sat nav OPEL VIVARO B 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2016Pages: 161, PDF Size: 2.13 MB
Page 31 of 161
Inleiding31Voertuiginformatie (NAVI 80)
Menu Auto openen vanuit de startpa‐
gina: druk op MENU, gevolgd door
Auto op het displayscherm.
Afhankelijk van het specifieke voer‐
tuigmodel verschijnen de volgende
menu's:
● Driving Eco 2
● Luchtkwaliteit
● Boordcomputer
● InstellingenDriving Eco 2
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende
gegevens van de laatste rit:
Gemiddeld brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, totaal
brandstofverbruik, teruggewon‐
nen energie of afgelegd aantal ki‐
lometers, gemiddelde milieu-/rij‐
prestaties, anticiperend remmen,
vermogen om rijsnelheid onder
controle te houden.
Ritgegevens opslaan: Druk op
"Opslaan" en selecteer vervol‐gens het soort rit uit de onder‐
staande lijst:
Woon-werk, vakantie, weekend,
rit, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Druk op "Reset". Bevestig of annuleer
met "Ja" of "Nee".
● Mijn favoriete ritten
Hier worden wijzigingen in uw rij‐ stijl weergegeven (wanneer de
ritgegevens zijn opgeslagen).
Het tabblad "Overzicht" bevat de volgende gegevens: Totale ritaf‐
stand, afgelegde afstand, datum
van informatie-update, gemid‐
delde score (max. 100).
Het tabblad "Details" toont de ge‐
registreerde ritgegevens.
● Eco-coaching
Hier worden adviezen voor
brandstofbesparing weergege‐
ven.
Blader door de pagina's en raak
vertrouwd met de adviezen.Luchtkwaliteit
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ionisator : Selecteer de modus
"Reinigen" om bacteriën en aller‐
genen uit de lucht te verwijderen, of selecteer de modus "Relax"
om de luchtkwaliteit van het inte‐
rieur te verbeteren door de emis‐
sie van ionen. De ionisator stopt
automatisch na 30 minuten.
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
Om de automatische regeling van ionisator in te schakelen,
drukt u op "Start ionisator" wan‐
neer u de auto start (keuzevakje
geselecteerd).
● Geurverspreider : Kies een an‐
dere geur en wijzig de intensiteit
ervan in het interieur.
● Buitenluchtkwaliteit : Er verschijnt
een diagram van de buitenlucht‐
kwaliteit gedurende een be‐
paalde periode, waarbij de kwali‐ teit wordt uitgedrukt als ô
Page 56 of 161
56RadioDraai aan de draaiknop om i
Verkeer te selecteren en in/uit te
schakelen door op de knop te druk‐
ken.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen vande cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
● Verkeersberichten worden niet automatisch uitgezonden wan‐
neer het langegolf- of midden‐
golf-frequentiebereik is geselec‐
teerd. Verander de audiobron of
het frequentiebereik in FM om te
verzekeren dat verkeersberich‐
ten automatisch worden uitge‐
zonden.Blokkeren van verkeersberichten
Een verkeersbericht bijv. tijdens het
afspelen van cd/mp3 blokkeren: Druk op de centrale draaiknop (of /).
Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar de verkeersinformatie blijft
ingeschakeld.Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv. naam van een nummer).
Houd SETUP / TEXT ingedrukt om
deze informatie te bekijken.
Druk op / of wacht 30 seconden om
weer naar het oorspronkelijke dis‐
playscherm te gaan.
NAVI 50 - RDS-functies
Configureren van RDS
Druk op Opties op het displayscherm.
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
● RDS (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
● TA (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● Regio /AF (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● Nieuws (Aan/Uit)
Zie hieronder.● AM (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
● Lijst bijwerken (Aan/Uit)
Raadpleeg (NAVI 50) "Autostore-
lijsten" 3 53.TA (verkeersberichten)
Indien TA is ingeschakeld:
● Verkeersberichten van bepaalde FM-radiozenders (en DAB-zen‐
ders, indien beschikbaar) worden
automatisch uitgezonden.
● Tijdens het verkeersbericht wordt
het afspelen van radio en andere
audiobronnen onderbroken.
