phone OPEL VIVARO B 2018 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2018Pages: 141, PDF Size: 2.11 MB
Page 45 of 141
Inleiding45De volgende instellingensubmenu's
verschijnen onderaan het scherm:
● Audio :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Geluidsinstellingen" 3 41 en
"Volume-instellingen" 3 43.
● Display : Zie hieronder.
● Bluetooth : Zie hieronder.
● Systeem : Zie hieronder.Beeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
● Helderheid (Laag/Normaal/
Hoog)
● Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
● Auto : De dag- en nachtmo‐
dus schakelen automatisch
om.
● Dag : Het kaartscherm wordt
altijd met heldere kleuren
weergegeven.
● Nacht : Het kaartscherm
wordt altijd met donkere kleu‐
ren weergegeven.
● Achtergrond (Donker/Licht)
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Schakelen tussen een
donkere en lichte weergavemo‐
dus (beschikbaar afhankelijk van
de auto).Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren●Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐ mentsysteem te koppelen)
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie.
Voor hulp met activeren en
bedienen van stembediening
kunt u "Stemherkenning" raad‐ plegen 3 114.
Raadpleeg voor meer informatie over
Bluetooth-instellingen
(NAVI 50 IntelliLink) "Streaming
audio via Bluetooth" 3 71 en "Blue‐
tooth-verbinding" in het hoofdstuk
"Telefoon" 3 123.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
● Taal
Wijzig de displaytaal en de taal
van de gesproken aanwijzingen
voor het navigatiesysteem. Druk
op OK om de keuze te bevesti‐
gen.
Page 67 of 141
USB-poort67USB-poortAlgemene aanwijzingen...............67
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ....................................... 68Algemene aanwijzingen
Afhankelijk van de versie bevindt zich
in het Infotainmentsysteem (of op het instrumentenpaneel) een USB-
aansluiting M waarmee externe audi‐
obronnen kunnen worden aangeslo‐
ten.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-opslagstation, iPod of
smartphone aansluiten.
Deze apparaten worden bediend via
de bedieningselementen en menu's
van het infotainmentsysteem.
OpmerkingenMp3-speler en USB-opslagapparaten ● De aangesloten mp3-speler en USB-opslagapparaten moeten
aan de USB MSC-specificatie
voldoen (USB Mass Storage
Class).
● Alleen mp3-spelers en USB- opslagapparaten met een sector‐omvang van 512 bytes en een
clusteromvang die kleiner dan of
gelijk is aan 32 kB in het FAT32-
bestandssysteem, worden
ondersteund.
● Vaste-schijfstations (HDD) worden niet ondersteund.
● De volgende beperkingen gelden
voor de gegevens die opgesla‐
gen zijn op een mp3-speler of
een USB-opslagapparaat:
Alleen mp3-, wma- en (afhanke‐
lijk van het Infotainmentsysteem) acc-bestanden kunnen wordengelezen. Wav-bestanden en alle
Page 78 of 141
78Externe apparatenExterne apparatenAfbeeldingen weergeven.............78
Films afspelen .............................. 78
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 79Afbeeldingen weergeven
NAVI 80 IntelliLink - Afbeeldingen
weergeven
Om vanuit de startpagina naar
"Afbeeldingen" te gaan, raakt u
MENU aan, gevolgd door
Multimedia en Afbeeldingen .
Let op
Afspelen is alleen mogelijk wanneer de auto stilstaat.
Selecteer het aangesloten bronappa‐
raat (bijv. SD-kaart of USB) om naar
afzonderlijke foto's te gaan of een
diavoorstelling van alle compatibele
foto's op het apparaat te tonen.
Het display beschikt over de
volgende opties:
● N of O: Ga naar vorige/volgende
foto.
● Miniaturen : Omschakelen tussen
volledig scherm en geminimali‐
seerde weergave.● Nieuwe selectie : Kies een andere
foto van het aangesloten bronap‐ paraat.
