ABS OPEL VIVARO C 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: VIVARO C, Model: OPEL VIVARO C 2020Pages: 297, PDF Size: 10.28 MB
Page 97 of 297
Instrumenten en bedieningsorganen95Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................96
Stuurwielverstelling ...................96
Stuurbedieningsknoppen ...........96
Claxon ....................................... 97
Knoppen op stuurkolom ............97
Wis- en wasinstallatie voorruit ...97
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 99
Buitentemperatuur ...................100
Klok ......................................... 100
Elektrische aansluitingen .........100
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .....................103
Instrumentengroep ..................103
Snelheidsmeter .......................107
Kilometerteller ......................... 108
Dagteller .................................. 108
Toerenteller ............................. 109
Brandstofmeter ........................109
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ........................................... 110
Peilsensor motorolie ................111
Service-display ........................ 111
Controlelampen .......................112Richtingaanwijzers ..................112
Gordelverklikker ......................112
Airbag en gordelspanners .......113
Airbag-deactivering .................113
Laadsysteem ........................... 113
Storingsindicatielamp ..............113
Service-indicatie ......................114
Schakel motor uit .....................114
Systeemcontrole ......................114
Remsysteem ........................... 114
Handrem .................................. 114
Antiblokkeersysteem (ABS) .....114
Schakelen ................................ 114
Lane Departure Warning .........115
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..115
Koelvloeistoftemperatuur .........115
Voorverwarming ......................115
Uitlaatfilter ............................... 115
AdBlue ..................................... 116
Drukverliesdetectiesysteem ....116
Motoroliedruk ........................... 116
Te laag brandstofpeil ...............116
Autostop .................................. 116
Rijverlichting ............................ 117
Dimlicht .................................... 117
Grootlicht ................................. 117
Grootlichtassistentie ................117
LED-koplampen .......................117
Mistlampen voor ......................117Mistachterlicht ......................... 117
Regensensor ........................... 117
Cruise control .......................... 117
Adaptieve cruise control ..........117
Voorligger gedetecteerd ..........117
Dodehoeksysteem ...................118
Actieve noodrem .....................118
Snelheidsbegrenzer ................118
Portier open ............................. 118
Displays ..................................... 119
Driver Information Center ........119
Info-Display ............................. 123
Head-updisplay .......................124
Boordinformatie ......................... 126
Geluidssignalen .......................126
Persoonlijke instellingen ............127
Telematicaservices ....................131
Opel Connect .......................... 131
Page 109 of 297
Instrumenten en bedieningsorganen107Overzicht1Richtingaanwijzers 3 112aGordelwaarschuwing
3 112dAirbags en gordelspanners
3 113eAirbag deactiveren 3 113SLaadsysteem 3 113WStoringsindicatielampje
3 113CLaat auto spoedig nakijken
3 114
LED-koplampen 3 117STOPSchakel motor uit 3 114XSysteemcontrole 3 114hParkeerrem 3 114iAntiblokkeersysteem (ABS)
3 114,Schakelen 3 114QLane Departure Warning
3 115JElektronische stabiliteitsre‐
geling en Traction Control-
systeem 3 115zVoorverwarmen 3 115+Uitlaatfilter 3 115BAdBlue 3 116qSpanningsverliesdetectie‐
systeem 3 116TMotoroliedruk 3 116r 2Te laag brandstofpeil
3 116V 2Koelvloeistoftemperatuur te
hoog 3 115ñAutostop 3 1161Rijverlichting 3 117DDimlicht 3 117AGroot licht 3 117BGrootlichtassistentie 3 117GMistlampen voor 3 117HMistachterlicht 3 117yRegensensor 3 117V ,Voorligger gedetecteerd
3 117,Dodehoeksysteem 3 118vCruisecontrol 3 117QAdaptieve cruise control
3 1175Snelheidsbegrenzer 3 118mActieve noodrem 3 195ODeur open 3 118
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Page 116 of 297
114Instrumenten en bedieningsorganenKnippert bij een draaiende motor
Storing die schade aan de katalysator kan veroorzaken. Gas terugnemen
totdat de lamp niet meer knippert.
Onmiddellijk de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Service-indicatie
C of SERVICE brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
Kan samen met andere controlelam‐
pen en een bijbehorend bericht op het
Driver Information Center branden.
Onmiddellijk de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Schakel motor uit
STOP brandt rood.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
Brandt samen met andere controle‐
lampjes, in combinatie met een
akoestisch waarschuwingssignaal en
een bericht op het Driver Information
Center.Schakel de motor onmiddellijk uit en
raadpleeg een werkplaats.
Systeemcontrole
W brandt geel.
Brandt samen met STOP.
Er is een ernstige motorstoring gede‐ tecteerd.
Stop de motor zo spoedig mogelijk en
roep de hulp van een werkplaats in.
Remsysteem
h brandt rood.
Het remvloeistofpeil is te laag.9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Handrem
h brandt rood.
Licht op wanneer de handmatige
handrem is geactiveerd en het
contact is ingeschakeld 3 174.
Antiblokkeersysteem (ABS)
i brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als i na enkele seconden niet dooft
of als deze onderweg gaat branden,
dan zit er een storing in het ABS. Het remsysteem blijft normaal werken,
maar zonder ABS-regeling.
Als i samen met h oplicht, neemt
het systeem een storing in de elek‐ tronische remkrachtverdeling waar.
Schakel de motor onmiddellijk uit en
raadpleeg een werkplaats.
Antiblokkeerremsysteem (ABS)
3 174.