Let op
Automatisch uitzenden van ver‐
keersberichten wordt uitgeschakeld
als het frequentiebereik is ingesteld
op AM .Regio/AF
Als de RDS-functie wordt geactiveerd
en Regio /AF wordt ingeschakeld:
Afhankelijk van het geografische ge‐
bied kan de frequentie van bepaalde
FM-zenders wijzigen.
Page 80 of 161
80NavigatieNavigatieAlgemene aanwijzingen...............80
Gebruik ........................................ 85
Invoer van de bestemming ........105
Begeleiding ................................ 114
Symbolenoverzicht ....................127Algemene aanwijzingen9Waarschuwing
Het navigatiesysteem is een hulp‐
middel voor uw navigatievermo‐
gen en komt niet daarvoor in de
plaats. Rijd voorzichtig en veilig en
let goed op.
Wanneer het navigatiesysteem te‐ gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.
Het navigatiesysteem zal u op be‐
trouwbare wijze naar uw gekozen be‐ stemming begeleiden zonder dat u
wegenkaarten nodig hebt.
Als de Verkeersinfo -service in uw
land of regio beschikbaar is, wordt de
huidige verkeerssituatie ook in de
routeberekeningen in acht genomen.
Het systeem ontvangt verkeersbe‐
richten in het huidige ontvangstge‐
bied.
Om de meest actuele realtime ver‐
keersinformatie te ontvangen, neemt
u een abonnement op de Live dien‐
sten via de TomTom™-website.
Let op
Alleen verkrijgbaar met
CD35 BT USB, NAVI, NAVI 80.
Werking van navigatiesysteem
De positie en beweging van de auto
worden door het navigatiesysteem
met behulp van sensors gedetec‐
teerd.
De afgelegde afstand wordt bepaald
door het signaal van de snelheidsme‐
ter van de auto en richtingveranderin‐ gen bij bochten worden door een gy‐
rosensor bepaald. De positie wordt
bepaald door gps-satellieten (Global
Positioning System).
Door deze sensorsignalen te vergelij‐
ken met de digitale kaarten van het
navigatiesysteem, is het mogelijk om
nauwkeurig de positie van de auto te
bepalen.
Wanneer de auto voor het eerst wordt gebruikt of na een tocht op een veer‐boot enz., zal het systeem zichzelf
kalibreren. Het is daarom normaal dat
het niet de exacte locatie aangeeft tot
de auto een bepaalde afstand heeft
afgelegd.
Page 100 of 161
100NavigatieCoördinaten: Selecteer een van de 3
opties voor lengte en breedte en se‐
lecteer vervolgens OK met behulp
van de tiptoets om naar de volgende
stap te gaan.Tips weergeven/verbergen
Wanneer het navigatiesysteem wordt
gebruikt, toont het systeem tips om de functies optimaal te kunnen gebrui‐
ken. Deze kunnen worden uitgescha‐
keld door Verberg tips te selecteren.
Om weer in te schakelen, selecteert u
Toon tips .Wijzig autosymbool
Verandert de stijl van het autosym‐
bool.2D-kaartinstellingen
De standaard kaartinstellingen tus‐ sen 2D en 3D wisselen.Kompas-voorkeuren
Wijzigt de oriëntatie van het kompas
op het kaartscherm.Statusbalk-voorkeuren
Voegt toe aan de lijst met opties die
op de statusbalk van de navigatie‐
kaart verschijnen.Voorkeuren naam
Voor het weergeven van straatnamen en huisnummers op de kaart.Gebruik dag/nachtkleuren
In de standaard automatische modus schakelt het systeem automatisch
tussen dag- en nachtmodus.
Wanneer de voorkeur wordt gegeven
aan de handmatige modus, kan de
automatische modus worden uitge‐
schakeld door Daglichtkleuren of
Nachtkleuren te selecteren.
Automatisch inschakelen kan op‐
nieuw worden geactiveerd met het
menu Wijzig helderheid .Wijzig kaartkleuren
Er kunnen ook nieuwe kleuren wor‐
den gedownload. Om een gedown‐
loade kleur te selecteren, selecteert u
een extra kleurenschema, vervolgens de gewenste kleur.Wijzig helderheid
Pas de helderheid van het scherm
aan de externe verlichtingsomstan‐
digheden aan.Stel klok in
Wanneer de klokken in de zomer of
de winter veranderen, of wanneer u naar het buitenland reist, moet de tijd van het systeem worden aangepast.Selecteer Stel klok in ; het systeem
biedt drie weergavemodi. Selecteer
de gewenste modus en vervolgens
OK met de schermtoets. Stel de klok
in en selecteer vervolgens OK.
