PEUGEOT 2008 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2016Pages: 450, PDF Size: 12.88 MB
Page 381 of 450

6
Praktische informatie
2008-additif_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Welke brandstoffen
zijn geschikt?
Brandstof voor
benzinemotoren
De uitvoeringen met benzinemotor kunnen rijden op biobrandstoffen die voldoen aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen en verkrijgbaar zijn bij tankstations.
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden (kans op schade aan de motor en het brandstofcircuit).
Alleen het gebruik van dieseladditieven die voldoen aan de norm B715000 is toegestaan.
Reizen naar het buitenland Bepaalde brandstoffen kunnen de motor beschadigen. In bepaalde landen kan het nodig zijn een specifieke brandstofsoort te gebruiken (specifiek octaangetal, specifieke commerciële benaming enz.) om de goede werking van de motor te garanderen. Neem voor meer informatie contact op met uw dealer.
Alleen brandstofadditieven die voldoen aan de norm B715001 mogen worden gebruikt.
Brandstof voor
dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor biobrandstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen en die aan de pomp getankt kunnen worden.
Diesel die voldoet aan de richtlijn EN590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%),
Paraffinehoudende diesel die voldoet aan de richtlijn EN15940 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Diesel die voldoet aan de richtlijn EN16734 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN14214 (met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 10%),
De brandstof B20 of B30 die voldoet aan de richtlijn EN16709 is ook geschikt voor de dieselmotor van uw auto. Maar als deze brandstof, ook al is het slechts incidenteel, wordt gebruikt, moeten de bijzondere onderhoudsvoorschriften (voor "Zware rijomstandigheden") strikt worden nageleefd.
Benzine die voldoet aan de norm EN228 en is gemengd met een biobrandstof die voldoet aan de norm EN15376.
Neem voor meer informatie contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Diesel voor lage temperaturen Bij temperaturen lager dan 0°C (+32°F) kan de stolling van paraffine in zomerdiesel storingen in het brandstofsysteem veroorzaken. Om dat te voorkomen is het raadzaam winterdiesel te tanken en de brandstoftank voor minimaal 50% gevuld te houden. Als desondanks bij temperaturen lager dan -15°C (+5°F) de motor moeilijk aanslaat, is het raadzaam de auto enige tijd in een ver warmde garage of werkplaats te laten staan.
Page 382 of 450

11
7
Technische gegevens
2008-additif_nl_Chap11_caracteristiques-techniques_ed01-2016
Identifi catie
A. Serienummer onder de motorkap . Dit nummer is ingeslagen in de carrosserie, bij de schokdempersteun.
Controleer de bandenspanning minimaal één keer per maand, bij koude banden.
Een te lage bandenspanning veroorzaakt een hoger brandstofverbruik.
B. Serienummer op de onderste voorruittraverse. Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.
C. Constructeurssticker.
Dit nummer staat op een eenmalige sticker op de linker of rechter middenstijl.
D.Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak. Deze sticker is op de middenstijl aan bestuurderszijde bevestigd.
De sticker bevat de volgende informatie: - bandenspanning, onbeladen en met volle belading, - bandenmaat, - bandenspanning van het reservewiel, - kleurcode van de lak.
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
De auto kan af fabriek zijn voorzien van banden met een hogere belastings- en snelheidsindex dan aangegeven op de sticker. De voorgeschreven bandenspanning blijft daarbij gelijk.
Page 383 of 450

Audio en telematica
8
2008-additif_nl_Chap12a_BTA-2-BTA-3R_ed01-2016
Noodoproep of Pechhulp
PEUGEOT Connect SOS
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een gesproken bericht bevestigen dat de oproep naar de helpdesk van "PEUGEOT Connect SOS" is verstuurd * .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep geannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
PEUGEOT Connect SOS lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in uw landstaal ** contact met u op en roept indien nodig de hulp in van de bevoegde hulpdiensten ** . In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
** Afhankelijk van de geografische dekking van Afhankelijk van de geografische dekking van "PEUGEOT Connect SOS", "PEUGEOT Connect Assistance" en van de officiële landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen. De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is en de lijst van beschikbare PEUGEOT CONNECT-diensten kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op de
internetsite voor uw land bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw verkooppunt kunt opvragen, en de technische beperkingen van het systeem.
Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft gedetecteerd, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
Indien u gebruikmaakt van de dienst PEUGEOT Connect Packs met SOS-pakket en pechhulpservice, beschikt u over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina op de internetsite voor uw land.
Type 1
Page 384 of 450

