display OPEL VIVARO B 2018 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2018Pages: 141, PDF Size: 2.11 MB
Page 70 of 141

70USB-poort●Bluetooth-verbinding : Raad‐
pleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Muziek afspelen via Bluetooth"
3  71.
● SD Card
● CD-speler : Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Gebruik cd-
speler"  3 61.
Wanneer USB-modus is geselec‐
teerd, verschijnen de volgende opties
op het display:
● t of  v: Naar vorig/volgend
nummer.
● =: Nummer pauzeren.
● Schuifbalk voor verstreken tijd: Door nummers bladeren.
● Nieuwe selectie : Een ander
nummer van de aangesloten audiobron kiezen.
● Huidige afspeellijst : Ga naar de
huidige afspeellijst.
● r: Terug naar vorige scherm.
● <: Pop-upmenu openen, om de
audiobron te wijzigen of om naar
de instellingen van de nummers
te gaan (bijv. willekeurige volg‐
orde of herhalen aan-/uitschake‐len, gegevens huidig nummer
tonen en toegang tot geluidsin‐ stellingen).
Van USB-ingang loskoppelen
Het afspelen stopt onmiddellijk
wanneer het audioapparaat uit de
USB-aansluiting wordt verwijderd. 
Page 72 of 141

72Streaming audio via Bluetooth●Afhankelijk van de audiobron kan
het nodig zijn om dat apparaat op
"zichtbaar" in te stellen (zie de
bedieningsinstructies van het
audio-apparaat).
● De audiobron moet met het info‐ tainmentsysteem gekoppeld en
verbonden zijn.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Muziek afspelen via Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand
gebracht zijn tussen het audio-appa‐
raat en het infotainmentsysteem via
Bluetooth, d.w.z. het apparaat moet
aan de auto gekoppeld zijn voordat het wordt gebruikt.
Raadpleeg "Bluetooth-verbinding" in
het hoofdstuk "Telefoon"  3 123.
● Er kunnen maximaal vijf audio‐ apparaten worden gekoppeld en
in de apparatenlijst worden opge‐ slagen, maar er kan er maar één
tegelijkertijd verbonden zijn.● Als het apparaat zowel audiospe‐
ler- als telefoonfuncties heeft,
worden beide functies gekop‐
peld. Mobiele telefoon koppelen
3  120.
● De telefoonfuncties blijven werken terwijl de audiospeler in
gebruik is en audio-afspelen
wordt tijdens het gebruik van de
telefoon buiten werking gesteld.
Extra audio-apparaat aan
infotainmentsysteem koppelen
Koppel het audioapparaat door op
TEL  te drukken en selecteer
Apparaat koppelen  door aan OK te
draaien en deze in te drukken. Het scherm  Gereed voor koppelen
verschijnt.
Zoek daarna op het audioapparaat naar Bluetooth-apparaten in de buurt
van het apparaat.
Selecteer  My Radio (d.w.z. de naam
van het systeem) uit de lijst op het
audioapparaat en voer, indien van
toepassing, via het toetsenbord van
het audioapparaat de koppelings‐code in die op het displayscherm van
het Infotainmentsysteem staat weer‐
gegeven.
Let op
Als het audioapparaat geen scherm
heeft, voer dan de standaard koppe‐ lingscode op het apparaat en daarna op het Infotainmentsysteem in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor deze standaard koppelings‐
code van het audioapparaat,
meestal  0000. Afhankelijk van het
apparaat moet de koppelingscode
wellicht in omgekeerde volgorde
worden ingevoerd, d.w.z. eerst op
het Infotainmentsysteem.
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu
en verschijnt er een dienovereenkom‐
stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bevestigingsbericht,
gevolgd door de naam van het gekop‐
pelde audio-apparaat, op het display‐ scherm van het Infotainmentsysteem
getoond. 
