audio PEUGEOT 206 2008 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2008, Model line: 206, Model: PEUGEOT 206 2008Pages: 123, PDF Size: 1.41 MB
Page 26 of 123
AUDIO
28 -
AUTORADIO RD3
Hendel Functie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) -
Volgende nummer
selecteren (CD)
4 - Indrukken A u t o m a t i s c h z o e k e n n a a r z e n d e r s i n a l o p e n d e f r e q u e n t i e ( r a d i o ) - V o
r i g e n u m m e r
selecteren (CD)
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/ CD/CD-wisselaar)
6 - Draaien (rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (radi o) - Selecteren van volgende CD
7 - Draaien (linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio) - Selecteren van vorige CD
Page 27 of 123
29
AUDIO
-
Toets Functie
A AAN/UIT-schakelaar radio.
B - Verlagen van volume.
C + Verhogen van volume.
D RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de region
ale functie.
E TA Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: PTY-functie AAN/UIT.
H ¯Instelling van bassen, hoge tonen, loudness, balans en aut
omatische volumeregeling.
I 5Hoger instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
J 6Lager instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
L 8Handmatig en automatisch zoeken van zenders in oplopende frequ
entie.
Volgende nummer (CD) of PTY (radio) selecteren.
M MAN Handmatige/automatische functie van de toetsen L en N.
N 7 H a n d m a t i g e n a u t o m a t i s c h z o e k e n v a n z e n d e r s i n a l o p e n d e f r e q u e n
t i e .
Vorige nummer (CD) of PTY (radio) selecteren.
P CH.CD Selecteren van de CD-wisselaar.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afsp
elen.
Q CD Selecteren van de CD-speler.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afsp
elen.
R Radio Selecteren van de radiofunctie. Selecteren van het golfbereik
FM1, FM2, FMAST, AM.
Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuze zenders (autostore).
S
5 Uitwerpen van de CD.
1 t/m 6 1 2 3 4 5 6 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.
1 t/m 5 1 2 3 4 5 Selecteren van CD's in de CD-wisselaar.
Page 28 of 123
AUDIO
30 -
ALGEMENE FUNCTIES AUDIO-INSTELLINGEN
Loudness-functie
Met deze functie kunnen de bassen
en hoge tonen bij een gering volume
versterkt worden. Druk op de toetsen
I of J om de functie in of uit te scha-
kelen.
Aan/uit
Druk, als het contact
AAN is of in de stand
ACCESSOIRES staat,
op de knop
A om de
radio aan of uit te zet-
ten.
De radio kan gedurende 30 minu-
ten werken zonder dat het contact
aanstaat.
Diefstalbeveiliging
De radio is zodanig gecodeerd dat
deze alleen in uw auto functioneert.
Het heeft geen enkele zin de radio in
een andere auto te monteren.
De diefstalbeveiliging is volledig
automatisch en behoeft daarom
niet te worden ingeschakeld of in-
gesteld.REGELING VAN HET
VOLUME
Druk herhaaldelijk op de toets C om
het volume te verhogen en op de
toets B om het te verlagen.
Door langer op de toetsen C en B te
drukken wordt het volume sneller ge-
regeld. Bassen
Toonregeling
Druk, als er
"TREB" op het display
wordt weergegeven, op de toets I of
J om de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling
hoge tonen.
- "TREB 0" normale stand.
- "TREB +9" maximum instelling
hoge tonen.
Druk herhaaldelijk op
de toets
H om achter-
eenvolgens de bassen
(BASS) , de hoge to-
nen (TREB) , de loud-
ness-functie (LOUD),
de fader (FAD), de
balans (BAL) en de
automatische aanpassing van het
volume te kiezen.
Deze functie wordt na enkele secon-
den automatisch weer uitgeschakeld
als er geen instellingen gewijzigd
worden of door de toets H na het be-
reiken van de functie voor de auto-
matische aanpassing van het volume
nogmaals in te drukken.
Opmerking: de instellingen voor de
bassen, de hoge tonen en de loud-
ness zijn gekoppeld aan de op dat
moment ingeschakelde geluidsbron.
