ad blue OPEL ZAFIRA C 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2016.5Pages: 181, PDF Size: 2.91 MB
Page 169 of 181

Telefoon169TelefoonAlgemene aanwijzingen.............169
Bluetooth-verbinding ..................170
Noodoproep ............................... 172
Bediening ................................... 173
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................176Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth met
het Infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐ handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
Page 170 of 181

170Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbindingBluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van
de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐ foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt een gedetailleerde be‐
schrijving in de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen .
Zet
Bluetooth op Aan .
Een Bluetooth-apparaat koppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer Te‐
lefooninstellingen en vervolgens
Apparaat koppelen .
Het volgende display verschijnt.
Zodra het telefoonportaal van het In‐
fotainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐
lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportaal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toetsel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Page 171 of 181

Telefoon171Let op
Het telefoonboek van uw mobiele te‐
lefoon wordt automatisch gedown‐ load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐
tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend
zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het systeem.
Als de Bluetooth-verbinding niet tot
stand komt: herhaal de bovenstaande procedure of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem kun‐
nen maximaal 5 toestellen worden
gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in en bevestig de door u inge‐
voerde gegevens met OK.
Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het Info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Selecteer Selecteren om de verbin‐
ding te maken.
Een apparaat loskoppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het Info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Selecteer het gekoppelde apparaat.
Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verbreken om het apparaat
los te koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het Info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Page 172 of 181

172TelefoonKies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat verbonden is, moet
het eerst worden losgekoppeld (zie bovenstaand).
Selecteer de submenuoptie Wissen
om het apparaat te verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en het belgeluid, kunnen worden teruggezet
op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer Te‐
lefooninstellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Page 173 of 181

Telefoon173BedieningZodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het Infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen
van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het In‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het In‐ fotainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 170.
● De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd
zijn (zie gebruiksaanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het Infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 170.Handsfreemodus activeren
Druk op 7 / i op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 170.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiëren
Handmatig een nummer invoeren
Druk in het actieve telefoonhoofd‐
menu op de multifunctionele knop om
Menu telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het vol‐
gende scherm verschijnt.
Page 178 of 181

178TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 140, 160, 163, 164, 169
Algemene informatie................... 167 AUX-ingang ............................. 163
Bluetooth-muziek ....................167
CD-speler ................................ 160
Infotainment-systeem ..............140
Telefoon .................................. 169
USB-poort ............................... 164
Antidiefstalfunctie ......................141
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 142
Automatische volumeregeling ....150
Autostore-lijsten .......................... 152
Zenders oproepen ...................152
Zenders opslaan .....................152
AUX-functie activeren .................163
AUX-ingang Algemene informatie ...............163
Bediening ................................ 163
Inschakelen ............................. 163
Volume aanpassen .................163
B Basisbediening ........................... 146
Bediening ........................... 167, 173
AUX-ingang ............................. 163
Bluetooth-muziek ....................167
CD-speler ................................ 161Menu....................................... 146
Radio ....................................... 151
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 165
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............142
Stuurwiel ................................. 142
Telefoon .................................. 169
Bedieningspaneel Infotainment ..142
Bel Beltoon .................................... 173
Functies tijdens het gesprek ...173
Inkomend gesprek ..................173
Telefoongesprek initiëren ........173
Beltoon Beltoon selecteren ..................173
Beltoonvolume ........................ 150
Blokkeren van verkeersberichten 156
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................167
Bluetooth-verbinding ...............170
Telefoon .................................. 173
Bluetooth-muziek Algemene informatie ...............167
Bediening ................................ 167
Inschakelen ............................. 167
Voorwaarden ........................... 167
Bluetooth-verbinding ..................170
Bijwerken zenderlijst ...................153
Page 179 of 181