Page 73 of 141

Streaming audio via Bluetooth73Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt de batterij van het
audio-apparaat sneller ontladen
wanneer het audio-apparaat via het
infotainment-systeem wordt
bediend.
Audio-apparaat aansluiten
Na afloop van de koppelingsproce‐
dure worden audioapparaten auto‐
matisch op het Infotainmentsysteem
aangesloten.
Om een audioapparaat aan te sluiten
nadat het gekoppeld is, of om een ander gekoppeld audioapparaat aan
te sluiten dan het huidige, drukt u op
TEL  en selecteert u het menu
Selecteer apparaat . De apparatenlijst
toont de audio-apparaten die al
gekoppeld zijn.
Selecteer het gewenste apparaat uit
de lijst en bevestig door op  OK te
drukken. Een displaybericht bevestigt
de aansluiting.
Audio-apparaat ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een audio‐
apparaat van het Infotainmentsys‐
teem drukt u op  TEL (of SETUP ) enselecteert u  Bluetooth-verbinding .
Selecteer het gewenste apparaat uit
de apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens  Apparaat loskoppelen  door aan
OK  te draaien en deze in te drukken.
Een displaybericht bevestigt de
ontkoppeling.
Als het audio-apparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audio-apparaat
wordt uitgeschakeld, wordt het appa‐
raat ook van het infotainmentsysteem ontkoppeld.
Extra audio-apparaat van
infotainmentsysteem ontkoppelen
Wanneer de lijst met gekoppelde
audio-apparaten vol is, kan een
nieuw apparaat alleen gekoppeld
worden wanneer een bestaand appa‐ raat wordt ontkoppeld.
Om te ontkoppelen,  d.w.z. een audio‐
apparaat uit het systeemgeheugen te verwijderen, drukt u op  TEL en selec‐
teert u  Apparaat verwijderen . Selec‐
teer het gewenste audioapparaat uit
de lijst en druk op  OK om het verwij‐
deren te bevestigen wanneer daarom wordt gevraagd.Bediening via infotainmentsysteem
Bij draadloze koppeling en verbinding
begint het afspelen van de audio
automatisch.
Het audio-apparaat kan dan via de
functietoetsen van het infotainment‐ systeem, draaiknoppen en display‐menu's worden bediend.
Het bereik aan toegankelijke functies
die via het infotainmentsysteem
kunnen worden bediend, hangt van
het type audiospeler af.
De bediening van het audio-apparaat, wanneer dit draadloos is verbonden,
is gelijk aan de bediening voor de cd- speler  3 61.
NAVI 50 IntelliLink - Muziek
afspelen via Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand
gebracht zijn tussen het audio-appa‐
raat en het infotainmentsysteem via
Bluetooth, d.w.z. het apparaat moet
aan de auto gekoppeld zijn voordat het wordt gebruikt. 
Page 74 of 141

74Streaming audio via BluetoothRaadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Bluetooth-verbinding" in het hoofd‐
stuk "Telefoon"  3 123.
● Er kunnen maximaal vijf audio‐ apparaten worden gekoppeld en
opgeslagen in de apparatenlijst,
maar er kan er maar één tegelij‐
kertijd verbonden zijn (afhanke‐
lijk van de versie kunnen er maxi‐ maal acht audioapparaten
gekoppeld zijn).
● Als het apparaat zowel audiospe‐
ler- als telefoonfuncties heeft,
worden beide functies gekop‐
peld. Mobiele telefoon koppelen
3  120.
● De telefoonfuncties blijven werken terwijl de audiospeler in
gebruik is en audio-afspelen
wordt tijdens het gebruik van de
telefoon buiten werking gesteld.
Extra audio-apparaat aan
infotainmentsysteem koppelen
Om het audioapparaat te koppelen,
raakt u  7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .Selecteer Bluetooth, gevolgd door
Bluetooth-apparaat zoeken  of Extern
apparaat goedkeuren .
Zoek op het audioapparaat naar
Bluetooth-apparatuur in de buurt van
het apparaat.