● <: Open het pop-upmenu om het
bronapparaat te wijzigen of naar
de foto-instellingen te gaan.
Tijdens de weergave van een
foto/diavoorstelling kunt u met
het pop-upmenu ook het zoom‐
niveau instellen en alle foto's in
miniatuurformaat bekijken.
Foto-instellingen: raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Systeeminstel‐
lingen" 3 44.
Films afspelen
NAVI 80 IntelliLink - Video's
afspelen
Om vanuit de startpagina naar het
menu "Video's" te gaan, raakt u
MENU aan, gevolgd door
Multimedia en Video .
Let op
Afspelen is alleen mogelijk wanneer
de auto stilstaat.
Page 79 of 141
Externe apparaten79Selecteer het aangesloten bronappa‐
raat (bijv. SD-kaart of USB) om naar
afzonderlijke of naar alle compatibele video's op het apparaat te gaan.
Het display beschikt over de
volgende opties:
● t of v: Ga naar vorige/
volgende video.
● =: Video pauzeren.
● Schuifbalk voor verstreken tijd: Door video's bladeren.
● Nieuwe selectie : Kies een andere
foto van het aangesloten bronap‐
paraat.
● Volledig scherm : Omschakelen
naar weergave op volledig
scherm.
● r: Terug naar vorige scherm.
● <: Open het pop-upmenu om het
bronapparaat te wijzigen of naar
de video-instellingen te gaan.
Tijdens het afspelen van een
video kunt u met het pop-upmenu ook terugkeren naar de lijst met
video's.Video-instellingen: raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Systeeminstel‐
lingen" 3 44.
Smartphone-applicaties
gebruiken
NAVI 80 IntelliLink -
Telefoonweergave
De telefoonweergave-applicatie
Android ™ Auto geeft geselecteerde
apps van uw smartphone weer op het displayscherm. U kunt deze bedienen met de bedieningsorganen van het
Infotainmentsysteem.
Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
De smartphone voorbereiden
Download de Android Auto-app naar
uw smartphone vanaf de Google
Play™ Store.Telefoonweergave activeren
1. Sluit de smartphone aan op de USB-poort 3 67.
2. Accepteer het verzoek op het displayscherm.
3. Raak û op het displayscherm en
accepteer de bepalingen inzake
vertrouwelijkheid. Kijk bij het
eerste gebruik of er op uw mobiele
apparaat systeemverzoeken om
door te gaan verschijnen.
4. Raak û nogmaals aan.
U kunt nu telefoonweergave gebrui‐
ken.
Telefoonweergave gebruiken ● Raak û op het displayscherm
aan om naar het Android Auto-
menu van de verbonden smart‐
phone te gaan.
● Houd 5 op het stuurwiel of de
knoppen op de stuurkolom in om naar spraakbediening te gaan.
Let op
Tijdens het gebruik van navigatie-
en muziekapplicaties via Android
Auto worden soortgelijke applicaties in NAVI 80 IntelliLink vervangen.
Page 114 of 141
114StemherkenningStemherkenningAlgemene aanwijzingen.............114
Bediening navigatie ...................115
Telefoonregeling ........................116Algemene aanwijzingen
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen.
Om te voorkomen dat tijdens een
gesprek in de auto onbedoeld een
van de opgeslagen contacten wordt
gebeld, moet u eerst de stemherken‐
ningsfunctie activeren met 5 op het
stuurwiel/de stuurkolom.
Overzicht bedieningselementen 3 7.
NAVI 50 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie van het
handsfree-telefoonsysteem is
beschikbaar afhankelijk van de versie en biedt u de mogelijkheid om
bepaalde functies van een compati‐
bele smartphone via gesproken
instructies te bedienen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Telefoon" in dit hoofdstuk 3 116.
Om te bevestigen dat een gekop‐
pelde en aangesloten smartphone
compatibel is met de stemherken‐
ningsfunctie, raakt u 7 aan, gevolgd
door ÿInstelling(en) .Selecteer vervolgens Bluetooth en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken . In
de lijst staan de gekoppelde appara‐ ten en 5 verschijnt naast de naam van
de smartphone om compatibiliteit aan
te geven.
