infotainment OPEL ZAFIRA C 2017 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2017Pages: 123, PDF Size: 2.34 MB
Page 1 of 123

ZAFIRAHandleiding Infotainment
Page 6 of 123

6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 11Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
De radio is gebruikersvriendelijk
doordat u met de voorkeuzetoetsen
1...6 een groot aantal FM-, AM- en
DAB (Digital Audio Broadcasting)-
zenders kunt vastleggen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem brengt u veilig
naar uw bestemming en omzeilt
desgewenst files of andere knelpun‐
ten.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonapplicatie waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel in de auto kunt gebrui‐
ken.
Het Infotainmentsysteem kan worden
bediend met de toetsen op het instru‐ mentenbord, het aanraakscherm, de
knoppen op het stuurwiel of de
spraakherkenningsfunctie.Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.
Raadpleeg voor details over de
bediening en nieuws over software- updates onze website.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan 
Page 7 of 123

Inleiding7de kant en bedien het
Infotainmentsysteem terwijl u stil‐
staat.9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid
correct en oplettend aan het
verkeer deel te nemen. De over‐
eenkomstige verkeersregels
moeten zonder uitzondering in
acht worden genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding
tegen de verkeersregels ingaat, moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
Gebieden zoals eenrichtingsstra‐
ten en voetgangerszones zijn niet
op de kaart van het navigatiesys‐
teem aangegeven. In dergelijke
gebieden kan het systeem een
waarschuwing geven die geac‐
cepteerd moet worden. Let
daarom in het bijzonder op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is. 
Page 9 of 123

Inleiding91m VOL
Indrukken: Infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 11
Draaien: volume
aanpassen ............................ 11
2 MENU SELECT
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen  ................................ 13
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audio- of
navigatiemenu openen .........13
3 BACK
Menu: een niveau terug ........13
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........13
4 HOME
Ga naar startpagina ..............135H
Radio: vooruit zoeken ...........21
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 28
6 I
Radio: achteruit zoeken ........21
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............28
7 SRC  (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
USB ....................................... 27
Bluetooth ............................... 27
AM ......................................... 21
FM ......................................... 21
DAB ....................................... 21
AUPEO ®
................................ 308 q
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 64
9 DEST
Navigatiebestemmin‐
genmenu openen ..................39
10 NAV
Kaart weergeven  ..................36 
Page 11 of 123

Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem kan op
verschillende manieren worden
bediend.
Invoer kan plaatsvinden via: ● De centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel  3 8
● Het aanraakscherm  3 13
● Bedieningsknoppen op het stuur 3 8
● Het spraakherkenningssysteem 3 52
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties
zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op  X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met  X VOL  terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai  X VOL . De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐ steld:
● Het maximale inschakelvolume 3 17
● Het volume voor verkeersberich‐ ten  3 17
● Het volume van de navigatiebe‐ richten  3 36Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume  3 17 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op  q voor het dempen van de
audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai  X VOL  aan of druk weer op  q.
Bedieningsstanden Audiospelers
Druk steeds op  SRC om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, AUPEO, USB,
Bluetooth of DAB om te schakelen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● USB-poort  3 27
● Audio via Bluetooth  3 27
● AM-radio  3 21
● FM-radio  3 21
● DAB-radio  3 25
● AUPEO  3 30 
Page 19 of 123

Basisbediening19
Pas de instellingen naar wens aan.
Datum instellen
Selecteer  Datum instellen  om de
datuminstellingen aan te passen. Pas
de instellingen naar wens aan.
Tijdsindeling
Selecteer  Tijdnotatie instellen  om de
gewenste tijdsindeling te kiezen. Er
verschijnt een submenu. Activeer  12
uur  of 24 uur .
Software-informatie Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Radio-
instellingen .
Blader door de lijst en selecteer  Menu
software versies  voor het betreffende
submenu.
Informatie softwareversie
Selecteer voor het weergeven van
alle geïnstalleerde softwareversies
Softwareversieinformatie .
Standaard zijn alle versies geacti‐
veerd.
Software-update
Neem contact op met uw werkplaats
om uw systeemsoftware te laten
updaten.
Logbestand
Selecteer  Logbestand aanmaken
voor het genereren van een logbe‐
stand van uw huidige softwareversie.
Licentiegegevens
Selecteer  Licentie-informatie  voor
informatie over de fabrikant van het
Infotainmentsysteem.Fabrieksinstellingen
Selecteer voor het terugzetten van alle Infotainmentinstellingen op de
fabriekswaarden  Radio wissen en
resetten .
Display-instellingen
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Displayin‐
stellingen .
Startpagina
Selecteer  Menu startpagina  om het
instellingenmenu startpagina weer te geven.
Selecteer  Menu onder aan het
scherm voor toegang tot het menu
vanuit  Homepage .
De  Homepage  kan naar uw eigen
voorkeur worden aangepast.Eigen instellingen
De applicatiepictogrammen op de
eerste pagina kunnen naar wens
worden gekozen.
Selecteer  Startpagina aanpassen  om
een lijst met alle op het systeem geïn‐ stalleerde applicaties weer te geven. 
Page 22 of 123