Kloksynchronisatie: De synchronisa‐
tieoptie maakt het mogelijk de tijd
rechtstreeks in te stellen met behulp
van gps-informatie. Selecteer de op‐
tie Synchr. met de linker schermtoets
⌞.Opstart-voorkeuren
Wordt gebruikt om de opstartinstellin‐ gen van het systeem en ook de op‐
startpagina te veranderen door deze
aan te passen met een gekozen foto.Toon minder menu-opties
Biedt de mogelijkheid om het menu te
vereenvoudigen om het gebruik te
vergemakkelijken. Om alle opties op‐
nieuw te activeren, selecteert u dit
pictogram opnieuw.
Page 122 of 161
122Navigatie● satellietbeeld als achtergrondvan de kaart
● GPS-coördinatenToevoegen aan opgeslagen locaties
Selecteer deze optie om de huidige
positie als een opgeslagen bestem‐
ming toe te voegen aan de kaart. Ge‐
bruik het toetsenbord om een naam in te voeren of bevestig de voorgestelde
naam.
Ga voor bediening van het toet‐
senbord naar (NAVI 80)
" Toetsenborden op het display
bedienen " in het hoofdstuk " Gebruik"
3 85.
Help!
CD35 BT USB NAVI - Help!
Help mij! gebruiken om een hulp te
vinden en daarmee contact op te ne‐
men. De volgende opties kunnen
worden geselecteerd:
Alarm- en hulpnummers
Het menu Alarm- en hulpnummers
biedt verschillende servicecentra:
● Dichtstbijzijnd politiebureau ,
● Dichtstbijzijnde dokter ,●Dichtstbijzijnd ziekenhuis ,
● Dichtstbijzijnd openbaar vervoer ,
● Dichtstbijzijnde garage ,
● Dichtstbijzijnde tandarts ,
● Dichtstbijzijnde apotheek ,
● Dichtstbijzijnde dierenarts .
Bij het selecteren van een service‐
centrum verschijnen de locatie en het
telefoonnummer. Selecteer het servi‐ cecentrum als een bestemming door
op de schermtoets te drukken.Rijd naar hulp
Gebruik het systeem voor navigatie via het wegenstelsel naar:
● Dichtstbijzijnde garage
● Dichtstbijzijnd ziekenhuis
● Dichtstbijzijnde dokter
● Dichtstbijzijnd politiebureau
● Dichtstbijzijnde apotheek
● Dichtstbijzijnde tandartsWaar ben ik?
Het systeem toont uw huidige locatie
(adres) en geeft de gps-coördinaten
(lengte-/breedtegraad).NAVI 50 - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op Opties, gevolgd door
Waar ben ik? om nuttige informatie
over de huidige locatie te raadplegen of om naar nuttige plaatsen (NP) in de
buurt te zoeken.
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
7 te drukken, gevolgd door
s KAART .Waar ben ik?
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● huidige locatie (adres)
● lengtegraad
● breedtegraad
● hoogte
● Gps-status
Page 130 of 161
130StemherkenningAls de stemherkenning is geacti‐veerd, verschijnt het hoofdmenu
Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechterbo‐
venhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is ge‐
reed voor een gespro‐ ken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevens
Bediening navigatie
NAVI 50 Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie activeren
tijdens navigatie:
Druk op 5 op de knoppen op de stuur‐
kolom; 5 verschijnt in rechterbene‐
denhoek van het display samen met informatie over het audiosysteem.
Let op
Tijdens het gebruik van de stemher‐ kenningsfunctie wordt het afspelen
van de audiobron onderbroken.
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u
( NAVI 50) "Hulp" in het hoofdstuk "Al‐
gemene informatie" raadplegen
3 128.
NAVI 80
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de stuurkolom om het
hoofdmenu Stembediening te ope‐
nen.