Let op
Indien dit ondersteund wordt, wordt
de taal op uw smartphone automa‐
tisch door het Infotainmentsysteem
gebruikt voor stemherkenning.
Het navigatiesysteem kan ook met
stembediening worden bediend.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bediening
navigatie" in dit hoofdstuk 3 115.
Voorwaarden
Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn.
Raadpleeg "Bluetooth-verbin‐ ding" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 123.
● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele smart‐phone moet geactiveerd zijn en
Page 115 of 141
Stemherkenning115de smartphone moet een 3G-,
4G- of wifi-verbinding hebben (zie de bedieningsinstructies van
de smartphone).
● Afhankelijk van de smartphone kan het nodig zijn om het appa‐
raat op "zichtbaar" in te stellen
(zie de bedieningsinstructies van de smartphone).
● De smartphone moet aan/op het Infotainmentsysteem gekoppeld
en aangesloten zijn.
Help
Voor informatie over en hulp bij het
activeren van en werken met de
stembediening raakt u 7 aan,
gevolgd door ÿInstelling(en) en
Bluetooth .
Selecteer Smartphone uit de lijst
(gebruik S/R om in de lijst te zoeken)
en selecteer dan l om hulp op te
roepen.
Een serie schermen wordt weergege‐
ven die het gebruik van de stemher‐
kenningsfunctie en informatie over
het volgende uitleggen:● in-/uitschakelen met knoppen op stuurwiel/stuurkolom
● compatibele telefoons
● bedieningsmethoden
● beschikbare functies en beschrij‐
vingen
● gebruiksvoorwaarden
NAVI 80 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen, zoals:
● Navigatie
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐ ning navigatie" in dit hoofdstuk
3 115.
● Telefoon
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" in dit hoofdstuk 3 116.
Druk op 5 op het stuurwiel/de stuur‐
kolom om het hoofdmenu
Stembediening te openen. Zeg na de
toon de naam van het menu dat u wilt openen.Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu
Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechterbo‐
venhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is
gereed voor een
gesproken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevens
Bediening navigatie
NAVI 50 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie activeren
tijdens navigatie:
Page 116 of 141
116StemherkenningDruk op 5 op de knoppen op het
stuurwiel/de stuurkolom; 5 verschijnt
in rechterbenedenhoek van het
display samen met informatie over
het audiosysteem.
Let op
Tijdens het gebruik van de stemher‐ kenningsfunctie wordt het afspelen
van de audiobron onderbroken.
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Hulp" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
raadplegen 3 114.
NAVI 80 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op het stuurwiel/de stuur‐
kolom om het hoofdmenu
Stembediening te openen.
Geef na het geluidssignaal het commando " Bestemming" om een
nieuw adres in te voeren. Geef het
commando " Adres" en geef vervol‐gens alle gegevens van het nieuwe
adres (huisnummer, straatnaam,
plaats/stad).
Het door het systeem herkende adres wordt weergegeven. Bevestig de
bestemming wanneer daar om wordt
gevraagd om de begeleiding te star‐
ten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐ naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste bestemming kunt selecteren.
Let op
Voor de stemherkenning van het
navigatiesysteem moet u een
compatibele SD Card plaatsen.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de
bestemming" in het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 98.Telefoonregeling
NAVI 50 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de knoppen op het
stuurwiel/de stuurkolom om het menu Smartphone te openen; u hoort een
pieptoon en 5 verschijnt op het
display, wat activering aangeeft.
Voor gebruik van stemherkenning
raakt u 5 op het display aan (of druk
op 5).
Let op
Tijdens de bediening van de stem‐
herkenningsfunctie zijn de functies
Radio en Media niet beschikbaar
voor gebruik.
Voor deactiveren raakt u 5 op het
display aan en houdt u deze ingedrukt
(of druk op 5).