179CCategorielijst ............................... 153
Cd afspelen starten ....................161
Cd-menu ..................................... 161
CD-speler Algemene informatie ...............160
Cd afspelen starten .................161
Cd plaatsen ............................. 161
Cd-menu ................................. 161
Een cd verwijderen .................161
Gebruik.................................... 161
Inschakelen ............................. 161
CD-speler activeren ....................161
D DAB ............................................ 158
Datuminstellingen .......................145
De radio inschakelen ..................151
Digital Audio Broadcasting .........158
Dynamisch audioaanpassing .....158
F
Favoriete lijsten .......................... 153
Zenders oproepen ...................152
Zenders opslaan .....................152
Favorietenlijst ............................. 152
Frequentiebereikmenu's .............153
Frequentiebereik selecteren .......151
Functie Opnieuw kiezen .............173G
Gebruik ............... 145, 151, 161, 163
AUX-ingang ............................. 163
Bluetooth-muziek ....................167
CD-speler ................................ 161
Menu ....................................... 146
Radio ....................................... 151
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 165
Geluidsinstellingen .....................149
Gesprekkenlijsten .......................173
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 173
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 145
M Maximaal opstartvolume............. 150
Menubediening ........................... 146
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................176
Multifunctionele toets ..................146
Mute............................................ 145
N Noodoproep ................................ 172O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 165
Overzicht bedieningselementen. 142
R Radio Afstemmen op zender .............151
Autostorelijsten........................ 152
Bereik selecteren ....................158
Bijwerken zenderlijst ...............153
Categorielijst ........................... 153
Configureren van RDS ............156
DAB configureren ....................158
DAB-berichten ......................... 153
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 158
Dynamisch audioaanpassing ..158
Favoriete lijsten ...............152, 153
Frequentiebereik selecteren ...151
Frequentiebereikmenu's.......... 153
Gebruik.................................... 151
Inschakelen ............................. 151
Radio Data System (RDS) ......156
Radioverkeerinformatieservice 156 Regio-instelling........................ 156
Verkeersberichten ...................156
Zender zoeken ........................ 151
Zenderlijsten............................ 153
Page 180 of 181

180Zenders oproepen...................152
Zenders opslaan .....................152
Radio activeren........................... 151
Radio Data System (RDS) ......... 156
Radioverkeerinformatieservice ...156
RDS ............................................ 156
Regio-instelling ........................... 156
S Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 167
Systeeminstellingen Fabrieksinstellingen
terugzetten .............................. 145
Taal ......................................... 145
Tijd- en datuminstellingen .......145
Voertuiginstellingen .................145
T
Taalinstellingen........................... 145
TA-volume .................................. 150
Telefoon Algemene informatie ...............169
Bedieningselementen .............169
Beltoon selecteren ..................173
Bluetooth ................................. 169
Bluetooth-verbinding ...............170
Een telefoonnummer kiezen ...173
Functies tijdens het gesprek ...173
Gesprekkenlijsten.................... 173
Inkomend gesprek ..................173Inschakelen............................. 173
Noodoproepen ........................ 172
Opmerkingen........................... 169
Telefoonboek .......................... 173
Telefoonnummer opnieuw
kiezen ...................................... 173
Voorwaarden ........................... 173
Telefoonboek .............................. 173
Tijdinstellingen ............................ 145
U USB-functie activeren .................165
USB-menu .................................. 165
USB-poort Activering ................................ 165
Algemene informatie ...............164
Bediening ................................ 165
Opmerkingen........................... 164
USB-apparaat aansluiten ........164
USB-apparaat verwijderen ......165
USB-menu............................... 165
V Verkeersberichten ......................156
Volume Automatische volumeregeling. 150
Beltoonvolume ........................ 150
Maximaal opstartvolume .........150
Stiltefunctie.............................. 145
TA-volume ............................... 150
Volume instellen ......................145Volumebeperking bij hoge
temperaturen ........................... 145
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........150
Volume-instellingen ....................150
Z
Zenderlijsten ............................... 153
Zenders oproepen ......................152
Zenders opslaan .........................152
Zender zoeken............................ 151