Selecteer de naam van het Infotain‐
mentsysteem (bijv.  MEDIA-NAV) uit
de lijst op het audioapparaat en voer
dan (zo nodig) op het toetsenblok van het audioapparaat de koppelings‐
code in die op het displayscherm van
het Infotainmentsysteem staat weer‐
gegeven.
De standaard koppelingscode is
0000 . Selecteer  Wachtwoord
wijzigen  om deze koppelingscode te
wijzigen voordat de koppelingsproce‐ dure wordt gestart.
Let op
Als het audioapparaat geen scherm heeft, voer dan de standaard koppe‐
lingscode op het apparaat en daarna op het Infotainmentsysteem in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor deze standaard koppelings‐
code van het audioapparaat,
meestal  0000. Afhankelijk van het
apparaat moet de koppelingscodewellicht in omgekeerde volgorde
worden ingevoerd, d.w.z. eerst op
het Infotainmentsysteem.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt de batterij van het
audio-apparaat sneller ontladen
wanneer het audio-apparaat via het
infotainment-systeem wordt
bediend.
Audio-apparaat aansluiten
Na afloop van de koppelingsproce‐
dure worden audioapparaten auto‐
matisch op het Infotainmentsysteem
aangesloten.
Om het verbonden audioapparaat te
wijzigen, raakt u  7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer vervolgens  Bluetooth en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken . De
apparatenlijst toont de audio-appara‐ ten die al gekoppeld zijn.
Selecteer het gewenste audio-appa‐
raat uit de lijst en bevestig door  OK
aan te raken. 
Page 75 of 141

Streaming audio via Bluetooth75Audio-apparaat ontkoppelen
Als het audioapparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audioapparaat
wordt uitgeschakeld, wordt het appa‐
raat van het Infotainmentsysteem
ontkoppeld.
Extra audio-apparaat van
infotainmentsysteem ontkoppelen
Wanneer de lijst met gekoppelde
audio-apparaten vol is, kan een
nieuw apparaat alleen gekoppeld
worden wanneer een bestaand appa‐
raat wordt ontkoppeld.
Om te ontkoppelen, d.w.z. een audio-
apparaat uit het geheugen van het
systeem te verwijderen, raakt u  7
aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer  Bluetooth en Bluetooth-
apparatenlijst bekijken .
Selecteer het gewenste audio-appa‐ raat uit de lijst en raak  ë aan om het
apparaat te verwijderen. Verwijder zo
nodig alle apparaten door  Opties te
selecteren, gevolgd door  Alles
verwijderen . Bevestig met  OK.Bediening via infotainmentsysteem
Bij draadloze koppeling en verbinding begint het afspelen van de audio
automatisch.
Het audioapparaat kan dan worden bediend via de displayopties van het
Infotainmentsysteem.
Het bereik aan toegankelijke functies
die via het infotainmentsysteem
kunnen worden bediend, hangt van
het type audiospeler af.
De bediening van het audioapparaat, wanneer dit draadloos is verbonden,
is gelijk aan de bediening voor het
afspelen van opgeslagen audiobe‐
standen via de USB-aansluiting. Raadpleeg NAVI 50 IntelliLink
"Muziek afspelen via USB-aanslui‐
ting" in het hoofdstuk "USB-poort"
3  68.
NAVI 80 IntelliLink - Muziek
afspelen via Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Een verbinding moet tot stand
gebracht zijn tussen het audio-appa‐
raat en het infotainmentsysteem viaBluetooth, d.w.z. het apparaat moet
aan de auto gekoppeld zijn voordat het wordt gebruikt.
● Er is maximumaantal audioappa‐
raten dat gekoppeld en opgesla‐
gen kan worden in de apparaten‐
lijst, maar er kan er maar één
tegelijkertijd verbonden zijn.
