display OPEL ZAFIRA C 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2014.5Pages: 141, PDF Size: 2.43 MB
Page 43 of 141

Navigatie43
Na de invoer van het bestemmings‐
adres of een nuttige plaats (dichtstbij‐ zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt
de route berekend vanaf de huidige
locatie tot de geselecteerde bestem‐
ming.
Routebegeleiding gebeurt via ge‐
sproken opdrachten en een richtings‐
pijl en met behulp van een meerkleu‐ rig kaartdisplay.
Gebruik
Informatie op de kaartweergave Voor het weergeven van de kaart
rondom de huidige locatie hebt u de
keuze:
■ Druk op de NAV-toets.
■ Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Navigatie.Routebegeleiding niet actief
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de tijd.
■ Onder de bovenste regel: symbool GPS .
■ In de linkerbovenhoek: een kompas
dat het noorden aangeeft.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een grijze cir‐
kel.
■ Markante punten (POI), bijv. tank‐ stations, parkeerterreinen of res‐
taurants: aangegeven met bijbeho‐
rende symbolen (indien geacti‐
veerd).
■ Op de onderste regel: straatnaam van de huidige positie.
Routebegeleiding actief
Page 44 of 141

44Navigatie
Als routebegeleiding actief is, ver‐
schijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de tijd.
■ Onder de bovenste regel: symbool GPS .
■ Onder de bovenste regel: naam van de straat die na de volgende
kruising moet worden gevolgd.
■ In de linkerbovenhoek: een kom‐ passymbool dat het noorden aan‐
geeft.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een grijze cir‐
kel.
■ Route: aangegeven met een blauwe lijn.
■ Eindbestemming: aangegeven met
een zwarte geblokte vlag.
■ Viapunt (tussenbestemming): aan‐ gegeven met een rode diamant.■ Markante punten (POI), bijv. tank‐stations, parkeerterreinen of res‐
taurants: aangegeven met bijbeho‐
rende symbolen (indien geacti‐
veerd).
■ Verkeersincidenten, bijv. file: aan‐ gegeven met bijbehorende symbo‐
len (indien geactiveerd).
■ Links: richtingspijl en afstand tot de
volgende manoeuvre.
■ Links: resterende afstand tot de eindbestemming of tot het vol‐
gende viapunt.
■ Links: geschatte aankomsttijd of resterende reistijd.
■ Op de onderste regel: straatnaam van de huidige positie.
Kaart manipuleren
Zichtbaar kaartgedeelte verschuiven
U kunt het zichtbare kaartgedeelte op het kaartscherm met de toets met
acht richtingen willekeurig in alle rich‐
tingen verschuiven.
U kunt de toets met acht richtingen in het midden van de multifunctionele
knop in alle richtingen kantelen.Kantel de toets naar één kant. Het
zichtbare gedeelte beweegt in de be‐
treffende richting.
Druk voor het opnieuw weergeven van de kaart rondom de huidige loca‐
tie op de toets BACK.
Schaal van kaart wijzigen
Draai wanneer de kaart wordt weer‐
gegeven aan de multifunctionele
knop om een schaalverdeling onder‐
aan het scherm weer te geven.
Draai nogmaals aan de multifunctio‐
nele knop om de schaal naar wens
aan te passen.
Kaartweergave wijzigen
De kaart kan op drie (routebegelei‐
ding niet actief), respectievelijk vijf
(routebegeleiding actief) verschil‐
lende manieren worden weergege‐
ven, zie "Kaart instellen" onder‐
staand.
Druk steeds op de toets NAV om tus‐
sen de verschillende kaartweergaven om te schakelen.
Page 60 of 141

