open gas tank OPEL ZAFIRA B 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: ZAFIRA B, Model: OPEL ZAFIRA B 2014Pages: 225, PDF Size: 7.89 MB
Page 96 of 225

94Instrumenten en bedieningsorganen
Brandt na het inschakelen van de ont‐steking en dooft vlak na het aanslaan van de motor.
Brandt bij een draaiende motorVoorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk on‐
derbroken. Dit kan aanleiding ge‐
ven tot motorschade en/of tot het
blokkeren van de aandrijfwielen.
1. Koppelingspedaal intrappen.
2. Versnellingsbak in neutrale stand zetten, keuzehendel in stand N
zetten.
3. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐ stroom verlaten zonder hierbij an‐dere weggebruikers te hinderen.
4. Ontsteking uitschakelen.
9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk zwaarder.
De sleutel niet uitnemen voordat
de auto helemaal stilstaat, omdat
het stuurslot anders plotseling kan worden geactiveerd.
Controleer het oliepeil voordat u een
werkplaats raadpleegt 3 160.
Laag motoroliepeil S brandt geel.
Het motoroliepeil wordt automatisch gecontroleerd.
Brandt bij een draaiende motor Laag motoroliepeil. Motoroliepeil con‐
troleren en eventueel motorolie bijvul‐ len 3 160.
Te laag brandstofpeil
Y brandt of knippert geel.
Brandt
Brandstofpeil te laag.
Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt. On‐
middellijk bijtanken. Tank nooit leeg‐
rijden.
Katalysator 3 132.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 164.
Bij het rijden op aardgas schakelt het
systeem automatisch over op ben‐
zine 3 87.
Open&Start-systeem 0 brandt of knippert geel.
Knippert
De elektronische sleutel bevindt zich niet meer in het ontvangstbereik van
de auto. De motor kan niet worden
gestart. Start/Stop -toets iets langer
indrukken om de ontsteking uit te
schakelen.
of
Page 152 of 225

150Rijden en bediening9Gevaar
Vóór het tanken motor en hulpver‐
warmingen met verbrandingska‐
mers (herkenbaar aan de sticker op de tankklep) afzetten. Mobiele
telefoons uitschakelen.
Bij het tanken de gebruiks- en vei‐
ligheidsvoorschriften van het tank‐ station in acht nemen.
9 Gevaar
Brandstof is brandbaar en explo‐
sief. Niet roken. Vermijd open vuur of vonkvorming.
Als u brandstof in de auto ruikt, de
oorzaak hiervan meteen door een
werkplaats laten verhelpen.
Voorzichtig
Wanneer u foute brandstof hebt
getankt, mag u het contact niet
aanzetten.
De tankklep zit achteraan aan de
rechterzijde van de auto.
De tankklep kan alleen bij een ont‐
grendelde auto worden geopend.
Trek bij de uitsparing aan de klep en
open deze.
Draai de dop langzaam naar links om hem te openen.
Bij het tanken de tankdop in de steunop de tankklep hangen.
Om te tanken, het vulpistool volledig
in de vulopening brengen en open‐
zetten.
Nadat deze automatisch is afgesla‐
gen, kunnen er nog max. twee doses
worden toegevoegd.Voorzichtig
Gemorste brandstof onmiddellijk
afwassen.
Om hem te sluiten, draait u de tank‐
dop naar rechts tot hij vastklikt.
Klepje sluiten en vastklikken.
Aardgas tanken
Page 153 of 225