Zo kan de toonhoogte voor de ra-
dio, CD of CD-wisselaar verschillend
worden ingesteld. Druk, als er
"BASS"
op het display wordt
weergegeven, op de
toets I of J om de bas-
sen in te stellen.
- "BASS -9"
minimum instelling
bassen.
- "BASS 0" normale stand.
- "BASS +9" maximum instelling
bassen.
Page 29 of 123
31
AUDIO
-
RADIOFUNCTIESelecteren van de radiofunctie
Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het ge-
luidsniveau ten gevolge van de snel-
heid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Druk op de toets
R.
Druk herhaaldelijk kort
op de toets R om de
g o l l e n g t e F M 1 , F M 2 ,
FMast of AM te kie-
zen.
Opmerkingen over de
radio-ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
v a n d e z e n d e r , d e r e l e c t i e v a n h e t
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst.
Page 30 of 123
31
AUDIO
-
RADIOFUNCTIESelecteren van de radiofunctie
Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het ge-
luidsniveau ten gevolge van de snel-
heid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Druk op de toets
R.
Druk herhaaldelijk kort
op de toets R om de
g o l l e n g t e F M 1 , F M 2 ,
FMast of AM te kie-
zen.
Opmerkingen over de
radio-ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
v a n d e z e n d e r , d e r e l e c t i e v a n h e t
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst.
Page 31 of 123
AUDIO
32 -
Handmatig afstemmen
Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets L of N om res-
pectievelijk de volgende of vorige
zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
Het zoeken stopt zodra de toets
wordt losgelaten.
Als de toets "MAN" opnieuw wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar
het automatisch afstemmen op een
zender. Automatisch opslaan van
FM-zenders (autostore)
De autoradio slaat automatisch de
6 beste
FM-zenders op. Deze zen-
ders worden op de FMast-band op-
geslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden
gevonden, blijven de resterende ge-
heugens ongewijzigd.
Automatisch afstemmen
Handmatig opslaan van zenders
Kies het gewenste station.
Houd één van de voorkeuzetoetsen
"1" t/m "6" langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer te-
rug: de desbetreffende zender is nu
opgeslagen. Houd de toets
R lan-
ger dan twee secon-
den ingedrukt.
Oproepen van opgeslagen
zenders
Telkens als een van de toetsen "1"
t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de
desbetreffende zender weergege-
ven.
Druk kort op één van de toetsen
L
of N om respectievelijk de volgende
of vorige zender te selecteren. Als
deze toets wordt vastgehouden, blijft
de radio in de gekozen volgorde fre-
quenties afzoeken.
De radio stopt bij de eerste zender
die na het loslaten van de toets wordt
gevonden.
Als de functie TA is ingeschakeld,
wordt alleen afgestemd op zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders
afgezocht in de stand "LO". Daarna
wordt in de stand "DX" ook naar
zwakkere zenders gezocht.
Druk twee keer kort op de toets L
of N om direct in de stand "DX" op
de zwakkere zenders af te kunnen
stemmen.
Page 32 of 123
33
AUDIO
-
RDSVerkeersinformatie (TA) Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders zen-
den op bepaalde tijdstippen op de-
zelfde frequentie verschillende,
regionale programma's uit. Met deze
functie kan een regionaal program-
ma worden beluisterd.
Houd hiervoor de toets "RDS" lan-
ger dan twee seconden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van
de zender aangegeven. Als de RDS-
functie is ingeschakeld, zoekt de
radio steeds de sterkste zender die
hetzelfde programma uitzendt. Druk op de toets
"TA"
om deze functie in of
uit te schakelen.
Op het display ver-
schijnt:
- "TA" als deze functie is
ingeschakeld.
- "(TA)" als deze functie wel
ingeschakeld, maar niet
beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de geluidsbron die op dat mo-
ment te horen is (radio, CD of CD-
wisselaar) onderbroken om voorrang
te verlenen aan de ontvangen ver-
keersinformatie.