● Als het apparaat zowel audiospe‐
ler- als telefoonfuncties heeft,
worden beide functies gekop‐
peld. Mobiele telefoon koppelen
3  120.
● De telefoonfuncties blijven werken terwijl de audiospeler in
gebruik is en audio-afspelen
wordt tijdens het gebruik van de
telefoon buiten werking gesteld.
Extra audio-apparaat aan
infotainmentsysteem koppelen
Raak op de startpagina  MENU
daarna  Multimedia  aan, gevolgd door
Instellingen .
Selecteer  Media om naar het menu
Media-instellingen te gaan en selec‐
teer vervolgens de optie "Bluetooth-
apparaten beheren"/"Bluetooth-
verbinding configureren". 
Page 76 of 141

76Streaming audio via BluetoothDe koppelingsprocedure is vergelijk‐baar met die van het koppelen van
een mobiele telefoon. Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Bluetooth-
verbinding" in het hoofdstuk "Tele‐
foon"  3 123.
Audio-apparaat aansluiten
Na afloop van de koppelingsproce‐
dure worden audioapparaten auto‐
matisch op het Infotainmentsysteem
aangesloten.
U kunt de audiobron op elk moment wijzigen in de Bluetooth-modus om
bestanden van een aangesloten
Bluetooth-apparaat af te spelen.
Selecteer op de startpagina  MENU
daarna  Multimedia , gevolgd door
Media .
Raak afhankelijk van de versie  < aan
(om een pop-upmenu te openen).
Selecteer  Bluetooth/Bluetooth-
verbinding  om de audiobron in Blue‐
tooth te wijzigen.Audio-apparaat ontkoppelen
Als het audioapparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audioapparaat
wordt uitgeschakeld, wordt het appa‐
raat van het Infotainmentsysteem
ontkoppeld.
Extra audio-apparaat van
infotainmentsysteem ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. dat een
apparaat uit het systeemgeheugen
wordt verwijderd:
Raak op de startpagina  MENU
daarna  Multimedia  aan, gevolgd door
Instellingen .
Selecteer  Media om naar het menu
Media-instellingen te gaan en selec‐ teer vervolgens de optie "Bluetooth-
apparaten beheren"/"Bluetooth-
verbinding configureren".
Druk op  < om een pop-upmenu te
openen. U hebt de volgende opties:
● Bluetooth uitschakelen : Selec‐
teer deze optie om de Bluetooth-
functie op het Infotainmentsys‐
teem te deactiveren.
● TomTom op zichtbaar zetten :
Selecteer deze optie om het Info‐ tainmentsysteem voor andereBluetooth-apparaten "zichtbaar"
te maken, zodat ze aan het
systeem kunnen worden gekop‐
peld.
● Alle apparaten loskoppelen :
Selecteer deze optie om alle
momenteel aangesloten appara‐
ten los te koppelen van het Info‐
tainmentsysteem zonder ze te
verwijderen/ontkoppelen.
● Appara(a)t(en) verwijderen :
Selecteer deze optie om een apparaat van het Infotainment‐
systeem te ontkoppelen.
De ontkoppelingsprocedure is verge‐
lijkbaar met die van het ontkoppelen
van een mobiele telefoon. Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Bluetooth-
verbinding" in het hoofdstuk "Tele‐
foon"  3 123.
Bediening via infotainmentsysteem
Als de draadloze koppeling en verbin‐ ding tot stand is gebracht, kan de
audio automatisch beginnen af te
spelen.
Het audioapparaat kan dan worden
bediend via de displayopties van het
Infotainmentsysteem. 
Page 78 of 141

78Externe apparatenExterne apparatenAfbeeldingen weergeven.............78
Films afspelen .............................. 78
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 79Afbeeldingen weergeven
NAVI 80 IntelliLink - Afbeeldingen
weergeven
Om vanuit de startpagina naar
"Afbeeldingen" te gaan, raakt u
MENU  aan, gevolgd door
Multimedia  en Afbeeldingen .
