ESP PEUGEOT 2008 2015 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2015Pages: 340, PDF Size: 8.42 MB
Page 3 of 340

Welkom
Wij danken u voor uw keuze voor de 2008.
Dit boekje behandelt alle beschikbare uitrustingen van dit model.
SymbolenWaarschuwing
Dit symbool geeft waarschuwingen weer
die u absoluut dient te respecteren omwille
van uw veiligheid en die van anderen en
om schade aan uw auto te voorkomen.
Informatie
Dit symbool vestigt uw aandacht op
aanvullende informatie die u helpt de
gebruiksmogelijkheden van uw auto
optimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu
Dit symbool verschijnt bij adviezen met
betrekking tot de bescherming van het
milieu.
Dit instructieboekje is ontwikkeld om u in de gelegenheid te
stellen onder alle omstandigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw auto.
Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de uitvoering en
de specifieke kenmerken voor het land waarvoor de auto bestemd
is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde uitrustingen
voorzien.
Aansprakelijkheid voor de gegeven beschrijvingen en illustraties
wordt niet aanvaard. Automobiles PEUGEOT behoudt zich het recht
voor tussentijds wijzigingen aan te brengen in de door haar gevoerde
modellen en de bijbehorende uitrusting en accessoires, zonder
verplicht te zijn dit boekje aan te passen.
Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van uw auto. Vergeet
niet dit boekje bij doorverkoop van uw auto aan de nieuwe eigenaar
te geven.
Page 5 of 340

.
2008_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
Richtingaanwijzers 128
Alarmknipperlichten 1 28
Cla xon
129
Urgence-oproep of Assistance-oproep
1
29
Bandenspanningscontrolesysteem
130
ESP
133
Grip control
1
36
Veiligheidsgordels
1
38
Airbags
1
41
Veiligheid
Brandstoftank 159
Tankbeveiliging (diesel) 1 61
Brandstoftank leeg (diesel)
1
63
Additief AdBlue
® en SCR-systeem 1 64
(BlueHDi-dieselmotor) 164
Bandenreparatieset
172
Wiel verwisselen
1
77
Sneeuwkettingen
184
Een lamp vervangen
1
85
Zekering vervangen
1
92
12V-accu
198
Eco -mode
201
Wisserbladen vervangen
2
02
Slepen
2
03
Trekken van een aanhanger
2
05
Allesdragers monteren
20
7
Onderhoudstips
207
Accessoires
208
Praktische informatie
M o t o r k a p 2 11
Benzinemotoren 212
Dieselmotoren
213
Niveaus controleren
2
14
Controles
2
17
Onderhoud
Algemeen 219
Benzinemotoren 220
Gewichten (benzine)
2
22
Dieselmotoren
224
Gewichten (diesel)
2
26
Afmetingen
229
Identificatie 230
Technische gegevens
Urgence-oproep 23 2
Assistance-oproep 233
7
inch touchscreen
2
35
Autoradio / Bluetooth
2
97
Autoradio
317
Audio en telematica
Index
Kinderzitjes 1 45
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
1
47
ISOFIX-kinderzitjes
1
54
Kinderbeveiliging
158
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Lichtschakelaar 111
Koplampen verstellen 1 18
Statische bochtverlichting
1
19
Ruitenwisserschakelaar
120
Dimmer dashboardverlichting
1
24
Plafonniers
1
25
Sfeerverlichting interieur
1
26
Panoramadak
1
27
Zicht
Inhoud
Page 25 of 340

23
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor permanent.
Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje
SERVICE.Er is sprake van een lichte
motorstoring.Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
S T O P. Er is sprake van een ernstige
motorstoring.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Parkeer de auto, zet het contact af en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
( ESP /ASR)knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het ESP-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Stuurbekrachtigingpermanent.Er is een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 28 of 340

26
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laadstroom
accu permanent.
Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. Er zit er nog ongeveer 5
liter
brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50
liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
knippert met de wijzer
in het rode gebied.
Er zit nog een minimale hoeveelheid
brandstof in de tank.
Bandenspanning
te laag permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+ knipperend en
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service.Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 29 of 340

27
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel(s)
niet vastgemaakt of
weer
losgemaakt.permanent, of knippert
in combinatie met een
geluidssignaal. Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Een of meer
portier
en
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende portier
aangeeft, bij een snelheid
lager dan 10
km/h.Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
portier aangeeft en een
geluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan
10
km/h.
1
Controle tijdens het rijden
Page 77 of 340