Schakelen , met het getal van een hogere
versnelling verschijnt wanneer wordt aanbevolen om vanwege de brand‐
stofbesparing op te schakelen.
Bij sommige auto's met handgescha‐
kelde versnellingsbak stelt het
systeem voor de Neutraalstand in te
Page 176 of 297
174Rijden en bedieningRemmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remvertraging
wordt echter alleen bereikt wanneer u het rempedaal stevig bedient. Hier‐
voor is aanzienlijk meer kracht nodig.
De remweg wordt langer. Alvorens de
rit te vervolgen, moet u de hulp van
een werkplaats.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de
rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeerremsysteem (ABS)
voorkomt dat de wielen blokkeren.Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rempe‐
daal tijdens het hele remproces volle‐
dig intrappen, ongeacht het tikken
van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Bij noodremmanoeuvres worden de
alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld afhankelijk van de
vertraging. De alarmknipperlichten
worden automatisch uitgeschakeld
zodra u weer accelereert.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt
horen.
Controlelampje i 3 114.
Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Handrem
Page 249 of 297
Verzorging van de auto247de bandenspanningentabel verwijzen
naar koude banden, dus bij een
temperatuur van 20 °C.
De druk wordt voor iedere tempera‐
tuurstijging van 10 °C met bijna
10 kPa verhoogd. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
Drukverliesdetectiesysteem
De spanningsverliesdetectie contro‐
leert voortdurend de rotatiesnelheid van alle vier de wielen en waarschuwt
voor een lage bandenspanning
tijdens het rijden. Dit wordt bereikt
door de afrolomtrek van de band te
vergelijken met referentiewaarden en andere signalen.
Als een band aan spanning verliest,
gaat het controlelampje q branden,
klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een waarschuwingsbe‐ richt op het Driver Information Center.
Verlaag in dat geval de rijsnelheid en vermijd scherpe bochten en krachtige
remmanoeuvres. Stop zo spoedig
mogelijk om de bandenspanning te controleren.Controlelamp q 3 116.
Initialiseer het systeem na aanpas‐
sing van de bandenspanning om het
controlelampje te laten doven en het
systeem opnieuw in te schakelen.Voorzichtig
De spanningsverliesdetectie
waarschuwt alleen bij een te lage
bandenspanning en is geen
vervanging voor regulier onder‐
houd van de banden door de
bestuurder.
Bij een systeemdefect lichten de
controlelampen q en R tegelij‐
kertijd op of verschijnt er een bericht
op het Driver Information Center. Stel
de juiste bandenspanning in en initia‐
liseer het systeem opnieuw. Neem
contact op met een werkplaats, als
het storingsbericht niet van het
display verdwijnt. Het systeem werkt
niet, wanneer ABS of ESC een
storing vertoont of wanneer u een
reservewiel gebruikt. Controleer na
terugplaatsing van een standaardwiel de koude bandenspanning en initiali‐
seer het systeem.
Systeem initialiseren
Na aanpassing van de bandenspan‐
ning of het verwisselen van een
wielen moet u het systeem opnieuw
initialiseren zodat het de nieuwe afro‐
lomtrek kan inleren:
1. Zorg er altijd voor dat alle vier de banden de juiste bandenspanning
hebben 3 280.
2. Trek de handrem aan.
3. De initialisatieprocedure starten:
a) Auto's zonder Infotainmentsys‐
teem: Druk gedurende 3 secon‐
den op de toets q. Een geluids‐
signaal bevestigt de start.
Page 274 of 297
272Service en onderhoudHet systeem wordt af fabriek gevuld
met koelvloeistof die een uitstekende
corrosiebescherming biedt en vorst‐
bestendig is tot ca. –37 °C. Deze
concentratie het gehele jaar in stand
houden. Extra koelvloeistofadditie‐
ven die bedoeld zijn om extra corro‐
siebestendigheid te bieden of om
kleine lekken te dichten kunnen func‐
tiestoringen veroorzaken. Aanspra‐
kelijkheid voor eventuele gevolgen
van het gebruik van extra koelvloei‐
stofadditieven wordt niet aanvaard.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.AdBlue
Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 165.
Page 292 of 297
290TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 157
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............271, 275
Aanduidingen op banden ..........245
Aanhangerkoppeling ..................212
Aanhangerstabilisatie ................217
Aanhanger trekken ....................213
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 219
Accu ........................................... 224
Achterdeuren ................................ 31
Achterklep..................................... 34 achterklepruit ................................ 45
Achterlichten .............................. 234
Achterruitverwarming ................... 46
Achterste zijruiten ........................45
Achteruitkijkcamera ...................205
Achteruitrijlichten .......................138
Actieve noodrem ................118, 195
Adaptieve cruise control .....117, 185
AdBlue ................................ 116, 165
Afmetingen auto ........................279
Airbag deactiveren ....................... 68 Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbaglabel.................................... 63
Airbagsysteem ............................. 63
Airconditioning ........................... 144Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 154
Alarmknipperlichten ...................136
Algemene informatie .................. 212
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 156
Andere auto slepen ...................261
Antiblokkeersysteem .................174
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ...................................... 53
Autogegevens ............................ 275
Autokrik....................................... 243
Automatische botsingsmelding (ACN) ...................................... 131
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 134
Automatische versnellingsbak ...169
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 260
Auto stallen ................................. 219
Autostop ............................. 116, 160
Autozoekverlichting ....................141
B Bagageruimte ................34, 83, 138
Bagageruimte-afdekking .............83
Bagageruimteverlichting .............138
Bandenreparatieset ...................249
Bandenspanning .......................246