ESP OPEL ZAFIRA C 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2015.5Pages: 311, PDF Size: 9.1 MB
Page 201 of 311

Rijden en bediening199
X te selecteren en draai aan het
stelwiel om de volgende afstandsin‐
dicatiepagina te kiezen.
De minimale weer te geven afstand
is 0,5 s.
Als er geen voorligger is of als de
voorligger buiten bereik is, worden er twee streepjes getoond: -,- s.
Actieve noodrem Actieve noodrem kan helpen om de
schade door aanrijdingen met voor‐ liggers of obstakels te beperken, in‐
dien een aanrijding door remmen of
sturen niet langer kan worden verme‐
den. Voordat de actieve noodrem ac‐
tiveert, geeft de frontaanrijdingswaar‐ schuwing een waarschuwing 3 194.
Deze functie maakt gebruik van input uit vele bronnen (bijv. radarsensor,
remdruk, rijsnelheid) om de waar‐
schijnlijkheid van een frontale aanrij‐
ding te berekenen.
Actieve noodrem werkt automatisch
bij snelheden boven wandelsnelheid,
als de instelling Voorbereiding
aanrijding niet uitgeschakeld is in het
menu Persoonlijke instellingen
3 135.
Het systeem omvat: ■ Anticiperend remsysteem
■ Automatisch noodstopsysteem
■ Anticiperend
remassistentiesysteem9 Waarschuwing
Dit systeem is niet bedoeld om de
verantwoordelijkheid van de be‐
stuurder, voor het besturen van de
auto en anticiperen op de ver‐
keerssituatie, over te nemen. De
functie is puur ondersteunend van aard. De bestuurder moet, afhan‐
kelijk van de rij-omstandigheden,
zelf het rempedaal bedienen.
Anticiperend remsysteem
Bij het naderen van een voorliggermet een zodanige snelheid dat een
aanrijding waarschijnlijk is, zet het an‐
ticiperend remsysteem een lichte
remactie in. Dit verkort de responstijd, mocht handmatig of automatisch
remmen noodzakelijk zijn.
Het remsysteem is voorbereid op
sneller remmen.
Automatisch noodstopsysteem
Na het voorbereiden van de remmen
en net voor het moment van aanrij‐
ding past deze functie automatisch
beperkte remactie toe om de snelheid
te verlagen.
Page 229 of 311

Rijden en bediening227Aanhanger trekkenTrekgewicht
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht hangt af van de auto en de mo‐
tor en mag niet worden overschre‐
den. Het werkelijke trekgewicht is het verschilt tussen het werkelijke totaal‐
gewicht van de aanhanger en het
werkelijke kogelgewicht in aangekop‐ pelde toestand.
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht staat in de autopapieren ver‐
meld. Dit geldt over het algemeen
voor hellingspercentages tot
max. 12 %.
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht geldt tot aan het aangegeven
hellingspercentage en tot een hoogte
van 1000 meter boven de zeespiegel. Omdat het motorvermogen bij toene‐
mende hoogte door de lagere lucht‐
dichtheid daalt en het klimvermogen daardoor afneemt, moet het maxi‐
maal toelaatbare treingewicht voor ie‐
dere 1000 meter aan hoogtetoenamemet 10 % worden verminderd. Bij het
rijden op wegen met een gering hel‐
lingspercentage (kleiner dan 8 %,
bijv. snelwegen) hoeft het maximaal
toelaatbare treingewicht niet te wor‐
den verminderd.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht mag niet worden overschreden.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht staat op het typeplaatje 3 281
vermeld.
KogeldrukDe kogeldruk is de kracht waarmee
de aanhanger op de koppelingskogel
drukt. De gewichtsverdeling bij het la‐
den van de aanhanger is van invloed
op de kogeldruk.
De maximaal toelaatbare kogeldruk (75 kg) 2)
staat op het typeplaatje van
de trekhaak en in de autopapieren
vermeld. Altijd de maximale kogeld‐
ruk nastreven, vooral bij zware aan‐
hangers. Nooit rijden met een kogeld‐ ruk lager dan 25 kg.Achterasbelasting
Bij een aangekoppelde aanhanger en
een maximale belading van de auto,
mag de toelaatbare achterasbelas‐
ting (zie typeplaatje of autopapieren)
met 60 kg overschreden worden en
ook het toelaatbare totaalgewicht
mag met 60 kg worden overschreden. Wordt de toelaatbare achterasbelas‐
ting overschreden, dan geldt een
maximumsnelheid van 100 km/u.
TrekhaakVoorzichtig
Bij het rijden zonder aanhanger, de kogelstang demonteren.
2) Motoren B16DTH, B16DTJ, B20DTH en B20DTJ: afhankelijk van de uitrusting kan de maximaal toelaatbare kogeldruk 75 kg of 60 kg
zijn.
Page 230 of 311

228Rijden en bediening
Kogelstang opbergen
De zak met de kogelstang is opge‐
borgen in de bagageruimte.
Plaats de band door het sjoroog
rechtsachter, wikkel deze twee keer
eromheen en trek de band strak om
de zak te borgen.
Kogelstang monteren
Stekkerdoos ontgrendelen en om‐
laagklappen. Afsluitplug uit kogel‐
stangopening trekken en opbergen.
Spanstand kogelstang controleren
■ Het rode merkteken op de draai‐ knop moet naar het groene merk‐
teken op de kogelstang gericht zijn.
■ De opening tussen de draaiknop en
de kogelstang moet ca. 6 mm be‐
dragen.
■ De sleutel moet in stand c staan.
Anders moet de kogelstang vóór het monteren worden aangespannen:
■ Ontgrendel de kogelstang door de sleutel naar stand c te draaien.
Page 231 of 311