60Navigatie
Selecteer voor het wissen van de
broodkruimels die al in een actieve
terugvindsessie gestrooid zijn de
schermtoets Verw.. Er verschijnt een
bericht dat u moet beantwoorden. Be‐ vestig het bericht om alle broodkrui‐
mels te wissen.
Deactiveer voor het afsluiten van de
terugvindsessie de menuoptie
Opnemen . Er verschijnt een toetsen‐
bord.
Voer een naam voor de betreffende
terugvindsessie in en selecteer de
schermtoets Afgerond. De sessie
wordt opgeslagen in de lijst
Opgeslagen .
Selecteer voor het weergeven van
alle terugvindsessies de schermtoets Opgeslagen . Selecteer de gewenste
terugvindsessie om het menu Details
trajectmarkering weer te geven.
Selecteer voor het wijzigen van de
naam van de betreffende terugvinds‐
essie de menuoptie Naam bew.. Er
verschijnt een toetsenbord. Voer de gewenste naam in en selecteer deschermtoets Afgerond.
Selecteer de menuoptie Laden om
het hoofdmenu Broodkruimels weer
te geven. Als u de betreffende terug‐
vindsessie voortdurend op de kaart
wilt blijven zien, activeer dan de
menuoptie Display.
Selecteer voor het direct weergeven van de gehele terugvindsessie in het
betreffende kaartgedeelte de menu‐
optie Op kaart tonen .
Selecteer voor het wissen van de be‐
treffende terugvindsessie de menu‐
optie Verw. .Traject
Na het berekenen van een route kunt u bepaalde gedeeltes handmatig wij‐
zigen of de gehele route opnieuw be‐ rekenen.
Lijst met afslagen
De Lijst met afslagen geeft alle stra‐
ten/wegen en afslagmanoeuvres op
de berekende route vanaf de huidige
locatie weer.
Druk op de toets DEST / NAV en se‐
lecteer vervolgens de menuoptie Lijst
met afslagen . De lijst met afslagen
verschijnt.
Page 63 of 141

Spraakherkenning63
Ondersteunde talen■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde displaytaal niet door de spraakher‐
kenning wordt ondersteund, is de
spraakherkenning niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display als u het
Infotainmentsysteem via spraak‐
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het Infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van een stad in Frankrijk wilt invoeren,moet u de displaytaal in Frans wijzi‐
gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duits
of Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐ stemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van
de betreffende invoervolgorde.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐ ningscommando's op uw smart‐
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren of uw smartphone deze functie on‐
dersteunt.
Gebruik
Geïntegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op de knop w rechts op het
stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem wordt onderdrukt, het symbool w op
het display wordt gemarkeerd en een gesproken bericht vraagt u om een
commando uit te spreken.
Page 86 of 141

86InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............86
Antidiefstalfunctie ......................... 87
Overzicht bedieningselementen ..88
Gebruik ........................................ 94
Basisbediening ............................ 95
Geluidsinstellingen ......................99
Volume-instellingen ...................101
Personaliseren ........................... 102Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportaal.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
Page 94 of 141

94Inleiding
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 132
Als de telefoonportal actief
is en er gesprekken in de
wacht staan: omhoog/
omlaag draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....132
3 Volume verhogen ..................94
4 Volume verlagen ...................94
5 Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........132
of oproeplijst sluiten ............132
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............94
of spraakherkenning deactiveren (indien
beschikbaar) ....................... 120Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen, multifunctieknoppen en op het display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 88
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 88
■ het spraakherkenningssysteem 3 120
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen is de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 30 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai aan de X-knop. De actuele in‐
stelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 101
■ het volume voor verkeersberichten 3 101
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 101 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op de v/G -toets (wanneer de
telefoonportal beschikbaar is: enkele seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Page 102 of 141

102Inleiding
Volume voor verkeersberichten
(TA)
Het volume van verkeersberichten
kan proportioneel ten opzichte van
het normale audiovolume worden
verhoogd of verlaagd.
Druk op de CONFIG
-knop voor ope‐
nen van het systeeminstelmenu.
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen , RDS-opties en TA-
volume .
CD 300: selecteer Audio-instellingen,
RDS-opties en TA-volume .
Stel de waarde voor de volume toe- of afname in.
Personaliseren
(alleen bij CD 400plus)
Diverse instellingen van het infotain‐
mentsysteem kunnen separaat wor‐
den opgeslagen in elke sleutel (be‐
stuurder) van de auto.
Opgeslagen instellingen
Wanneer u de autosleutel uit het con‐ tactslot trekt, worden de volgende in‐
stellingen automatisch voor de ge‐
bruikte sleutel opgeslagen:
■ laatste volume-instellingen: een vo‐
lumeniveau voor alle geluidsbron‐
nen (radio, cd-speler, AUX, USB)
die niet gekoppeld zijn aan de tele‐
foon en een voor het telefoongeluid
■ alle zendervoorkeuren
■ alle tooninstellingen: elk van deze instellingen wordt afzonderlijk op‐
geslagen voor elk van de volgende
geluidsbronnen: AM, FM, DAB,
cd-speler, AUX, USB
■ laatste actieve audiobron
■ laatst actieve radiozender (sepa‐ raat voor elk frequentiebereik)
■ laatst actieve displaymodus■ laatste positie in Audio/MP3-CD in‐
clusief tracknummer en map
■ status van shuffle songinstellingen (CD-speler)
■ status van TP (Trafic Programme) instelling
■ cursorpositie voor elk menu op het display
Activeren/deactiveren
personalisatie
Druk op de CONFIG-knop voor ope‐
nen van het systeeminstelmenu.
Selecteer Auto-instellingen en vervol‐
gens Comfortinstellingen .
Zet Pers. inst. voor bestuurder op
Aan of Uit.
Page 104 of 141