Let op
Afspelen is alleen mogelijk wanneer de auto stilstaat.
Selecteer het aangesloten bronappa‐
raat (bijv. SD-kaart of USB) om naar
afzonderlijke foto's te gaan of een
diavoorstelling van alle compatibele
foto's op het apparaat te tonen.
Het display beschikt over de
volgende opties:
● N of  O: Ga naar vorige/volgende
foto.
● Miniaturen : Omschakelen tussen
volledig scherm en geminimali‐
seerde weergave.● Nieuwe selectie : Kies een andere
foto van het aangesloten bronap‐ paraat.
● <: Open het pop-upmenu om het
bronapparaat te wijzigen of naar
de foto-instellingen te gaan.
Tijdens de weergave van een
foto/diavoorstelling kunt u met
het pop-upmenu ook het zoom‐
niveau instellen en alle foto's in
miniatuurformaat bekijken.
Foto-instellingen: raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Systeeminstel‐
lingen"  3 44.
Films afspelen
NAVI 80 IntelliLink - Video's
afspelen
Om vanuit de startpagina naar het
menu "Video's" te gaan, raakt u
MENU  aan, gevolgd door
Multimedia  en Video .
Let op
Afspelen is alleen mogelijk wanneer
de auto stilstaat. 
Page 79 of 141

Externe apparaten79Selecteer het aangesloten bronappa‐
raat (bijv. SD-kaart of USB) om naar
afzonderlijke of naar alle compatibele video's op het apparaat te gaan.
Het display beschikt over de
volgende opties:
● t of  v: Ga naar vorige/
volgende video.
● =: Video pauzeren.
● Schuifbalk voor verstreken tijd: Door video's bladeren.
● Nieuwe selectie : Kies een andere
foto van het aangesloten bronap‐
paraat.
● Volledig scherm : Omschakelen
naar weergave op volledig
scherm.
● r: Terug naar vorige scherm.
● <: Open het pop-upmenu om het
bronapparaat te wijzigen of naar
de video-instellingen te gaan.
Tijdens het afspelen van een
video kunt u met het pop-upmenu ook terugkeren naar de lijst met
video's.Video-instellingen: raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Systeeminstel‐
lingen"  3 44.
Smartphone-applicaties
gebruiken
NAVI 80 IntelliLink -
Telefoonweergave
De telefoonweergave-applicatie
Android ™ Auto geeft geselecteerde
apps van uw smartphone weer op het displayscherm. U kunt deze bedienen met de bedieningsorganen van het
Infotainmentsysteem.
Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
De smartphone voorbereiden
Download de Android Auto-app naar
uw smartphone vanaf de Google
Play™ Store.Telefoonweergave activeren
1. Sluit de smartphone aan op de USB-poort  3 67.
2. Accepteer het verzoek op het displayscherm.
3. Raak  û op het displayscherm en
accepteer de bepalingen inzake
vertrouwelijkheid. Kijk bij het
eerste gebruik of er op uw mobiele
apparaat systeemverzoeken om
door te gaan verschijnen.
4. Raak  û nogmaals aan.
U kunt nu telefoonweergave gebrui‐
ken.
Telefoonweergave gebruiken ● Raak  û op het displayscherm
aan om naar het Android Auto-
menu van de verbonden smart‐
phone te gaan.
● Houd  5 op het stuurwiel of de
knoppen op de stuurkolom in om naar spraakbediening te gaan.
Let op
Tijdens het gebruik van navigatie-
en muziekapplicaties via Android
Auto worden soortgelijke applicaties in NAVI 80 IntelliLink vervangen. 
Page 82 of 141

82NavigatieNadat u de bestemming of nuttigeplaats (eerstvolgend tankstation,
hotel enz.) hebt ingevoerd, wordt de
route vanaf uw huidige positie naar de
gekozen bestemming berekend.