75
2008_nl_Chap04_amenagements_ed01-2015
Bagagenet voor hoge
belading
Het net, dat aan de bovenste bevestigingen
en de onderste sjorogen of de nokken wordt
vastgemaakt, zorgt ervoor dat de auto tot aan
het dak kan worden beladen:
-
a
chter de achterbank (zitrij 2),
-
a
chter de voorstoelen (zitrij 1) wanneer de
achterbank is neergeklapt.
Controleer bij het plaatsen van het
net of de gespen van de riemen
zichtbaar zijn vanuit de bagageruimte;
hierdoor is het makkelijker de riemen te
ontspannen of aan te spannen. Gebruik nooit de ISOFIX-ring die is
bedoeld voor de bevestiging van de
riem van een kinderzitje met Top Tether.
Voor gebruik bij zitrij 1:
F
o
pen de kapjes van de bovenste
bevestigingen 1 ,
F
r
ol het bagagenet voor hoge belading uit,
F
p
laats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende
bovenste bevestiging 1 , en doe vervolgens
hetzelfde met de tweede stang,
F
o
ntspan de riemen maximaal,
F
b
evestig de musketonhaak van elk van de
riemen aan de desbetreffende nok 3
onder
de zitting van de bank,
F
k
lap de achterbank neer,
F
s
pan de riemen aan zonder de bank weer
op te klappen,
F
c
ontroleer of het net goed is vastgemaakt
en goed gespannen is. Voor gebruik bij zitrij 2:
F
v
ouw de bagageafdekking op of ver wijder
deze,
F
o
pen de kapjes van de bovenste
bevestigingen 2 ,
F
r
ol het bagagenet voor hoge belading uit,
F
p
laats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende
bovenste bevestiging 2 , en doe vervolgens
hetzelfde met de tweede stang,
F
b
evestig de haak van elk van de riemen
van het net aan het desbetreffende
onderste sjoroog 4 ,
F
span
de riemen aan,
F
c
ontroleer of het net goed is vastgemaakt
en goed gespannen is.
4
Indelingen
Page 95 of 340

93
2008_nl_Chap05_conduite_ed01-2015
De automatische transmissie kan
beschadigd raken:
-
a
ls u gelijktijdig het gas- en het
rempedaal intrapt,
-
a
ls u, wanneer de accu geen
stroom levert, de selectiehendel
geforceerd in de stand P of een
andere stand zet.
Als u langere tijd stilstaat met draaiende
motor (files...), kunt u, om brandstof te
besparen, de selectiehendel in de
stand N zetten en de handrem
aantrekken.
Storing
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display, duidt dit
op een storing in de transmissie.
In dit geval werkt de transmissie met een
noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
voelen bij het selecteren van R vanuit de
stand P , of R vanuit de stand N . Dit beschadigt
de transmissie niet.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de selectiehendel niet in de
stand P staat, verschijnt bij het
openen van het bestuurdersportier
of na ongeveer 45
seconden een
waarschuwingsmelding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de stand P;
de melding verdwijnt.
Rijd stapvoets wanneer u op een
ondergelopen weg rijdt of een beek
doorkruist.
Parkeren van de auto
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).
Onjuiste waarde bij handmatige
bedieningVoordat u de motor afzet, kunt u de
selectiehendel in de stand P of N bewegen om
de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto stil te zetten.
5
Rijden
Page 135 of 340

133
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Elektronisch stabiliteitsprogramma dat de
volgende systemen omvat:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
d
e noodremassistentie (AFU),
-
d
e antislipregeling (ASR),
-
de
dynamische stabiliteitscontrole (ESP).
Elektronisch stabiliteitsprogramma
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en voor een betere controle in
bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De EBD verdeelt de remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antislipregeling (ASR)
Dit systeem past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(ESP)
Dit systeem houdt de vier wielen in de gaten
en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van
de door de bestuurder gewenste richting,
automatisch in via de remmen van een of
meerdere wielen en het motorkoppel om de
auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
7
Veiligheid
Page 137 of 340

135
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Dynamische stabiliteitscontrole
(ESP) en antispinregeling (ASR)
Inschakelen
Deze systemen worden automatisch
ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.
Zodra deze systemen signaleren dat de wielen
te weinig grip hebben of de koers van de auto
afwijkt van de door de bestuurder gewenste
richting, grijpen ze in op de werking van de
motor en het remsysteem.In dat geval gaat dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...)
kan het nuttig zijn het CDS-systeem uit te
schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen. Het CDS-systeem zorgt voor meer
veiligheid tijdens het rijden. De
bestuurder mag zich echter nooit laten
verleiden tot het nemen van meer
risico's of te hard rijden.
De goede werking van het systeem
wordt verzekerd door de naleving van
de voorschriften van de constructeur
met betrekking tot de wielen (banden
en velgen), onderdelen van het
remsysteem, elektronische onderdelen
alsmede de montageprocedure en het
uitvoeren van werkzaamheden door het
PEUGEOT-netwerk.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Storing
Als dit verklikkerlampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display, duidt
dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Opnieuw inschakelen
Het is echter aanbevolen het systeem zo snel
mogelijk weer in te schakelen.
F
D
ruk op de knop of, afhankelijk
van de uitvoering, zet de
draaiknop in deze stand.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt
aangezet of vanaf snelheden boven 50
km/h.
Als het lampje op de (draai)knop gaat branden,
grijpt het CDS-systeem niet meer in op de
werking van de motor.
F
D
ruk nogmaals op de knop of,
afhankelijk van de uitvoering, zet
de draaiknop in deze stand om
het systeem handmatig weer in
te schakelen.
7
Veiligheid
Page 140 of 340

138
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóór
Vast maken
F Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
F
C
ontroleer of de gordel goed is vastgemaakt
door even aan de riem te trekken.
Losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting.
F
H
oud de gordel vast ter wijl deze zich
oprolt.
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
een pyrotechnische gordelspanner en een
spankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra
bescherming van de bestuurder en passagier
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen.
Bij een krachtige aanrijding zorgen de
pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt en bevordert
daarmee de veiligheid.
Hoogteverstelling
F Knijp de knop A in en schuif deze omlaag
om het bevestigingspunt lager te plaatsen.
F
S
chuif de knop A omhoog om het
bevestigingspunt hoger te plaatsen.
Veiligheid