taal van het display door
naar het menu Taal te gaan. Selec‐
teer een taal uit de lijst door aan OK
te draaien en deze in te drukken.Standaard systeeminstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de
systeeminstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
aan OK te draaien en deze in te druk‐
ken. Bevestig de wijziging door na de
vraag weer op OK te drukken.CD35 BT USB -
Systeeminstellingen
Druk op SETUP / TEXT voor toegang
tot het instellingenmenu.
Wanneer systeeminstellingen zijn
veranderd, drukt u op
SETUP / TEXT om het menu af te
sluiten en de veranderingen op te
slaan. Na een vertraging slaat het
systeem ook automatisch op en sluit
af.Klok instellen
Om de tijd in te stellen, opent u het
Klok -menu. Draai aan de centrale
draaiknop om de Uren te verstellen
en druk op de knop om te bevestigen. Draai aan de knop om de Minuten te
verstellen en druk erop om te beves‐ tigen.Systeemtaal wijzigen
Verander de taal van het display door
naar het menu Taal te gaan. Draai
aan de centrale draaiknop om één
van de 9 talen uit de lijst te selecteren
en druk op de knop om te bevestigen.Standaard systeeminstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de
systeeminstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
de centrale draaiknop te draaien en in te drukken. Bevestig de wijziging door
na de vraag weer op de knop te druk‐ ken.
NAVI 50 - Systeeminstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio :
Raadpleeg (NAVI 50) "Geluidsin‐ stellingen" 3 39 en "Volume-in‐
stellingen" 3 41.
● Display : Zie hieronder.
● Bluetooth : Zie hieronder.
● Systeem : Zie hieronder.
Page 44 of 161

44InleidingBeeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
● Helderheid (Laag/Normaal/
Hoog)
● Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
● Auto : De dag- en nachtmo‐
dus schakelen automatisch
om.
● Dag : Het kaartscherm wordt
altijd met heldere kleuren
weergegeven.
● Nacht : Het kaartscherm
wordt altijd met donkere kleu‐ ren weergegeven.
● Airco-info (Aan/Uit)
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Schakel het display van
de airco-informatie in/uit tijdens
het afstellen van instellingen (be‐ schikbaar afhankelijk van de
auto).
● Achtergrond (Donker/Licht)
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Schakelen tussen een
donkere en lichte weergavemo‐dus (beschikbaar afhankelijk van
de auto).Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren
● Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐ mentsysteem te koppelen)
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie.
Voor hulp met activeren en be‐ dienen van stembediening kunt u
"Stemherkenning" raadplegen
3 128.
Raadpleeg voor meer informatie over Bluetooth-instellingen (NAVI 50)
"Streaming audio via Bluetooth"
3 70 en "Bluetooth-verbinding" in
het hoofdstuk "Telefoon" 3 138.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
● Taal
Wijzig de displaytaal en de taal
van de gesproken aanwijzingen voor het navigatiesysteem. Druk
op OK om de keuze te bevesti‐
gen.
● Klok/eenheden
U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
● Tijdweergave (12 uur/24 uur)
● Eenheden (km/mijl)
● Tijdinstelling
Druk op l om het submenu
Tijdinstelling te openen. Dit
submenu bevat de volgende opties:
Auto /Handmatig
Als automatische tijdinstel‐
ling wordt geselecteerd,
wordt de tijd automatisch
door GPS ingesteld.
Als voor een handmatige tij‐
dinstelling is gekozen, dient u
deze aan te passen.
Page 45 of 161

Inleiding45Let op
Navigatiekaarten voor het huidige
land moeten op het systeem geïn‐
stalleerd zijn om er zeker van te zijn
dat de lokale tijd correct is.
● Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐ gen terugzetten naar de stan‐
daard fabrieksinstellingen:
● Alle
● Telefoon
● Navigatie
● Audio-Media-Radio-
Systeem
● Navigatie (Aan/Uit)
● Systeemversie (het softwarever‐
sienummer van het Infotainment‐
systeem verschijnt)
Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op 7 (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.NAVI 80 - Systeeminstellingen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Taal
● Beeldscherm
● Geluid
● Klok
● Veiligheidsaanwijzingen
● Startscherm
● Toetsenborden
● Eenheden instellen
● Status en informatie
● SD-kaart verwijderen
● Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Om de taal en het stemtype van het Infotainmentsysteem te wijzigen.Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
● Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan
het lichtniveau buiten (daglicht).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● Helderheid in het donker : Helder‐
heid van het scherm aanpassen
aan het lichtniveau buiten (licht‐
niveau 's avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● In het donker omschakelen naar
nachtmodus : Automatische om‐
schakeling tussen helderheid bij daglicht/in het donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.