.
Audio en telematica 9
2008-additif_nl_Chap12a_BTA-2-BTA-3R_ed01-2016
PEUGEOT Connect Assistance
Bij een storing in het systeem kan er wel met de auto worden gereden.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het aanvragen van hulp bij het stranden van de auto. Een gesproken bericht bevestigt
dat de oproep is verstuurd ** .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd. Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT Connect SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance" te drukken en vervolgens op "PEUGEOT Connect Assistance" te drukken om te bevestigen.
Druk om de geolokalisatie weer in te schakelen nogmaals gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT Connect SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance" en vervolgens op "PEUGEOT Connect Assistance" om te bevestigen.
Als het oranje lampje blijft branden, moet de noodbatterij worden vervangen. In beide gevallen kan er mogelijk geen noodoproep of pechhulpoproep worden verstuurd. Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend reparateur.
Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het contact gaat het groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt op een goede werking van het systeem.
Het knipperen en vervolgens doven van het oranje lampje duidt op een storing in het systeem.
Wanneer u uw auto buiten het netwerk van het Merk hebt gekocht, raden wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten controleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de diensten PEUGEOT CONNECT aan de klant, behoudt de fabrikant zich het recht voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
** Afhankelijk van de geografische dekking van "PEUGEOT Connect SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance" en van de officiële landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen. De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op
de internetsite voor uw land bekijken.
Page 385 of 450

Audio en telematica
10
2008-additif_nl_Chap12a_BTA-2-BTA-3R_ed01-2016
Urgence-noodoproep of Assistance-pechhulpoproep
Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
PEUGEOT Connect SOS
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze toets. Het knipperen van het groene ledlampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale "PEUGEOT Connect SOS" * is verstuurd.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep geannuleerd. Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "PEUGEOT Connect SOS" lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in uw landstaal contact met u op ** en roept indien nodig de hulp in van de bevoegde hulpdiensten ** . In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
** Afhankelijk van de geografische dekking van "PEUGEOT Connect Assistance" en "PEUGEOT Connect SOS" en van de officiële landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen. De lijst van de landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of
op de internetsite voor uw land bekijken.
* Afhankelijk van de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw verkooppunt kunt opvragen, en de technische beperkingen van het systeem.
Indien u gebruikmaakt van de dienst PEUGEOT Connect Packs met SOS-pakket en pechhulpservice, beschikt u over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina op de internetsite voor uw land.
Type 2
Page 386 of 450

.
Audio en telematica 11
2008-additif_nl_Chap12a_BTA-2-BTA-3R_ed01-2016
PEUGEOT Connect Assistance
Wanneer u uw auto buiten het netwerk van het Merk hebt gekocht, raden wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten controleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de diensten PEUGEOT CONNECT, behoudt de fabrikant zich het recht voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
Bij een storing in dit systeem kan er
met de auto worden gereden.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het aanvragen van hulp bij het stranden van de auto. Een gesproken bericht bevestigt
dat de oproep is verstuurd ** .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd. Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Het rode lampje blijft branden: de noodbatterij moet worden vervangen.
Het rode lampje knippert: de noodbatterij moet worden vervangen.
Werking van het systeem
Voor alle landen uitgezonderd Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan.
Voor Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan.
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt op een goede werking van het systeem.
Het rode lampje knippert en dooft vervolgens: er is een storing in het systeem.
Het rode lampje blijft branden: er is een storing in het systeem.
** Afhankelijk van de geografische dekking van ** Afhankelijk van de geografische dekking van ** "PEUGEOT Connect Assistance" en "PEUGEOT Connect SOS" en van de officiële landstaal die door de eigenaar van de auto is gekozen. De lijst van de landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op
de internetsite voor uw land bekijken.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT Connect SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance" te drukken en vervolgens op "PEUGEOT Connect Assistance" te drukken om te bevestigen.
Druk om de geolokalisatie weer in te schakelen nogmaals gelijktijdig op de toetsen "PEUGEOT Connect SOS" en "PEUGEOT Connect Assistance"en vervolgens op "PEUGEOT Connect Assistance" om te bevestigen.
In beide gevallen is het mogelijk dat de Urgence-oproep of Assistance-oproep niet meer werkt. Neem zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde werkplaats.
Page 387 of 450