Rijden en bediening151
Bij het tanken van aardgas de be‐
schermdop van de vulopening verwij‐ deren.9 Waarschuwing
Alleen tanken bij een maximale af‐
leverdruk van 250 bar. Alleen bij
tankstations met temperatuur‐
compensatie tanken.
Het tanken van aardgas helemaal
voltooien, d.w.z. de vulopening ont‐
luchten. Beschermdop terugplaat‐
sen.
De capaciteit van de aardgastanks is
afhankelijk van de buitentempera‐
tuur, de afleverdruk en het type tank‐
installatie.
Benamingen van "aardgasauto's" in
het buitenland:
DuitsErdgasfahrzeugeEngelsNGVs = Natural Gas Vehi‐ clesFransVéhicules au gaz naturel –
or – Véhicules GNVItaliaansMetano auto
Benamingen van "aardgas" in het bui‐ tenland:
DuitsErdgasEngelsCNG = Compressed
Natural GasFransGNV = Gaz Naturel (pour)
Véhicules - of -
CGN = carburantgaz
naturelItaliaansMetano (per auto)
Tankdop
Gebruik uitsluitend originele tankdop‐
pen. Auto's met een dieselmotor heb‐ ben een speciale tankdop.
Brandstofverbruik - CO 2-
uitstoot
Benzine- en dieselmotoren Het brandstofverbruik (gecombi‐
neerd) van de Opel Zafira ligt binnen
een bereik van 7,2 tot 5,1 l/100 km.
De CO 2-emissie (gecombineerd) ligt
binnen een bereik van 177 tot
149 g/km.
Raadpleeg voor de waarden die spe‐ cifiek voor uw voertuig gelden het
'EEC Certificate of Conformity' dat bij uw voertuig werd geleverd of de an‐
dere nationale autopapieren.
Aardgas
Het gasverbruik (gecombineerd) van
het model Opel Zafira 6,0 kg/100 km .
De CO 2-emissiewaarde (gecombi‐
neerd) is 139 g/km.
Raadpleeg voor de waarden die spe‐ cifiek voor uw voertuig gelden het
'EEC Certificate of Conformity' dat bij uw voertuig werd geleverd of de an‐
dere nationale autopapieren.
Page 166 of 225

164Verzorging van de auto
■ De accu bevat zwavelzuur datblindheid of ernstige brandwonden
kan veroorzaken.
■ Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
■ Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten Na het leegrijden van de tank moethet dieselbrandstofsysteem worden ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer inschakelen.
Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Onderhoudsstand voor
voorruitwissers voorruit
Contact uitschakelen maar contact‐
sleutel niet verwijderen en bestuur‐
dersportier niet openen.
Binnen 4 seconden de ruitenwisser‐
hendel omlaagduwen en loslaten zo‐
dra de wissers verticaal staan.
Wisserbladen voorruit
Wisserarm optillen, beide vergrende‐
lingen van wisserarm indrukken, wis‐ serblad loshaken en verwijderen.
Page 223 of 225

221
Opbergvak onder passagiersstoel 70
Opbergvak voor (zonne)bril .........70
Open&Start-systeem ...................28
Open&Start-systeem ...................94
Opgeslagen instellingen ...............28
Opschakelen................................. 92 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panoramadak .............................. 44
Parkeerhulp ............................... 147
Parkeerlichten ............................ 115
Parkeren .............................. 18, 130
Park Pilot met ultrasoonsensoren 92
Pech ........................................... 193
Portieren ....................................... 34
Prestaties ................................... 210
Profieldiepte ............................... 183
Q
Quickheat ................................... 125
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) .................................... 217
Regelbare instrumentenverlichting ...........116
Regelmatig gebruik airconditioning ........................ 127Registratie van voertuigdata en
privacy ..................................... 216
Remassistent ............................. 143
Rem- en koppelingssysteem .......91
Rem- en koppelingsvloeistof ......200
Remlichtschakelaar ...................104
Remmen ............................ 142, 162
Rempedaal bedienen ..................95
Remvloeistof .............................. 163
Reservewiel ............................... 189
Richtingaanwijzers ............... 90, 114
Roetfilter .............................. 25, 131
Rugleuning neerklappen .............50
Ruiten ........................................... 40
Rijden op aardgas .......................25
Rijgedrag en aanhangertips ......152
Rijregelsystemen ........................144
Rijverlichting ................................ 12
S Service ............................... 127, 199
Servicedisplay ............................. 88
Service-indicatie .......................... 91
Service-informatie ...................... 199
Sjorogen ...................................... 73
Slepen ................................ 152, 193
Sleutel, opgeslagen instellingen ...28
Sleutels ........................................ 26
Sleutels, sloten ............................. 26
Sneeuwkettingen .......................184Snelheidsmeter ............................ 86
Spiegel verstellen ..........................9
SPORT-modus ..............23, 92, 145
Sproeiervloeistof ........................162
Sproeiervloeistofpeil ..................105
Startbeveiliging ............................ 38
Starten en bedienen ...................128
Starthulp gebruiken ...................191
Stekkerdozen ............................... 84
Stoelen verstellen ........................47
Stoelpositie .................................. 47
Stoel verstellen .............................. 7
Storing ............................... 136, 141
Storingsindicatielamp ..................90
Stroomonderbreking ..........136, 141
Stuurbedieningsknoppen .............80
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 80
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 149
Te laag brandstofpeil ...................94
Timer ......................................... 109
Toerenteller ................................. 86
Top-tether-kinderveiligheids‐ systemen .................................. 68
Trekhaak............................. 152, 154
Trekstang.................................... 152