Rijden en bediening229
■ Draaiknop uittrekken en zover mo‐gelijk rechtsom draaien.
Kogelstang monteren
Aangespannen kogelstang in de trek‐
haakopening steken en stevig om‐ hoogduwen totdat deze hoorbaar
vastklikt.
De draaiknop springt automatisch te‐
rug in de uitgangspositie en rust zon‐
der speling tegen de kogelstang.9 Waarschuwing
Draaiknop bij het monteren niet
aanraken.
Vergrendel de kogelstang door de
sleutel naar stand e te draaien. Sleu‐
tel verwijderen en beschermkapje dichtdrukken.
Oog voor veiligheidskabel
Veiligheidskabel aan oog vasthaken.
Correcte montage van de kogelstang
controleren
■ Het groene merkteken op de draai‐
knop moet naar het groene merk‐
teken op de kogelstang gericht zijn,
■ Tussen de draaiknop en de kogel‐ stang mag geen speling zitten,
■ De kogelstang moet stevig in de trekhaakopening vergrendeld zijn,
■ De kogelstang moet zijn en de sleu‐
tel moet verwijderd zijn.
Page 271 of 311

Verzorging van de auto269
12. Sluit de reservewielhouder doorbeide zeskantige bouten met de
wielsleutel naar rechts te draaien.
13. Breng de doppen boven de zes‐ kantige bouten aan.
14. Berg de wielsleutel en de krik op in het opbergvak voor de achter‐
klep.
15. Sluit de afdekking van de opberg‐
ruimte.
Let er bij het terugplaatsen van het
reservewiel in de reservewielhouder
op dat het ventiel van het wiel boven
de uitsparing in de wielhouder is ge‐
plaatst.
Een beschadigd wiel in de
bagageruimte opbergen De reservewielhouder is niet gemaakt
voor bandenmaten die afwijken van
die van het reservewiel.
Een beschadigd wiel anders dan het
reservewiel in de bagageruimte plaat‐ sen en vastmaken met een band.
Boordgereedschap 3 254.
De stoelen van de derde zitrij neer‐
klappen 3 84.1. Plaats het wiel dicht tegen de lin‐
kerzijde van de bagageruimte.
2.Plaats de lus van de band door het
voorste sjoroog aan de linker‐
zijde.
3. Plaats de haak van de riem door de lus en trek eraan totdat de riemstevig aan het sjoroog bevestigd
is.
4. Steek de riem door de spaken van
het wiel zoals weergegeven in de
illustratie.
5. Doe de haak in het linker sjoroog.
6. Trek de riem strak en borg deze met de gesp.
9 Gevaar
Rijd na het opslaan van een be‐
schadigd reservewiel in de baga‐
geruimte altijd met opgeklapte en
vastgeklikte achterbankrugleunin‐
gen.
Page 276 of 311

274Verzorging van de autoVoorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten kun‐ nen de auto beschadigen.
Na het slepen verwijdert u het sleep‐
oog.
Klik de dop in de onderkant vast.
Verzorging van uiterlijk
Verzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet.
Ontdooimiddelen alleen in dringende
gevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐
tend werken en de werking van de sloten belemmeren. Na gebruik van
ontdooimiddelen, de sloten door een
werkplaats opnieuw laten smeren.
Wassen
Het lakwerk van de auto staat bloot
aan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Vogeluitwerpselen, dode insecten,
boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.Bij een bezoek aan een wasstraat, de aanwijzingen van de exploitant opvol‐
gen. De voorruitwisser en achterruit‐ wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Antenne en accessoires op de buitenkant van de auto zoals een dak‐ dragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende por‐
tieren, achterklep en motorkap en de
gebieden die erdoor bedekt worden
reinigen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van 4 tot 9.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Page 292 of 311
![OPEL ZAFIRA C 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch) 290Technische gegevensPrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNG
B16SHTB16SHL
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
––
220–
OPEL ZAFIRA C 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch) 290Technische gegevensPrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNG
B16SHTB16SHL
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
––
220–](/img/37/21760/w960_21760-291.png)
290Technische gegevensPrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNG
B16SHTB16SHL
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
––
220–
–Automatische versnellingsbak–197–––2083) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.MotorA18XELA18XERB16DTHB16DTJA20DTLA20DTTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem185
–195
––
193–
186183
–191
193Automatische versnellingsbak––––––3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
Page 293 of 311
![OPEL ZAFIRA C 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch) Technische gegevens291Motor
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
B20DTJB20DTHA20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem208
209–
––
––
208–
218Automatische ver OPEL ZAFIRA C 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch) Technische gegevens291Motor
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
B20DTJB20DTHA20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem208
209–
––
––
208–
218Automatische ver](/img/37/21760/w960_21760-292.png)
Technische gegevens291Motor
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
B20DTJB20DTHA20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem208
209–
––
––
208–
218Automatische versnellingsbak205192192205–3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.