13
2008-additif_nl_Chap12b_SMEGplus_ed01-2016
7 inch touchscreen
GPS-navigatie - Multimedia-autoradio - Bluetooth®-telefoon
Inhoud
Basisfuncties 1 4
Stuurkolomschakelaars
1
6
M e n u ' s
17
N
avigatie
18
N
avigatie - routebegeleiding
26
V
erkeer
3
0
Radio Media
32
Ra
dio
3
8
Digitale radio (DAB, Digital Audio Broadcasting) 40
Media
42
I
nstellingen
4
6
Internetdiensten
5
4
MirrorLink
TM 54
Car
Play® 58
Tel
efoon
6
0
Veelgestelde vragen
68
D
it systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto
functioneert. Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn
v
olledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij
stilstaande auto.
Als de melding "eco-mode" wordt weergegeven, worden de
elektrische functies uitgeschakeld die in werking zijn.
Zie de rubriek over de eco-mode.
.
Audio en telematica
Page 388 of 450

14
2008-additif_nl_Chap12b_SMEGplus_ed01-2016
Basisfuncties
Gebruik de toetsen links van het touchscreen
om de menucarrousellen te openen en
druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee
pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina)
weergegeven.Secundaire pagina
HoofdpaginaAls het bijzonder warm is, kan het systeem
gedurende minimaal 5 minuten overgaan
in de waakstand (volledig uitschakelen van
het scherm en het geluid).
Audio en telematica
Page 389 of 450

15
2008-additif_nl_Chap12b_SMEGplus_ed01-2016
Selecteren van de geluidsbron (volgens
uitvoering):
-
Ra
dio FM / DAB* / AM*.
-
"
USB"-stick.
-
CD
-speler (in het dashboardkastje)*.
-
Sm
artphone via MirrorLink
TM of CarPlay®.
- Te
lefoon aangesloten via Bluetooth* en
streaming-verzending via Bluetooth*.
-
Me
diaspeler aangesloten via de AUX-
aansluiting (Jack, kabel niet meegeleverd).
* Volgens uitrusting.
Sneltoetsen: met behulp van de toetsen in
de bovenste balk van het touchscreen, is
het mogelijk direct de geluidsbron of de lijst
met zenders (of titels, afhankelijk van de
geluidsbron) te kiezen.
Het is een "resistief " scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name
bij bewegingen (door een lijst bladeren,
scrollen over de kaart, enz.). Lichtjes
aanraken is niet voldoende. Als het scherm
met meerdere vingers wordt aangeraakt,
worden de commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend
als u handschoenen draagt. Dankzij
deze technologie kan het scherm bij elke
temperatuur worden gebruikt.
Als het zeer warm is in het interieur, kan
het geluidsvolume worden beperkt om het
systeem te beschermen. Zodra de temperatuur
in het interieur is gezakt, zal de oorspronkelijke
instelling weer worden gebruikt.
Gebruik voor het schoonmaken van
het display een zacht, niet-schurend
doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje)
zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet met een puntig
voor werp aan.
Raak het scherm niet met vochtige
handen aan.
Volumeregeling (voor elke bron afzonderlijk,
ook voor verkeersinformatieberichten (TA) en
navigatieaanwijzingen). Druk op Menu
om het keuzemenu
voor de menu's weer te geven.
Druk op SRC om het keuzemenu
voor de geluidsbronnen weer te
geven.
Bij draaiende motor wordt het geluid
onderbroken door de toets in te
drukken.
Bij afgezet contact wordt het systeem
ingeschakeld door de toets in te
drukken.
.
Audio en telematica
Page 390 of 450

16
2008-additif_nl_Chap12b_SMEGplus_ed01-2016
Stuurkolomschakelaars
Indrukken: onderbreken/hervatten
van de geluidsweergave.
Verhogen van het volume.
Wijzigen van de geluidsbron: radio,
multimedia.Radio, draaien: automatisch zoeken
naar de vorige/volgende zender.
Radio, indrukken: toegang tot de
voorkeuzezenders.
Media, draaien: vorige/volgende
nummer.
Indrukken: een keuze bevestigen.
Verlagen van het volume. Telefoon: telefoon opnemen.
Tijdens gesprek: toegang tot het
telefoonmenu (gesprek beëindigen,
privacy-modus, handsfree-modus).
Telefoon, ingedrukt houden:
inkomend gesprek weigeren, huidig
gesprek beëindigen; als de telefoon
niet wordt gebruikt, toegang tot het
telefoonmenu.
Radio: zenderlijst weergeven.
Media: afspeellijst weergeven.
Radio, ingedrukt houden: lijst van
ontvangen zenders bijwerken.
Audio en telematica