Druk op de toets "TA" om de ver-
keersinformatie te onderbreken, de
functie is dan uitgeschakeld.
Opmerking: het volume van de
verkeersinformatie is onafhanke-
lijk van het normale volume van de
radio. U kunt dit instellen met de
volumeknop. De instelling wordt
opgeslagen en gebruikt bij vol-
gende berichten.
Druk kort op de toets
"RDS"
om de functie
in of uit te schakelen.
Op het multifunctione-
le display verschijnt:
- "RDS" als deze functie is
ingeschakeld.
- "(RDS)" als deze functie
wel ingeschakeld, maar niet
beschikbaar is.
Gebruik van de RDS-functie
(Radio Data Systeem) op FM
De
RDS -functie biedt de mogelijk-
heid om naar een zender te luisteren,
ongeacht de verschillende frequen-
ties die voor deze zender gebruikt
worden in de diverse regio's.
Page 33 of 123
AUDIO
34 -
EON
Dit systeem maakt koppelingen tus-
sen zenders in hetzelfde gebied. Bij
dit systeem is het mogelijk om au-
tomatisch naar andere zenders bin-
nen het gebied over te schakelen die
verkeersinformatie of een PTY-pro-
grammering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld.
S p e c i i e k p r o g r a m m a z o e k e n
(PTY-functie)
Met behulp van deze functie kunnen zenders
m e t e e n s p e c i i e k e p r o g r a m m e r i n g ( i n f o ,
cultuur, sport, pop...) beluisterd worden.
Zoeken van een
PTY-programmering:
Houd, als FM is gese-
lecteerd, de toets "TA"
langer dan twee se-
conden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen. - Schakel de
PTY-functie in,
- Druk kort op één van de toetsen L of N om een overzicht met de
verschillende programmatypes
weer te geven,
- Als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd
dan één van de toetsen L of
N langer dan twee seconden
ingedrukt om automatisch af te
stemmen (na het afstemmen
wordt de PTY-functie weer
uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de ver-
schillende programmatypes wor-
den opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken.
Page 34 of 123
35
AUDIO
-
Uitwerpen van een CD Selecteren van een nummer van
de CD
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
speler als geluidsbron is gekozen,
de toets
Q 2 seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu
in een willekeurige volgorde afge-
speeld. Druk de toets Q opnieuw
2 seconden in om weer op normaal
spelen over te schakelen.
De random-functie wordt uitgescha-
keld zodra de radio wordt uitgezet.
CD-SPELER
Druk op de toets L om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer.
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen L of N in-
gedrukt om de CD versneld vooruit of
achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Zodra een CD in de
CD-speler wordt ge-
stoken met de be-
drukte zijde naar
boven gericht, zal de CD-speler de
CD automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets Q.
Druk op de toets S om
de CD uit de CD-spe-
ler te werpen.
Het gebruik van gekraste
CD's kan storingen ver-
oorzaken.
Gebruik uitsluitend CD's
met een ronde vorm.
Selecteren van de CD-speler
Page 35 of 123
AUDIO
36 -
RADIO-ONTVANGST
(ANTENNE AFSTELLEN)
Opmerkingen over de radio-ont-
vangst. Een autoradio moet onder
heel andere omstandigheden functi-
oneren dan een radio in huis. De ont-
vangst van AM- (middengolf, lange
golf) en FM-zenders (frequentiemo-
dulatie) kan door diverse oorzaken
worden gestoord. Dit ligt niet aan de
kwaliteit van het apparaat, maar aan
de opbouw van de radiosignalen en
de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden. Bij FM-zenders kunnen de afstand
v a n d e z e n d e r , r e l e c t i e v a n h e t s i g
-
naal door grote obstakels (bergen,
gebouwen enz.) en het zenderbereik
oorzaak zijn van een mindere ont-
vangst.
3-/5-deurs: stand van de aan de voor-
zijde gemonteerde antenne voor een
optimale ontvangst.
De achterop het dak gemonteerde
vaste antenne hoeft niet te worden
afgesteld (voorgeregelde antenne).