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Hulp" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
raadplegen 3 114.
Page 123 of 141
Telefoon123Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,hangt af van het model telefoon.
Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem te regelen:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn.● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele mobiele
telefoon moet worden geacti‐
veerd (zie gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon).
● Afhankelijk van de mobiele tele‐ foon kan het nodig zijn om het
apparaat op "zichtbaar" in te stel‐
len (zie de bedieningsinstructies
van de mobiele telefoon).
● De mobiele telefoon moet aan/op
het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.
Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bluetooth activeren
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐ foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst geac‐
tiveerd zijn. Deactiveer de functie als
deze niet nodig is.
Druk op TEL en selecteer Bluetooth
door aan OK te draaien en deze in te
drukken.Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
NAVI 50 IntelliLink - Bluetooth
activeren
Raak 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren
● Wachtwoord wijzigen
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Voor hulp met activeren
en bedienen van stembediening
kunt u "Stemherkenning" raad‐
plegen 3 114.
Als het Bluetooth -scherm wordt weer‐
gegeven, kunnen apparaten met
ingeschakelde Bluetooth worden
gekoppeld met het Infotainmentsys‐
teem.
Page 139 of 141
139RRadio ............................................ 50
DAB ........................................... 58
Digital Audio Broadcasting ........58
Radiobedieningselementen ..........50
Radio Data System (RDS) ........... 55 Radiofuncties .......................... 54, 55
Radio-ontvangst ........................... 50
Radiotekst..................................... 55
RDS .............................................. 55
Recente bestemmingen ...............98
Regio ............................................ 55
Ritgegevens.................................. 32
Route ............................................ 84
Route bewerken ......................... 104
Route-informatie .........................104
Route-instellingen .........................84
Routeplanningsmethode ..............84
Rijstrookbeelden ........................... 84
Rijstijllampje Brandstofverbruikmeter .............32
S SD Card .................................. 81, 84
Selectie van frequentiebereik .......50
Services ........................................ 32
Simulcast ...................................... 55Smartphone
Telefoonweergave ....................79
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 79
Snelheidsafhankelijk volume ........43
Snelmenu ..................................... 84
Snel terugspoelen ........................61
Snel vooruit................................... 61
Softwareversie ............................ 127
Spraaklabels ............................... 116
Standaardinstellingen herstellen ..32
Stekkeringang............................... 65
Stembediening ........................... 115
Stemherkenning .................114, 116
Stemherkenning inschakelen .....115
Stemvoorkeuren ........................... 84
Symbolenoverzicht ....................113
Systeeminstellingen...................... 44
Systeemtaal wijzigen ..............32, 44
T
Taal............................................... 32
Tekstinformatie (cd-tekst of id3- tag) ............................................ 61
Tekstinformatie (radiotekst) ..........55
Telefoon...................................... 118
Telefoonaansluiting ....................120
Telefoonbedieningselementen ...118
Telefoonboek .............................. 127
Telefooninstellingen ...................127Telefoon met voorrang definiëren 120
Telefoonnummer bellen ..............127
Telefoon ontkoppelen .................120
Telefoonregeling .........................116
Telefoonweergave ........................79
Thuisadres .................................... 98
Thuislocatie .................................. 84
Thuislocatie wijzigen..................... 84
Toetsenborden op het display 84, 118
Treble ........................................... 41
Tijd ................................................ 32
Tijd instellen.................................. 32
U USB-aansluiting ............................ 68
USB-geheugenstick ................81, 84
USB-opslagapparaat ....................67
USB-opslagapparaten ..................68
USB-poort ..................................... 67
V Veiligheidswaarschuwingen .........84
Verbinding .................................. 120
Verkeersberichten ......................104
Verkeersberichten (TA) ................55
Verkeersinformatie .......................81
Verkeersveiligheid ..................4, 118
Video's .......................................... 78
Voer een adres in .........................98
Voertuiginformatie ........................32
Voicemailbox .............................. 127