display OPEL ZAFIRA B 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ZAFIRA B, Model: OPEL ZAFIRA B 2014.5Pages: 183, PDF Size: 3.11 MB
Page 157 of 183

Cd-speler157
Verkeersbericht in de CD-modus
Terwijl een CD wordt afgespeeld,
kunt u verkeersberichten ontvangen.
Verkeersinformatie (TP) 3 149.
U kunt een verkeersbericht beëindi‐
gen met de TP-knop en de huidige
CD blijft verder afgespeeld worden.
Een cd verwijderen Druk op de j-toets.
Eject CD verschijnt in de display.
Als er een CD wordt uitgeworpen,
wordt de laatst gebruikte radiozender
automatisch afgespeeld.
U kunt zelfs een CD uitwerpen als het toestel uitstaat. Het toestel wordt uit‐
geschakeld nadat de CD verwijderd
is.
Wanneer de CD niet wordt weggeno‐
men, wordt hij na enige tijd automa‐
tisch weer ingetrokken.
Page 158 of 183

158AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............158
Gebruik ...................................... 158Algemene aanwijzingen
De aansluiting bevindt zich bij de mid‐ delste console.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Gebruik Om een op de AUX-ingang van de
auto aangesloten audiobron, bijv. een draagbare cd-speler, via de luidspre‐
kers van het Infotainmentsysteem
weer te geven, moet de audiobron ge‐ activeerd worden:
Wanneer de radio is ingeschakeld.
Sluit de audiobron op de AUX-ingang van de auto aan.
Druk op de MEDIA-knop tot Aux in de
display verschijnt.
De externe audiobron wordt naar het
Infotainment-systeem doorgescha‐
keld.Schakel de externe audiobron in en
zet het volume in de hoogste stand.
Stel het AUX-ingangsniveau zo nodig bij in verhouding tot de aangesloten
externe bron 3 143.
Het signaal van de audiobron wordt
via de luidsprekers van het Infotain‐
ment-systeem weergegeven.
Page 164 of 183

164InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............164
Bluetooth-verbinding ..................166
Noodoproep ............................... 169
Bediening ................................... 170
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ..................173Algemene aanwijzingen
De Mobiele telefoon portal biedt de mogelijkheid om de telefoongesprek‐
ken van de mobiele telefoon via een
microfoon en luidspreker in de auto te
voeren en om de belangrijkste func‐
ties van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem van de auto te
bedienen.
De Mobiele telefoon portal werkt via
de afstandsbediening op het stuur, een spraakherkenningssysteem en
een combiknop op de radio. De me‐
nugestuurde functies en status ver‐
schijnen op het infodisplay.
De weergave van de belangrijkste in‐ houd van het telefoondisplay op het
Info display zorgt voor een overzich‐
telijke en comfortabele bediening.
Bij een actieve telefoonverbinding
wordt het radiogeluid uitgeschakeld.
Na beëindigen van de telefoonverbin‐
ding wordt het radiogeluid weer inge‐
schakeld.Algemene aanwijzingen ten
aanzien van deze
Gebruiksaanwijzing
Gedetailleerde functiebeschrijvingen
van uw Infotainmentsysteem vindt u
in de gebruiksaanwijzing van uw In‐
fotainmentsysteem.
Niet alle functies van het mobiele te‐
lefoonportaal worden door elke tele‐
foon ondersteund. De functionaliteit
van de telefoon hangt af van de ge‐
bruikte mobiele telefoon en de net‐
werkexploitant. Voor nadere informa‐
tie verwijzen wij u naar de gebruiks‐ aanwijzing van de mobiele telefoon,
de instructies voor de telefoonspeci‐
fieke adapter en de netwerkexploi‐
tant.9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan
de kant en bedien het infotain‐
ment-systeem terwijl u stilstaat.
Page 165 of 183

Inleiding165
Bediening van de mobieletelefoon
Mobiele telefoons beïnvloeden uw
omgeving. Daarom gelden er be‐
paalde veiligheidsregels en regelin‐ gen. Ga voorafgaand aan het gebruik van de telefoonfunctie na welke rege‐
lingen van toepassing zijn.9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth™
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De Bluetooth™ kwalificatiecode van
het mobiele telefoonportaal is
B02237.
Om veiligheidsredenen dient bij het
combineren van de apparaten een
minimaal 4-cijferige en toevallig ge‐
kozen PIN-code te worden gebruikt.
Conformiteitsverklaring Wij verklaren bij deze dat de Mobiele
telefoon protal voldoet aan de basis‐
vereisten en andere geldende bepa‐ lingen van de richtlijn 1999/5/EC.Het spraakherkenningssysteem
bedienen
Gebruik de spraakherkenningsfunc‐
tie niet in noodgevallen. Uw stem kan
in stresssituaties zo anders klinken
dat deze niet meer voldoende wordt
herkend. De gewenste verbinding
kan hierdoor wellicht niet snel genoeg tot stand gebracht worden.
Bedieningselementen
De Mobiele telefoon portal werkt via
een afstandsbediening op het stuur,
een spraakherkenningssysteem en
een combiknop op de radio.
Zodra de Mobiele telefoon portal in‐
geschakeld is en de mobiele telefoon aangemeld is, verschijnt de startpa‐
gina op het display.
Page 167 of 183