Geef na het geluidssignaal het com‐ mando " Bestemming " om een nieuw
adres in te voeren. Geef het com‐
mando " Adres" en geef vervolgens
alle gegevens van het nieuwe adres
(huisnummer, straatnaam, plaats/
stad).Het door het systeem herkende adres wordt weergegeven. Bevestig de be‐
stemming wanneer daar om wordt ge‐ vraagd om de begeleiding te starten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐ naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste
bestemming kunt selecteren.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Invoer van de bestem‐
ming" in het hoofdstuk "Navigatie"
3 105.
Telefoonregeling
CD35 BT USB Spraaklabels maken
Naast namen en nummers kunnen
spraaklabels worden gemaakt wan‐
neer nieuwe contacten aan het auto‐
telefoonboek worden toegevoegd.
Raadpleeg "Bediening" in het hoofd‐
stuk "Telefoon" 3 143.
Page 137 of 161
Telefoon137Handmatige verbindingR15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op TEL en selecteert u
het menu Selecteer apparaat . De ap‐
paratenlijst toont de telefoons die al
gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door op OK te druk‐
ken. Een displaybericht bevestigt de telefoonverbinding.
CD35 BT USB - Handmatige
verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op SETUP / TEXT en
selecteert u Bluetooth-verbinding (of
drukt u op TEL als er geen apparaat
verbonden is). De apparatenlijst toont de telefoons die al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door de centrale
draaiknop te draaien en in te drukken.
Een displaybericht bevestigt de tele‐
foonverbinding.NAVI 50 - Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op 7, gevolgd door
ÿ INSTELLINGEN en dan Bluetooth
op het displayscherm (of selecteer
Telefoon op de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . De appara‐
tenlijst toont de telefoons die al ge‐
koppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door op OK te druk‐
ken. Afhankelijk van de versie ver‐
schijnt J naast de geselecteerde te‐
lefoon om de verbinding aan te ge‐
ven.
NAVI 80 - Handmatige verbinding
Om vanuit de startpagina de telefoon
te wijzigen die met het handsfree-te‐
lefoonsysteem is verbonden, drukt u
op MENU , gevolgd door Telefoon en
Instellingen op het displayscherm.
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn. Kies
de gewenste telefoon uit de lijst.Telefoon ontkoppelen
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de telefoon van het handsfree-telefoonsysteem ont‐
koppeld.
Als tijdens het ontkoppelen een ge‐
sprek reeds aan de gang is, wordt de
conversatie automatisch naar de mo‐ biele telefoon geschakeld.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐
foon van het Infotainmentsysteem
drukt u op TEL (of SETUP ) en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding . Selec‐
teer het gewenste apparaat uit de ap‐ paratenlijst en selecteer vervolgens
Apparaat loskoppelen door aan OK te
draaien en deze in te drukken. Een
displaybericht bevestigt het ontkop‐
pelen van de telefoon.
Page 157 of 161
157Bestemming.................................. 85
Bestemming selecteren ..............105
Beveiligingscode........................... 24
Bluetooth .................................... 133
Bluetooth-apparaat zoeken ........138
Bluetooth-apparatenlijst ..............138
Bluetooth-functie activeren .........138
Bluetooth-functie deactiveren .....138
Bluetooth-muziek ..........................70
Bluetooth-verbinding ............70, 138
Boordcomputer ............................. 25
Breedte- en lengtegraad .............105
Buitenluchtkwaliteit .......................25
C CD-display .................................... 60
CD-speler ............................... 59, 60
CD-speler gebruiken..................... 60
Cd-tekst ........................................ 60
CD-weergave................................ 60
Contacten toevoegen aan telefoonboek ........................... 143
Contourfunctie .............................. 39
Coördinaten .......................... 85, 105
D DAB .............................................. 57
Deel van de route vermijden ......114
Diavoorstelling .............................. 85
Digital Audio Broadcasting ...........57
Displayinformatie ..........................60Displayscherm gebruiken .............25
Displayweergave ..........................85
Draagbare cd-spelers ...................63
Driving Eco2 ................................. 25
E Eco-coaching ................................ 25
Een album selecteren ...................60
Een cd verwijderen .......................60
Een mobiele telefoon koppelen ..138
Een mobiele telefoon ontkoppelen ............................ 138
Een nummer selecteren ...............60
Een opgeslagen zender oproepen 50
Een telefoonnummer bellen .......143
Extern apparaat goedkeuren ......138
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...43
Fader ............................................ 39
Favoriete bestemmingen ............105