104Radio
is ingeschakeld, wordt er alleen naar
zenders met verkeersinformatie 3 108 gezocht.
Handmatig zenders afstemmen
AM-frequentiebereik
Draai aan de multifunctionele knop en stel de optimale ontvangstfrequentie
in op het pop-up-frequentiedisplay.
DAB-frequentiebereik
Druk op de multifunctionele knop om
het DAB-menu te openen en selec‐
teer Handafstemming DAB .
Draai aan de multifunctionele knop en
stel de gewenste ontvangstfrequentie in op het pop-upfrequentiedisplay.
Autostore-lijsten
De zenders met de beste ontvangst in een bepaald frequentiebereik kunnen
met de autostorefunctie automatisch
worden opgezocht en opgeslagen.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Elk frequentiebereik heeft 2 auto‐
storelijsten ( AS 1, AS 2 ), waarin elk
6 zenders kunnen worden opgesla‐
gen.
Zenders automatisch opslaan Houd de toets AS ingedrukt totdat
een bericht over automatisch opslaan
verschijnt. De 12 sterkste zenders in
het actuele frequentiebereik worden
in de 2 autostore lijsten opgeslagen.
Druk op de multifunctionele knop om
de autostore-functie te verlaten.
Zenders met de hand opslaan
Zenders kunnen ook handmatig in de
autostorelijsten worden opgeslagen.
Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Druk kort op de AS-toets om de auto‐
storelijst te openen of om naar een
andere autostorelijst te wisselen.
De zender opslaan in een lijstpositie:
druk op de desbetreffende zender‐
knop 1...6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Let op
Handmatig opgeslagen zenders
worden bij het automatisch zenders
opslaan overschreven.
Een zender oproepen
Druk kort op de AS-toets om de auto‐
storelijst te openen of om naar een
andere autostorelijst te wisselen.
Druk kort op één van de voorkeur‐
toetsen 1...6 om de zender in de bij‐
behorende lijstpositie op te roepen.
Page 106 of 141

106Radio
Druk terwijl het radiohoofdmenu ac‐
tief is op de multifunctionele knop om
het gewenste frequentiebereikmenu
te openen.
Let op
De volgende FM-specifieke displays worden als voorbeeld getoond.
Favorietenlijst
Selecteer Favorietenlijst . Alle in de fa‐
vorietenlijst opgeslagen zenders wor‐ den getoond.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Zenderlijsten
AM/FM-frequentiebereik
Selecteer Lijst met AM-zenders of
Lijst met FM-zenders .
Alle te ontvangen AM/FM-zenders in
het actuele ontvangstgebied worden
getoond.
DAB-frequentiebereik
Draai aan de multifunctionele knop.
Alle te ontvangen DAB-zenders
3 110 in het actuele ontvangstgebied
worden getoond.
Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar zen‐
ders.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Page 108 of 141

108Radio
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
DAB-berichten
Naast de muziekprogramma’s zen‐
den talloze DAB-zenders 3 110 di‐
verse categorieën berichten uit.
De momenteel ontvangen DAB-ser‐
vice (programma) wordt bij eventuele
berichten uit eerder geactiveerde ca‐
tegorieën onderbroken.
Activeren van berichtcategorieën
Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu.Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse berichtcategorieën tegelijk worden geselecteerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen ont‐ vangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk vereenvoudigt.Voordelen van RDS
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de ingestelde
zender in plaats van de frequentie.
■ Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem alleen af
op RDS-zenders.
■ Het infotainmentsysteem stem al‐ tijd af op de zendfrequentie van de
ingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het infotainmentsysteem
radiotekst op het display die bij‐
voorbeeld informatie over het hui‐
dige programma kan bevatten.
Configureren van RDS
Om het menu voor het configureren
van RDS te openen:
Druk op de CONFIG-toets.
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen en vervolgens RDS-
opties .
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.