Inleiding167
Bij het vastklikken van de mobiele te‐lefoon in de adapter verschijnt het te‐
lefoonmenu of het menu Bluetooth™
op het display.
Als de mobiele telefoon niet in de
adapter is vastgeklikt, verschijnt het
Bluetooth ™-menu op het display.
Selecteer het Bluetooth -menupunt.
Als Bluetooth™ gedeactiveerd is,
gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer het Bluetooth -menu‐
punt.
Bluetooth™ is geactiveerd, de
overige menuopties verschijnen
op het display.
2. Selecteer het Bluetooth PIN -me‐
nupunt.
3. Voer nu een vrij kiesbare Blue‐ tooth™ PIN-code in en bevestig
met OK.
Om veiligheidsredenen dient een
minimaal 4-cijferige en toevallig
gekozen PIN-code te worden ge‐
bruikt.
4. Zorg ervoor dat de Bluetooth™ van demobiele telefoon geacti‐
veerd is en dat de telefoon op
"zichtbaar" is ingesteld.
5. Selecteer het Zoeken starten -
menupunt.
Tijdens het zoeken naar Blue‐
tooth™ -apparaten verschijnt de
displayweergave worden
gezocht... .
Na afronding van het zoekproces
worden de gevonden Bluetooth™
-apparaten in het menu Gev.
app. vermeld.
6. Selecteer de gewenste mobiele
telefoon.
Bij het tot stand brengen van de
verbinding verschijnt het bericht
Bezig met verbinden... op het dis‐
play.
Op het display van de mobiele te‐
lefoon verschijnt "Voer uw Blue‐
tooth PIN in" of een soortgelijke
vraag.
7. Voer nu via het toetsenveld van de mobiele telefoon dezelfde
Page 168 of 183

168Inleiding
Bluetooth™ PIN-code in als bij hetInfotainmentsysteem en bevestig
deze met OK.
Op het display van de mobiele te‐
lefoon verschijnt de mededeling
"Apparaat aan de lijst van bek. ap‐
paraten toevoegen?" of een ver‐
gelijkbaar bericht.
8. Bevestig via het toetsenveld van de mobiele telefoon door op OK te
drukken.
Na het tot stand komen van een ver‐
binding verschijnt het bericht is
toegevoegd aan de verbonden
apparaten op het display.
De verbinding tussen de mobiele te‐ lefoon en het Infotainmentsysteem istot stand gebracht.
Aan deze lijst kunnen max. vijf appa‐
raten worden toegevoegd.
Verbinding verwijderen 1. Selecteer in het menu Bluetooth ™ de optie Bekende
app. .
Op het display verschijnt het
menu Bekende app. .
2. Selecteer de gewenste mobiele
telefoon.
Op het display verschijnt het
menu Bluetooth ™.
3. Deactiveer Verbinden.
De mededeling Verbroken! ver‐
schijnt op het scherm, vervolgens
verschijnt weer het menu
Bluetooth ™.
4. Selecteer Verwijderen.
De mededeling Verwijderd! ver‐
schijnt op het scherm, vervolgens
verschijnt weer het menu
Bluetooth ™.
UHP zichtbaar
Door het activeren van deze functie is de Mobiele telefoon portal zichtbaar
voor andere Bluetooth™-apparaten.
Zo kunt u bijv. een Bluetooth™-ver‐
binding van de mobiele telefoon naar de Mobiele telefoon portal tot stand
brengen.
1. Selecteer in het menu Bluetooth ™ de optie UHP zichtb. .
De Mobiele telefoon portal is de
eerstkomende 3 minuten zicht‐
baar voor andere apparaten.
2. Start de zoekfunctie van de mo‐ biele telefoon naar Bluetooth™ -
apparaten, zie de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Op het display van de mobiele te‐ lefoon verschijnt "App. ontdekt:
UHP".
Page 171 of 183