Favoriete bestemming opslaan ..105
Favoriete bestemming toevoegen ............................... 105
Favoriete bestemming verwijderen .............................. 105
Favorieten..................................... 25 Media ........................................ 25
Navigatie ................................... 25
Services .................................... 25
Telefoon .................................... 25Films afspelen.............................. 78
Flitscamera's ................................ 85
Flitslocatie melden ......................114
FM-lijst bijwerken ..........................53
Foto's ............................................ 78
Frequentiebereik selecteren .........48
Functies tijdens een telefoongesprek ......................143
G Gebruik ................. 25, 48, 60, 63, 85
Gebruik AUX-ingang..................... 63
Gebruik van deze handleiding ........4
Geluidsinstellingen .......................39
Geluidsonderdrukking ............25, 60
Geluidsoptimalisatie .....................39
Gesprek in wachtstand ...............143
Gesprekkenlijsten .......................143
Geurverspreider............................ 25
Gps (Global Positioning System).. 80
H Handmatig een nummer invoeren .................................. 143
Handmatige telefoonverbinding ..136
Handmatige zenderopslag ...........53
Handmatig zender zoeken ...........50
Handsfree-telefoonsysteem .......143
HD Traffic ..................................... 85
Help! ................................... 114, 128
Het weer ....................................... 85
Page 158 of 161
158I
Id3-tags......................................... 60
In-/uitschakelen ............................ 25
Infotainmentsysteem In-/uitschakelen ......................... 25
Infotainmentsysteem gebruiken ...25
I Nieuwsberichten .........................55
Inkomende oproepen .................143
Instellingen ................................... 25
Instellingen achteruitrijcamera ......25
Instructies voor telefooninstallatie ....................153
Invoer van de bestemming ........105
Ionisator ........................................ 25
iPod ........................................ 66, 67
I-Traffic service ............................. 55
K Kaarten ......................................... 80
Kaartscherm ................................. 85
Klok................................... 25, 43, 85
Kompas ........................................ 85
L Landinformatie ....................114, 143
Live-services................................. 85
Lokale zoekfunctie ......................105
Loudness ...................................... 39
Lijst FM-zenders ........................... 53M
Mailbox ....................................... 143
Menuscherm ................................. 85
Menu Telefoon............................ 143
Miniaturen ..................................... 78
MIX ............................................... 60
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................153
Motor op afstand starten ..............25
Mp3-bestanden............................. 66
Mp3-cd's ....................................... 59
Mp3-speler.................................... 67
Mp3-spelers .................................. 66
Multimedia .................................... 78
Multimedia-instellingen .................43
Muziek afspelen via Bluetooth ......70
Muzikale sfeer .............................. 39
My TomTom LIVE......................... 85
N Naam radiozender zoeken ...........50
Naam van radiozender zoeken ....50
Navigatieservices .........................25
Navigatiesysteem Account aanmaken ...................80
Gps (Global Positioning
System) ..................................... 80
Kaarten...................................... 80
Navigatiesysteem registreren.... 80
SD Card .................................... 80Software installeren................... 80
Software-installatie ....................80
TomTom HOME™ ....................80
TOMTOM HOME™ account
aanmaken ................................. 80
USB-geheugenstick ..................80
Verkeersinformatie ....................80
Navigatiesysteem activeren.......... 85
Navigatiesysteem instellen ...........85
Navigatievolume ........................... 85
Navigatiewaarschuwingen ............85
Nieuws .......................................... 55
Noodoproep ................................ 143
NP-categorieën........................... 105
Nuttige plaatsen ...................25, 105
Nuttige plaatsen (NP) .................105
O Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 67
Opgeslagen locaties ...................105
Opgeslagen zenders ....................50
Oproep automatisch in de wacht 143
Opslaan ........................................ 25
Overzicht bedieningselementen .....7
P
Parkeerhulp .................................. 25
Pauze ........................................... 60
PTY (programmatype) ..................55