22Radio
Selecteer de gewenste zender.Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door  i.
Categorielijst Talloze zenders zenden een PTY-
code uit die het uitgezonden
programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders wijzigen
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden ook de
PTY-code.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders in de betreffende categorie‐
lijst gesorteerd op programmatype
op.
Let op
De submenuoptie categorielijst is
alleen beschikbaar voor de frequen‐
tiebereiken FM en DAB.
Zoeken op een programmatype dat
door de zenders wordt opgegeven:
selecteer de categorielijstoptie van
het specifieke frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐
type. Er verschijnt een lijst met
zenders die een programma van het
geselecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door  i.
Zenderlijsten bijwerken Als de zenders in de golfbereik-speci‐
fieke zenderlijst niet meer kunnen
worden ontvangen, moeten de AM-
en DAB-zenderlijst worden bijge‐
werkt.
Let op
De lijst met FM-zenders wordt auto‐
matisch bijgewerkt.Selecteer de bijbehorende lijstver‐
melding in het golfbereik-specifieke
menu om een zenderlijst bij te
werken.
Het zoeken naar zenders wordt
gestart. Zodra het zenderzoeken
klaar is, wordt de eerder ingestelde
zender afgespeeld.
Druk op  MENU SELECT  om het
zoeken naar een zender te annule‐
ren.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen. 
Page 23 of 123

Radio23
In elke favorietenlijst kunnen
6 zenders worden opgeslagen. Het aantal beschikbare favorietenlijsten
kan worden ingesteld (zie hieronder).
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd.
Een zender opslaan
Selecteer de zenders die u wilt
opslaan.
Selecteer kort  Fav bovenaan het
scherm om een favorietenlijst te
openen of om naar een andere favor‐ ietenlijst te gaan.
Om de zender op een positie in de lijst op te slaan: raak de desbetreffende
schermtoets voor zender 1...6 aan totdat er een bevestigingsbericht
verschijnt.
Een zender oproepen Selecteer zo nodig kort  Fav om een
favorietenlijst te openen of om naar een andere favorietenlijst te wisselen.
Selecteer van de schermtoetsen voor zender 1...6  om de op de betreffende
locatie opgeslagen zender te active‐
ren.
Het aantal favorietenpagina's
definiëren
Druk op  HOME en selecteer vervol‐
gens  Instellingen  om het instellingen‐
menu te openen.
Selecteer  Radio-instellingen  en
vervolgens  Aantal favoriete pagina's .
Selecteer het aantal favorietenpagi‐
na's dat u wilt weergeven.Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste
zender en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk vereenvoudigt.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van de inge‐
stelde zender in plaats van de
frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender toont het Infotainment‐
systeem radiotekst op het display
die bijvoorbeeld informatie over
het huidige programma kan
bevatten. 
Page 25 of 123

Radio25Activeer TP voor het in- en uitscha‐
kelen van de stand-by verkeersbe‐
richtenfunctie van het Infotainment‐
systeem.
● Als de verkeersinformatieservice wordt ingeschakeld, verschijnt  [ ]
op het display.
● Is het huidige station geen zender met radioverkeerinforma‐tieservice, wordt een zoekop‐
dracht gestart naar de volgende
zender met radioverkeerinforma‐ tieservice.
● Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,
verschijnt  [ ] op het display.
Volume voor verkeersberichten
Selecteer  Verkeersvolume  om het
volume van verkeersberichten bij te stellen. Het betreffende submenu
verschijnt. Pas de instelling naar
wens aan.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het Infotainmentsysteem helemaal terug.Blokkeren van verkeersberichten
Selecteer  Annuleren  in het TP-bericht
op het scherm.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
Algemene informatie ● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v.
met de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid
aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en
verkeersinformatie.● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lagergezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
Als het DAB-signaal te zwak voor de ontvanger is, schakelt het
systeem over op hetzelfde
programma op een andere DAB-
of FM-zender.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de 
Page 27 of 123

Externe apparaten27Externe apparatenAlgemene informatie....................27
Audio afspelen ............................. 28
Afbeeldingen weergeven .............29
Apps gebruiken ............................ 30Algemene informatie
Er zit een aansluiting voor externe
apparaten in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-apparaat of smartphone
aansluiten. Het Infotainmentsysteem
kan muziekbestanden of afbeeldin‐ gen op randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het
Infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.