Inleiding171
Voer nr. in... verschijnt in de display.
Kies in de voetregel van het display
opeenvolgend de cijfers van het tele‐
foonnummer en start het kiezen met
Kiezen .
Telefoonboek
Na het tot stand komen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek bij ge‐ bruik van dezelfde SIM-kaart of tele‐
foon met het tijdelijke telefoonboek
vergeleken. Hierbij verschijnen
nieuwe vermeldingen niet. Als sim‐
kaart of telefoon verschillen, wordt het telefoonboek als nieuw geladen.
Afhankelijk van het telefoonmodel
kan dit proces enkele minuten duren.
De nieuwe vermeldingen verschijnen
pas na het uitschakelen van het con‐
tact en het lostrekken van de contact‐
sleutelTelefoonnummers uit het telefoon‐ boek selecteren
Selecteer in het telefoonmenu de op‐ tie Telefoonboek .
Er verschijnt een lijst van alle tele‐
foonboekvermeldingen op het dis‐
play.
Selecteer de gewenste invoer en start het belproces.
Vermeldingen met meerdere num‐
mers
Afhankelijk van het type telefoon kun‐
nen in het telefoonboek onder één
vermelding meerdere nummers zijn
opgeslagen.
Selecteer onder Telefoonboek de ge‐
wenste optie.
Een lijst met alle onder deze vermel‐
ding aanwezige nummers verschijnt
op het display.
Selecteer het gewenste nummer en
start het nummer kiezen.
Filteren
Om vermeldingen in het telefoonboek
makkelijker te kunnen terugvinden,
kunt u een filter activeren.
Selecteer het Telefoonboek -menu‐
punt.
Er verschijnt een lijst van alle tele‐
foonboekvermeldingen op het dis‐
play.
Page 175 of 183

Stemherkenning175StemherkenningStemherkenning........................175Stemherkenning
Met het spraakherkenningssysteem
kunt u sommige functies van de mo‐
biele telefoon door steminvoer bedie‐ nen. Het herkent commando's en cij‐
ferreeksen, onafhankelijk van de per‐
soon die praat. De commando's en
cijferreeksen kunnen uitgesproken
worden zonder pauze tussen de af‐
zonderlijke woorden.
U kunt telefoonnummers ook onder
willekeurige gekozen naam opslaan
(spraaklabel). Met deze naam kunt u
een telefoonverbinding maken.
Als het spraakherkenningssysteem
niet goed werkt of het uw stem niet
herkent, geeft het u klankberichten en
vraagt het u om het gewenste com‐
mando opnieuw uit te spreken. Het
spraakherkenningssysteem geeft
ook antwoord op belangrijke com‐
mando's en stelt indien nodig vragen.
U kunt de stemdialoog altijd beëindi‐
gen door opnieuw op q te drukken.Voordat u het telefoonnummer kiest,
moet aan de volgende voorwaarden
zijn voldaan:
■ De mobiele telefoon moet bedrijfs‐ klaar zijn en er moet een Blue‐tooth™-verbinding zijn.
■ De mobiele telefoon moet verbin‐ ding met het net gemaakt hebben.
Om gesprekken die binnen de auto
worden gevoerd niet tot een onbe‐
doelde aansturing van de mobiele te‐
lefoon of de audio-installatie te laten
leiden, start het spraakherkennings‐
systeem pas nadat u het hebt aange‐ zet.
Het spraakherkenningssysteem
aanzetten
Druk op q om het spraakherken‐
ningssysteem aan te zetten en het
q -symbool verschijnt in de display.
De radio wordt op "stil" gezet voor zo‐
lang de dialoog duurt. Inkomende
verkeersberichten worden onderbro‐
ken.
Page 176 of 183