Routebegeleiding wordt geleverd via
stembegeleiding en het display‐
scherm.9 Waarschuwing
Gebieden zoals eenrichtingsstra‐
ten en voetgangerszones zijn niet
op de kaart van het navigatiesys‐
teem aangegeven. In dergelijke
gebieden kan het systeem een
waarschuwing geven die geac‐
cepteerd moet worden. Let
daarom in het bijzonder op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Let op
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem kan de radio-ontvangst tijdens
stembegeleiding en vóór elke rich‐
tingsverandering worden onderbro‐
ken.
USB-geheugenstick
(NAVI 50 IntelliLink)
Het navigatiesysteem heeft een USB- geheugenstick nodig die, onder meer,
een digitale kaart van de steden en
wegen in uw land bevat.
Let op
Gebruik een USB-geheugenstick,
geformatteerd in FAT32-formaat,
met minimaal 4 GB en maximaal
32 GB opslagcapaciteit.
Na het afleggen van de eerste 100 km kunt u binnen een periode van 90
dagen op gratis digitale kaartupdates
controleren.
Let op
Gebruik alleen een compatibele
USB-geheugenstick om het naviga‐
tiesysteem te gebruiken en bij te
werken, dit om eventuele technische problemen te voorkomen. Plaats de
USB-geheugenstick niet in een
ander apparaat (zoals een digitale
camera of mobiele telefoon) of in
een ander voertuig.Software-installatie
Om de digitale kaarten bij te werken
en van de exclusieve downloaddien‐
sten te profiteren, moet u op de
website opel.naviextras.com een account aanmaken en de gratis soft‐
ware installeren.Account aanmaken
Maak uw internetaccount aan via de
opel.naviextras.com-website. Selec‐
teer bijv. de optie "Registreren" op de webpagina en voer de betreffende
gegevens in.Software installeren
Installeer de software op uw compu‐
ter door deze van
opel.naviextras.com te downloaden.
Volg de instructies op het scherm om
de software te installeren en start de
online toepassing.Navigatiesysteem registreren
U moet het navigatiesysteem regi‐
streren met uw nieuwe internetac‐
count. 
Page 85 of 141

Navigatie85Navigatiesysteem activerenInschakelen
Het navigatiesysteem schakelt auto‐
matisch in wanneer het contact wordt
ingeschakeld. In andere gevallen
drukt u op  X.
Bij uitgeschakeld contact kan het
navigatiesysteem gedurende maxi‐
maal 20 minuten worden gebruikt.
Druk op  X om het navigatiesysteem
weer in te schakelen. Het systeem
wordt maximaal 20 minuten na de
laatste invoer van de gebruiker auto‐ matisch uitgeschakeld.
Uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
navigatiesysteem automatisch uitge‐
schakeld wanneer het bestuurders‐
portier wordt geopend.
Bij ingeschakeld contact drukt u op
X  om het navigatiesysteem uit te
schakelen.Menu's voor wisselen tussen
navigatiesysteem en
infotainmentsysteemNAVI 50 IntelliLink
Raak bij actief navigatiesysteem  7
aan of raak  q/r  aan en houd deze
ingedrukt om terug te gaan naar de
startpagina Infotainmentsysteem.NAVI 80 IntelliLink
Raak bij actief navigatiesysteem  r
aan (één of meerdere keren) om
terug te gaan naar de startpagina
Infotainmentsysteem.
Displayweergave
NAVI 50 IntelliLink (Type A) -
Informatie op het display
Menuscherm
Om naar het scherm Navigatiemenu
te gaan, raakt u  7 aan, gevolgd door
y NAVI .
Het menuscherm Navigatie bevat de
volgende menu's en submenu's:
● Bestemming
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Invoer van de bestemming"
3  98.
● Adres
● Speciale bestemmingen
● Geschiedenis
● Favorieten
● Zoeken op de kaart
● Coördinaten
● Route
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Route-informatie" en "Route