176Stemherkenning
De functies kunnen uitsluitend wor‐
den uitgevoerd, als de mobiele tele‐
foon verbinding heeft gemaakt met
het telefoonnet.
Onderbreken van de dialoog
Er zijn diverse mogelijkheden om het
spraakherkenningssysteem te deac‐
tiveren en de dialoog te onderbreken:
■ Door op q te drukken
■ Tijduitschakeling: als gedurende enige tijd niets werd ingevoerd
Het spraakherkenningssysteem
wordt bovendien onderbroken door een inkomend telefoongesprek.
Bediening
Met het spraakherkenningssysteem
kunt u de mobiele telefoon gemakke‐
lijk bedienen met de steminvoerfunc‐
tie. Activeer gewoon het spraakher‐
kenningssysteem en zeg het gewen‐ ste commando. Wanneer het com‐
mando is ingevoerd, wordt u door de dialoog geleid met de overeenkom‐
stige vragen en berichten om de ge‐
wenste actie te bereiken.Zeg de commando's en cijfers met
een normale stem, zonder kunstma‐
tige pauzes tussen de cijfers. De her‐ kenning lukt het best wanneer u min‐
stens een halve seconde pauzeert na
elke drie tot vijf nummers.
Het Infotainmentsysteem reageert op
commando's met gesproken mede‐
delingen in combinatie met medede‐
lingen op het display.
SIM-kaart Als er geen SIM-kaart is ingevoerd,
verschijnt het volgende bericht: Geen
geldig SIM-kaart aanwezig!
Wanneer u een SIM-kaart hebt inge‐
voerd, wordt u gevraagd de PIN-code
in te voeren. Zie het volgende hoofd‐
stuk voor meer details.
PIN-code Als er geen PIN-code is ingevoerd,
verschijnt het volgende bericht: Voer
de pincode in alstublieft! .
Spreek nu op natuurlijke wijze de PIN-code in, dus zonder kunstmatige
pauzes tussen de cijfers.De volgende opdrachten staan ter be‐
schikking:
■ " Overnemen ": de PIN-code is be‐
vestigd.
■ " Corrigeren ": het laatste inge‐
voerde cijfer wordt gewist.
■ " Wissen ": de PIN-code is gewist.
■ " Meer cijfers. ": er kunnen bijko‐
mende cijfers worden ingevoerd.
Voorbeeld van een dialoog voor de
invoer van de PIN-code:
Stemoutput: " Voer de pincode in
alstublieft! "
Gebruiker: " Eèn Twee Drie Vier -
Overnemen "
Stemoutput: " De pincode is onjuist! "
Gebruiker: " Vier Drie Twee Eèn -
Overnemen "
Mededeling stembesturing: " De PIN-
code is geaccepteerd "
Page 178 of 183

178Stemherkenning
Het landnummer komt overeen methet conventionele formaat, d.i. 49voor Duitsland, 44 voor Groot-Brittan‐
nië, enz. De "0" mag niet in de net‐
werkcode (nummercode) zijn opge‐
nomen, behalve in Italië.
Voorbeeld van een dialoog tussen
gebruiker en stembesturing voor het
kiezen van een Telefoonnummer:
Gebruiker: " Opbellen"
Stemoutput: " Naam of Nummer ? "
Gebruiker: " Nummer"
Stemoutput: " Het nummer,
alstublieft! "
Gebruiker: " Plus Vier Negen "
Stemoutput herhaalt: " Plus Vier
Negen "
Gebruiker: " Zeven Drie Eèn "
Stemoutput herhaalt: " Zeven Drie
Eèn "
Gebruiker: " Eèn Eèn Negen Negen "
Stemoutput herhaalt: " Eèn Eèn
Negen Negen "
Gebruiker: " Corrigeren"Stemoutput herhaalt de eerder inge‐
voerde cijferblokken: " Plus Vier
Negen - Zeven Drie Eèn "
Gebruiker: " Eèn Eèn Negen Eèn "
Stemoutput herhaalt: " Eèn Eèn
Negen Eèn "
Gebruiker: " Opbellen"
Stemoutput: " Het nummer wordt
gekozen. ""Naam"
Met deze opdracht kunt u een tele‐
foonnummer onder een naam (Voice
Tag) oproepen.
Als het systeem een naam herkent
die reeds beschikbaar is, wordt dit in
de display getoond. Het voice tag-
symbool q verschijnt rechts van de
naam. De verbinding wordt tot stand
gebracht met de voice tag.
"Herhalen"
Met het " Herhalen "-commando kunt u
het meest recent gevormde nummer
opnieuw vormen.
"Opslaan"
Met deze opdracht kunt u een tele‐
foonnummer onder een Voice Tag
opslaan.
Bovendien kunt u de voice tag die u
in het telefoonboek hebt ingevoerd erin opnemen.
Voice tags kunnen alleen in het tele‐
foonboek worden opgenomen als ze
in het Infotainmentsysteem worden
opgeslagen.
Er kunnen maximaal 25 voice tags in
het telefoonboek worden opgesla‐
gen. Als er al 25 voice tags zijn opge‐ slagen, verschijnt het bericht " Het
spraakgeheugen is vol! ".
Voice Tags zijn sprekerafhankelijk, wat inhoudt dat alleen diegene de
Voice Tag kan oproepen, die deze
heeft ingesproken.
Na drie ongeldige pogingen wordt het
spraakherkenningssysteem automa‐
tisch beëindigd.
Het kan gebeuren dat twee inge‐ voerde namen te verschillend zijn
voor het spraakherkenningssysteem.